20

Darceys eerste ingeving was onmiddellijk naar Galway te gaan om te kijken wat er aan de hand was, maar daarvoor was het al te laat. Aarzelend bleef ze voor de pub staan en vroeg zich af waarom haar vader ineens zulke onverwachte dingen deed. Vroeger leek hij altijd zo verstandig, maar kennelijk was hij hopeloos als het ging om emoties.

Ze ging dichter bij de buitenverwarming staan en koesterde haar schouders in de warmte. Eerst zet hij ons leven op de kop door weg te gaan, dacht ze, en nu weer door terug te komen. Minette zou hem toch zeker niet meer willen? Niet na al die jaren. Ooit zou ze daar wel bereid toe zijn geweest, maar nu had ze een eigen leven opgebouwd. Net zoals Martin een leven had opgebouwd met Clem en Steffi. Waarom ging hij dan nu weer terug naar zijn eerste vrouw? Jezusmina, ze kenden hem nauwelijks meer!

‘O, daar ben je!’ John en Thelma kwamen naar buiten. ‘We waren naar je op zoek. Wat doe je hier buiten, je rookt toch niet?’ John schudde een sigaret uit een pakje en stak hem op.

‘Telefoongesprek,’ legde Darcey uit. ‘Ik wilde het goed kunnen horen.’

‘Goed hoor, die laatste vraag,’ zei Thelma. ‘Je weet echt alles.’

‘Niet altijd,’ zei Darcey.

‘Het gezicht van Lomond toen hij die vraag over Marmite kreeg!’ John schoot in de lach. ‘Alsof hij nog nooit van dat spul had gehoord!’

Darcey hield haar mond.

‘Nou, ik verheug me al op het golfen,’ ging John verder. ‘En het is fijn een tegenstander in het stof te doen bijten.’

‘Wat heb je tegen Neil?’ vroeg Darcey.

‘Hij heeft een te hoge dunk van zichzelf,’ antwoordde John meteen. ‘Hij denkt dat hij alles weet. En hij is veeleisend.’

‘Ik vind hem leuk,’ zei Thelma. ‘Mooie ogen.’

John snoof.

‘Ik ben niet de enige die hem leuk vindt, hoor,’ zei Thelma. ‘Sally, Mona en Mylene zijn weg van hem.’

‘Jezusmina!’ riep Darcey uit. ‘Je wilt toch niet zeggen dat bijna al het vrouwelijke personeel voor hem gevallen is?’

John snoof alweer.

‘Maar híj schijnt Anna Sweeney wel te zien zitten,’ ging Thelma verder. ‘Hij lachte heel zwoel naar haar.’

‘Zwoel?’ vroeg Darcey.

‘Nou ja, zo zou niemand naar jou lachen, Darcey,’ zei Thelma. ‘Ze weten wel beter. Maar Anna geniet ervan.’

‘Hm, misschien moet ik maar eens een kijkje gaan nemen,’ zei Darcey.

Thelma grijnsde breed. ‘Jij hebt toch niet ook een oogje op hem, hè?’

‘Ha!’ riep Darcey misprijzend uit, en ze beende de pub in.

Thelma had gelijk, Neil en Anna zaten naast elkaar aan een hoek van de bar, Anna naar hem toe gebogen zodat hij goed uitzicht had op haar decolleté. Neil keek echter niet naar Anna’s borsten, maar in Anna’s ogen, en zij lachte om alles wat hij zei. Het zag er heel intiem uit.

Zou het iets kunnen worden, vroeg Darcey zich af. Ze verdienden allebei een aardige partner. Vooral Anna. Ze was een geweldige moeder voor Meryl, maar ze was ook goed in haar werk. En Neil was een fatsoenlijke kerel, die graag een gezinnetje wilde. Met Darcey had dat niet gekund, en met Anna zou hij meteen een gezin hebben.

Na een paar minuten wilde Darcey plotseling weg. Ongemerkt trok ze gauw haar jasje aan en glipte naar buiten.

De maandag daarop belde Anna om te vragen waarom Darcey ineens weg was gegaan, en Darcey vertelde over het telefoontje van Tish en zei dat ze daarna geen zin meer had gehad in feestelijkheden. Ze zei dat ze vrijdagavond naar Galway ging om poolshoogte te nemen. Anna was het met haar eens dat het bizar was dat Martin opeens op de stoep had gestaan, en zei dat Darcey zich er beter buiten kon houden.

