Zestien

Men hoort wel vaker verhalen over vrijgezelle mannen die jarenlang één of meer jongedames aan het lijntje houden, om vervolgens te trouwen met een Brits meisje van adel dat niemand ooit eerder heeft gezien, maar dat wel een mooi huis en een goedgevulde bankrekening blijkt te hebben…

– MEVR. L.A.M. BRECKINRIDGE,
DE WETTEN IN WELOPGEVOEDE KRINGEN, 1894

‘HEBT U HET NAAR UW ZIN, JUFFROUW HOLLAND?’ Diana keek op van de oesterkleurige sofa waarop ze was neergestreken en keek recht in de ogen van Teddy Cutting. Ze leunde met haar elleboog op een van de drie mahoniehouten knoppen van de rugleuning van het meubelstuk, en haar melkwitte huid leek wel te stralen in het roze licht van de lamp naast haar. De muren waren donkerpaars, en er hing een prettig lome stemming, zoals altijd na een uitgebreide maaltijd. Diana, gekleed in ivoorkleurig chiffon, keek opgewekt rond door de donkere, zacht verlichte kamer. De vele plooien in haar jurk kwamen zowel bij de hals als op de rug samen in een V-vormige punt en haar rok waaierde uit over de sofa. Ze zag er prachtig uit, dat had iedereen op het bescheiden feestje van Ralph Darroll opgemerkt, maar ze wist dat dit Teddy weinig kon schelen. Het diner had uit zeven gangen bestaan en hij had het al even zo vaak over haar zus gehad.

‘Jazeker,’ antwoordde ze met een flirtende glimlach. Ze was nog steeds van plan om indruk te maken op de man die ze onwillekeurig zag als Henry’s afgevaardigde. Het was als een korstje op een wond waar ze maar niet van af kon blijven.

‘Daar ben ik blij om. Mag ik naast je komen zitten?’

‘Ja.’ Diana was zelfs oprecht blij met Teddy’s gezelschap. Hoewel hij totaal geen romantische gevoelens in haar opriep, had ze die avond ontdekt dat ze hem wel mocht. Er school iets in zijn oprechte blik wat leek te wijzen op een groot verdriet en op een schuldgevoel om het feit dat hij zoveel geluk had in zijn leven. Diana deelde dat gevoel niet – ze had nog steeds het gevoel dat ze onbeschrijflijk veel pech had – maar ze vond het wel intrigerend. ‘Je zus heeft een erg mooi huis,’ ging ze verder.

Florence Cutting, Teddy’s oudste zus, was pas een maand geleden mevrouw Darroll geworden. Ze zat nu bij het haardvuur te praten met een man die niet haar echtgenoot was en ze zag er flink dikker uit dan op haar bruiloft.

‘De Diana Holland die ik ken, zou dat soort dingen nooit zeggen.’ Teddy glimlachte. ‘Maar inderdaad, het is erg mooi. Voorheen was het huis echter van mijn oom. Hij heeft het hun gegeven op de bruiloft, met meubels en al, dus ik kan niet zeggen dat mevrouw Darroll er veel werk aan heeft gehad.’

‘Toch weet ik zeker dat ze er wel iets van zichzelf in heeft gelegd. Zijzelf ziet er in ieder geval ook prachtig uit, zelfs onder al dat jacquardweefsel. Het lijkt erop dat je al binnen een half jaar oom zult worden, of niet?’

‘Ah, zo ken ik je weer,’ antwoordde Teddy en hij probeerde zijn glimlach te verbergen door een slokje te nemen van zijn drankje. ‘Maar ik zal niet reageren op dergelijke veronderstellingen.’

‘Vertel me dan hoe het met Henry gaat.’ Het hardop uitspreken van zijn naam bezorgde haar zowel pijn als plezier.

Teddy’s glimlach verdween en hij keek haar aan met dezelfde bezorgde uitdrukking op zijn gezicht als tijdens het toetje, toen ze hadden gepraat over haar moeders verdriet. Een lamp met een handgeschilderde porseleinen kap lichtte zijn blonde haar op en wierp schaduwen over zijn gelaatstrekken. ‘Ik heb hem vanmiddag gezien.’

‘En gaat het goed met hem?’

‘Hij ziet er niet al te gelukkig uit,’ antwoordde Teddy stijfjes.

‘Ik neem aan dat je bedoelt dat hij meer moeite heeft met het overlijden van mijn zus dan ik?’

