8
Koen kwam enthousiast binnen. Hij slingerde zijn suède jack op de bank en liep meteen naar Isabel toe die achter de computer zat. Hij legde zijn armen om haar heen en kuste zijn vrouw in haar hals.
‘Dag mooie vrouw van me.’
Ze glimlachte zwak. Op dit moment was er weinig reden tot uitbundigheid.
‘De kans is groot dat Willem morgen van de intensive care gaat,’ zei hij opgetogen. ‘Ik sprak vanmiddag dokter Avenzaath en die zei dat het herstel voorspoedig verloopt.’
Na dit nieuws veranderde Isabels houding op slag. Ze glimlachte breeduit.
‘Echt waar? Hé, wat goed! Weten mama en Isolde het al?’
‘Nee, ze waren net weg toen ik hem tegenkwam. Bel jij maar, dat lijkt me beter.’
‘Onzin, jij bent als een zoon voor haar.’
‘Dat weet ik wel. Toch lijkt het me beter als jij belt.’
‘Heeft het soms met Isolde te maken? Ik weet dat jij op uitbarsten staat…’
Met een onduidelijke hoofdknik liet hij de waarheid in het midden. Opeens klapte hij in zijn handen.
‘En, ik heb nog iets te melden.’ Hij wees naar het beeldscherm van Isabels computer. ‘Doe me een lol en sluit die dossiers af. Ik wil je zo wat laten zien op het internet.’
Zijn zelfverzekerde houding en enthousiasme maakten haar nieuwsgierig. Zonder verder commentaar deed ze wat hij vroeg.
‘Jij kent Yvonne van marketing toch?’
Isabel knikte.
‘Op de een of andere manier kwam vanmorgen onze situatie ter sprake. Eerst het hartinfarct van je vader en daarna de week waarin Bibi oorspronkelijk bij opa en oma zou gaan logeren. Uiteindelijk vertelde ik Yvonne dat we niet goed weten hoe we dit moeten aanpakken. Ze kwam direct met een verhaal. En dat verhaal speelt nu al uren door mijn hoofd.’
Isabel kneep haar oogleden iets samen. Als iets lang bij Koen bleef hangen, was het negen van de tien keer de moeite van het luisteren waard. Hij was een man van snelle beslissingen en kordaat optreden. Langdurige bespiegelingen waren zelden of nooit aan hem besteed.
‘Weleens gehoord van Eagles Lodge?’
Omdat hij wist dat ze hier nooit van gehoord had, ging hij direct verder.
‘Eagles Lodge is een soort resort voor kinderen. Het ligt ten zuidoosten van Sneek aan de rand van een gehucht waarvan ik de naam niet fatsoenlijk kan uitspreken. Het is geopend van mei tot november en dé ideale oplossing voor ouders met een planningsprobleem ten opzichte van hun grut.’
Isabel trok een gereserveerd gezicht. ‘Een resort voor kinderen? Bedoel je soms een zomerkamp?’
‘Ja en nee. Resort, zomerkamp, vakantiekamp, geef er maar een naam aan. Maar we hebben het hier wel over een gebeuren dat meer weg heeft van een vijfsterrenhotel dan een blokhut in het bos, begrijp je?’
Hij hief zijn handen.
‘Geloof me, ik weet precies wat er nu door je heen gaat. Ik heb vanmorgen precies hetzelfde meegemaakt.’ Hij telde af op de vingers van zijn rechterhand en haalde diep adem.
‘Kadaverdiscipline, akela’s die rond het
kampvuur liedjes zingen, dagverblijf voor christelijke
speeltuinverenigingen, broedplaats voor latente homoseksuelen,
lustoord voor pedofielen, eten opscheppen uit een ketel, uitje voor
minderbedeelde kinderen, kweekvijver voor bewegingen met
neonazisympathieën, gezamenlijk douchen, twee toiletten
voor tweehonderd man, lekkende slaapzakken, krakende stapelbedden,
zakdoekje leggen, nachtelijke dropping, kinderen met heimwee
die
’s nachts liggen te snikken…’
Hij keek naar de vingers waarmee hij geteld had. ‘Ben ik wat vergeten?’
Isabel lachte. ‘Soms ben je echt grappig.’
‘Dat was anders niet de bedoeling.’ Hij legde zijn rechterhand op haar linkerschouder. ‘Wees eens eerlijk, kwamen die gedachten niet direct bij je op?’
‘Op die latente homoseksuelen en de neonazi-jongeren na kwamen onze lijstjes aardig overeen.’
‘Dat bedoel ik nou,’ haakte Koen in. ‘Het zijn vooroordelen uit onze jeugd.’
‘Ik heb nog nooit een vakantie in zo’n oord doorgebracht,’ wierp Isabel tegen. ‘En met het woord “oord” bedoel ik niets negatiefs. Het schoot me ineens te binnen.’
‘Zelfs niet met school?’ wilde Koen weten. ‘Bijna iedereen heeft zo’n uitje gehad.’
‘Nou je het zegt… In de zesde klas van de basisschool zijn we een weekendje weg geweest. In de bossen, ergens in de buurt van Austerlitz.’
‘Ik ook. Vijfde klas. Op de Veluwe. Bos, heide, stapelbedden en heimwee. Alles erop en eraan.’ Koen pakte uit zijn rechterzak een papiertje waarop een internetadres stond gekrabbeld. Hij boog naar voren en begon op het toetsenbord te tikken. De website van Eagles Lodge verscheen op het beeldscherm.
‘Dit heb ik vanmorgen op de zaak al bekeken. Je weet niet wat je ziet.’
Hij klikte een icoontje aan.
‘Dit zijn de buitenactiviteiten. In totaal twaalf. Aangezien het resort aan de oever van een klein meertje ligt, zit er ook windsurfen, waterskiën, wakeboarden en parasailing in het pakket.’
‘Parasailing? Daar is Bibi nog veel te jong voor!’
Koen grijnsde.
‘Lees de kleine lettertjes, edelachtbare. Parasailing is inderdaad vanaf twaalf jaar.’
Ze surften over de uitgebreide website van Eagles Lodge. Ze lazen informatie over het beleid van dit exclusieve resort voor ‘opgroeiende jeugd’ van zes tot zestien jaar en bekeken de foto’s van de kamers, fitnessruimten, bioscoopzaal, tennisbanen, restaurant en cyberlounge. Toen Isabel aangaf genoeg te hebben gezien, klikte Koen de pagina weg.
‘En? Is jouw mening over “zomerkampen” al een beetje bijgesteld?’
‘Niet echt,’ antwoordde Isabel. ‘Dit was in onze tijd ondenkbaar. Elke vergelijking met ons uitje in de bossen gaat mank. Eagles Lodge heeft niets met een kamp te maken, Koen. Het is een luxe hotel voor kinderen.’
Ze keek hem aan.
‘Het is zeker indrukwekkend, maar… wat is het nut hiervan? Overweeg jij werkelijk om Bibi een week naar Friesland te sturen? Een meisje van negen jaar dat welgeteld een paar keer in haar leven bij haar opa en oma in Abcoude heeft gelogeerd?’
Ze schudde gedecideerd met haar hoofd. ‘Dat zie ik niet zitten.’
Koen haalde zijn schouders op.
‘Ik begrijp je, want ik heb dezelfde twijfels. Toch is het een optie, en voorlopig de enige.’