43

Jan Struik knipperde verdwaasd met zijn oogleden. Hij kwam langzaam overeind van de sofa en liet zijn blik over de omgeving glijden. Toen elke vorm van herkenning uitbleef, vernauwden zijn pupillen zich. Angst sloop in zijn systeem.

‘Goedemorgen,’ zei John Oudenaar.

Struik draaide zich met een ruk om. Dit kwam hem op een pijnlijke scheut in zijn onderrug te staan. ‘Godver…’

‘Sta op en kom hier zitten,’ zei Oudenaar. Hij zat aan een ouderwetse, rechthoekige tafel en wees op de eenvoudige stoel tegenover hem.

Vanuit zijn ooghoek keek Struik hem argwanend aan. ‘Ik ken jou ergens van.’ Hij kneep zijn oogleden iets samen. ‘Volgens mij ben jij een smeris. Eigenlijk weet ik dat wel zeker.’

‘Vroeger,’ antwoordde Oudenaar kalm. ‘Toen jij stukken slimmer was.’

Struik negeerde de opmerking. Hij kwam overeind. Terwijl hij naar de tafel liep schoten zijn ogen van links naar rechts.

‘Is dit soms het depot van het Leger des Heils? Wat een armoe, man.’

‘Dit noemen ze nou een loods,’ zei Oudenaar. ‘Een opslagruimte voor goederen. Dat zou jij toch moeten weten, Jan. Jouw mannetjes gebruiken dagelijks soortgelijke ruimtes om hun gestolen handel te verbergen.’

Struik maakte een wegwerpgebaar.

‘Lazer toch op. Wat wil je van me? Waar is Rick eigenlijk? Betaal ik die gozer soms om in een uithoek wakker te worden?’

‘Ga zitten, dan komen we ter zake.’

Met zichtbare tegenzin nam Struik plaats. Zijn beringde vingers zochten in zijn binnenzak een pakje sigaretten. Hij stak er een op en inhaleerde diep.

‘Jij hebt een probleem,’ zei Oudenaar. Hij pakte een langwerpige envelop van de tafel, haalde er een stapel foto’s uit en spreidde ze op de tafel uit. ‘Een groot probleem, zelfs.’

Struik staarde naar de foto’s en pakte er willekeurig een tussenuit. De details waren schokkend. Hij slikte om een golf van misselijkheid te onderdrukken.

‘Wat… wat is dit?’ stamelde hij. ‘Een verkeersongeluk? En wat doet mijn Mercedes op die foto?’ Hij nam een andere foto in zijn hand en werd bleek rond zijn neus.

‘Dat ben ik. Maar… dat kan niet! Wij hebben geen ongeluk gehad! Ik ben daar nooit geweest. Dit is onzin!’

Oudenaar klakte ongeduldig met zijn tong.

‘Je ziet het verkeerd, Jan. Jij hebt wel degelijk een aanrijding gehad. Je kunt het je alleen niet meer herinneren.’

Met ontzetting bekeek Struik de foto’s. De situatie was van verscheidene kanten belicht. Het kwam erop neer dat de voorkant van zijn Mercedes zich in de zijkant van een ouder type Opel had geboord. In die auto zaten vier personen. De foto’s toonden de meest verschrikkelijke verwondingen. Struik moest concluderen dat ze allemaal dood waren. De beelden waren ronduit luguber. De meest afgrijselijke was degene waarop duidelijk te zien was dat hij achter het stuur van de Mercedes zat.

‘De Opel kwam van rechts, Jan. Het was geen voorrangsweg.’

Struik sloeg zijn hand voor zijn ogen.

‘Zij hadden voorrang…’

‘En jij had behoorlijk gezopen. Zoveel dat de walm nu nog in je auto hangt.’

Struik haalde diep adem. Zijn hand kwam hard op de tafel neer. Het geluid van de klap weerkaatste tegen de spookachtige contouren van de loods.

‘Dit is allemaal gelul! Met een slok op rij ik geen meter. Daarvoor heb ik een chauffeur.’

Oudenaar knikte. ‘Rick Braber. Hij beweert stellig dat jij in een obstinate bui zelf achter het stuur bent gekropen.’

Struik veerde op. Hij deed dit op zo’n onbeheerste manier dat zijn stoel achteroversloeg.

‘Waar zit die gozer, dan draai ik zijn kop eraf!’

Oudenaar keek hem onverstoorbaar aan. ‘Ga zitten. Je bent niet in een positie om iets te eisen.’

