37
In Milaan was het warm. Het was niet haar bedoeling geweest hier terug te komen, maar er was de plotselinge mogelijkheid een pitch te houden bij een geslaagde popster die een huis aan het Como-meer had gekocht. Zijn financieel adviseurs hadden een gesprek met InvestorCorp aangevraagd. Robin Barrymore, degene die verantwoordelijk was voor de Europese cliënten, was net vader geworden en had nog vrij. Hij had wel naar kantoor gebeld en gezegd dat hij best bereid was tot een gesprek met de adviseurs van de popster, maar Darcey had gezegd dat hij rustig aan het vaderschap moest wennen en dat zij wel zou gaan. Pas toen ze had opgehangen, besefte ze dat het Robin waarschijnlijk niets kon schelen om een paar dagen minder van de baby te genieten. Misschien was hij wel groot fan van die popster!
Helaas zou het gesprek niet plaatsvinden in de villa van de popster, maar in de van airconditioning voorziene kantoren van de financieel adviseurs, die haar stevig ondervroegen over Investor-Corp. Ze stelden diepgaander vragen dan ze gewend was.
‘Hij is al eens bedrogen,’ zei Antonio Mantovani toen ze daar iets over zei. ‘Alles moet zijn zoals je zegt. Onze cliënt wil nooit meer hoeven werken.’
Daar kon Darcey inkomen. Hoewel ze zich moeilijk kon voorstellen dat de woeste ster van de jaren zeventig voortaan een rustig leventje wilde leiden met als enige verzetje het uitzicht over een Italiaans meer.
Ze had geen positief gevoel over het gesprek, en het verbaasde haar dan ook toen Antonio en zijn collega haar uitnodigden om die avond met hen te gaan eten. Ze kozen een echt goed restaurant uit, niet dat waar ze meestal met Rocco naartoe ging. Het werd een aangename avond, en ze was het met de anderen eens dat de popster een prachtig stukje van de wereld had uitgekozen om van zijn pensioen te genieten. En dat zoiets veel prettiger moest zijn dan voortdurend op tournee gaan met zijn band.
Omdat de volgende dag een vrijdag was, besloot ze niet meteen naar het kille Edinburgh te gaan, maar zichzelf te trakteren op een weekendje in haar lievelingsstad. Het weekend werd nog fijner toen de adviseurs belden om te vertellen dat de popster met InvestorCorp in zee wilde. Ze bedankte hen uitbundig, klikte het mobieltje dicht en stak haar vuist triomfantelijk in de lucht.
Ze maakte een wandelingetje door de stad, en ging toen nog even shoppen. Jaloers keek ze naar de goedgeklede mannen en vrouwen die er prima uitzagen, ook al vielen de mussen zowat van het dak, en was het eigenlijk veel te warm om te flaneren.
Na de lunch dacht ze erover om Rocco te bellen en iets af te spreken. Maar ze stelde het steeds uit omdat ze vond dat het een stap achteruit zou zijn, en ze wilde juist voorwaarts.
Toen ze door een beschaduwd zijstraatje liep, werd haar aandacht getrokken door de etalage van een makelaar. Ze bleef staan om naar de foto’s te kijken van nieuwe, oude en half ingestorte panden die in de omgeving te koop stonden. En opeens besloot ze te gaan kijken naar panden in de buurt van het meer.
Een uur later stond ze in een veld voor een pand dat bijna een ruïne was. De zon brandde op haar schouders, en het dorre gras kietelde haar kuiten. Het leek waarschijnlijk in niets op de villa van de popster, maar ze herinnerde zich wel dat toen ze foto’s van zijn huis had gezien, ze de kriebels had gekregen om eens naar huizen te gaan kijken. Ook al was het in Lombardije en niet in Toscane. Dit huis was een ware ruïne, met onkruid dat door het dak groeide en met scheef hangende luiken voor de ramen.
‘Er moet het een en ander worden gerestaureerd,’ zei de makelaar. ‘Maar het pand staat op een schitterende locatie. Vanuit de bovenramen kun je het meer zien.’
