49

Ik sloop tussen de bomen door om de parkeerplaats heen. Ik zag mijn ouders uit het busje stappen. Ze bleven aarzelend staan, hand in hand, en keken nerveus om zich heen, alsof ze er bijna niet op durfden te hopen dat ze me zouden zien. Ik sloop achter het busje langs en sprong toen op mijn vaders rug, zodat hij zijn evenwicht bijna verloor. Nog steeds op zijn rug, met mijn armen om zijn nek, grijnsde ik naar mijn moeder.

‘Hoi,’ zei ik.

Ze keek naar me op en de tranen sprongen in haar ogen. Ze stak haar armen uit en ik sprong naar beneden om haar te omhelzen, zo stevig als ik kon. Pa sloeg zijn armen van achteren om me heen. We waren weer bij elkaar. Dit was wat ik wilde. Dit was waar ik het hardst voor had gevochten tijdens de onderhandelingen. Mijn familie terugkrijgen. En ik had gewonnen. Wat er verder ook gebeurde, ik had dit, dus had ik gewonnen.

We liepen om het busje heen om even met z’n drietjes te kunnen praten. Het was niet echt een gesprek. Meer lange stiltes, knuffels en tranen, doorspekt met snel afgevuurde vragen.

Toen we klaar waren met knuffelen en de ogen uit onze kop janken, droogde ik mijn tranen en zei: ‘Er is iemand die ik aan jullie wil voorstellen.’ En ik bracht hen naar Ash.

De volgende stap was bepalen wie waar zou wonen. Ik zou natuurlijk bij mijn ouders gaan wonen, Corey bij zijn moeder en Hayley bij haar familie. Maar hoe zat het met de anderen? Er werd een voorlopige indeling gemaakt, totdat de huizen klaar zouden zijn. Er werden wat voor de hand liggende keuzes gemaakt en er waren een paar verrassingen.

Annie en Rafe kregen hun eigen huisje. Sam besloot bij mevrouw Tillson te blijven, ook al wist ze nu dat ze niet echt haar tante was. Tori wilde niet bij Kit, Simon en Derek wonen en trok liever bij Lauren en Chloe in. Zowel mijn ouders als commandant Carling boden aan Daniel in huis te nemen. Hij dacht even na en nam me toen apart. ‘Ik ga met Corey mee. Dat lijkt me het beste.’

‘Oké,’ zei ik terwijl mijn hart tekeerging. ‘Is er iets? Je hebt al vaak bij ons gelogeerd en je weet dat je van harte welkom bent bij mijn ouders. En bij mij ook.’

‘Meen je dat? Zou je me dag in, dag uit om je heen willen hebben? Het klinkt geweldig, maar…’ Hij keek me recht aan. ‘Ik wil je vriend zijn, Maya. Niet je broer.’ Zijn ogen boorden zich in de mijne, alsof hij ergens naar zocht. ‘Is dat wat je wilt? Een broer?’

‘Nee.’ Het antwoord kwam automatisch. Dat was niet wat ik wilde. Ik had hem nooit als een broer gezien. Hij had gelijk, al wist hij niet eens in welk opzicht; als ik nog steeds probeerde uit te zoeken wat ik voor hem voelde, zou het niet verstandig zijn om samen in een huis te wonen.

‘Ik heb al een broer,’ zei ik met een geforceerde glimlach. ‘En daar heb ik mijn handen vol aan.’

Over Ash gesproken, die was het volgende onderwerp van discussie. Antone bleef op het terrein wonen, als onze contactpersoon met de Cabal, en hij wilde dat Ash bij hem introk. Mijn ouders wisten wie Antone werkelijk was, en ik weet niet wat ze daarvan vonden. Mijn moeder zei dat het goed zou zijn om mijn biologische vader in mijn leven te hebben, maar ik denk nog steeds dat ze er gelukkiger mee zouden zijn als dat betekende dat hij om het weekend op bezoek kwam, niet dat hij om de hoek woonde. Moreno bleef ook, als hoofd van de nieuwe beveiliging. Inderdaad, commandant Carling was niet langer voldoende voor ons. Hoewel ze er wel bij betrokken zou blijven, kregen we fulltime bewaking. De Cabal verzekerde ons dat ze er waren om ons te beschermen, niet als gevangenisbewaarders. Dat viel nog te bezien.

Maar wat Ash betrof, was Antone niet zijn eerste keuze. Mijn ouders hadden ook aangeboden hem in huis te nemen. Ik geloof niet dat Antone daar blij mee was. Maar Ash was de broer van hun dochter en ze zouden hem met alle liefde in het gezin opnemen als hij dat wilde.

Opnieuw werd ik apart genomen voor een gesprekje onder vier ogen.

‘Wat wil jij dat ik doe?’ vroeg Ash toen niemand ons meer kon horen.

‘Stomme vraag,’ zei ik. ‘Je bent mijn broer, ik wil dat je bij me bent.’