Struik aarzelde een moment. Hij zette de stoel weer op zijn poten en liet zijn imposante lichaam zakken. Hij bekeek de foto’s nogmaals.

‘Hoe je het hebt geflikt weet ik niet,’ mompelde hij even later. ‘Maar het is een opzetje. Ik kan me vaag herinneren dat ik gisteren – was het eigenlijk gisteren? – met twee mokkels in de kroeg heb zitten kletsen. Daarna is alles blank. Toch weet ik honderd procent zeker dat ik niet achter het stuur heb gezeten.’

‘Stel dat je gelijk hebt,’ zei Oudenaar, ‘dan zijn er drie mensen die de waarheid kennen. Rick logeert inmiddels bij ons en ik hou mijn mond. Blijf jij over. Een beetje magertjes, nietwaar? Daar zal de politie vast geen genoegen mee nemen.’

Er viel een stilte. In de verte drukte een vrachtwagenchauffeur op zijn claxon. Langzaam maar zeker drong het tot Jan Struik door dat hij zich in een benarde positie bevond.

‘Wat wil je van me?’

‘Daar kom ik zo op. Het lijkt me wel zo overzichtelijk als ik eerst de huidige situatie schets.’

Struik knikte kort. Uit de lichaamstaal van de magere man dacht hij op te maken dat er een deal te maken was. Dit was stukken beter dan zijn allereerste indruk. Toen hij daarnet op de sofa zijn ogen had geopend en een blik op de kale omgeving wierp, dacht hij even dat zijn laatste dag was aangebroken.

‘Wij hielden jou al een paar dagen in de gaten. Het was voor ons wachten op het juiste moment om een praatje te maken. Jij beschikt namelijk over informatie waarvan wij graag deelgenoot worden. Voordat we echter de kans kregen om te babbelen, ramde jouw Mercedes die Opel. En nu zitten we samen in deze oergezellige loods.’

De argwaan droop van Struiks blik.

‘Dat is de sterk verkorte versie,’ verduidelijkte Oudenaar.

Hij boog iets naar voren en keek Struik recht in zijn ogen.

‘De deal is simpel. Als jij mij vertelt wat ik wil weten, blijft deze escapade zonder gevolgen. Het enige aandenken zijn wat deuken in je geliefde Mercedes.’

Struik lachte spottend. Hij wees naar de foto’s.

‘Ik zie hier minstens vier doden. Hoe wil jij dat in godsnaam in de doofpot stoppen?!’

‘Dat is mijn zaak. Als ik krijg wat ik wil, gaat deze zaak onder het vloerkleed. Niemand zal jou hierover ooit lastigvallen. Je hebt mijn woord.’

De dikke crimineel zuchtte theatraal. ‘Je woord, je woord. Wat is dat waard? Ik ken je niet eens.’ Terwijl hij sprak werkten zijn hersens op volle toeren. Er moest wat gebeuren. Hij besloot het spel voorlopig mee te spelen.

‘Oké, laat maar horen. Wat wil je van me weten?’

‘Johan Vertongen.’

‘O nee. Dat kun je dus vergeten. Daar zeg ik geen half woord over.’

Oudenaar leek niet onder de indruk van dit antwoord. Hij pakte een aantal foto’s van de tafel en bestudeerde ze aandachtig.

‘We zetten je straks af bij het politiebureau. Inmiddels hebben ze daar de kopieën van deze meesterwerkjes al ontvangen. En niet te vergeten het adres waar jouw Mercedes tijdelijk is ondergebracht. Chauffeur Rick houden we nog een tijdje uit het zicht.

Met jouw strafblad is het een uitgemaakte zaak voor justitie. Doorrijden na een ongeval met dodelijke afloop. Maar liefst vier slachtoffers, dat gebeurt niet iedere dag. Met een beetje geluk vinden ze in je bloed ook nog resten van alcohol, waarmee hun analisten kunnen vaststellen hoeveel promille je in je lijf had tijdens het ongeluk. Gezien mijn ervaring met strafzaken durf ik wel in te zetten op een jaartje of tien zitten.’

Hij hield de foto’s omhoog.

‘Ik geef je de kans om de dans te ontspringen. Tien jaar zitten of ongestoord wegwandelen. Jij mag het zeggen.’ Dit was een cruciaal moment, wist Oudenaar. Hopelijk had Struik nu niet de tegenwoordigheid van geest om de feiten koelbloedig te analyseren.

‘Als ik praat, ben ik er geweest,’ zei Struik zacht.

