39

Zoals al eerder was gebeurd, had ik vlak voordat ik het bewustzijn verloor mijn kleren uitgetrokken, wat handig was. Mijn kleren lagen dus waar ik ze had achtergelaten, nog helemaal heel.

Toen ik uit mijn schuilplaats kwam, stond Daniel op en liep naar me toe. ‘Je bent toch niet gebeten, hè?’

Ik schudde mijn hoofd.

Hij ademde uit. ‘Mooi zo. Ik was ongerust. Ik weet niet of je op die manier echt een weerwolf wordt.’ Hij zweeg even. ‘Hoewel dat misschien best cool zou kunnen zijn. Een hybride van een weerwolf en een skinwalker. Als je dan van vorm verandert, kun je kiezen wat je wilt worden.’

Hij grijnsde en ik wist een zacht lachje uit te brengen. ‘Met mijn geluk wordt het een combinatie van die twee. Een harig bruin monster met intrekbare klauwen en de onweerstaanbare drang om stokken te apporteren.’

‘Zolang het niet de onweerstaanbare drang is om tegen mensen op te rijden en aan kruizen te snuffelen.’

Ik lachte weer, deze keer echt. ‘Daarom blijf ik liever een katachtige.’

‘Ik ben blij dat je ongedeerd bent. Het was al beangstigend genoeg om jou tegenover dat monster te zien staan. Ik kan me niet voorstellen hoe het moet zijn om degene te zijn die tegenover hem staat.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘We moeten maar eens een gesprekje met je broer voeren over weerwolven, voordat hij besluit er eentje uit te dagen.’

‘Welnee, laat het hem maar proberen. Misschien wordt zijn ego dan wat minder groot.’

We lachten allebei en ik keek naar hem, en ik voelde me… goed. Ik keek naar zijn gezicht en luisterde naar zijn lach, en ik zag niets méér dan ik altijd had gezien. Mijn vriend. Mijn beste vriend.

‘Gaat het wel goed met je?’ vroeg Daniel.

Ik glimlachte naar hem. ‘We moeten snel terug naar Chloe en Derek. Hopelijk blijven de anderen nog een tijdje slapen.’

‘Daar zorgt Rafe wel voor.’

Ik keek op.

‘Ik heb hem gesproken toen jij terugveranderde. Hij zorgt ervoor dat de anderen blijven waar ze zijn wanneer ze wakker worden. Jij en ik handelen deze eerste ontmoeting af. Dat leek hij prima te vinden.’

Nee, waarschijnlijk vond hij het helemaal niet prima, maar het kon me niets schelen. Nou ja, het kon me wel iets schelen, maar ik wilde er niet over nadenken. Ook al had Rafe mijn vriendschap met Daniel niet verknald, hij had het wel geprobeerd. Hij zou het beste met me voor moeten hebben. Dit was niet iets wat je iemand aandeed met wie je het beste voorhad.

‘Hebben jullie ruzie gehad?’ vroeg Daniel

Ik knikte. ‘Slecht tijdstip, ik weet het. Sorry.’

‘Het tijdstip heeft er waarschijnlijk juist alles mee te maken. Iedereen staat op scherp. Wat het ook was, hij leek er spijt van te hebben.’

‘Dat heeft hij altijd,’ mompelde ik. Het was eruit voor ik er erg in had. Ik schudde mijn hoofd. ‘We komen er wel uit. Op een geschikter tijdstip.’

‘Hij is echt dol op je, Maya. Hij viel voor je uit een helikopter.’ Zijn stem werd zachter en zijn toon bijna… melancholiek. Ik keek op naar zijn gezicht en rukte toen snel mijn blik los. Niet analyseren. Niet analyseren. Ik ga het niet doen. Je wordt bedankt, Rafe.

‘We kunnen maar beter gaan,’ zei ik. ‘Voordat ze het wachten moe worden.’

Ik wist instinctief waar we Chloe en Derek hadden achtergelaten. Toen we dichterbij kwamen, hoorde ik Chloe zacht praten.

‘Hoeveel?’ vroeg ze.

Ze zweeg even, alsof ze op een antwoord wachtte. Ik hoorde Dereks antwoord niet, maar toen zei ze: ‘En het zijn allemaal jongeren? Geen volwassenen?’

Nog steeds geen antwoord, maar opnieuw reageerde ze alsof ze dat wel had gekregen. We liepen om een paar struiken heen en ik zag hen zitten aan de voet van een grote eikenboom. Chloe had haar knieën opgetrokken, met één arm eromheen geslagen. Haar andere hand was met die van Derek verstrengeld. Hij zat onderuitgezakt met zijn rug tegen de boom geleund alsof de stam hem omhooghield. Zijn gezicht glom van het zweet en zijn ogen waren gesloten.