Het huis had inderdaad iets, maar ze wist niet of ze wel de juiste persoon was om het in zijn oude glorie te herstellen. Bovendien had ze de hypotheek op haar appartement in Dublin nog niet afbetaald. Ze wist ook nog niet goed wat ze met dat appartement moest doen. Ze zou het kunnen verhuren, maar ze vond het geen fijn idee dat iemand anders daar zou rondlopen. InvestorCorp had een tijdelijke regeling getroffen voor de verblijfskosten in Edinburgh, maar de gedachte aan iets permanents daar drukte ze weg. Het was vast niet slim om geld te gaan lenen om een Italiaanse ruïne te kopen. Maar, dacht ze terwijl ze om het pand heen liep, het is prachtig, er is zeer zeker iets van te maken. Jammer dat ze met dat kraslot honderd euro had gewonnen en niet een paar ton…
Ze besefte dat de makelaar haar in de gaten hield. Waarschijnlijk denkt hij dat ik volslagen gek ben, dacht ze, net zoals dat gezin dat zelf olijven wilde telen. Dat het zo ontzettend moeilijk had gehad in dat afgelegen plaatsje, en dat er bijna aan onderdoor was gegaan. Maar uiteindelijk was het allemaal goed gekomen. Ze hadden zelfgebakken brood gegeten dat ze in hun eigen olijfolie hadden gedoopt. Ze hadden gezegd dat hun droom werkelijkheid was geworden.
Misschien is míjn droom geen ruïne in Toscane, maar een hoge piet zijn bij InvestorCorp, dacht ze terwijl ze naar de makelaar toe liep. Misschien heb ik al die tijd niet geweten wat mijn droom eigenlijk is.
Ze liet de makelaar vertellen over andere panden, en gaf hem haar e-mailadres en telefoonnummer zodat hij haar op de hoogte kon houden. Om hem niet al te veel valse hoop te geven, zei ze dat het meer iets voor de toekomst was. Maar de makelaar zei lachend dat iederéén in Italië wilde wonen, en dat het haar goed zou doen om te wandelen in de Italiaanse zon, en dat hij het haar zou laten weten wanneer er iets veelbelovends op de markt zou komen.
Darcey lachte en knikte, en was blij toen ze kon ontsnappen naar het hotel. Ze nam het zichzelf kwalijk dat ze naar een pand was gaan kijken dat ze toch niet ging kopen. Maar al met al was het toch een plezierige middag geweest.
Ze nam een douche en ging gehuld in de dikke badjas aan het raam zitten. Ze had uitzicht op een appartementencomplex, ze kon mensen op het balkon zien zitten. Ze vond het leuk hen te zien eten, ze vond het een aantrekkelijk idee dat ze zoveel buiten deden. Maar ze kreeg ook honger van al die heerlijke geuren, dus bladerde ze in het menu van de roomservice. Ineens vond ze het een beetje zielig om op haar kamer te eten, dus trok ze een spijkerbroek aan en een knalroze T-shirt dat ze had gekocht van het kraslotgeld. Haar haar was nog vochtig van het douchen, maar ze had geen zin het te drogen. Voor één avondje kon ze wel met een warrige bos lopen.
Het restaurant op de eerste verdieping, met een balkon dat uitkeek over een binnenplaats, was halfvol. Een ober bracht Darcey naar een tafeltje bij het balkon en overhandigde haar de menukaart. Ze bestelde spaghetti carbonara en een halve literfles frascati. Vervolgens ging ze in het Italiaanse roddelblaadje zitten lezen dat ze eerder die dag had gekocht.
Even later genoot ze al lezend van de heerlijke spaghetti en de frisse wijn. Zonder erbij na te denken was ze domweg gelukkig.
‘Hoi.’
Ze had net een hap spaghetti genomen, die ze haastig wegwerkte. ‘Wat is er?’ vroeg ze. ‘Wat doe jíj hier?’
‘Er is niks,’ antwoordde Neil Lomond. ‘Mag ik erbij komen zitten?’
