24

Daarmee was Antone uitgepraat, en even later werd ik opgehaald voor nog een doktersafspraak. Een psychologisch onderzoek deze keer. Blijkbaar maakte Nast zich lichtelijk zorgen over mijn geestelijke gezondheid.

Bij dat onderzoek werkte ik lang niet zo gewillig mee. Vind je het gek? Ik had net ontdekt dat ik een skinwalker ben en deel uitmaak van een geheim wetenschappelijk experiment, daarna was ik opgejaagd, bijna omgekomen bij een helikopterongeluk, bijna verdronken door een vriendin en weer opgejaagd. Ik ontdekte dat mijn dorp verlaten was, realiseerde me dat mijn ouders dachten dat ik dood was, werd weer opgejaagd… Welbeschouwd had ik geluk dat ik geestelijk nog steeds functioneerde. Maar als ik dat zou aanvoeren, zouden ze natuurlijk zeggen dat ik het aan hen te danken had dat zij me sterk genoeg hadden ‘gemaakt’ om dat alles te doorstaan.

Ik was dus niet de meest meegaande patiënt. Helaas kon ik niet domweg weigeren, want dat zou voor hen alleen maar meer bewijs zijn van mijn ‘beschadigde’ geestelijke gesteldheid. Dus gaf ik zo kort mogelijk antwoord op de vragen, totdat de psycholoog zo gefrustreerd raakte dat hij het opgaf. Ik hoopte daarna naar mijn kamer te mogen terugkeren, maar helaas. Toen de zielenknijper weg was, kwam de baas binnen, samen met dokter Inglis.

Nu was het tijd voor ‘het gesprek’. Ik had het kunnen overslaan. Ik wist wat Nast zou zeggen. Hetzelfde als wat ik elke keer had gehoord tijdens een confrontatie met de Cabals. Verzet is zinloos.

Ja, gaf hij toe, er waren dingen misgegaan. Nina Lee had niet in Salmon Creek mogen rondsnuffelen, dan zou onze achterdocht nooit zijn gewekt. En de bosbrand en de ontvoering met de helikopter? Een bureaucratische fout. Echt waar. Nast weet het zelfs aan verwarring op bedrijfsniveau, alsof een of andere kwijtgeraakte memo burgemeester Tillson had vermoord.

‘Ik weet dat jullie nog kinderen zijn…’ begon Nast.

Dokter Inglis schraapte haar keel en hij veranderde dat in ‘jongvolwassenen’. Ik weet niet wat beledigender was – dat hij ons kinderen noemde of dat hij dacht dat we beter zouden reageren als hij tegemoetkwam aan onze waanbeelden over volwassen zijn.

‘Op jullie leeftijd hoeven jullie nog niet over de toekomst na te denken,’ vervolgde Nast.

‘Natuurlijk wel,’ zei ik. ‘Ik heb veel over mijn toekomst nagedacht. Over alles wat ik misloop. Zoals mijn afspraakje met Rafe op vrijdag, of het grote bierfeest dat we voor zaterdagavond gepland hadden.’

Hij klemde zijn lippen op elkaar.

‘We hebben plannen,’ zei ik. ‘Ik wil dierenarts worden. Daniel wil advocaat worden. Serena wilde in het olympische zwemteam komen en sportpsychologie studeren. U hebt toch wel eens over Serena gehoord? Mijn beste vriendin? Die door een van uw doorgedraaide proefpersonen is vermoord.’

‘Dat weten we niet zeker.’

‘Ze heeft het tóégegeven.’

Dokter Inglis deed een stapje naar voren. ‘Nicole lijkt inderdaad verantwoordelijk te zijn voor Serena’s dood, Maya. We weten alleen niet of het experiment daar iets mee te maken had. Geestesziekten kunnen vele oorzaken hebben.’

‘Het zal wel. Wij hebben ook dromen. Allemaal. En in geen daarvan zijn we gevangenen – of slaven van de Cabal – voor de rest van ons leven.’