‘Dat kan niet,’ reageerde Darcey. ‘Hij heeft haar gekwetst, en ik kan niet lijdzaam toekijken terwijl hij dat nog eens doet.’

‘Waarom denk je dat hij haar weer zal kwetsen?’ vroeg Anna.

Darcey moest toegeven dat Minette tegenwoordig veel sterker in haar schoenen stond, maar ze wist ook dat haar moeder toch nog kwetsbaar was.

Toen Darcey vrijdagavond over het tuinpaadje liep, het speciale belletje gaf zodat Minette zou weten dat zij het was en vervolgens haar sleutel in het slot stak, nam ze zichzelf voor geen preek af te steken tegen haar moeder. En zich volwassen op te stellen tegenover haar vader, mocht die aanwezig zijn.

Minette was echter alleen. Darcey zoende haar op beide wangen en krulde zich daarna op in de stoel tegenover die van Minette. Ze wilde niet beginnen met vragen waar haar vader was, of die al terug was naar Clem en Steffi, en het kostte haar grote moeite die vragen binnen te houden. En toen zei Minette uit zichzelf dat Martin even weg was, maar straks zou terugkomen.

Darcey ging rechtop zitten. ‘Hoe kún je?’ vroeg ze op hoge toon. ‘Die lul!’

‘Zo praat je niet over je vader,’ zei Minette.

‘Jij hebt wel ergere dingen gezegd,’ bracht Darcey haar in herinnering.

‘Weet ik.’

‘Wat moet hij hier? Wat is er gebeurd?’

Het was vreemd dat Minette er tegen Darcey openhartiger over sprak dan ze met de tweeling had gedaan. Darcey had de tweeling elke dag gebeld, maar die wisten er niet meer over te vertellen dan dat Martin bij Minette logeerde.

Volgens Minette had Clem een verhouding met een jongere man. Dat verbaasde Darcey niet. Eerst had Clem het misschien als een wapenfeit beschouwd om een oudere man weg te kapen, maar op den duur poetste je een leeftijdsverschil van vijfentwintig jaar niet zomaar weg.

‘Ze is ook nog zwanger,’ zei Minette.

‘Je meent het!’ Darcey zette grote ogen op.

Minette slaakte een zucht. ‘Niet van je vader, hoor. Van die ander, ook een leraar. Clem heeft hem leren kennen tijdens een avontuurlijk weekend voor kinderen.’

‘Goh, dat mens is echt gevaarlijk!’ riep Darcey uit. ‘Zo heeft ze pap ook opgepikt.’

‘Ze moest het hem wel vertellen, want het kind kan onmogelijk van hem zijn. En die ander wil er niks van weten.’

‘Wil ik dat allemaal wel over mijn vader weten?’ vroeg Darcey zich hardop af.

‘C’est la vie,’ zei Minette schouderophalend.

‘Maar waarom is hij nu hier?’

‘Hij weet niet wat hij moet doen. Hij wil erover nadenken, zonder haar erbij. Hij kan haar moeilijk de deur uit zetten. Hij is behoorlijk van slag, de dokter heeft een lichte depressie geconstateerd…’

‘Ja, als ik hem was, zou ik ook een lichte depressie krijgen,’ smaalde Darcey.

‘Hij is met ziekteverlof, en hij wist niet waar hij naartoe moest.’

‘Jezus, mam!’ riep Darcey ongeduldig uit. ‘Je hebt niks meer met hem te maken, jullie zijn gescheiden. Wat moet hij in godsnaam hier?’

‘Hij belde op,’ zei Minette. ‘Vanuit een hotel. En toen zei ik dat hij wel hier mocht komen.’

‘Oké, je bent dus zo gek als een deur.’

‘Het heeft niets te betekenen,’ reageerde Minette. ‘Ik help hem alleen maar.’

‘Je helpt de man die je heeft laten stikken!’ riep Darcey uit. ‘Die je heeft gedumpt voor iemand die mijn zusje wel had kunnen zijn! Waarom zou je hem helpen?’