Dat had hij blijkbaar niet verwacht, want hij keek me nors aan, alsof ik de spot met hem dreef.

‘Wat?’ zei ik. ‘Ja, je bent een lastpak, maar ze hebben me verteld dat dat gebruikelijk is bij een broer.’ Ik raakte zijn arm aan. ‘Serieus, ik weet dat Calvin graag wil dat je bij hem intrekt, en ik vind het vervelend voor hem, maar als je mijn eerlijke mening vraagt, ben ik zo egoïstisch om te zeggen dat je bij ons moet komen wonen.’

‘Denk je dat ze het menen? Je ouders? Of vroegen ze het alleen maar om aardig te zijn?’

‘O, ze zijn nooit aardig. Daar kom je wel achter als je bij ons komt wonen.’ Ik zweeg even om hem de tijd te geven om erover na te denken en werd toen weer serieus. ‘Je kunt altijd van gedachten veranderen als het niet bevalt. Calvins deur zal altijd voor je openstaan.’

Hij keek me recht aan. ‘Jij kunt ook van gedachten veranderen. Aan die Canadese beleefdheid heb ik niets. Als het tegenvalt, moet je het eerlijk zeggen. Daar zal ik meer respect voor hebben dan wanneer je me alleen maar knarsetandend tolereert.’

‘Begrepen. Dus je komt bij ons wonen?’

Hij knikte. Ik boog me naar hem toe en omhelsde hem, of hij wilde of niet.

Tegen de avond werd het me allemaal even te veel, en ik zei tegen mijn ouders dat ik een stukje ging lopen. Ik was nog niet ver toen ik voetstappen achter me hoorde en een bekende geur opving. Ik draaide me met een glimlach om en zag Rafe aan komen lopen.

‘Hé, hoi,’ zei ik. ‘Had je ook behoefte aan wat frisse lucht?’

‘Ik wilde eigenlijk met jou praten.’

Ik bleef glimlachen, in de hoop dat hij terug zou lachen, maar hij bleef met een stalen gezicht doorlopen.

Hij ging me om antwoorden vragen. Had ik overal over nagedacht? Wist ik wat ik voor Daniel voelde? Was ik nog steeds zijn meisje of was dat nu voorbij? Het was niet voorbij. Ik hoefde alleen maar naar hem te kijken om te weten dat het niet voorbij was. Maar hoe kon ik zeggen: ‘Het is goed tussen ons’, wanneer ik die andere vragen niet kon beantwoorden?

‘Ik heb je nooit bedankt,’ zei ik, in een wanhopige poging om te voorkomen dat hij die vragen zou stellen, ‘voor die afleidingsmanoeuvre in Salmon Creek.’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Het was de juiste beslissing. Totdat ik ga transformeren, heeft Daniel betere verdedigende krachten. En ik weet dat hij op je past, wat er ook gebeurt.’

Ik zette een stap naar hem toe. ‘Hij is niet de enige. Ik meen me te herinneren dat jij voor me uit een helikopter bent gevallen.’

‘Dat is waar. Maar weet je wat het verschil is?’ Hij had me nu ingehaald. ‘Daniel zou voor je uit die helikopter zijn gesprongen. En jij voor hem.’

‘Ik –’

Hij legde zijn vinger tegen mijn lippen. ‘Ik vraag je niet het te ontkennen of te zeggen dat je hetzelfde voor mij zou doen. Je kent hem al je hele leven. Ik ben hier nog steeds de nieuweling. Daarom zal ik de beslissing voor je nemen.’ Hij liet zijn vinger zakken. ‘Ik denk dat we echt iets met elkaar kunnen hebben. Maar ik weet ook dat je je, nu je het over Daniel weet, dingen zult gaan afvragen, en je kunt je geen dingen afvragen zolang je met mij gaat. Zo zit je niet in elkaar. Dus maak ik het uit.’

‘Nee. Alsjeblieft, ik –’

Zijn vinger ging weer naar mijn mond. ‘Laat ik het anders zeggen. Ik doe een stapje terug. Ik zal je er nog steeds van proberen te overtuigen dat ik degene ben die je wilt. Maar dat ga ik niet doen door je het bos in te lokken om te flikflooien. Niet meer. Niet totdat je een beslissing hebt genomen. Van nu af aan ben ik je vriend, net zoals Daniel.’ Hij zweeg even en keek me toen aan. ‘En ik hoop, met heel mijn hart, dat wat je ook beslist, ik je vriend zal blijven. Wat er ook gebeurt, ik wil je niet kwijt, Maya.’

Ik sloeg mijn armen om hem heen. ‘Je raakt me niet kwijt.’

Opnieuw had Rafe gedaan wat het juiste was. Wat nobel was. Net zoals hij mijn handen had losgelaten om te voorkomen dat ik ook uit die helikopter zou vallen. Net zoals hij zichzelf had aangegeven opdat wij konden ontsnappen.