Toen ik Derek in de gedaante van een wolf had gezien, had ik aangenomen dat weerwolven groter werden wanneer ze van vorm veranderden, zoals de weerwolven in films. Dat was niet zo. Hij was echt zo groot. Zelfs onderuitgezakt was hij nog minstens een kop groter dan Chloe. Een boom van een vent.

Daniel fluisterde naast me: ‘Ik was van plan hem op zijn donder te geven omdat hij je probeerde te intimideren, maar ik denk dat ik er maar van afzie.’

Ik glimlachte naar hem. ‘Dat kan ik je niet kwalijk nemen.’

Ondanks zijn omvang was Derek duidelijk niet ouder dan wij. Zijn wangen waren bezaaid met jeugdpuistjes, en aan de vage vlekjes ertussen te zien was dat nog niet zo lang geleden veel erger geweest. Donker haar viel over zijn ogen terwijl hij met zijn hoofd voorover uitrustte.

‘Verder nog iets?’ fluisterde Chloe.

Ik besefte dat ze niet tegen Derek praatte. Ze keek omhoog. Maar er was niemand.

‘Een geest,’ mompelde Daniel.

Ik onderdrukte een huivering. Ik schraapte mijn keel om hen niet aan het schrikken te maken. Toch veerde Chloe even op. Derek hief alleen zijn hoofd en zijn ogen schoten open terwijl zijn hand zich steviger om die van Chloe klemde. Hij stond op, haar onbedoeld met zich mee omhoogtrekkend. Ze mompelde iets en hij liet haar hand los, maar ging voor haar staan. Met een zucht duwde ze hem opzij en liep met uitgestoken hand op ons af.

Toen ik de open plek op stapte, aarzelde ze even, maar daarna glimlachte ze snel en pakte mijn hand.

‘Maya, klopt dat?’ zei ze.

Ik schudde haar hand. ‘Inderdaad. En dit is Daniel.’

Ze gaf ook Daniel een hand. Derek stond daar maar, totdat Chloe hem een por gaf en hij ons de hand schudde, maar niet zonder een laag brommend geluid, grommend bijna.

‘Sorry dat ik jullie heb laten schrikken,’ zei ik. Dat laten schrikken was wederzijds geweest, maar aan de uitdrukking op Dereks gezicht te zien, was het een goed idee om me te verontschuldigen. ‘Zoals Daniel al zei, zijn we eerder naar jullie huis gegaan, maar toen jullie er niet waren, besloten we hier te wachten tot het ochtend was.’

‘Jullie zijn niet met z’n tweeën,’ zei Derek. ‘Er zijn er nog meer. Dat weten we.’

‘Dat heeft Chloe van een geest gehoord, hè?’ zei ik.

Na een korte aarzeling knikte ze. ‘Een vriendin van ons. Liz.’

‘Liz?’ Koude vingers streken over mijn nek, alsof de geest zelf me aanraakte. ‘Elizabeth Delaney?’ Derek verstijfde en ik ging snel verder. ‘Ik zag haar naam op papieren van de Edison-groep. Hij viel me op, omdat ik dezelfde achternaam heb. Ik ben Maya Delaney.’

Chloe wierp een scherpe blik opzij, alsof de geest daar nog steeds was en iets zei.

‘We zijn geen familie van elkaar,’ zei ik. ‘Ten eerste ben ik geadopteerd, en het leek alleen maar toeval te zijn, maar de naam viel me op en ze zeiden dat ze dood was, dus…’

Mijn stem stierf weg. Chloe keek nog steeds opzij. Naar haar vriendin. Haar overleden vriendin. De Edison-groep had het meisje vermoord en ik stond op het punt om voor te stellen om allemaal samen te werken? Om met de Cabals te onderhandelen? De moed zonk me in de schoenen.

Daniel nam het over. ‘We zijn met z’n zessen. We zijn allemaal proefpersonen van Project Phoenix. De anderen zijn daar, op een open plek.’ Hij wees. ‘Drie van hen slapen en weten niet wat er aan de hand is, maar de vierde, Rafe, houdt de wacht om ervoor te zorgen dat ze ons niet storen terwijl we met jullie praten. Is dat oké?’

Chloe leek op het punt te staan te zeggen dat dat prima was, maar Derek was haar voor. ‘Wat zijn hun krachten?’

‘Veel skinwalkers,’ zei Daniel. ‘Maya’s broer is er een en Rafe ook. Ze zijn allebei nog niet getransformeerd. Corey is een seleni. Hayley is een xana. En ik ben een benandante.’

Derek schudde zijn hoofd. ‘Dat zegt me allemaal niets.’

‘Dat is niet verwonderlijk, aangezien het uitgestorven bovennatuurlijke soorten zijn die opnieuw tot leven zijn gewekt. Daar gaat Project Phoenix om. Maar als jullie het niet prettig vinden om hier te praten, kunnen we misschien naar binnen gaan, waar jullie het voordeel van de meerderheid hebben.’

