Achtentwintig
Geen enkele man gelooft dat hij door de pers correct wordt afgeschilderd.
– MIJN BESCHRIJVING VAN DE
SOCIETY,
DOOR ‘DE SPEELSE CAVALIER’, DECEMBER 1899
DE DAG VOOR KERSTAVOND VERLIEP RUSTIG VOOR VOORnaam New York. Het was een korte dag geweest, de zon was vroeg ondergegaan. Voor Henry was het zelfs alsof het helemaal geen dag was geweest. Hij had de hele nacht zitten piekeren in zijn eigen kamer, was pas laat in een rusteloze slaap gevallen, en toen hij om vijf uur in de middag wakker was geworden, was het alweer compleet donker. Het leek wel één lange, ononderbroken avond, want hier zat hij weer, in dezelfde salon met dezelfde mensen. Hoewel: dezelfde? Er waren er nog een paar bijgekomen vanavond: Lucy Carr en meneer Gore. Blijkbaar had Isabelle behoefte aan wat meer vermaak en had ze haar zin doorgedreven, want normaal gesproken zou de oude Schoonmaker een gescheiden vrouw nooit twee keer in één week zijn huis binnenlaten, en al helemaal niet tegelijkertijd met een man die zo vaak zonder zijn vrouw werd gezien. Ze waren met zijn vieren aan het bridgen: mevrouw Schoonmaker, mevrouw Carr, Gore en Penelope Hayes, die Henry als een roofvogel in de gaten hield, zonder ook maar één keer direct zijn kant op te kijken.
‘Bridge,’ zei Henry met zijn neus nog boven zijn glas cognac. ‘Is dat niet een erg ongepaste bezigheid voor een dame?’
‘Alleen als ze het in grote groepen speelt of in de grote hotels of op plekken die ze niet kent,’ antwoordde zijn vader, die al een tijd zwijgend naast hem had gezeten en steeds roder aanliep van zijn zoons favoriete drankje.
‘Met andere woorden, alleen als ze gezien wordt?’
‘Precies. En niet iedereen wordt zo vaak gezien als jij, mijn jongen.’
Henry knikte en nam een slok. Ongeduldig met zijn vingers op de met goud ingelegde armleuning van zijn stoel tikkend, bedacht hij dat als hij niet zou zijn gezien op die ene avond pasgeleden, hij nu de deur uit had kunnen gaan om uit te zoeken wat er precies was voorgevallen tussen Teddy en Diana. In plaats daarvan zat hij echter zijn tijd te verdoen in de salon van het herenhuis van zijn familie aan Fifth Avenue.
Hij hoorde dat de bedienden in de aangrenzende kamers voorbereidingen troffen voor het feest dat mevrouw Schoonmaker organiseerde op kerstavond. Ze had al een paar keer geklaagd over het lawaai en dat het zo zwaar was om zoveel voorbereidingen te moeten treffen. Henry realiseerde zich dat hij in dezelfde kamer zat waar een paar maanden geleden ook zijn verloving was aangekondigd, en hij had het idee dat alle tegenslag van de laatste tijd het gevolg was van die ene laffe daad.
‘Wat is juffrouw Hayes toch een braaf en net meisje.’ Zijn vader nam een slok nadat hij dit had gezegd, maar liet wel merken dat dit niet zomaar een losse opmerking was.
‘Daar dacht u vroeger wel anders over.’
‘Mensen veranderen als ze iets ergs meemaken.’ Henry’s vader ging verzitten in zijn antieke stoel, die kraakte onder zijn enorme gewicht, en bracht zijn borrel van de ene naar de andere hand. ‘Sommige mensen, tenminste,’ voegde hij er venijnig aan toe.
Misnoegd nam Henry een slok en leunde met zijn hoofd tegen zijn vuist, terwijl hij ondertussen zo ver mogelijk bij zijn vader vandaan schoof. Zijn blik gleed over de glanzende vloer, die werd bedekt door donkere tapijten, en bleef vervolgens rusten op Penelope. Ze leunde met haar bovenlichaam over de kleine kaarttafel en was gekleed in een lichtgele jurk met gouden kralen rond de buste. Haar donkere haar was hoog opgestoken, en het licht uit de aangrenzende kamer benadrukte de contouren van haar lange, elegante hals. Ooit had hij die hals gekust, maar nu voelde hij geen enkel verlangen om dat weer te doen. Ze strekte haar hals om indruk te maken. Op hem, dat wist hij. Maar ook op zijn vader, en hij walgde bij het idee.
