Vijftien
Aangezien ze al erg populair was als debutante, is het niet verrassend dat de maandagen van de nieuwe mevrouw Schoonmaker altijd zeer druk bezocht zijn. Men kan erop rekenen dat iedereen die ertoe doet daar te vinden is…
– UIT DE RODDELRUBRIEK VAN DE
NEW-YORK NEWS OF THE WORLD GAZETTE,
MAANDAG 18 DECEMBER 1899
DE TWEEDE MEVROUW SCHOONMAKER STOND NIET alleen bekend om haar maandagen, maar ook om haar collectie meubels in Louis XIV-stijl, een combinatie van haar eigen verzameling antieke meubels en die van de eerste mevrouw Schoonmaker. Isabelle stond tevens bekend om haar miniaturen, om haar verfijnde gelaatstrekken, en natuurlijk om het gezelschap waarmee ze zich omringde. Lydia Vreewold en Grace Vanderbilt, die van dezelfde leeftijd waren en ook iets van die levendigheid en jeugdigheid bezaten die zo typerend was voor hun gastvrouw, zaten op een klein bankje bekleed met lichtturkooizen zijde en bespraken welke kleren ze wilden kopen die lente in Parijs. James De Ford, Isabelles jongere broer, stond voor een van de grote ramen die uitkeken op Fifth Avenue en luisterde naar de schilder Lispenard Bradley, die uitweidde over naaktfiguren. (De tweede mevrouw Schoonmaker had ook de ietwat ongepaste gewoonte om één of twee kunstenaars toe te laten tot haar vriendenkring.) Penelope Hayes ging onberispelijk gekleed in een oudroze zijden jurk en haar haar was geknipt in een korte pony die net op haar hoge witte voorhoofd viel. Zelfverzekerd stapte ze naar binnen tussen deze verzameling van dure meubels en gerenommeerde namen.
‘Penelope, liefje, je ziet eruit om op te eten,’ zei Isabelle terwijl ze haar gast bij de arm nam en haar over de met tapijten bezaaide vloer leidde, langs glimmende stoelen, verscheidene marmeren beelden en een paar hooggeplaatste mensen, die op hun gemak met elkaar zaten te praten. Penelope was het helemaal met haar eens, maar liet dat niet merken. Ze wendde slechts haar ogen af en mompelde een verlegen bedankje. Ondertussen keek ze discreet rond, met haar gezicht naar beneden gericht op de donkerpaarse patronen van de Hamadan-tapijten, in de hoop Henry te zien.
‘Arme Henry,’ ging Isabelle verder. Blijkbaar had ze in de gaten waar Penelope aan moest denken. ‘Zijn vader was woedend op hem om die kleine uitbarsting bij de opera. Dat is toch belachelijk? Zaten jij en ik en iedereen niet te wachten op wat afleiding, precies op dat moment?’
‘O, waarschijnlijk wel, al kan ik me geen uitbarsting herinneren,’ antwoordde Penelope en ze probeerde haar bedeesde stem wat vriendschappelijker te laten klinken. Ze pakte de kleine, zachte hand van haar gastvrouw en leunde vertrouwelijk naar de oudere dame toe. ‘Was uw echtgenoot erg boos?’
‘Dat was hij zeker. Het was een en al geschreeuw toen die arme Henry thuiskwam.’ Isabelle praatte op zachte, vertrouwelijke toon, terwijl ze ondertussen langzaam en statig naar de buffettafel liepen.
Een aantal gasten had de nieuwe aanwezige opgemerkt, maar Henry, die in zijn eentje op een chaise longue in de hoek zat, zat nors naar het plafond te staren. Hij had haar niet eens gezien, realiseerde Penelope zich, en ze voelde de woede achter in haar keel branden. ‘Mijn echtgenoot is bang dat Henry iets zal doen wat de familie te schande zal maken, net nu de mensen zo enthousiast reageren op zijn campagne voor het burgemeesterschap,’ ging Isabelle op dezelfde toon verder. ‘Maar natuurlijk steunt men hem vooral uit medelijden met Henry, omdat hij Elizabeth heeft verloren en zo… dus het is een behoorlijk dilemma voor mijn man. Hij kan Henry ook niet te zwaar straffen.’
