Tweeënveertig

De aankondiging van de verloving tussen juffrouw Penelope Hayes en meneer Henry Schoonmaker deze ochtend in een kort artikel in de World is zeer goed nieuws. Maar aangezien de verlovingsring van de vorige verloofde van de jonge Schoonmaker weer is opgedoken, vragen we ons uiteraard wel af wat er zou gebeuren als de vrouw die deze ring droeg, zelf ook weer zou opduiken…

– UIT DE RODDELRUBRIEK VAN DE NEW-YORK NEWS OF THE WORLD GAZETTE,
27 DECEMBER 1899

PENELOPE RENDE DOOR DE GANGEN, MET HAAR HONDJE tegen haar borst gedrukt. Haar voetstappen echoden door het herenhuis van de familie Hayes. Ze stond op het punt om alles te krijgen wat ze ooit had gewild, maar ze voelde dat er verraderlijke krachten aan het werk waren die haar wilden dwarsbomen. Haar lange schaduw tekende zich af op de zwart-witte tegelvloer terwijl ze verder liep onder de immens hoge spiegelende plafonds op de eerste verdieping van Fifth Avenue nummer 670. Het herenhuis was een kolos van rode bakstenen die maar weinig mensen echt een thuis zouden noemen. En als ze eens een van haar weinige kwetsbare buien had, dan vond zelfs een zelfverzekerd meisje als Penelope het hier behoorlijk angstaanjagend. De geruchten over Elizabeths terugkeer hadden haar slapeloze nachten bezorgd en het beeld van Henry en Diana had haar anders zo prachtige dagen compleet verpest. Toen ze de Engelse butler zag staan in de hal aan de voorkant van het huis, remde ze af en liep ze hijgend naar hem toe.

‘Rathmill,’ zei ze. Ze wist dat de aderen in haar melkwitte nek waren opgezwollen, maar ze kon er niets aan doen. De zwarte kraaloogjes van Robber, haar Boston-terriër, schoten angstig door de kamer. ‘Waar zijn mijn ouders?’

‘Juffrouw Penelope, ik geloof dat ze theedrinken in de salon. Wilt u dat ik …’

‘Nee, nee,’ onderbrak Penelope hem. Zonder aankondiging duwde ze het tegenspartelende lijf van haar hond in de armen van Rathmill. ‘Ik doe het zelf wel.’

Ze liep van hem weg, naar de gigantisch grote marmeren trap die haar naar de salon op de eerste verdieping zou brengen, waar haar ouders samen theedronken. Ze bleef even staan op de eerste tree en legde haar hand op de koele leuning. ‘Maar je kunt wel tegen mijn moeders persoonlijke bediende zeggen dat ze haar zodirect nodig zal hebben.’

Buiten Isabelle Schoonmaker had niemand Penelope geholpen bij het bereiken van haar doelen, terwijl die toch lang niet zo onredelijk waren. Penelope had er dan ook geen enkel probleem mee om haar woede op iedereen af te reageren. Meneer Rathmill, de butler, bleek al helemaal nutteloos te zijn. Voor hij bij de familie Hayes was gekomen, had hij voor een aantal adellijke Britse families gewerkt. En net als de jongedame des huizes wist hij maar al te goed dat de familie Hayes een Engelse butler nodig had om hun de regels van de high society bij te brengen. Hij wierp hun continu spottende blikken toe. Haar moeder was te traag van begrip om dit op te merken, maar Penelope merkte het wel degelijk op.

Isabelle, op haar beurt, leek buiten zichzelf van vreugde na de aankondiging van de verloving, maar elk klein cadeau dat ze haar toekomstige schoondochter gaf, elke keer dat ze kirde van blijdschap en veelbetekenend knipoogde, leek slechts bedoeld om Penelope te bespotten. Ze had precies gekregen wat ze wilde, maar alleen door chantage, en ze had nog niet eens een ring gekregen voor al haar moeite. Ze had slim en berekenend gehandeld, voor haar eigen welzijn, maar ook voor dat van Henry, maar hij waardeerde het niet eens. Ze hoefde geen romantisch gebaar te verwachten, geen steelse blikken. Penelope voelde zich eenzamer dan ooit, en als ze niet zo trots was geweest, zou ze zich zelfs afvragen wat het allemaal nog voor zin had.

Maar haar trots was van aanzienlijk belang. Haar trots was de reden dat ze verder de trap op liep. Geïrriteerd hield ze haar staalgrijze zijden rok omhoog, die ze droeg in combinatie met een zwarte blouse van organza met pofmouwtjes.

De kleine salon op de eerste verdieping keek uit over de straat, zoals alle kamers waar ze vaak in verbleven. Penelope schreed naar binnen en deed geen enkele moeite om haar irritatie te verbergen. Haar ouders stonden voor de open haard van majolicategeltjes en haar broer stond een sigaret te roken naast een van de twee levensgrote pauwen van goudemail. Alle drie draaiden ze zich om en ze keken haar verbaasd aan.