Een paar weken geleden had ik Rafe beschuldigd van een volledig gebrek aan respect voor anderen, toen hij achter de meisjes in Salmon Creek aan zat om erachter te komen wie de skinwalker was. Ik had het mis gehad. Verrassing. Hij was niet bang om moeilijke – zelfs levensbedreigende – keuzes te maken in het belang van anderen. Het uitmaken met mij was natuurlijk van een andere orde, maar het was toch een lastige keuze, en ik wist niet of ík die keuze zou hebben kunnen maken.

Maar als ik wist dat hij gelijk had, waarom deed het dan zoveel pijn? Omdat ik gek op hem was. Misschien zelfs wel van hem hield. Als het liefde was, waarom was het dan zo ingewikkeld? Zou ik niet gewoon naar Rafe en naar Daniel moeten kijken en dan een van hen aanwijzen en zeggen: ‘Jij bent het, jou wil ik’? Was ik wispelturig? Of egoïstisch?

Ik wilde niet egoïstisch zijn. Ik wilde hen niet aan het lijntje houden. Totdat het in mijn hoofd – en mijn hart – duidelijk was, zou het zijn wat Rafe voorstelde. Vriendschap. Met beiden. En als ze allebei iemand anders vonden terwijl ik orde op zaken stelde in mijn hoofd? Nou ja, dan moest dat maar zo zijn. Rafe had gelijk. Ik kon niet bij een van hen zijn zolang ik nog naar de ander keek en dacht: Misschien…

‘Maya?’

Daniels stem dreef tussen de bomen door. Ik stond op van de boomstronk waar ik op had gezeten en wreef over mijn ogen terwijl hij tevoorschijn kwam.

‘Huil je?’ Hij liep op me af. ‘Wat is er aan de hand?’

‘Niets.’ Ik zweeg even. ‘Ja, wel iets. Rafe en ik… We zijn uit elkaar. Hij heeft het uitgemaakt, bedoel ik.’ Ik haalde diep adem. ‘Hij vond dat dit niet het juiste moment was, met alle dingen die er gebeuren. We zijn te gespannen en maken ruzie en… we moeten gewoon een stapje terug doen.’

‘Het spijt me.’

Het klonk alsof hij het meende. Toen ik in zijn ogen keek, wist ik dat het echt zo was. Nieuwe tranen welden op en ik veegde ze weg.

‘Hij heeft gelijk,’ zei ik. ‘Het doet pijn, maar hij heeft gelijk. Het gebeurde zo snel. Te snel. Het werd… ingewikkeld. We moeten rustig aan doen en elkaar beter leren kennen.’

Hij knikte. ‘Oké, nou… Ik wil je wel alleen laten, maar ik vermoed dat je liever wat afleiding hebt.’

Ik wist een glimlach op te brengen. ‘Je kent me goed.’

Hij keek om zich heen. ‘We hebben een heel bos om te verkennen.’

Mijn glimlach werd iets breder. ‘Dat is waar.’

‘Ik hoorde je vader zeggen dat ze een plek voor jullie huis moeten zien te vinden. Bij het centrum vandaan, aangezien hij het beheer over het bos weer op zich neemt. Jij en je vader kiezen de plek en je moeder gaat het huis weer ontwerpen. Kenjii komt morgen en… Klopt het dat Fitz ook hierheen komt?’

Ik knikte. ‘De mensen in het rehabilitatiecentrum denken dat dat het beste is. Hoewel hij ons als zijn persoonlijke bedienden ziet, is hij daar eenzaam, en ze hebben weinig hoop dat ze hem terug kunnen zetten in de natuur.’

‘Hij is aan jullie gewend. Dit mag zijn bos dan niet zijn, maar hij went er wel aan. En jij ook.’

Ik keek om me heen. Dit was zo anders dan het gematigde regenwoud thuis. Het zag er anders uit. Rook anders. Klonk zelfs anders. Maar toen ik mijn ogen sloot, voelde ik de aantrekkingskracht ervan, net zoals in Salmon Creek. Daniel had gelijk. Dit zou ooit mijn bos worden.

‘Wat vind je ervan om een plek te zoeken voor jullie huis?’

‘Die wil mijn vader zelf uitkiezen.’

‘Ja, ja. En denk je echt dat hij je zal negeren als jij zegt: “Hier wil ik wonen”? Je bent verwend, Maya, geef het maar toe.’

Ik glimlachte.

‘Kom mee,’ zei hij terwijl hij achteruitliep. ‘Laten we het perfecte plekje zoeken.’

‘We moeten binnen roepafstand blijven.’

‘En als we dat niet doen, zou dat fout zijn. Onverantwoordelijk. Onvolwassen.’

‘Zeker.’

‘Nou, ik vind dat we het hebben verdiend.’ Hij liep nog wat verder naar achteren. ‘Wedstrijdje?’

‘Waarheen?’

Zijn glimlach werd een grijns en zijn blauwe ogen schitterden in de schemering. ‘Maakt niet uit.’

Hij draaide zich om en zette het op een lopen. Ik lachte en spurtte achter hem aan.