Zijn gedachten werden abrupt onderbroken toen de butler in de deuropening verscheen en een naam aankondigde waar hij veel aan had gedacht de laatste tijd. Nog voor de laatste lettergeep van de naam ‘Teddy Cutting’ was uitgesproken, was Henry al opgestaan uit zijn stoel en naar de deur gelopen. Hij kwam Teddy tegemoet, keek hem in de ogen en zei alleen maar: ‘Jij.’
‘Ook goedenavond,’ antwoordde Teddy lichtelijk geamuseerd. ‘Ik heb net gedineerd bij Delmonico’s. Iedereen vroeg naar je.’
‘Ik moet met je praten.’ Henry’s ogen schoten door de kamer terwijl hij zijn arm ruw door die van Teddy haakte. Tot zijn grote ergernis maakte Teddy zich los uit zijn greep en liep naar de kaarttafel, waar hij iedereen groette. Pas nadat hij het hele rondje had gemaakt, stond hij toe dat Henry hem meetrok de gang op. Teddy was gekleed in een jasje dat volgens Henry duidelijk was gekopieerd van zijn eigen stijl en zijn blonde haar was donker van de pommade waarmee hij het in een strakke zijscheiding had gekamd. De glimlach die om zijn lippen speelde was enigszins verbaasd.
‘Ik heb de krant gelezen,’ siste Henry zodra ze buiten gehoorafstand van de anderen waren. De muren van de kamer waren donkerrood en in de hoeken stonden koperen potten met gigantische varens.
‘Welke krant?’ vroeg Teddy. Hij nam nog steeds een lichtelijk geamuseerde, onschuldige houding aan, wat Henry’s woede er niet bepaald minder op maakte. Hij had zijn hoge hoed nog in zijn hand en tikte ermee tegen zijn dij, alsof hij zich verveelde. ‘Het is echt jammer dat je nu alweer huisarrest hebt, zo kort na het einde van je rouwperiode…’ ging hij verder. ‘De kameraden missen je.’
‘De krant met het artikel over jou en Diana Holland.’
‘Waar heb je het over?’ vroeg Teddy terwijl hij voor een marmeren nimf bleef staan en zijn vriend eindelijk in de ogen keek.
‘Die “Cavalier”-rubriek,’ antwoordde Henry fel. ‘Die ene waarin staat dat jij een intiem gesprek had met mijn… met de jongedame met wie ik volgens jou op dit moment geen romantische relatie moest beginnen.’
Teddy aarzelde, en zijn grijze ogen keken terug naar de kamer waar de anderen in lachen uitbarstten over het een of ander. Alle geamuseerdheid was van zijn gezicht verdwenen. Hij tikte met zijn voet op de parketvloer en dacht even na over zijn antwoord. ‘O, Henry, je gelooft toch niet echt…’ Hij stopte en schudde zijn hoofd. ‘Dat blad waar Florence zo van overstuur was? Heb je gelezen wat erin stond over haar, Henry? Waarom zou ik me druk maken om wat er over mij staat, als…’
Henry bleef Teddy furieus aankijken. Zonder dat hij er iets aan kon doen, was zijn woede opgelaaid, en nu was hij niet meer in staat die te onderdrukken. Teddy keek hem aan met een rustige, serieuze blik in zijn ogen, zoals wel vaker laat in de avond als er te veel drank had gevloeid. Henry kon bijna zijn eigen angstaanjagende gezicht zien in de grote ogen van zijn vriend. Het gelach uit de kamer aan het andere einde van de gang leek mijlenver weg.
‘Ik heb dat van Florence niet gelezen,’ zei Henry uiteindelijk met dichtgeknepen keel.
‘Henry… de schoonmoeder van mijn zus en mevrouw Holland hebben samen geregeld dat ik Diana zou begeleiden naar een klein diner. Ik vond haar gezelschap erg aangenaam, net als dat van haar zus vroeger, maar je weet dat er niets speelt tussen ons.’ Hij bleef hem aankijken met diezelfde serieuze blik in zijn ogen, en Henry voelde zijn woede ietwat afzwakken. ‘Maak jezelf niet belachelijk met dit soort beschuldigingen,’ besloot Teddy scherp.