‘Slaven van de Cabal?’ Nast lachte. ‘Zien mijn werknemers er zo belabberd uit? Ja, we verwachten iets terug voor onze investering. We verwachten dat jullie voor ons werken, op dezelfde manier als waarop het leger verwacht dat jullie in militaire dienst gaan nadat het jullie schoolgeld heeft betaald.’

‘Maar mensen die in het leger gaan, weten dat van tevoren. Het is een vrijwillige uitwisseling van diensten.’

Hij wuifde het onderscheid weg. ‘Zie het maar als een groot voorrecht, want dat is het. Jullie krijgen de beste zorg en de beste opleiding, en wanneer jullie afgestudeerd zijn, zijn jullie verzekerd van een baan. Een baan met een dik beginsalaris, aangevuld met alle kosten voor levensonderhoud. Hoeveel jonge mensen dromen er niet van zo’n kans?’

‘Ze dromen daarvan als een optie. Als een keuze.’

Weer een zwaai met zijn hand, alsof het een onbeduidend onderscheid was. ‘Je zult keuzes hebben, Maya. Dat geldt voor jullie allemaal. Daniel kan advocaat worden als hij dat wil. Die kunnen de Cabal altijd gebruiken. Hij kan naar de beste school die er bestaat.’ Een zelfingenomen glimlach. ‘Dat garanderen we, wat voor cijfers hij ook haalt. En wat jou betreft, aan dierenartsen hebben we niet zoveel. Maar ik weet toevallig dat je die carrière niet zo sterk ambieerde als je nu doet voorkomen. We vinden vast wel iets wat je interessant vindt.’

‘Jullie hebben geen uitgestorven rassen laten herrijzen om ze advocaat te laten worden,’ zei ik. ‘Jullie willen meer van ons.’

‘We hebben inderdaad andere taken voor jullie. Maar daar hoef je je nu nog niet om te bekommeren. Waar het om gaat, is dat er voor jullie gezorgd zal worden. Heel goed zelfs.’

‘In een vergulde kooi,’ zei ik met een gebaar naar het huis.

Dokter Inglis kwam dichterbij. ‘Nee, Maya. Dit is maar tijdelijk. Weet je nog wat ik je vertelde over een nieuw Salmon Creek stichten? Dat is ons gelukt. Daar zullen jullie wonen totdat jullie gaan studeren. Daarna kunnen jullie op jezelf gaan wonen, net zoals ieder ander van jouw leeftijd.’

Nast boog zich voorover. ‘Je zult alleen niet in een smoezelig eenkamerappartement in een achterbuurt in de stad wonen. Je krijgt een luxeappartement dat alleen studenten uit een bijzonder rijke familie zich kunnen veroorloven.’ Hij glimlachte. ‘En dat geldt in zekere zin ook voor jou.’

‘Misschien wil ik wel alleen bij mijn eigen familie horen. Bij mijn ouders.’

Stilte.

Ik wendde me tot dokter Inglis. ‘U zei iets over het stichten van een tweede Salmon Creek. Ik neem aan dat dat hetzelfde zal zijn als de eerste, toch?’

‘Zo veel mogelijk.’

‘Dus mijn ouders zullen daar ook zijn?’

Ze keek me even verslagen aan, alsof ze had gedacht dat ze me bijna over de streep hadden getrokken, en dat die beslissing nu afhing van een antwoord dat ze niet kon geven. Ik wist dat ze dat niet kon geven. Maar ik bleef haar verwachtingsvol aankijken.

‘Je vader zal er zijn,’ zei Nast.

Ik wierp hem een blik toe die duidelijk maakte dat ik me niet verwaardigde daarop te reageren. Toen richtte ik mijn blik weer op dokter Inglis.

‘Mijn ouders krijgen het snel te horen, toch? En dan komen ze bij me wonen, net als vroeger?’

