Negen

Breng je nog een bezoekje aan mijn loge vanavond?

P

‘HAD HIJ HET TEGEN MIJ?’ FLUISTERDE PENELOPE. ZE nam niet de moeite om opzij te kijken naar de persoon aan wie ze haar vraag stelde. Ze hield haar ogen strak gericht op de overkant van het operagebouw, op Henry, die zo hard had geroepen dat iedereen in de privéloges hem had kunnen horen. Hij was weer teruggezakt in zijn stoel, en aangezien zijn blik nu rustte op zijn gekruiste armen, kon ze niet bepalen tegen wie hij het had gehad.

‘Zou kunnen,’ antwoordde Buck. Hij zat op de stoel achter Penelope, rechts naast haar opa Ogden, die niet goed genoeg meer kon horen om de muziek te waarderen. Zijn ogen waren echter nog prima, en als hij niet lag te dutten, leverde hij volop commentaar op de mooiste boezems in de zaal. Hij had nooit de moeite genomen om de manieren te leren van de elite van Manhattan, hoewel hij zijn leven lang zijn best had gedaan om erbij te horen, maar hij had gezien dat die fout werd goedgemaakt door zijn zoon. Richmond Hayes, Penelopes vader, was een snelle leerling, zowel in zaken als in manieren. Daarom bleef hij bij de opera altijd in de binnenkamer – of liever nog in de rooklounge van de heren – en hield hij zijn ogen in zijn zak.

‘Nee, helemaal niet. Je praat me gewoon naar de mond,’ berispte Penelope hem liefdevol. ‘Henry geeft ons alleen maar nieuwe stof om over te roddelen.’

‘O ja, doen jullie dat? Roddelen?’ zei mevrouw Hayes, die naast haar dochter zat op het balkon. Penelope keek haar moeder verbaasd aan – ze had het meestal te druk met het bespioneren van andere mensen om te luisteren naar de gesprekken van haar dochter – maar toen hield de oudere vrouw haar toneelkijker weer voor haar ogen, in de hoop een glimp op te vangen van een of ander schandaal ergens in het publiek. Penelope keek even naar het wanstaltig grote aantal onderkinnen van haar moeder, naar haar futloze haar, het resultaat van vele jaren verven, en naar haar gezicht, opgesmukt met veel te veel make-up.

‘Hij geeft de andere mensen iets om over te roddelen, bedoel ik.’ Penelope wendde haar blik af en probeerde te blozen. Haar huid was van nature zo wit als porselein, en ze schaamde zich niet snel, maar na een paar seconden lukte het haar toch om een lichtroze blos op haar hoge jukbeenderen te toveren. Het was niet veel, maar als de echte dames van stand – of de belangrijkste roddelverslaggevers – precies op dat moment door hun toneelkijkers zouden kijken, zouden ze wel kunnen zien hoezeer juffrouw Hayes zich schaamde voor haar belachelijke moeder. Ze draaide zich om en hield haar waaier voor haar mond terwijl ze sprak. ‘Buck, zou je mij een plezier willen doen?’

‘Maar natuurlijk.’

Ze had het briefje uren geleden al geschreven – ze was zelfs vier keer opnieuw begonnen, om ervoor te zorgen dat het papier nonchalant genoeg was afgescheurd en dat haar handschrift goed leesbaar was maar toch spontaan leek. Tijdens het schrijven van die negen simpele woordjes had ze de hele tijd aan hem gedacht.

Nu verborg ze het briefje in haar hand en reikte ze naar achteren om het in Bucks hand te drukken.

‘Breng dit alsjeblieft naar loge 23,’ fluisterde ze.

Buck knikte kort en stond op. Net voor hij haar uitzicht op de binnenkamer blokkeerde, zag ze een jongeman in een zwarte jas met puntboord binnenkomen. Dat was vast en zeker Henry, die haar de moeite bespaarde om Buck langs te sturen met een briefje. De huid op haar schouders tintelde bij het idee. Maar na een paar seconden kon ze – tot haar grote afschuw – duidelijk zien dat het gezicht boven de kleine witte vlinderdas van Amos Vreewold was.

‘Meneer Vreewold,’ hoorde ze Buck zeggen. ‘Ik moet een paar bezoekjes afleggen. Zou u alstublieft mijn plaats in willen nemen en juffrouw Hayes gezelschap willen houden?’