‘Omdat ik medelijden met hem heb.’

‘Wat een onzin! Hij gebruikt je gewoon, net als vroeger.’

Minette reageerde daar niet op.

‘Sorry, ik bedoelde niet dat hij je altíjd heeft gebruikt. Alleen… Hij maakt misbruik van je goede inborst.’

‘Misschien vind ik dat helemaal niet erg,’ zei Minette. ‘Misschien vind ik het wel fijn om nodig te zijn.’

‘Hij heeft je niet nodig!’ riep Darcey uit. ‘Hij kan best voor zichzelf zorgen. Hij is een man. Manipulatief, onbetrouwbaar, bereid om gebruik te maken van andermans zwakte. En alleen maar op zichzelf gericht, net als alle andere mannen.’

Peinzend keek Minette haar dochter aan. ‘Denk je zo over mannen? Alle mannen?’

‘Nou ja, ik generaliseer een beetje,’ verzuchtte Darcey. ‘Maar niet heel erg.’

‘Ik vind het jammer dat je er zo over denkt,’ zei Minette. ‘Ik vind het jammer dat je zulke ervaringen hebt gehad en dat je nu alle mannen over één kam scheert. Want niet alle mannen zijn zo. Maar als jij denkt van wel, is het geen wonder dat je huwelijk op de klippen is gelopen.’

‘We hebben het nu niet over mijn huwelijk,’ zei Darcey. ‘We hebben het over het jouwe. En ik zou mijn ex nooit binnenlaten in mijn leven of in mijn huis.’ Opeens was ze erg blij dat Neil Lomond haar toch niet was komen afhalen, die dag dat ze naar Edinburgh waren gegaan.

Chérie, ik laat hem niet binnen in mijn leven,’ zei Minette. ‘Hij is een oude vriend die me inderdaad slecht heeft behandeld, maar die het nu zelf moeilijk heeft. Ik troost hem een beetje. Het is niet fijn om erachter te komen dat je vrouw een ander heeft, en dat ze nog zwanger van die ander is ook. Je vader is al op leeftijd, dus er bestaat weinig kans dat hij nog een ander tegenkomt met wie hij kan opbouwen wat hij met Clem had.’

‘Dat alles had hij met ons.’ Het klonk verdrietig. ‘En daar liep hij zomaar van weg.’

‘Je hebt gelijk,’ zei Minette. ‘En dat kan ik hem niet vergeven. En toch laat ik hem niet verpieteren in een hotel, terwijl hij zich zorgen maakt over wat hij nu moet doen. En zich uiteraard ook zorgen maakt over Steffi.’

‘Dan ben je een stuk aardiger dan ik,’ merkte Darcey op.

‘Nee, niet aardiger,’ reageerde Minette met een zucht. ‘Alleen maar ouder.’

Darcey maakte een afwerend gebaar. ‘Vind je het trouwens erg als ik bij de tweeling blijf slapen? Zij vroegen het, maar ik wilde eerst bij jou langs. Als hij hier is, wil ik niet ook hier logeren. Dat kan ik gewoon niet.’

‘Ik vind het best,’ zei Minette.

‘Dan bel ik ze.’ Darcey stond op. ‘Mam, ik heb respect voor je besluit, echt waar. Zorg alleen dat je gevoel het niet overneemt van je verstand.’

‘Maak je geen zorgen,’ reageerde Minette. ‘Ik ben Zwitserse, geen Française.’

‘Als het om mannen gaat, maakt het niet uit waar je vandaan komt,’ zei Darcey.

Toen ze de telefoon pakte, hoorde ze de voordeur opengaan. Minette liep snel de kamer uit, en terwijl Darcey met Tish sprak, hoorde ze stemmen in de gang. Zodra ze had opgehangen, kwam haar vader binnen.

Hij zag er ouder uit. Zijn haar was grijzer en zijn gezicht grauw. Er stond een verdrietige blik in zijn ogen. Hoewel Darcey dat eigenlijk wel verdiend vond omdat hij zijn gezin zoveel had aangedaan, kreeg ze toch medelijden met hem.

‘Ik ga naar de tweeling,’ zei ze. ‘En pap, het spijt me voor je.’

Verrast keken haar ouders haar aan.

‘Dank je wel,’ zei Martin.