Ze knikte en legde haar vork neer.
‘Sorry als ik stoor,’ zei hij.
‘Je stoort helemaal niet.’ Ze sloeg het tijdschrift dicht en schoof het weg. ‘Is er iets? Heb je geprobeerd me te bellen? Sorry, maar ik had mijn mobieltje uitgezet.’
‘Er is niks,’ herhaalde hij. ‘En als ik op zo’n mooie plek was, zou ik mijn mobiel ook uitzetten.’
Vragend keek ze hem aan.
‘Stoor je niet aan mij,’ zei hij. ‘Eet alsjeblieft door.’
‘Ik was bijna klaar.’
‘Sorry.’ Maar hij zag er niet uit alsof iets hem speet, want hij grijnsde breed. ‘Jij bent de enige die ik ken die op een elegante manier spaghetti kan eten.’
Ze glimlachte flauwtjes. ‘Niet echt. Daarom bestel ik altijd spaghetti met een bleke saus.’
‘Nou ja, maar je krijgt die slierten wel aan je vork,’ zei hij. ‘Ik heb even naar je gekeken, en ik was diep onder de indruk.’
‘Dank je. Zeg, ik wil niet onbeleefd zijn, maar wat doe je hier eigenlijk?’ Ze voelde aan haar haar, in de wetenschap dat het waarschijnlijk alle kanten op stond.
Hij trok de stoel tegenover de hare uit en nam plaats. Ze schonk een glas wijn voor hem in.
‘Hoe bevalt Edinburgh je?’ vroeg hij.
‘O, best,’ zei ze. ‘Er werken mensen die deugen. Ik kan goed met ze opschieten, en op het ogenblik ben ik een strategie voor volgend jaar aan het uitstippelen.’ Ze glimlachte. ‘Dit reisje werd me in de schoot geworpen, ik ben heus niet van plan weer de wereld af te reizen. Maar het is fijn om hier weer te zijn.’
‘Je lievelingsstad,’ zei hij.
Ze haalde haar schouders op. ‘Ja, eigenlijk wel.’ Weer glimlachte ze. ‘Vanmiddag ben ik huizen gaan kijken. Nou ja, we reden erlangs, we zijn alleen uitgestapt bij een ruïne.’
Met opgetrokken wenkbrauwen keek hij haar aan. ‘Toch de olijven?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, daar ben ik nog niet klaar voor. Misschien ooit. Ik zou natuurlijk ontslag kunnen nemen bij InvestorCorp, mijn appartement verkopen en verhuizen naar Italië en daar op zoek gaan naar een baan. Maar dat zou alleen een verandering van locatie betekenen. Zoiets wil ik pas als ik mijn leven wil veranderen.’
‘Alleen op die manier?’
‘Tenzij ik de lotto win.’ Ze grijnsde erbij. ‘Je weet maar nooit… Laatst heb ik met een kraslot honderd euro gewonnen.’
‘Je zei altijd dat je nooit eens iets won.’
‘Ik win ook nooit iets,’ reageerde ze zuur. ‘Ik vroeg me al af of het soms een voorteken was. Alleen geloof ik niet in voortekens.’
‘Als je ontslag zou nemen bij InvestorCorp, wat zou je hier dan gaan doen?’ vroeg hij.
Ze haalde haar schouders op. ‘Dat weet ik dus niet. Misschien net zoiets als ik nu doe. Er moet immers brood op de plank komen. En ik ben niet zoals Nieve, die alles wat ze aanraakt in goud verandert.’
Vragend keek hij haar aan, dus vertelde ze hem over het telefoontje in het holst van de nacht. ‘Ze is dus bezig een boek te schrijven over de graaicultuur,’ zei ze. ‘Het wordt vast een bestseller.’
‘Vind je het echt niet erg dat ze getrouwd zijn?’ vroeg hij.
‘Het heeft lang geduurd voordat ik wat dan ook van hen niet erg vond, maar nu maakt het me allemaal niets meer uit.’