‘Ik…’

‘U herinnert zich mijn ouders toch wel?’ zei ik. ‘U kent ze al elf jaar. U bent bij ons thuis geweest. U hebt met mijn moeder geluncht.’

‘Je adoptieouders zullen daar niet zijn, Maya,’ zei Nast.

Ik hield mijn blik op dokter Inglis gericht. ‘Ik heb u bij de herdenkingsdienst gezien. En u hebt hen gezien, toch? Mijn ouders? Ze leken zich bij mijn dood te hebben neergelegd, toch?’

Ze wendde snel haar blik af.

‘Dit is het beste,’ zei Nast. ‘Als jullie er niet vandoor waren gegaan, hadden we niemand hoeven wijsmaken dat jullie dood zijn.’

‘Gelul!’ zei ik, terwijl ik me met een ruk naar hem omdraaide. ‘We werden ontvóérd toen we neerstortten. Natuurlijk gingen we ervandoor. Jullie zijn nooit van plan geweest ons terug te brengen naar onze ouders. Dat ongeluk bood jullie alleen een heel goede en permanente manier om dat te doen.’

‘Permanent,’ zei hij langzaam. ‘Ja, het is permanent, Maya, want dit zouden we nooit kunnen terugdraaien zonder het project in gevaar te brengen. Je ouders zijn mensen. Ze weten niets van het experiment of bovennatuurlijke wezens in het algemeen. Als ze erachter zouden komen, zouden ze naar de autoriteiten gaan, wat rampzalig zou zijn. Rampzalig voor ons als de autoriteiten hen zouden geloven, maar nog rampzaliger voor je ouders wanneer ze hen niet zouden geloven. En dat geldt alleen maar wanneer ze je niet onmiddellijk verstoten. Een meisje dat in een poema kan veranderen?’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Je bent niet hun kind. Niet echt. En ik denk dat ze daar voor het eerst blij om zullen zijn.’

‘Mijn ouders zouden nooit –’

‘Nee, natuurlijk niet,’ onderbrak dokter Inglis me. ‘Ze zullen diepbedroefd zijn en om je rouwen. Maar na verloop van tijd zullen ze verdergaan met hun leven. We zullen zelfs gebruikmaken van de geavanceerde medische mogelijkheden van de Nasts en de St. Clouds. Wanneer je moeder er klaar voor is, zullen we haar helpen zwanger te worden.’

‘Haar helpen…’

‘De medische wetenschap heeft veel vooruitgang geboekt sinds ze jou adopteerden. Wij zijn er rotsvast van overtuigd dat je ouders, met de juiste behandelingen, zelf een kind kunnen krijgen.’

‘Wauw,’ zei ik. ‘Dat is alsof… alsof je je geliefde bastaardhondje kwijtraakt en er een raspuppy voor in de plaats krijgt. Wat een mazzel voor ze.’

Mijn handen begonnen te pulseren. Ik keek ernaar, ervan overtuigd dat ik het me verbeeldde. Maar dat was niet zo. De huid begon al te rimpelen.

Waarom transformeerde ik? Dat leek alleen te gebeuren wanneer ik onder grote spanning stond. En natuurlijk, ik werd niet blij van dit gesprek, maar ze hadden niets gezegd wat ik niet verwachtte. Ik was geïrriteerd en gefrustreerd, maar mijn hartritme was normaal…

Bijna op datzelfde moment ging mijn hartslag zo snel omhoog dat ik naar adem moest happen. Wat gebeurde er met me?

‘Maya?’ zei dokter Inglis.

Ik draaide me naar haar toe, en zodra ik haar zag, werd ik vervuld van woede. Blinde woede, zoals in mijn kamer met Nast. Maar ik was niet woedend op haar. Ik was geïrriteerd, gefrustreerd en gekwetst. Maar terwijl die tomeloze woede door me heen raasde, spoelde er een golf van herinneringen mee, aan al die keren dat ik haar had vertrouwd, al die keren dat mijn ouders haar hadden vertrouwd. Alsof mijn hersenen redenen zochten voor mijn woede.