‘Ahh!’ riep ze gefrustreerd uit.

De kamer was bekleed met zwaar, kil, paars brokaat en was erg donker. Dit zou de omvangrijke mevrouw Hayes moeten flatteren, maar dat was niet het geval. Haar gezette lijf was gehuld in groen en wit tarlatan, afgezet met zwart kant, en haar donkere haar werd uit haar gezicht gehouden door groene linten. Deze kleding was niet bepaald gepast voor iemand van haar leeftijd, zouden broer en zus Hayes misschien hebben gegrapt in rustiger tijden.

‘Wat is er?’ vroeg Evelyn Hayes terwijl ze haar theekopje met een klap op tafel zette. ‘Frons eens niet zo, daar krijg je rimpels van.’

‘We dachten dat je blij zou zijn nu je verloofd bent met die jongen van Schoonmaker,’ merkte Richmond Hayes ietwat beschuldigend op, waarna hij zijn benen over elkaar sloeg. Hij was niet erg lang, zeker niet in vergelijking met zijn twee kinderen, en zijn gelaatstrekken gingen schuil achter een donkere baard en snor, met daarboven een paar kleine kraaloogjes die altijd zijn eigen belang in het oog hielden.

Penelope plofte neer op de crèmekleurige bank met kelimkussens en zakte onderuit. Gelaten boog ze haar hoofd, waardoor haar kin bijna op haar borst rustte. Grayson draaide zich langzaam om en leunde met zijn arm op een glanzend kamerscherm van kersenhout, waarna hij een wolkje rook uitblies.

‘Wat wil onze Penny dan?’ Zijn woorden dropen van het sarcasme, en hij keek haar aan op dezelfde manier als toen ze nog kinderen waren en Penelope weer een van haar veelvoorkomende woede-uitbarstingen had.

‘Ik wil niet meer in dit verschrikkelijke huis wonen,’ spuwde Penelope. Dat was behoorlijk gemeen van haar, aangezien ze allemaal wisten hoeveel geld meneer Hayes in het huis had gestoken. ‘Ik haat jullie allemaal.’

‘Waarom?’ vroeg haar broer, nog steeds met een geamuseerde glimlach op zijn gezicht. Hij nam een laatste trekje en gooide zijn sigaret toen in het haardvuur. ‘We hebben toch het beste met je voor?

‘We zijn erg trots op je Penelope, dat je zo’n geweldig huwelijk hebt gesloten.’ Haar moeder knipoogde naar haar dochter en probeerde haar bemoedigend aan te kijken. ‘En dat terwijl je broer nog niet eens een aanzoek heeft gedaan. We hoopten allemaal dat hij terug zou komen als eigenaar van een of ander landgoed, maar dat bleek niet zo te zijn.’

Grayson rolde met zijn ogen en liet zijn arm slapjes van het haardscherm vallen. Hij zuchtte diep en liep naar de bank waar Penelope op zat en ging zitten. Hij sloeg zijn benen, gestoken in een nette broek met krijtstreep, over elkaar en steunde met zijn elleboog op zijn knie. Zijn gilet van parelgrijs zijde was gemaakt in Londen. ‘Kom op, lieve zus,’ smeekte hij op dezelfde toon. ‘Vertel ons dan wat je weer zal opvrolijken.’

Penelope keek naar haar broer. Hij droeg zijn haar in een middenscheiding en had het stijf naar achteren gekamd met veel pommade. Zelf had Penelope geen geduld gehad om haar haar te laten doen vanmorgen, waardoor het pluiziger was dan normaal. Ze zweeg en streek ijdel haar haar uit haar gezicht. Toen keek ze naar haar vader, die net zo’n berustende uitdrukking op zijn gezicht had als wanneer hij een grote cheque uitschreef. Opeens voelde Penelope zich weer rustig worden, of in ieder geval rustiger dan ze de hele dag was geweest.

‘Ik wil nu trouwen.’

‘Nu?’ stamelde haar moeder.

Vanaf het moment dat Grayson haar had verteld dat hij Elizabeth had gezien in de trein, had ze geweten dat ze snel actie moest ondernemen. Het maakte niet uit dat Henry helemaal niet van zijn vorige verloofde had gehouden. Als Elizabeth terugkwam naar New York, zou iedereen zich afvragen of hij nog met haar zou trouwen en zou het niets uitmaken dat Penelope nu met hem verloofd was. Hun huwelijk zou voor onbepaalde tijd worden uitgesteld en de publieke opinie zou zich tegen haar keren. Penelope duwde zichzelf rechtop en vouwde haar handen netjes in elkaar op haar schoot. Ze keek elk lid van haar naaste familie een voor een aan, terwijl ze probeerde weer wat bescheidener over te komen. Alle blinde woede die ze de laatste tijd had gevoeld, had plaatsgemaakt voor het simpele verlangen om iedereen versteld te doen staan en jaloers op haar te maken. ‘Of in ieder geval voor het eind van het jaar.’

