43

Onder aan de trap sloeg ik links af, op weg naar de woonkamer.

Ash greep me bij de achterkant van mijn shirt. ‘De uitgang is die kant op.’

Daniel drong zich langs ons. ‘Ja, maar we gaan Kit en de anderen even snel vertellen dat we vertrekken.’

‘Goed, ga jij dan maar,’ zei Ash. ‘Maya, jij blijft bij mij.’

Ik volgde Daniel de woonkamer in.

‘Hé!’ zei Ash. ‘Jullie hoeven niet allebei –’

De achterdeur sloeg met een klap open. Schoenen stampten door de hal toen Rafe naar binnen stormde.

‘Ze komen eraan,’ zei Rafe. ‘Ik zag iemand naast de garage. Ze hebben de buitenverlichting kapotgeschoten.’

Daniel stond in de deuropening van de woonkamer, met zijn handen tegen de deurposten geleund, en praatte snel tegen iemand binnen. Toen rende hij terug naar ons.

‘Daniel!’ riep Kit, maar Daniel bleef niet stilstaan. Kit stoof de hal in. ‘Wacht. Ze hebben het huis waarschijnlijk omsingeld. Jullie kunnen nergens heen.’

‘Nou, we geven ons ook niet zomaar over,’ zei Ash.

‘Nee,’ zei Chloe. ‘Er is een vluchtroute in de kelder.’

‘Neem ze mee naar beneden.’ Kit duwde Derek, Simon en Chloe in onze richting. ‘Ik haal Tori en Lauren.’

Chloe en de anderen gingen ons voor, maar Ash verroerde geen vin.

‘Kom mee,’ zei ik. ‘Er is een vluchtroute.’

‘Geloof je dat echt?’ Hij trok me opzij, bij Derek vandaan. ‘Een geheime vluchtroute in de kelder? Geloof je het zelf? Het is een valstrik.’

‘Waarom zouden ze –’ begon ik.

‘Ze willen ons gebruiken. Ons in de kelder opsluiten en met de Cabals onderhandelen.’

‘Dat zouden we nooit doen,’ zei Chloe.

‘Waarom niet?’ zei Derek. ‘Het zou kunnen werken.’

‘Je helpt niet echt, broer,’ mompelde Simon.

‘Ik ben alleen maar eerlijk,’ zei Derek. ‘Het is een goed plan. Het is niet wat we in gedachten hebben, maar dat weten zij niet. Ze kennen ons niet, ik kan het ze niet kwalijk nemen.’ Hij keek naar Daniel en vervolgens naar mij. ‘Het is geen valstrik. Ik weet niet hoe ik jullie daarvan moet overtuigen, maar we kunnen hier niet blijven staan bekvechten.’

‘We splitsen ons op,’ zei ik snel. ‘Ash, als je een ander idee hebt, neem dan…’ Ik aarzelde en keek van Rafe naar Daniel naar Corey. ‘… mij mee. Jongens –’

Het raam van de achterdeur spatte uiteen. Er viel iets sissend en draaiend op de vloer. Er kwamen rookflarden uit.

‘Gas!’ riep Ash. ‘Iedereen op de grond.’

We lieten ons allemaal vallen. Ik zei net dat ze hun shirt over hun mond moesten trekken toen er een tweede gasgranaat door een raam aan de voorkant naar binnen werd gegooid, en nog ergens anders een derde, waarvan alleen het geluid van brekend glas ons bereikte. Rook uit de eerste granaat vulde de hal.

‘De trap,’ zei ik. ‘Waar is de –’

Vingers klemden zich om mijn bovenarm. Het was Chloe. Ze had haar mond bedekt en haar half dichtgeknepen ogen begonnen al te tranen. Daniel stak zijn hand naar me uit en greep me bij de zoom van mijn shirt.

‘Pak allemaal iemand vast,’ riep hij. ‘We moeten hier weg.’

We kwamen in beweging, als een langzame, onhandige blinde slak die door de hal kroop. Iemand knalde tegen een muur aan. Ik zei dat we ons langzamer moesten voortbewegen en elkaar moesten blijven vasthouden, en dat we ervoor moesten zorgen dat degene die ons vasthield niet losliet. Mijn woorden klonken lallend en ik knipperde verwoed met mijn ogen, niet alleen tegen de rook, maar ook tegen een zweverig, slaperig gevoel.