‘Oké, oké.’ Henry zuchtte en sloeg zijn hand voor zijn gezicht. Hij wilde bijna vragen waarom ze dan gisteravond niet naar hem toe was gekomen als er niets was tussen zijn vriend en Diana, maar hij hield zichzelf tegen. Niet omdat hij bang was dat Teddy geschokt zou zijn, het was eerder omdat hij plotseling weer de behoefte voelde om Diana in bescherming te nemen. En om het geheim van haar zus te bewaren, waar die ook mocht zijn.
‘Je houdt van haar,’ merkte Teddy kalm op.
‘Ja,’ antwoordde Henry zonder een greintje ironie in zijn stem.
Teddy keek op naar de gipsen ornamenten aan het plafond. ‘Mijn hemel, je maakt het jezelf niet bepaald gemakkelijk, hè?’
‘Nee.’
‘Dat besef je zelf ook.’
‘Ja.’ Henry stopte even. Hij kende Teddy al heel lang, maar dit was de eerste keer dat ze zo’n diepgaand gesprek voerden. ‘Maar ik heb dit ook nog nooit gevoeld.’
Zijn vriend bekeek hem aandachtig. Enkele seconden gingen voorbij en voor de eerste keer in zijn leven was Henry bang om het oordeel van zijn vriend aan te horen. ‘Dan moet je naar haar toe.’
Henry zuchtte diep en had nu pas door dat hij zijn adem al die tijd had ingehouden. ‘Ik mag het huis niet eens uit.’
Nu pas haalde hij zijn hand voor zijn ogen weg, en hij zag dat zijn vriend knikte. Teddy legde zijn hand op Henry’s arm en leunde naar voren, om een blik te kunnen werpen in de kamer waar het haardvuur knapte en waar men luidruchtig aan het kaarten was.
‘Je vader is even weg,’ merkte Teddy op.
De twee mannen keken elkaar aan en draaiden zich toen om. Zonder op te vallen liepen ze terug naar de anderen.
‘Wat is hij toch saai,’ zei Teddy plagend toen ze weer naast de kaarttafel stonden, en hij gaf Henry een zachte por.
‘Ja, dat vind ik ook!’ zei Isabelle enthousiast, maar zonder op te kijken van haar kaarten. Kaartspelen was haar enige ondeugd, zoals zijn vader een aantal keer had opgemerkt, hoewel Henry het daar niet mee eens was.
‘Mij bevalt die nieuwe Henry anders wel,’ zei Penelope op zo’n zachte toon dat Henry zou zweren dat het de stem van een ander meisje was geweest als hij het haar niet zelf had zien zeggen.
‘Ik ga naar bed,’ ging Henry verder, terwijl hij angstvallig probeerde te verbergen dat hij weer vol energie zat en dat zijn gedachten nu al op hol sloegen.
‘En ik ga kijken wat de stad’s avonds zoal te bieden heeft aan een jongeman als ik.’
Beide mannen liepen weg van de marmeren tafel over het donkerpaarse tapijt. Het licht van het haardvuur speelde over het smalle, gele bovenstuk van Penelopes jurk en over haar verbaasde gezicht.
‘Dan wens ik jullie beiden een goedenacht,’ zei mevrouw Schoonmaker, die nu pas opkeek van haar kaarten. Ze wierp Penelope een vluchtige blik toe. ‘Meneer Schoonmaker heeft zich geëxcuseerd, hij werd onverwacht naar de club geroepen. Een of ander saai politiek probleem.’
‘Goedenacht,’ zei de rest in koor.
De twee mannen liepen naar de deur. Toen ze eenmaal in de gang stonden, draaide Henry zich naar zijn vriend alsof hij hem gedag wilde zeggen. Teddy gluurde voorzichtig achterom en knikte kort terwijl hij zijn hoed aan Henry gaf. De twee mannen schudden elkaar de hand en liepen toen langs elkaar heen, Teddy in de richting van Henry’s vertrekken en Henry – met de hoed diep over zijn hoofd getrokken – naar de koets van de Cuttings die buiten op de stoep stond te wachten.