‘Hij heeft het er moeilijk mee,’ zei Teddy. Hij keek haar even aan en wendde zijn blik toen af. ‘Maar ik weet zeker dat het lang niet zo moeilijk is voor hem als voor jou.’

‘Nee.’ Diana stopte even en legde haar handen in haar schoot. Ze besloot dat ze net zo goed alles kon vragen wat in haar opkwam, want het ergste wat kon gebeuren, was dat Teddy geen antwoord zou willen geven. Toch moest ze wel wat moed verzamelen voor ze door durfde te vragen. ‘Wat was hij aan het doen?’ vroeg ze met een stem die een tikkeltje triest klonk.

‘We hebben met de vierspan geracet in het park. Ik heb gewonnen, wat niet zo vaak gebeurt, dus ik vermoed dat hij er met zijn hoofd niet helemaal bij was.’ Teddy staarde naar zijn drankje en vertelde deze feiten op zakelijke toon. ‘Daarvoor was hij in de salon van zijn stiefmoeder – ze ontvangt op maandag, wist je dat?’

‘Wie weet dat niet?’ Diana probeerde te glimlachen, maar was alleen in staat haar bovenlip een stukje op te trekken. ‘Waren er veel mensen?’

‘Ja.’

Aan de andere kant van de kamer ritselden jurken en werd het licht van de lampen weerkaatst door de vele porseleinen theekopjes en kristallen glazen. Er klonk flauw, hoffelijk gelach door de kamer en gekraak van een groot haardvuur. ‘Wie waren er zoal?’

‘O, die schilder, Bradley, en een van de populaire Vanderbiltdames en –’

‘Penelope Hayes?’

Niemand in de kamer besteedde ook maar enige aandacht aan hun hoekje, en zelfs als dat wel zo was geweest, ging Diana zo angstvallig op in het gesprek, dat ze het toch niet zou hebben gemerkt. Teddy nipte even van zijn drankje, maar langer kon hij zijn antwoord niet uitstellen. ‘Ja, die was er ook.’

Een stille woede rees op in Diana bij het horen van dit nieuws. Natuurlijk was Penelope er ook. Elizabeth had haar gewaarschuwd voor Penelope, maar daar had Diana niets mee gedaan. Ze had immers al die tijd geloofd dat Henry echt van haar hield en dat het voor altijd zou zijn. Ze had vurig en instinctief gehandeld, maar ze was vergeten dat Penelope ondertussen haar eigen verlangens zou proberen te bevredigen, zoals ze ook had gedaan toen ze Diana’s zus de stad uit had gebracht. Toen ze over iets anders begon, was ze niet in staat om haar bitterheid helemaal te verbergen. ‘Ik vroeg me af of je hebt verteld dat je met mij had afgesproken.’

‘Nee,’ antwoordde Teddy vriendelijk, ‘dat is niet ter sprake gekomen.’

Ze knikte en probeerde niet al te teleurgesteld te zijn door het nieuws dat Henry het niet over haar had gehad.

‘Zeg Teddy, ik weet maar zo weinig van je…’ ging Diana verder, en het kostte haar al haar kracht om nog een dappere glimlach op haar gezicht te toveren. Ze hoopte dat deze opmerking ervoor zou zorgen dat ze verder niets meer hoefde te zeggen. Teddy beantwoordde haar glimlach en vertelde vervolgens over de poëzie die hij had gelezen op de universiteit van Columbia, waar hij afgelopen lente was afgestudeerd, en dat hij van plan was om advocaat te worden en aan het werk te gaan, ook al zou hij later veel geld van zijn vader erven. Diana luisterde maar met een half oor en knikte af en toe. Ze keek naar de mannen in rokkostuum die af en aan liepen om te kletsen met de dames, die ondertussen een beetje slaperig werden van het zitten in hun luie stoelen.

Ze probeerde Teddy aan de praat te houden en als het nodig was, gaf ze eenlettergrepige antwoorden op zijn opmerkingen. Meer kon ze niet opbrengen zonder te onthullen hoe ellendig ze zich voelde. Ze was bang dat haar lip nu elk moment kon gaan trillen, alsof ze een klein meisje was. Ze was dom geweest, besefte ze nu. Ze had gedacht dat Henry van haar hield en dat ze daar verder niets voor hoefde te doen, maar in werkelijkheid probeerden alle jonge, ongetrouwde meisjes genadeloos hun slag te slaan op het speelbord van Manhattan en probeerden ze Henry te schaken. Een van die meisjes was Penelope Hayes, de koningin van het schaakbord, voor wie haar zus haar nog zo had gewaarschuwd.