‘Penelope,’ wierp haar vader streng tegen, ‘we hebben helemaal geen locatie geregeld, of een eerwaarde. We hebben aan niemand gevraagd of ze de datum vrij willen houden.’

‘Maar u bent Richmond Hayes! U kunt vast wel een eerwaarde regelen en iedereen zal naar mijn bruiloft willen komen. En bovendien, mevrouw Schoonmaker heeft al gezegd dat we hun huis in Tuxedo mogen gebruiken voor een verlovingsfeestje. Waarom maken we er dan niet meteen een bruiloft van? We laten de uitnodigingen vandaag met de hand schrijven en versturen ze morgen! O, alstublieft, pappie!’

Haar ouders leken te verbijsterd om haar verzoek te weigeren dan wel goed te keuren. Ze wisselden wat nerveuze blikken uit boven het gouden theeservies. Grayson was de eerste die iets zei, en dit keer sprak hij op een serieuze toon, zonder enige ironie. ‘Waarom niet? Het zou een hele verrassing zijn en een hoop jaloezie en opwinding veroorzaken. Iedereen zal zich in allerlei bochten wringen om ervoor te zorgen dat ze worden uitgenodigd. De hele society zal zien hoe groots deze familie nu is en tot wat voor vertoning we in staat zijn. Ik denk dat de oude Schoonmaker het ook een goed idee zal vinden. Heb je dat stuk over hem gelezen in de krant vandaag? Het blijkt dat hij een aantal bedorven kalkoenen heeft uitgedeeld bij die optocht van hem en dat er een paar meisjes uit de sloppen ziek zijn geworden.’ Grayson grinnikte en stak nog een sigaret op. ‘Dat soort rampen smeekt om een afleiding,’ stelde hij terwijl hij zijn vaders kant op keek.

‘Maar wat moet je dan aantrekken?’ vroeg mevrouw Hayes, nog steeds met een verbaasde uitdrukking op haar mollige gezicht.

‘Ik heb altijd al uw jurk willen dragen,’ loog Penelope liefjes. ‘We kunnen hem vermaken, dan kan ik hem over een paar dagen aan.’

‘O!’ Mevrouw Hayes moest een beetje glimlachen om die laatste opmerking. ‘Ach ja, waarom ook niet? Denkt u ook niet dat dit het beste is, meneer Hayes?’

‘Als het een verrassing is en het niet hier in de stad plaatsvindt, dan hebben we geen last van die vervelende mensenmassa’s en barricades van de politie. Dan staan er niet maandenlang artikelen in de krant met eindeloze discussies over wie de bruidsmeisjes zijn en welke kleur ze zullen dragen. Dat zou veel chiquer zijn, denkt u niet?’ ging Penelope snel verder, in de hoop dat haar vader uiteindelijk alle overtuigingskracht achter zijn bezwaren zou verliezen en moe zou worden van de hele discussie.

Haar vader bekeek zijn dochter even aandachtig en haalde toen zijn schouders op. ‘Als dat is wat je wilt en als je denkt dat de Schoonmakers het ermee eens zullen zijn.’

‘O, ja. Het is gewoon perfect! En ik weet zéker dat ze het ermee eens zullen zijn.’ Penelope stond op en sloeg haar handen in elkaar. De opwinding was nu van haar moeders gezicht te lezen. Ze had een paar nieuwe sieraden waar ze nog niet mee had kunnen pronken, zoals haar dochter maar al te goed wist. Grayson wierp zijn zus een bewonderende blik toe. ‘Vanavond gaan we met z’n allen naar de Schoonmakers om ze te vertellen van ons plan. En dan kunnen we morgen met de Schoonmakers afreizen naar Tuxedo om te beginnen met de voorbereidingen. Dan zullen we geen last hebben van alle commotie!’

Met ‘commotie’ doelde Penelope op de verslaggevers die elke bruiloft van enig belang tot in detail vastlegden. Haar ouders wilden de dingen uiteraard maar al te graag doen zoals ze hoorden, en ze zouden alles doen om te voorkomen dat ze voor schut zouden staan of door de gemeenschap zouden worden buitengesloten. Maar de commotie waar Penelope eigenlijk aan dacht, was het soort commotie veroorzaakt door de gezusters Holland. Als ze zichzelf en haar verloofde eenmaal de stad uit had geloodst, dan zou ze weer wat beter kunnen slapen. Dan was ze weer een stap dichter bij het krijgen van datgene wat haar rechtmatige eigendom was, volgens de society en de publieke opinie en binnenkort ook volgens God.