Amos schudde Buck de hand en richtte toen zijn ietwat scheefstaande ogen op Penelope. Hij was lang en had een behoorlijk prominente neus. Zijn donkere haar sprong alle kanten op. Er was een tijd geweest – dat leek nu heel lang geleden – dat hij en Penelope regelmatig samen in de bosjes verdwenen op tuinfeestjes. Dus Amos had meer dan genoeg redenen om haar zo geamuseerd aan te kijken, alsof ze slechts een ingetogen houding aannam om hem te vermaken. Toch irriteerde ze zich aan zijn vrijpostigheid. Ze stak haar hand naar hem uit.

‘Juffrouw Hayes, altijd een genoegen,’ zei hij, terwijl hij voorover boog om haar hand te kussen. Hij zwaaide zijn lange jas opzij en nam achter haar plaats, op de stoel waar Buck zojuist nog had gezeten. ‘Mevrouw Hayes, wat ziet u er prachtig uit vanavond,’ voegde hij eraan toe, hoewel haar moeders rode satijnen jurk volgens Penelope – en volgens alle andere aanwezigen – onflatteus strak rond haar omvangrijke lichaam zat.

‘Dank je, Amos,’ zei Penelopes moeder, zonder op te kijken van haar toneelkijker. ‘Is die corsage van je moeder gemaakt van echte diamanten?’

‘Jazeker,’ antwoordde hij en hij wist zijn gezicht op de een of andere manier in de plooi te houden.

Penelope vond het jammer dat ze niet meer zo onbeschoft kon zijn tegen haar moeder in het openbaar nu ze zich zo netjes probeerde te gedragen, en ze wierp haar gast een onschuldige glimlach toe. ‘Meneer Vreewold, wat brengt u naar onze loge?’

‘Nou, jij, natuurlijk. Ik heb jouw mooie verschijning niet meer gezien sinds die ongelukkige gebeurtenissen in oktober.’

‘Nee, dat zou wel eens kunnen kloppen.’

‘Je was vast erg van de kaart – dat zegt men tenminste.’

‘Ja.’ Met een zogenaamd gepijnigde blik in haar ogen keek Penelope weer naar het podium. ‘Dat is zo.’

‘Als je ooit met iemand herinneringen wilt ophalen aan Elizabeth…’

Penelope bracht een gesmoord snikje uit. ‘Dank je.’

‘Ik hoor ook andere verhalen…’

‘O?’

Het lukte Penelope om haar hoofd stil te houden en haar blik op het podium te fixeren, hoewel er onwillekeurig toch weer een schittering verscheen in haar grote blauwe ogen.

‘Ja, alle meisjes hebben het erover. Over hoe ontroostbaar Henry is en hoe droevig jij bent en dat het net een sprookje zou zijn als jullie met elkaar zouden trouwen. Mijn zus heeft me eropuit gestuurd om uit te zoeken of dat waar is.’ Toen leunde hij voorover en fluisterde in haar oor: ‘Ik hoop het niet.’

Penelope schermde haar glimlach af met haar waaier en hoopte dat hij niet zou zien wat een warm, triomfantelijk gevoel dit nieuws in haar opriep. ‘Natuurlijk niet,’ antwoordde ze gedempt. ‘Het is erg ongepast van je om al zo snel over enige romances van Henry Schoonmaker te speculeren.’

Op dat moment keken haar moeders kraaloogjes haar kant op, en even werd Penelope verscheurd door twee tegenstrijdige emoties. Want hoewel dit gerucht haar erg goed in de oren klonk, was ze er tegelijkertijd ook door geïrriteerd, omdat het haar moeder ook wel goed zou bevallen, gezien haar sociale ambities.

‘Oké. Laten we dan over iets anders praten,’ antwoordde Amos welwillend terwijl hij achterover leunde in zijn stoel, zonder zich ook maar enigszins ongemakkelijk te voelen. En hij hield woord: hij praatte honderduit over jachthonden en overhemden met staande boorden, en Penelope herinnerde zich weer precies waarom ze hem zat was geworden. Terwijl hij verder zeurde en terwijl haar moeder genadeloos knipoogde naar iedereen die haar kant op keek, zag Penelope vanuit haar ooghoeken dat Buck loge 23 was binnengestapt. Ze pakte haar kijker en hield hem zo onschuldig mogelijk voor haar ogen. Het was de eerste keer dat ze toegaf aan dit verlangen vanavond, en het duurde even – ze was al bang dat ze alles zou missen – voor ze de juiste loge had gevonden.