‘Nee, ik begrijp het.’ Ze waren aangekomen bij de buffettafel, en meteen stapelde Isabelle een kleine verzameling petits fours op een bordje. Penelope stond zichzelf toe een lange, ongegeneerde blik te werpen op Henry, die echter niet werd beantwoord. Hij droeg zijn gebruikelijke zwarte jas en broek, en de huid rond zijn haast vrouwelijk mooie ogen zag paars van vermoeidheid.
Isabelle schonk voor hen allebei een kop thee in en bekeek haar nieuwe vriendin ondertussen aandachtig. Ze streek een gouden krul uit haar gezicht en sprak op zachte toon. ‘Mijn man is eigenlijk best mild geweest, als je bedenkt hoe woest hij normaal gesproken kan worden. Ik denk dat Henry er zo somber uitziet omdat hij Elizabeths dood totaal niet kan verwerken.’ De dames pakten hun theekopjes en liepen naar een paar stoelen bij het raam, zodat ze er extra voordelig uit zouden zien in het middaglicht. Penelope en Isabelle wisten allebei wat de voordelen waren van dit plekje, zonder ook maar iets tegen elkaar te hoeven zeggen. ‘Weet je, ik denk dat het minder hard aankomt als een man zijn echtgenote verliest, want dan heeft hij al een tijdje van haar aanwezigheid kunnen genieten. Maar een verloofde verliezen is alsof je een maaltijd krijgt voorgeschoteld die vervolgens meteen weer wordt weggehaald, zonder dat je ook maar één hapje hebt kunnen nemen…’
Penelope knikte meelevend, hoewel ze zeker wist dat Henry nooit van zijn leven een gerecht als Elizabeth zou hebben besteld. Isabelle zuchtte en stopte de helft van een klein groen schuimgebakje in haar mond. Terwijl ze dat deed, hief ze haar ogen genietend naar het gewelfde plafond.
‘Het ziet ernaar uit dat Henry behoorlijk volwassen is geworden door het verlies van zijn verloofde,’ zei Penelope zachtjes, hoewel ze er niets van meende. Ze gluurde over de rand van haar theekopje om te zien of het onderwerp van gesprek nog steeds de andere kant op keek.
‘O, dat zou ik wel denken, hoewel mijn man het daar totaal niet mee eens is.’ Isabelle leunde naar voren en legde haar hand op Penelopes arm. ‘Hij is doodsbang dat Henry straks helemaal niet meer zo verdrietig is om deze ellendige zaak.’
‘Dat klinkt alsof het alleen maar om het geld ging.’ Penelope meende dat haar nieuwe ik zo zou reageren, maar zodra ze het had gezegd, vroeg ze zich af of ze niet al te afkeurend klonk over haar toekomstige schoonfamilie. Het was niet eenvoudig om vrienden te maken als je je moest gedragen als een braaf meisje.
‘Ach hemel, het is natuurlijk niet aardig om het zo te zeggen. Vooral omdat jij zo’n goede vriendin was van Elizabeth.’ Berouwvol stopte Isabelle de rest van de petit four in haar mond en slikte hem door. ‘Het is ook zo jammer voor Elizabeth, en voor haar familie. Het zou voor hen toch heel mooi geweest zijn als ze wel met Henry was getrouwd. Heb je de verhalen gehoord over hun situatie?’
Penelope knikte ernstig en zorgde ervoor dat er geen glimlach op haar gezicht viel te bespeuren. Ze was het bedroevende bezoekje van het vroegere kamermeisje van de Hollands haast vergeten, maar dacht er nu met een zekere voldoening aan terug. Niets was zo beschamend als een bediende die zich tegen haar werkgevers keerde.
‘Maar natuurlijk zou het voor Elizabeth ook heel wat geweest zijn om mevrouw Henry Schoonmaker te worden. Ze was vast een goede echtgenote geweest.’ Isabelle zuchtte en zette haar lege bordje op een kleine tafel met een marmeren blad en een overdadig versierde poot. Toen zakte ze weer terug in haar stoel en draaide haar gezicht naar Penelope. Er waren meisjesachtige blosjes op haar wangen verschenen. Eerst had er nog bezorgdheid in haar blik gelegen, maar nu glommen haar ogen ondeugend. ‘Je weet toch wat ze zeggen, dat het leven van een vrouw pas begint als ze getrouwd is? Ik had geen idee hoezeer dat klopte tot ik zelf trouwde.’