‘Het is een verdovend middel!’ riep ik. ‘Probeer het niet in te ademen en probeer wakker te blijven. We zijn er bijna.’

Ik had geen idee of we er bijna waren, totdat ik een stroom koele, schone lucht voelde… en bijna met mijn hoofd naar beneden van de buitentrap duikelde. Chloe liet mijn arm los en ik stak mijn hand uit naar Daniel en leidde hem naar de trap. We kropen achterstevoren de treden af. Toen Corey probeerde op te staan en te lopen, verloor hij zijn evenwicht, duizelig van het gas, en viel boven op Daniel. Met behulp van Hayley wist ik hem de trap af te krijgen.

We belandden half boven op elkaar onder aan de trap, ineengedoken en naar adem happend. Gas stroomde door de openstaande buitendeur totdat Derek, die de achterhoede vormde, hem dichtsmeet en de trap af strompelde.

Ik hief mijn hoofd en tuurde om me heen. ‘Rafe? Waar is Rafe?’

Derek stapte over ons heen. ‘En waar is Simon?’

We kregen geen van beiden antwoord. Ik sprong overeind. Derek draaide zich op zijn hakken om naar de trap. Chloe schoot overeind en greep hem vast.

‘Simon stond naast me toen die granaat naar binnen werd gegooid,’ zei ze. ‘Hij zei dat iemand je vader moest waarschuwen. Rafe bood aan met hem mee te gaan. Ik zei dat hij het niet moest doen, dat je vader zich wel zou redden en dat we naar de kelder moesten zien te komen. Toen zag ik niets meer en ik dacht dat hij er nog was.’

‘Hij is naar je vader toe gegaan,’ zei ik. ‘En Rafe is bij hem.’

‘En jullie kunnen geen van beiden achter hen aan gaan,’ zei Chloe, die voor ons sprong toen we een stap in de richting van de trap zetten. Ze wendde zich tot Daniel en haar arm schoot uit toen hij om haar heen probeerde te lopen. ‘Niemand van ons kan terug naar binnen. Jullie weten dat het niet kan. Ze redden zich wel. Simon kan voor zichzelf zorgen en Rafe is bij hem. Ze zullen elkaar beschermen.’

Ik keek naar Daniel, die op zijn hielen stond te wippen. Hij keek me strak aan, klaar om achter Rafe aan te gaan wanneer ik ook maar het minste teken gaf dat ik wilde dat hij dat deed.

Ik haalde diep adem. ‘Chloe heeft gelijk.’

Toen Derek aarzelde, zei Chloe: ‘Als je naar binnen gaat, zal ik met je mee moeten gaan en hetzelfde risico lopen, of hier achter moeten blijven bij vreemden. Zonder jou.’

Hij keek haar nors aan.

‘Ja, dat is een stoot onder de gordel,’ zei ze. ‘Maar op dit moment maak ik overal gebruik van als het moet.’ Ze stond op, wreef nog een keer in haar ogen en keek om zich heen. ‘Oké, ik stel voor dat we niet op Kit en de anderen wachten. We maken dat we hier wegkomen voordat dat schorem inbreekt. Ik neem aan dat dat hun plan is: iedereen bedwelmen met gas en dan binnenkomen om ons in te laden.’

‘Het is een oude truc van de Nasts,’ zei Ash. ‘En ze zullen niet lang wachten met binnenvallen.’

Alsof het een antwoord was, stampten gelaarsde voeten op de hardhouten vloer boven ons hoofd.

‘Waar is die vluchttunnel?’ vroeg Corey.

‘Het is niet echt een tunnel,’ zei Chloe terwijl ze gebaarde dat we haar moesten volgen. ‘Achter de kelder is een koelruimte voor de opslag van groenten en ingemaakt voedsel. Er is een helling naar de schuur.’

‘Die nu de garage is,’ zei ik.

Ze knikte. ‘Kit heeft een brandtrap aangelegd. Daarom hebben we dit huis gehuurd.’