Ik greep de armleuningen van mijn stoel vast en sloot mijn ogen.

‘Maya?’

Dokter Inglis raakte mijn schouder aan en ik moest de leuningen nog steviger vastpakken om te voorkomen dat ik haar hand wegsloeg.

‘Ze transformeert,’ mompelde Nast, alsof ik het niet kon horen.

Nee, alsof ik er niet toe doe. Alsof ik niet meer ben dan…

De woede laaide nog hoger op en ik greep me zo stevig vast als ik maar kon.

‘Maya?’ zei dokter Inglis. ‘Kun je ons vertellen wat je voelt? Wat je denkt?’

Ik denk eraan om uit deze stoel op te springen en jullie neer te slaan. Ik denk eraan om mijn handen om jullie keel te klemmen…

Ik boog me met een ruk voorover en een jammerkreet ontsnapte me.

Wat gebeurde er in hemelsnaam met me? Het was alsof ik buiten mezelf was getreden en naar een vreemde keek…

Ik herinnerde me Annies woorden. Het was alsof ik naar mezelf keek. Nee, alsof ik naar iemand keek die op mij leek, maar ik was het niet. Niet echt.

Nee, ik was niet aan het degenereren. Ik stond onder hoogspanning en zij maakten het nog erger door me te vertellen dat ik mijn ouders moest vergeten. Ze zullen je uiteindelijk vergeten… nadat we hun een echte dochter hebben gegeven.

Mijn arm begon te kloppen.

Niet aan denken. Denk aan alles behalve aan je ouders en Ash en Daniel… Daniel, daarbuiten, gewond, misschien zelfs…

Niet aan denken!

Ik haalde diep adem en deed mijn uiterste best om aan iets onschuldigs en onbenulligs te denken. Om terug te denken aan waar ik mee bezig was voordat dit allemaal gebeurde. In Salmon Creek, voordat alles begon met Rafe en Mina Lee.

Biologie. Ik had een tentamen voor de boeg waar ik heel graag voor wilde slagen. Ik had met Brendan gewed, zoals we wel vaker deden, wie het hoogste cijfer zou halen. De winnaar werd getrakteerd op een lunch in de Blender, dus ik moest wel winnen, want Brendan kon behoorlijk bunkeren…

‘Maya?’ Dokter Inglis schudde aan mijn schouder.

Verdorie, hou op. Laat me –

‘Ze heeft het tot stilstand gebracht,’ zei dokter Inglis.

Ik deed mijn ogen open en zag dat ze naar me staarde. Toen ik naar mijn handen keek, zag ik dat ze er weer normaal uitzagen. De woede was weggeëbd.

Dokter Inglis boog zich naar me toe. ‘Dat was uitstekend, Maya. Kun je me vertellen hoe je het proces hebt omgekeerd?’

Nast duwde haar opzij. ‘Dat is niet belangrijk. Vertel ons wat er gebeurde, Maya. Je werd kwaad, hè? Ik zag het aan je.’

Ik keek naar hem en richtte mijn blik toen op dokter Inglis. ‘Ik wil nu graag weg.’

‘Je gaat pas weg wanneer –’ begon Nast.

‘Ja, dat lijkt me een goed idee,’ zei een stem achter ons.

Ik draaide me om en zag Antone in de deuropening staan, met zijn hand nog op de deurkruk, zwaar ademend alsof hij had gerend. Achter hem stond Moreno.

Nast kwam overeind. ‘Als je dit gesprek wilt zien, Calvin, de videocamera’s draaien.’

‘Ik héb het gezien.’ Hij liep naar binnen. ‘Volgens de afspraken in onze overeenkomst heb ik het recht om mijn veto uit te spreken over elke behandeling van mijn dochter. Ik vraag je daarom vriendelijk dit gesprek nu te beëindigen. Het is te veel voor haar, en ze staat duidelijk onder hoogspanning.’