‘Echt?’ reageerde Penelope met eenzelfde schittering in haar ogen. Ze had altijd medelijden gehad met Isabelle. Ze leek iemand met wie je wel plezier kon hebben en ze had veel aanbidders gehad als debutante, waaronder Penelopes eigen broer, Grayson, als ze zich niet vergiste – en nu was ze getrouwd met een bazige saaie oude man. Ze was blij te horen dat het niet zo verstikkend was om mevrouw William Schoonmaker te zijn als ze had gedacht. ‘Maar ik ben altijd bang dat je als getrouwde vrouw alleen nog maar de dingen kunt doen die je man wil, en dat klinkt lang niet zo aantrekkelijk.’
‘Ach welnee, liefje, zo is het helemaal niet. Als je eenmaal getrouwd bent, zullen de mensen je nergens meer van verdenken.’ Hierop gaf Isabelle haar een knipoog en ze pauzeerde even om haar handen te verleggen en Penelope behoedzaam te bekijken. Penelope had het gevoel dat ze nu net zo uitvoerig werd bestudeerd als ze normaal gesproken zelf deed bij anderen. Het was alsof Isabelle door haar heen probeerde te kijken. ‘Weet je… ik heb altijd gedacht dat Elizabeth een goede mevrouw Henry Schoonmaker zou zijn geweest, zoals ik al zei… maar ze was niet mijn eerste keus voor een schoondochter.’
Bij het horen van deze opmerking, spreidden Penelopes volle rode lippen zich onwillekeurig tot een brede glimlach. Ze wendde haar blik af, zodat ze niet al te gretig leek, en legde haar blanke vingers op de glanzende eiken knop van haar stoel. ‘Wat voor schoondochter had je dan gewild?’
‘O…’ Isabelle ging bedachtzaam verzitten in haar stoel. ‘Eentje die niet zo… ontzettend braaf was, denk ik. Elizabeth zou altijd het wasgoed komen inspecteren en me berispen als ik grof was tegen een of andere oude sukkel, denk je niet?’
Penelope knikte, misschien iets te snel.
‘Niets dan goeds over de doden, hoor,’ ging haar gastvrouw verder. ‘Maar naar mijn idee zou iemand een beetje… een beetje meer als jij een veel betere toevoeging zijn aan de Schoonmakerfamilie.’
De twee jongedames keken elkaar lange tijd aan, met een uitdrukking van wederzijds begrip op hun gezicht.
‘Vertel eens, hoe gaat het eigenlijk met je broer? We missen hem wel hier in New York…’
‘Wie, Grayson?’ Haar broer zat nu al enige jaren voor zaken in het buitenland. Penelope glimlachte en gaf haar gastvrouw zoveel mogelijk informatie over hem als ze kon. De twee dames praatten hartelijk verder, ze zaten zo dicht bij elkaar dat hun lange zijden jurken over elkaar lagen gedrapeerd op het tapijt. Toen de butler in de deuropening verscheen om Teddy Cutting aan te kondigen, keken Isabelle en Penelope allebei op. Geïnteresseerd keken ze toe hoe Teddy naar Henry liep en op zachte toon met hem begon te praten, zonder de moeite te nemen om te gaan zitten.
‘Wat onbeschoft van meneer Cutting om jou niet eerst te begroeten,’ mompelde Penelope.
‘Ik ben het helemaal met je eens,’ antwoordde Isabelle, hoewel ze totaal niet beledigd klonk, ‘al is het natuurlijk ook Henry’s huis.’
Henry was ondertussen opgestaan; ze hadden blijkbaar iets afgesproken.
‘Hallo, meneer Cutting!’ riep Isabelle uit. Iedereen in de kamer keek om, maar dat kon hun gastvrouw blijkbaar niets schelen. Ze had Penelopes hand weer vastgepakt, alsof ze wilde impliceren dat ze slechts handelde in het belang van deze jongere vrouw. ‘U zult toch zeker niet vertrekken zonder mij te begroeten?’