Derek keek hem kwaad aan, alsof Daniel zojuist een invasie had aangekondigd. ‘Nee. We praten hier. Chloe –’

‘Waag het niet om te zeggen dat ík naar binnen moet gaan,’ zei ze terwijl ze op de grond ging zitten. ‘Ga allemaal zitten, dan kunnen we praten.’

We vertelden hun over Salmon Creek en onze jeugd. Daarna vertelde ik over wat er met Serena was gebeurd en hoe dat aan het licht had gebracht dat het één grote dekmantel was.

‘Maar zij hebben haar niet vermoord,’ zei ik. ‘Ik weet dat dat bij jullie experiment wel is gebeurd, maar bij ons niet.’

‘Nog niet,’ zei Derek. ‘Wacht maar totdat alles misloopt.’

‘Dat is al gebeurd. Maar ik denk dat het bij jullie anders is gegaan. Ten eerste waren er andere mensen bij betrokken.’

Derek snoof – hij geloofde er duidelijk niets van – maar tot mijn opluchting leek Chloe erover na te denken.

‘Weten jullie wie de Nasts zijn?’ vroeg ik.

‘Ja, een Cabal,’ zei Chloe. ‘Net zoals de St. Clouds, maar dan groter. En gemener.’

‘Ze hebben mijn vader ontvoerd,’ zei Derek. ‘Hem maandenlang gevangen gehouden en mijn broer en mij aan ons lot overgelaten. Daarmee zijn de problemen begonnen.’

Dus ze haatten de Nasts en hadden daar een goede reden voor. Fijn.

Ik ging door met mijn verhaal: over de bosbrand, de ontvoering, de lange reis naar huis, onze ‘dood’. Hoe meer ik vertelde, hoe meer ik begon te begrijpen hoe belachelijk onze oplossing zou klinken. Onderhandelen met de mensen die ons dit allemaal hadden aangedaan? Hoe konden we dat zelfs maar overwegen? Maar gezien het alternatief, hoe konden we dat niet?

Wanneer ik even haperde, kneep Daniel in mijn hand. Gewoon een geruststellend gebaar. Maar Chloe en Derek zagen het en het leek wel alsof ik zag dat ze de informatie in hun hoofd verwerkten en tot dezelfde conclusie kwamen als Ash, namelijk dat Daniel mijn vriendje was. Zag het er echt zo uit?

Inwendig vervloekte ik Rafe weer voordat ik verder praatte.

‘Dus hielp mijn biologische vader ons te ontsnappen en stuurde hij ons hierheen, naar jullie,’ eindigde ik het verhaal.

Derek keek me met een diepe frons op zijn voorhoofd aan. ‘Hoe wist hij in hemelsnaam waar we waren?’

‘Daarom zijn we hier, om jullie te waarschuwen. Hij kreeg de informatie van iemand die voor de St. Clouds werkt. Ze weten precies waar jullie zijn.’

Derek krabbelde zo snel overeind dat hij bijna over zijn eigen benen struikelde. ‘Wat?’

Ook Chloe was opgesprongen, met glinsterende ogen van schrik. ‘Weten ze het?’

Wij stonden ook op en Daniel stak zijn handen uit. ‘Het is in orde. Nou ja, niet echt natuurlijk, maar dit is niet iets van de laatste tijd. Ze weten het al een paar maanden.’

‘En jullie zitten hier maar te kletsen zonder dat te vertellen?’ Derek stapte op Daniel af en boog zich dreigend over hem heen.

Daniel gaf geen krimp. ‘Zoals ik al zei, het is geen noodgeval. Als jullie midden in de nacht vluchten, dan wordt het dat misschien wel… aangezien er een GPS-tracker op jullie busje zit.’

Derek leek hem niet te horen. Hij tuurde het bos in, klaar voor de aanval.

‘Waar zijn jullie vrienden?’ vroeg hij.

‘Daar…’ Daniel wees.

‘Breng ons naar hen toe. Nu meteen.’

We renden naar de anderen toe – het was duidelijk dat Derek een rustige wandelpas niet zou accepteren. Ik ging voorop, zodat die reus van een jongen hun niet de stuipen op het lijf zou jagen wanneer ze wakker werden. Toch brak er chaos uit. Derek blafte bevelen. Chloe probeerde hem te kalmeren. Toen hij niet luisterde, snauwde ik hem toe dat hij de zaken er niet beter op maakte. Hij snauwde terug. Ash schoot mij te hulp, grauwend als een straatkat. Daniel bemoeide zich ermee om de gemoederen te sussen. Derek keerde zich tegen hem. Corey schoot Daniel met opgestoken vuisten te hulp. Rafe zette zich schrap om ertussen te springen als er een gevecht zou uitbreken.

Het was één groot feest.

Uiteindelijk wisten Chloe, Daniel en ik iedereen zover tot bedaren te brengen dat we onze spullen pakten en op weg gingen naar het huis.