‘Wanneer kwam je daarachter?’ vroeg hij.
Met grote ogen keek ze hem aan. ‘Dit is echt een absurd gesprek, Neil,’ zei ze. ‘Ik heb je al weken niet gesproken, en nu vraag je in mijn hotel in Milaan of ik nog hou van mijn eerste vriend. Hoe wist je eigenlijk dat ik in Milaan was? En waarom kwam je ineens aan mijn tafeltje zitten? Wat is er toch aan de hand?’
‘Doe me een lol,’ zei hij, ‘en vertel het.’
Ze zuchtte diep. ‘Ik wist het gewoon. Als ik aan hem denk, voelt het niet meer alsof er een mes wordt omgedraaid in mijn hart. Als ik aan haar denk, word ik niet meer woedend. Als ik aan hen samen denk, wil ik niet meer haar ogen uitkrabben of me wenend in zijn armen storten. Ik vind het wel verdrietig dat ik mijn leven heb verpest door me er niet eerder overheen te zetten, maar ik ben blij dat het nu zover is. Ik hou niet van hem. Waarschijnlijk hou ik al jarenlang niet meer van hem, maar wilde ik dat niet toegeven. Maar ik heb me er dus overheen gezet.’ Ze glimlachte. ‘Ik heb dat nog nooit hardop gezegd. Het is heel bevrijdend. Ik hou niet meer van hem, ik heb me eroverheen gezet.’ Ze lachte hardop. ‘Ja, absoluut. Ik ben er helemaal overheen.’
‘Maar ik heb me nooit over jou heen gezet.’
Ineens wist ze niet wat ze moest zeggen, dus zei ze maar: ‘Pardon?’
‘Je hebt heel goed gehoord wat ik zei,’ zei hij.
‘Jawel, maar ik weet niet of ik het wel goed heb begrepen.’
‘Natuurlijk heb je het goed begrepen.’
‘Oké. Je zei dat je je nog niet over mij heen had gezet. En dat vind ik raar.’
‘Dat snap ik,’ reageerde hij. ‘Maar het is wel zo, Darcey. Ik heb je nooit kunnen vergeten. Als ik aan je denk, voelt het alsof er een mes wordt omgedraaid in mijn hart. En soms word ik woedend. En hoewel er niemand is wiens ogen ik zou willen uitkrabben, begrijp ik het wel.’
‘Neil!’
‘Gek, hè?’
‘Maar je had je bijna verloofd met een ander… En je hebt iets met Anna… En je wist het niet meer van de Marmite!’
Verwonderd keek hij haar aan. ‘Wat?’
‘Toen bij de quiz,’ legde ze uit. ‘Het Franse woord voor kookpot. Dat was je vergeten.’
‘Nee, hoor.’
‘En daarom heb je verloren. Ik dacht dat je het je wel zou herinneren, omdat het voor ons iets had betekend. Maar je wist het niet meer.’
‘Häagen-Dasz,’ zei hij zacht. ‘Daarna.’
Ze slikte iets weg. ‘Ik vroeg het, en jij zei dat je niet wist waar ik het over had.’
‘Wat had ik anders moeten zeggen?’
‘Maar waarom?’ vroeg ze.
‘Had ik je moeten laten weten dat ik het me nog goed herinnerde?’ vroeg hij op scherpe toon. ‘Had ik je moeten laten weten dat ik nog om je geef?’
Zonder iets te zeggen staarde ze hem aan. Toen streek ze door haar haar en deed haar best de plukken te temmen.
Hij keek ernaar. ‘Je haar zit prima zo,’ zei hij. ‘Ik vind het leuk.’
‘Neil, dit is te gek voor woorden. Ik weet niet wat ik moet zeggen.’
‘Sorry. De laatste tijd weet ik ook vaak niet wat ik moet zeggen.’
‘O?’
‘Het kwam doordat ik je weer zag,’ zei hij. ‘Doordat ik je weer sprak. Ik merkte dat je briljant bent in je werk. Ik besefte dat je alles min of meer een plaats had gegeven, en het speet me dat je dat niet eerder had gedaan, toen we nog getrouwd waren. Ik had je gemist.’