Achter in de kelder trok ze een deur open, waarna ze haar hand naar binnen stak en aan een touwtje trok. Een peertje verlichtte een gang met cementen muren en een lemen vloer. Ze gebaarde dat we naar binnen moesten gaan.

‘Ik dacht het niet.’ Ash greep mijn arm vast voordat ik de gang in kon lopen en wees naar Chloe. ‘Jij eerst.’

Derek mompelde iets en schoof langs ons. Hij liep de schaars verlichte gang in. We volgden hem. De gang liep langs een paar vertrekken die waarschijnlijk ooit als opslagplaats hadden gediend, maar de houten planken waren nu verrot en stonden vol stoffige potten met een grijze inhoud.

De gang eindigde bij een touwladder. Derek trok eraan en ging als eerste naar boven. Toen ik hem wilde volgen, duwde Ash me met zijn elleboog opzij en klom voorzichtig omhoog, waar hij eerst rondkeek voordat hij gebaarde dat we naar boven konden komen.

We kwamen uit in de schuur annex garage, zoals Chloe had gezegd. Derek gebaarde dat we stil moesten zijn. Ik keek om me heen. Het was aardedonker – op een sprankje licht na dat door een kier in het dak scheen. Maar na die donkere kelder hadden mijn ogen zich al aangepast. Toen ik de omtrek van een ladder zag die naar de hooizolder leidde, tikte ik Derek op zijn arm, in de veronderstelling dat hij beter nachtzicht zou hebben dan Chloe. Ik wees naar de ladder en vormde geluidloos het woord ‘veilig?’. Hij knikte en loodste ons erheen. We klommen de ladder op.

Boven was de vloer bedekt met beschimmeld stro. Ik rook uitwerpselen. Van een kat of een rat, ik wist het niet precies. Ik hield mijn oren gespitst of ik gepiep of gesis hoorde terwijl we een gedeelte van de vloer vrijmaakten en dicht bij elkaar gingen zitten.

Buiten was het stil. Althans, dat leek zo, totdat we doodstil waren en ik in de verte mompelende stemmen hoorde. Toen nam een van de stemmen in volume toe.

‘Ik wil dokter Inglis spreken.’ Het was dokter Fellows. ‘Luister je –’

Een woedende gil, gevolgd door gedempte kreten, alsof iemand iets voor haar mond had gebonden.

Derek kromp ineen. Hij wierp een blik op Chloe, maar die leek niets te hebben gehoord. Daarna keek hij dreigend naar mij, alsof hij me wilde waarschuwen dat ik haar niet mocht vertellen dat ze haar tante te pakken hadden. Dat was ik niet van plan.

Een minuutje later veerde ik op door een geluid onder ons, maar Derek gebaarde dat ik moest blijven zitten en sloop naar de trap. Hij boog zich voorover. Toen klom hij een paar treden naar beneden. Een tel later verscheen hij weer, met Kit in zijn kielzog. Terwijl Kit ons een voor een onderzoekend aankeek, klom Derek weer een stukje de trap af om beneden rond te kijken. Toen fluisterden ze bijna simultaan: ‘Waar is Simon?’

Er volgden een paar minuten van opgewonden gefluister en bezorgdheid toen ze beseften dat Simon niet bij ons, maar ook niet bij Kit was. Toen hoorde ik een stem in de verte. Derek hoorde het ook. Hij zei het tegen Kit. Ze fluisterden iets tegen elkaar, maar we konden geen van allen iets doen. De Cabals hadden dokter Fellows, Tori, Rafe en Simon.

‘Ze zullen je zoon geen kwaad doen,’ zei Hayley. ‘Rafe heeft zijn zus bij hen achtergelaten.’

Kit zag er beroerd uit, maar hij knikte. ‘Ja. Ze zullen hem geen kwaad doen. Niet als ze ons ertoe willen overhalen om ons weer bij de kudde aan te sluiten.’

Derek snoof. ‘Alsof dat ooit zou gebeuren.’

Kit zei niets. Derek draaide zijn hoofd met een ruk om en keek zijn vader aan.

‘Pa?’ zei hij.

‘Simon redt zich wel,’ zei hij. ‘Maar als we hier een eind aan willen maken op onze voorwaarden, moeten we alle anderen hier weg zien te krijgen.’