Maar ineens zag ze Henry dan van heel dichtbij, omlijst door een zwarte cirkel. Hij groette Buck met de voor hem typerende afstandelijkheid. Haar zicht was te beperkt om te kunnen zien wanneer het briefje werd afgegeven. Bovendien moest Henry zijn gezicht in de plooi hebben gehouden terwijl hij het openvouwde, want zelfs toen hij naar beneden keek, bleef de uitdrukking op zijn gezicht onveranderd. Ze wist echter dat hij zich realiseerde van wie het briefje afkomstig was, want op dat moment keek hij op en keek haar recht in de ogen.

Penelope liet een kleine zucht ontsnappen en haar toneelkijker viel in haar schoot. Desondanks zag ze duidelijk wat er vervolgens gebeurde. Zonder hem zelfs maar aan te kijken stak Henry zijn hand op om Buck weg te sturen. Zijn blik was nog steeds op Penelope gericht en hij schudde langzaam zijn hoofd. Hij had het briefje net zo goed in stukken kunnen scheuren. Het voelde alsof hij haar een klap in haar gezicht had gegeven.

‘Ik moest er maar weer eens vandoor…’ hoorde ze Amos zeggen. Hoewel ze zijn aanwezigheid al bijna was vergeten, vond ze het spijtig dit te horen. Het was plotseling namelijk heel belangrijk dat Henry en alle anderen zouden zien hoeveel aandacht ze kreeg, zeker als die aandacht kwam van jonge vrijgezellen met oude Nederlandse namen en een nieuw fortuin uit de industrie. Haar hele plan om als een geschikte bruid over te komen viel in duigen na deze afwijzing van Henry. Ze wilde nu alleen nog maar overkomen als een meisje naar wie iedereen verlangde. Amos stond echter al op. Hij pakte haar hand om haar gedag te kussen.

‘Bedankt voor je bezoek,’ zei ze en ze deed haar best om rustig en bescheiden te blijven. ‘Wat fijn om vrienden te hebben zoals jij in deze zware tijden.’

Amos knipoogde naar haar, wat niet echt de reactie was waar ze op had gehoopt, en sprak nog even met mevrouw Hayes voor hij vertrok. Penelope probeerde zo ver mogelijk bij haar moeder vandaan te schuiven, om zo het meest te kunnen profiteren van de flatteuze schaduw die over haar blanke, zachte boezem viel. Ze draaide haar gezicht naar één kant van het podium, zodat ze stiekem een paar blikken kon werpen op de loge van de Schoonmakers.

Ofschoon ze haar best deed om elegant en gereserveerd over te komen, voelde het alsof er een dringende koorts in haar was opgelaaid die niet meer wilde liggen. Ze legde haar handen in haar schoot, de ene over de ander, en wisselde ze toen om. Het zou nog eeuwen duren voor Buck weer was teruggelopen door de gang en haar precies kon vertellen wat er was gebeurd. Hoewel… dat was niet eens nodig. Ze had het zelf ook gezien en het was duidelijk genoeg. Henry had haar plan niet door; hij was totaal ongevoelig voor haar listige manoeuvres. Ze legde haar handen weer over elkaar en frunnikte aan de gouden ketting van haar toneelkijker, tot haar moeder haar zei daarmee op te houden.

‘Ik kan het bevestigen, dames. Er zijn veel prachtige jurken te bespeuren in het publiek vanavond, maar geen van alle zijn zo mooi als de jurken in de loge van de familie Hayes,’ zei Buck toen hij eindelijk weer plaatsnam op zijn stoel. Penelope voelde aan dat hij nog meer complimenten wilde maken, maar ze wuifde ze weg met haar hand. Wat maakte het ook uit dat ze zoveel mooier was dan alle andere meisjes als Henry zo blind was? Haar hart bonsde in haar keel, maar ze moest stil blijven zitten en haar gezicht in de plooi houden. Voor het eerst in haar leven realiseerde ze zich wat een marteling het was om zoveel onrust te voelen vanbinnen terwijl ze daar aan de buitenkant niets van mocht laten zien.