‘Neil, het is al acht jaar geleden!’
‘Het lijkt veel korter.’
‘Nee,’ zei ze zacht. ‘Helemaal niet.’
‘Ik word er gek van!’ ging hij verder. ‘Ik vond dat ik er eens met je over moest praten. Ik vond dat alles eens op een rijtje moest worden gezet.’
‘En Anna dan?’ vroeg ze opeens. ‘Anna is mijn vriendin. Jij hebt met haar gespeeld terwijl ik nog zo had gezegd dat je dat niet moest doen. Als wij… Als wij… Dan zou ik net als Nieve zijn. Dan zou ik haar vriend afpakken.’
‘Anna heeft me hiernaartoe gestuurd,’ vertelde Neil. ‘Ze zei dat ik mijn gevoelens ontkende. En ik zei dat dat onzin was en dat ze zich er niet mee moest bemoeien, dat ik precies wist wat ik voelde, maar ze wilde niet luisteren en stuurde me hierheen.’
‘Maar ik dacht dat jullie…’
‘Heel in het begin dacht ik dat het iets kon worden. Maar net zo heel in het begin besefte zij dat dat onmogelijk was. Dat wist ze omdat ze had gemerkt dat ik jou nog niet was vergeten. Dat ik nog stapelgek op je was. En ook al ontkende ik dat in alle toonaarden, en ook al zei ik dat ik op zoek was naar een ander, toch hield ze vol dat jij het helemaal was voor mij.’
‘Maar ze had me gevraagd hoe ik het zou vinden als jullie iets met elkaar zouden hebben!’
‘Ze kwam er algauw achter dat ik na jou nooit meer een langdurige relatie had gehad. Ze is een heel slimme en gevoelige vrouw, en onder andere omstandigheden zou het misschien hebben gewerkt. Maar ze wist nog voordat het tot mij was doorgedrongen dat het onmogelijk was.’
Een poosje keek ze hem zwijgend aan. ‘Daar heeft ze me niets over verteld.’
‘Ze dacht dat jij je gevoelens ook ontkende. En ze dacht ook dat als ze daar een opmerking over zou maken, jij je kont tegen de krib zou gooien.’
‘Arme Anna,’ zei Darcey nadenkend. ‘Ze wil zelf ook zo graag iemand.’
‘Ze zei al dat je zoiets zou zeggen. En ze zei dat ze niet zomaar iemand wil, maar dat ze wacht op de ware.’
‘Misschien,’ zei Darcey. ‘Maar soms denk je dat je de ware hebt gevonden, maar dat blijkt dan niet zo te zijn. En dan krijg je vreselijk spijt omdat je dat niet eerder hebt ingezien.’
Neil zweeg. Pas na een hele poos zei hij: ‘Het spijt me als ik je voor het blok heb gezet. Anna zei dat ik hiernaartoe moest gaan. Ze zei dat ik misschien voor gek zou staan, maar dat ik het toch moest doen. En ik heb het gedaan. En het spijt me dubbel omdat we ook moeten samenwerken, en als ik het mis had, heb ik die relatie nu ook verpest.’
‘We hebben een prima zakelijke relatie,’ zei ze.
‘Ik voelde me erg vernederd door je gedrag bij ProSure,’ vertelde hij. ‘Ik was blij dat je daar wegging, ik was blij dat we gingen scheiden, en ik was heel erg blij dat ik die treurige periode achter me kon laten. Ik hield mezelf voor dat ik ergens aan was ontsnapt. En dat is in zekere zin ook zo. Maar later dacht ik dat ik er misschien beter voor had kunnen vechten. Voor jou. Ik besefte weer waarom je met me was getrouwd, en dat Aidan niets meer voor je betekende. Maar ik liet je gaan omdat ik meende dat dat het beste was, en daar heb ik altijd spijt van gehad.’
‘Hou alsjeblieft op,’ zei ze. ‘Zo klinkt het alsof jij overal schuld aan hebt.’