‘Dat kan ik me niet voorstellen,’ antwoordde Oudenaar. ‘Je duikt onder, regelt je zaakjes en verdwijnt een tijdje van het toneel. Bij terugkeer spelen er weer totaal andere dingen in het wereldje. Jij weet net zo goed als ik hoe het werkt.’

Tot zijn genoegen zag hij hoe Struik deze optie overdacht.

‘Deal,’ zei deze even later.

‘Mooi.’

‘Wat wil je precies weten?’

‘Alles. Begin bij de periode net voordat Vertongen werd opgepakt. Herfst vorig jaar. Volgens mij is er toen iets gebeurd waar we nu de naweeën van ondervinden.’

‘Dat kun je wel stellen, ja,’ flapte Struik eruit. Hij stak nog een sigaret op.

‘Johan stond in het weekend bij de deur in een disco waarin ik belangen heb. Hij is een grote, sterke kerel die ontzag inboezemt bij randfiguren die ik niet in mijn tent wil hebben. Ironisch genoeg begon deze ellende vanwege een verhaal dat twee junks Johan vertelden.’ Alsof hij het nog steeds niet wilde geloven, schudde Struik mismoedig zijn hoofd.

‘Johan kende zijn pappenheimers en zag meteen dat die twee niet in mijn tent hoorden. Op de een of andere manier raakten ze toch aan de praat. Ze bleken uit Eindhoven te komen. Ze waren op zoek naar een grote dealer in de randstad. Omdat Johan een zesde zintuig voor handel bezit, sprak hij later die nacht met ze af.

Hun verhaal bleek overtuigend genoeg. Hij zette ze in een hotel en ging de volgende nacht zelf op onderzoek uit. Het werd een succesvolle missie. Eenmaal terug in Amsterdam, nam hij direct contact met mij op.

Op aanwijzing van de junks had hij in een loods op een industrieterrein buiten Eindhoven ingebroken. Hij stuitte op een gigantische hoeveelheid speelgoedberen die volgepropt zaten met cocaïne.’

‘Onversneden coke, neem ik aan. Hoeveel precies?’

‘Ruim 800 kilo.’

De ex-politieman liet de lucht uit zijn longen tussen zijn tanden ontsnappen.

‘Met een straatwaarde van… wat is het, een slordige vijftig miljoen euro?’

‘Zoiets. Een karrenvracht dope en dus een berg ellende. De kartels die deze megatransporten organiseren zijn machtig. Daarmee moet je nooit sollen.’

‘Dus jij adviseerde Vertongen om de partij met rust te laten.’

‘Precies. Ik zei dat hij er met z’n poten af moest blijven en die rotjunks een schop moest geven.’

‘Maar dat deed hij niet,’ wist Oudenaar.

‘Die zakkenwasser negeerde mijn bevel, bleek achteraf. Een paar dagen later werd hij door de smerissen voor een waslijst aan andere zaken opgepakt.’

‘Waar zijn de drugs verborgen?’

Met opgeheven handen benadrukte Struik zijn onmacht. ‘Wist ik het maar, dan kregen die gasten per ommegaande hun rotzooi terug.’

‘Uiteindelijk kwam het kartel bij jou terecht.’

Struik trok een pijnlijk gezicht.

‘Voordat hij de drugs verborg, gaf Johan de junks een paar duizend euro en een pakje coke uit de partij. Ze moesten een tijdje in het buitenland onderduiken. Dat hielden ze zes maanden vol. Toen ze terugkwamen was Johan verdwenen. Uit onvrede gingen ze praten. Hierdoor belandden ze in handen van het kartel.’

‘En toen stonden ze bij jou op de stoep.’

‘Helaas,’ zuchtte Struik. ‘Het waren Zuid-Amerikanen. Geen lekkere jongens. Ze hadden alle informatie uit die junks geperst en wisten dus alles.’

‘Behalve waar de partij was verborgen.’

‘Inderdaad. En ze gingen ervan uit dat ik het wel wist. Het heeft me heel wat moeite gekost ze ervan te overtuigen dat Johan mij niets over de schuilplaats had verteld. Mijn geluk was dat die partij nooit op de markt is gekomen. Hierdoor werd mijn versie wat geloofwaardiger.’

‘Maar daar lieten ze het natuurlijk niet bij,’ onderbrak Oudenaar.

‘Nee. Die partij moest terug. Naast het geld speelde hun eergevoel en geloofwaardigheid in de drugswereld een grote rol. Een paar dagen na ons eerste gesprek stonden ze weer voor mijn neus. Hun contacten meldden dat Vertongen zich in de bajes met lijfwachten had omringd. In besloten kring was bekend geworden dat hij op een heuse goudmijn zat. Iedereen die hielp een aanslag te voorkomen, zou in de toekomst meedelen in de buit.