Iedereen in de kamer had de aandacht nu gevestigd op de twee stoelen bij het raam. Penelope leunde naar voren, zodat ze er op haar mooist uitzag in het late zonlicht. Ze zag dat Teddy duidelijk opgelaten op zijn plek bleef staan en zijn jasje goed deed, hoewel dat al prima zat. Het ongemakkelijke moment duurde voort, en Teddy keek naar Henry alsof die wist wat hij nu moest doen. Maar tot Penelopes grote woede en teleurstelling haalde Henry slechts zijn schouders op en liep naar de rijkelijk versierde eiken deurpost.
Penelope had amper in de gaten dat Teddy enigszins beschaamd in beweging kwam en naar zijn gastvrouw liep om haar te begroeten met een handkus.
‘Mijn excuses dat ik niet meteen naar u toe kwam, mevrouw Schoonmaker,’ zei hij. De rimpels rond zijn grijze ogen wezen erop dat hij het meende.
Als Penelope niet zo perplex was geweest door het feit dat Henry geen greintje interesse in haar had getoond, had ze zich misschien afgevraagd waarom Isabelle ineens flirterig met haar ogen knipperde naar die saaie oude Teddy, en of dit hetgeen was wat ze had bedoeld toen ze had gezegd dat getrouwde vrouwen meer plezier hadden. Maar op dat moment werd Penelope compleet in beslag genomen door Henry’s verbijsterende onverschilligheid.
‘Juffrouw Hayes,’ zei Teddy, ‘het is ook een genoegen u te zien.’
‘O, hallo Teddy,’ antwoordde Penelope en ze strekte haar hand uit. Ze voelde de zachte druk van zijn lippen door haar handschoenen heen. ‘Waar is je vriend naartoe?’
‘Wie, Henry? We gaan met een paar jongens racen met de vierspan in het park en Henry gaat mee. Hij is naar de stal om instructies te geven.’
Met moeite wist Penelope een zwak glimlachje op haar gezicht te toveren, terwijl Teddy een paar verplichte beleefdheden uitwisselde met mevrouw Schoonmaker. Toen ging hij ervandoor en nam alle hoop om Henry die middag nog te zien met zich mee.
‘Zie je,’ zei Isabelle, terwijl ze Penelopes hand wederom pakte. ‘Henry is duidelijk van slag door Elizabeths overlijden. Dat is nog het meest te merken aan zijn verslechterde manieren.’
Tot op dat moment zou Penelope Henry’s onverklaarbare gedrag nooit in verband hebben gebracht met Elizabeths dood, maar nu begon ze zich toch af te vragen of het misschien waar kon zijn. Ze kon duidelijk merken dat ze Isabelle al voor zich had gewonnen, en zij leek wél te geloven dat dit de oorzaak was van Henry’s vreemde gedrag. Penelope sloot haar ogen en dacht aan Elizabeth, hoe koel en vastberaden ze was geweest toen ze het plan had voorgelegd dat haar voor altijd van New York en van Henry’s aandacht zou verlossen. Tot dan had Penelope nooit verwacht dat Liz tot zoiets in staat was, en dat was niet eens de grootste verrassing geweest die dag. Nee, Penelope had moeten bekennen dat er voor haar nog wel het een en ander te leren viel en dat er ook nu, halverwege december, nog steeds een paar dingen waren die ze verkeerd zag.
‘Maar maak je geen zorgen,’ zei Isabelle. ‘Want hoewel Elizabeth zeker haar charmes had, zullen we hem doen inzien dat er ook andere dames zijn die wellicht beter bij hem passen.’
Penelope knikte en glimlachte haar vertrouwelijk toe. Ze merkte dat ze het niet langer erg vond dat Henry’s voortdurende neerslachtigheid misschien te maken had met Elizabeths dood. Want als dat zo was, als Henry inderdaad te verdrietig was door Elizabeths ‘dood’ om in te kunnen zien dat Penelope de ware voor hem was, dan was dat gebaseerd op een misverstand dat zijzelf makkelijk uit de wereld kon helpen.