‘Ik weet best dat het niet alleen mijn schuld is dat het zo is gelopen. Maar ik vind ook dat ik het anders had kunnen oplossen.’
‘O, Neil, dat denk ik nou ook.’ Ze glimlachte flauwtjes. ‘Ik had alles in mijn leven anders moeten oplossen. En ik had vooral aardiger moeten zijn tegen jou. Ik had je niet moeten kwetsen en vernederen. Ik voelde me gekwetst en vernederd, maar dat betekent nog niet dat ik jou ook moest kwetsen en vernederen. Maar dat deed ik wel en daar heb ik verschrikkelijke spijt van. Echt waar. Ik heb me schandelijk gedragen, en dat rechtvaardigde ik door mezelf voor te houden dat ik ook schandelijk was behandeld. Maar er was geen rechtvaardiging voor mijn gedrag. Ik kan alleen maar zeggen dat ik alles niet goed had verwerkt, en dat ik toen niet echt mezelf was. Hoe dan ook, ik had niet met je moeten trouwen. Ik hield niet voldoende rekening met jouw gevoelens, en ik was echt een misselijk mens. En dat spijt me.’
‘Je hoeft me je excuses niet aan te bieden,’ zei hij.
‘Toch wel,’ zei ze. ‘Ik moet de verantwoordelijkheid op me nemen voor wat ik heb gedaan en voor hoe ik het heb gedaan. Pas toen die bruiloft in het water viel, besefte ik dat ik zelf mijn leven verpestte en dat het allemaal een grote vergissing was.’
‘Je bent veranderd,’ reageerde hij. ‘Ik wist niet dat iemand zo sterk kon veranderen. Je hebt een vreselijke periode achter de rug, maar je hebt je erdoorheen geslagen, en nu gaat het goed met je. Een geweldig verhaal. Ik had het alleen graag anders gezien.’
‘Waarom heb jij je niet over mij heen kunnen zetten?’ vroeg ze.
‘Dat weet ik niet,’ antwoordde hij. ‘Misschien omdat ik me je herinner wanneer je net wakker bent geworden. Met je haar alle kanten op, net zoals nu, en met een wazige blik in je ogen. Kwetsbaar en toch sterk. En omdat je je allerlei triviale dingen herinnert die opeens heel nuttig blijken te zijn. En de manier waarop je lacht, of huilt. En…’
‘Hou op!’ Ze streek door haar warrige haardos. ‘Jezus, zeg nou niet allemaal dingen waardoor het lijkt of ik geweldig ben, terwijl ik eigenlijk de grootste sufkop aller tijden ben. Het was je goed recht om me ijdel en egocentrisch te noemen, want dat was ik allemaal. En zeg nou niet dat je er nog steeds niet overheen bent.’
‘Sorry,’ zei hij terwijl hij haar doordringend aankeek. ‘Maar ik ben hier om mijn ex mijn liefde te verklaren, ook al wil ze dat helemaal niet horen.’
‘Je houdt niet van me,’ zei ze. ‘Het is net zoiets als met mij en Aidan. Je denkt maar dat je van me houdt. Maar dat is niet zo. Het is een gewoonte om dat te denken.’
‘Misschien heb je gelijk,’ zei hij. ‘Weet je, ik was blij met de scheiding. Opgetogen zelfs. Een heel jaar lang heb ik niet aan je gedacht. En toen leerde ik Megan kennen. Ze was echt top, een geweldige vrouw, iedere man zou blij zijn zo iemand te krijgen. Ik dacht dat ik blij met haar was, tot ik op een ochtend wakker werd en besefte dat dat niet zo was. Ik kon niet met haar trouwen omdat ze jou niet was.’
‘Neil, hoor eens, je houdt niet van me. Echt niet. Ik denk dat Anna Sweeney er deze keer helemaal naast zit. Je had hier niet moeten komen. Je kunt maar beter teruggaan naar Dublin om met haar te trouwen, want zij past veel en veel beter bij je dan ik.’