Het kartel was overgegaan op plan B. Als ze hem niet binnen de gevangenismuren konden treffen, moest hij maar naar buiten komen. In hun ogen was ik de aangewezen man om deze operatie te leiden. Toen ik hoorde wat ze van plan waren, weigerde ik. Er zijn grenzen.’

Oudenaar keek hem verbaasd aan.

‘Namen ze daar zomaar genoegen mee?’

Struik glimlachte vermoeid. ‘Waarom denk je dat ik een bodyguard heb? Niet dat het veel uitmaakt, hoor. Als ze me koud willen maken, lukt het ze toch wel. Het is meer het idee.’

Ook al werd het gesprek opgenomen, Oudenaar had elk woord opgeslagen. De climax naderde.

‘Jij weigerde. Dus het kartel moest iemand anders benaderen. Enig idee wie dat geweest kan zijn?’

Struik liet zijn sigaret op de betonnen vloer vallen en drukte deze met zijn zool uit.

‘Zeker weten doe ik het niet, maar Leo Jansen is al een hele tijd niet in de stad gesignaleerd. Heel opmerkelijk, want Leo is verknocht aan Amsterdam. Als hij samen met zijn dochter een dagje gaat winkelen in Den Haag heeft hij al heimwee. Via betrouwbare bronnen heb ik vernomen dat hij niet thuis is en dat zijn mobieltje op de voicemail staat.’

‘Interessant,’ zei Oudenaar. ‘Weet je hoe wij Jansen kunnen bereiken?’

‘Nee,’ antwoordde Struik beslist. ‘Maar Leo is verknocht aan zijn dochter. Hij kan geen dag zonder haar. Eergisteren is zij nog in het centrum gezien.’

Eric Donkers borg de richtmicrofoon op. Ook zij hadden het gesprek op band staan.

‘Dit zijn de krenten in de pap,’ zei Peter Sierkamp. Zijn gezicht glom van opwinding.

Donkers stak zijn duim omhoog.

John Oudenaar en zijn teamleden hadden bewezen dat ze over een flinke dosis lef en gezond verstand beschikten. Het ongeluk dat ze in scène hadden gezet, was briljant. Gelukkig had hij het met eigen ogen zien gebeuren. Als iemand je dit verhaal vertelde, zou je hem direct naar een psychiater verwijzen.

De twee als politieagenten verklede handlangers van Oudenaar schakelden Struik en zijn chauffeur met een verdovend middel uit. Ze legden de mannen achter in de Mercedes en reden naar een industrieterrein. Op een verlaten plek stond inmiddels een bewerkte, oude Opel. Toen het gezelschap arriveerde, sprongen uit een geparkeerde bestelbus vier mensen. Ongetwijfeld leden van lotus , want de aangebrachte verwondingen zagen er door zijn verrekijker angstaanjagend echt uit. Belichting en foto’s volgden razendsnel. Al met al duurde de operatie op het industrieterrein nog geen kwartier.

Terwijl ze de brandtrap namen van de loods die schuin tegenover de onorthodoxe verhoorruimte van Oudenaar lag, complimenteerde Donkers in gedachten zijn voormalige chef, maar hij vond dat die een enorm risico had genomen. Niemand poetst namelijk vier dodelijke slachtoffers weg in ruil voor informatie. Gelukkig sloeg de paniek bij Struik toe.

Ze liepen naar de auto. De spullen gingen in de kofferbak, waarna Donkers zijn mobiele telefoon pakte. Wat hem betrof waren Leo en Kimberly Jansen nu de meest gezochte personen van Nederland. En hij wist zeker dat John Oudenaar dit standpunt deelde.

Zomertijd / druk 1
titlepage.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_0.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_1.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_2.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_3.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_4.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_5.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_6.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_7.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_8.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_9.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_10.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_11.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_12.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_13.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_14.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_15.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_16.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_17.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_18.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_19.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_20.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_21.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_22.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_23.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_24.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_25.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_26.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_27.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_28.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_29.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_30.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_31.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_32.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_33.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_34.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_35.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_36.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_37.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_38.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_39.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_40.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_41.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_42.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_43.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_44.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_45.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_46.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_47.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_48.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_49.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_50.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_51.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_52.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_53.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_54.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_55.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_56.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_57.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_58.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_59.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_60.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_61.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_62.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_63.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_64.xhtml
awb_-_zomertijd_voordeel_split_65.xhtml