‘Dat is geen spanning,’ zei Nast. ‘Ze degenereert. Dat weet je net zo goed als ik. Haar vertroetelen zal daar geen verandering in brengen.’

Terwijl ze kibbelden, probeerde dokter Inglis Antone gerust te stellen, waarbij ze bijna over haar woorden struikelde. Achter hem sloeg Moreno zijn ogen ten hemel en wierp mij een veelbetekenende blik toe, alsof we een geheimpje met elkaar deelden.

Uiteindelijk stemde Nast ermee in dat het gesprek werd afgebroken en dat Antone me mocht meenemen. Hij loodste me naar buiten terwijl Moreno achterbleef om met Nast te praten.

‘Je begon te transformeren, hè?’ fluisterde Antone terwijl we door de gang liepen.

Ik overwoog even om hem te negeren, maar dat leek nogal kinderachtig. Niet alleen kinderachtig, maar ook onverstandig. Wat zei dat over de wal en de sloot? Dat Antone mijn wal was? Het was niet de fijnste plek om te zijn, maar het was veilig, in ieder geval vergeleken met de sloot.

‘Ja.’

‘Ik weet dat het niet leuk was wat ze allemaal zeiden, maar je leek niet erg kwaad.’

‘Dat was ik ook niet. Totdat…’

‘Totdat wat? Zeiden ze iets wat het in werking stelde?’

‘Ik… ik geloof het niet. Ik voelde me prima. En toen opeens… niet meer. Ik weet niet hoe ik het moet uitleggen…’

Hakjes klikten op de hardhouten vloer toen dokter Inglis achter ons aan kwam rennen. Antone keek even om, maar bleef doorlopen.

‘Calvin, alsjeblieft.’

Hij vertraagde tot ze ons had ingehaald.

‘Het spijt me van –’ begon ze.

Hij bleef zo plotseling stilstaan dat ze hem voorbijliep. ‘Jij was daar in mijn plaats. Om de belangen van mijn dochter te bewaken.’

‘Ik –’

‘Ik vertrouwde je, Maggie, maar toen het misging, maakte je het Maya net zo moeilijk als hij.’

Haar mond ging open en dicht, en ze staarde hem aan met… Allemachtig. Ieder meisje van mijn leeftijd zou die blik hebben herkend.

Dokter Inglis had een oogje op mijn biologische vader. En niet alleen maar een oogje, ze was gewoon blind van verliefdheid.

Getver.

Nou ja, dat zou ik eigenlijk niet moeten zeggen. Ik ben niet zo’n meisje dat ervan gruwelt als ze haar ouders elkaar ziet kussen. Ik geloof niet dat romantiek alleen voorbehouden is aan iedereen onder de twintig. Maar toch voelde de verliefde blik van dokter Inglis naar Antone behoorlijk ongemakkelijk aan. Ze was een aantrekkelijke, slimme, succesvolle vrouw. Ze zou zich door geen enkele man moeten laten verblinden.

Ik vermoedde dat Antone zich er minder ongemakkelijk bij voelde. Hij beantwoordde haar zwijmelende blik echter niet en keek alleen maar pissig.

‘Het spijt me, Calvin. Ik dacht dat ik er goed aan deed. Het zal niet meer gebeuren.’

Hij aarzelde, alsof hij over haar woorden nadacht. ‘Heb je de resultaten van Maya’s lichamelijke onderzoeken al?’

‘Nee, ik ga er nu meteen achteraan.’

Hij glimlachte niet echt, maar zijn gezicht ontspande zich en ze slaakte een hoorbare zucht van opluchting. Ik keek naar hem. Je gebruikt haar. Je weet wat ze voor je voelt en je gebruikt haar. En… het kan me niets schelen. Een deel van mij heeft medelijden met haar, maar een groter deel van mij stapt daar zonder problemen overheen. Als het maar werkt. Maakt niet uit wat.