‘Maar ze is niet jij,’ wierp hij tegen.
‘Gelukkig maar!’ riep ze uit.
‘Nou, ik heb mijn best gedaan,’ zei hij met een gelaten lachje. ‘Het spijt me echt dat ik je avond heb verpest.’
‘Ik… Je hebt niets verpest.’
‘Je spaghetti is koud geworden. Ik heb je avond dus wel degelijk verpest.’
‘O ja, daar heb je gelijk in.’ Ze keek naar de koud geworden slierten op haar bord.
‘Nou, denk je dat we nog goed kunnen samenwerken?’ vroeg hij. ‘Niet dat het veel uitmaakt, want jij zit in Schotland en ik in Ierland. Maar af en toe zullen we elkaar toch moeten spreken. Zijn we daar professioneel genoeg voor?’
‘Mooi zo!’ Zijn ogen lachten bijna mee. ‘Fijn.’
‘Nou, dag dan maar.’ Ze glimlachte er flauwtjes bij. ‘Bedankt voor je komst en zo, en voor alles wat je voor me hebt gedaan. Ik zie je vast gauw weer.’
‘Vast.’
Een poosje bleven ze elkaar niet op hun gemak aankijken, toen stond ze op en drukte op zijn beide wangen een zoen. ‘Ciao,’ zei ze.
‘Ciao.’ Weer lachte hij. ‘Trouwens, leuk T-shirt. Zo kleurig.’ Vervolgens draaide hij zich om en liep weg.
Zodra hij het restaurant uit was gelopen, liet ze zich op haar stoel neerploffen. Ze trilde helemaal. Ze kon nog nauwelijks geloven dat hij dat allemaal had gezegd. Ze kon nog nauwelijks geloven dat hij nog gevoelens voor haar koesterde, en dat hij alles had opgebiecht. Ze kon nog nauwelijks geloven dat Anna had gezegd dat hij hiernaartoe moest gaan, en dat Anna echt geloofde dat zijn gevoelens oprecht waren. Het was te mal, te emotioneel. En daar hield ze niet van. Het was net zoiets als de wensen op verjaarskaarten die uitkwamen, of krasloten waarmee je iets won, of dromen van een nieuw bestaan in een ander land. Dat soort dingen overkwamen haar niet.
En toen herinnerde ze zich dat ze een prachtig huis in Italië had bekeken. En dat ze iets had gewonnen met een kraslot. En dat hij het T-shirt dat ze van het geld had gekocht, leuk vond.
Ze stond op en rende het restaurant uit. Ze holde de trap af en door de koele lobby van het hotel. Neil stond bij een pilaar, hij leunde er net niet tegenaan. Hij stond met zijn rug naar haar toe uit te kijken over de verlaten straat.
‘Neil!’
Hij draaide zich om en keek haar vragend aan.
‘Zeg het nog eens,’ zei ze.
‘Wat wil je dat ik nog eens zeg?’
‘Over wat je gevoelens zijn.’
‘Niet nog eens. Dat kan ik niet,’ zei hij. ‘Het was al moeilijk genoeg. Ik…’
‘In één zinnetje.’ zei ze. ‘Eén keertje. Vat het allemaal samen in één zin.’
‘Ik hou van je,’ zei hij.
Ze slikte iets weg. Toen ze haar mond opende, kwam er geen geluid uit.
Hij legde zijn handen op haar schouders. ‘Ik hou van je,’ zei hij weer.
Ze beet op haar lip.
Hij lachte. ‘Ik hou van je.’
Deze keer lachte zij ook. ‘E ti amo.’
Hij keek recht in haar ogen. ‘Nou moet jij het drie keer zeggen.’
‘Ti amo. Je t’aime. Te quiero. Ik hou van je.’
En toen kuste ze hem.
Iedereen in de lobby keek naar hen en glimlachte begrijpend, want ze waren in Italië, en Italië is de perfecte plek voor de liefde. En toen Darcey Neil nog eens kuste, wist ze heel zeker dat het deze keer wel goed zou gaan.