‘Ik bel je gauw, mam.’

‘Daar verheug ik me op.’ Minette zoende haar op beide wangen.

Martin keek Darcey aan. Die haalde haar schouders op en zoende hem toen ook maar op zijn wangen.

Darcey vond het een goed idee om met Tish en Amelie bij te praten onder het genot van een drankje. Dus gingen ze naar een bar die vroeger een genoeglijke pub was geweest, waar je de hele avond op één biertje kon zitten. Maar nu was de boel verbouwd met veel glas en marmer. Op deze vrijdag was het er bomvol.

De drie zusjes bestelden een fles wijn en hadden het geluk dat er net een tafeltje met granieten tafelblad vrijkwam. Ze gingen zitten op de moderne maar nogal ongemakkelijke barkrukken.

Voor de tweede keer vertelde Darcey wat Minette allemaal had gezegd, en dat ze Martin had gezien en dat hij er vreselijk uitzag. ‘Toen kon ik niet meer kwaad op hem zijn,’ gaf ze toe. ‘Mam is een halve heilige dat ze hem in huis heeft genomen.’

‘Ik heb best medelijden met haar,’ zei Amelie. ‘Ze voelt het vast als haar plicht.’

‘Ik heb vooral medelijden met Steffi,’ zei Tish terwijl ze zichzelf inschonk. ‘Wíj waren volwassen toen hij de benen nam, en zij is nog maar een kind.’

‘Hij windt mam vast om zijn pink, en dan laat ze hem blijven,’ zei Darcey. ‘En vroeg of laat belandt hij dan in haar bed.’

Haar zusjes trokken een vies gezicht. Ze waren het er allemaal over eens dat Minette en Martin niet samen in een huis konden wonen zonder bij elkaar in bed te kruipen.

‘Ik kon haar wel door elkaar schudden,’ biechtte Darcey op. ‘Al dat gewauwel over vergeven en vergeten… Goed, ze waren met elkaar getrouwd, maar nu is hij bijna een onbekende. Waarom liet ze hem toch binnen?’

‘Stel dat Neil Lomond bij jou voor de deur stond,’ zei Tish, ‘en vroeg of hij een nachtje mocht blijven slapen omdat er iets vreselijks aan de hand was… Wat zou je dan doen?’

Darcey verstarde met het glas wijn aan haar lippen. Toen nam ze gauw een slok en zette het glas neer. Na een poosje zei ze: ‘Ik zou zeggen dat hij kon oprotten.’

De tweeling wisselde een blik uit, en toen vroeg Tish: ‘Is hij al langsgekomen bij Global Finance?’

Verbaasd keek Darcey haar aan. Het was zo gewoon geworden voor haar om Neil te zien rondlopen op het werk dat het niet in haar was opgekomen dat haar zussen niet op de hoogte waren.

‘Jawel,’ antwoordde ze achteloos. ‘Alleen heet het nu Investor-Corp. Maar het doet me niets, hoor, dat hij daar werkt. Ik geloof zelfs dat hij iets heeft met een collegaatje.’

‘O, Darcey…’ Amelie vertrok haar gezicht tot een grimas. ‘Dat moet pijnlijk zijn.’

‘We zijn toch gescheiden?’ reageerde Darcey. ‘Nee, het is niet pijnlijk.’

‘Nee?’

‘Nou ja, het is een beetje onwennig,’ gaf ze toe. ‘En dat collegatje is een goede vriendin van me.’

‘Darcey…’ Tish sloot abrupt haar mond.

‘Wat?’

‘Een vriendin van jou met een man uit jouw leven? Alweer?’

Darcey schoot in de lach. ‘Dit is iets heel anders. Ik ben blij voor ze. Zij is een schat, en hij… Nou ja, hij is vast geweldig met een vrouw die goed bij hem past. Daarom vind ik het niet erg. Echt niet.’

‘Koester je dan helemaal geen gevoelens meer voor hem?’ vroeg Amelie.

‘Jeetje, we waren het er toch over eens dat mam ook niks meer voelde voor pap?’ reageerde Darcey. ‘Waarom zou ik dan nog iets voelen voor Neil? En hij is er niet vandoor gegaan met een kind half zo oud als ik!’

Tish lachte. ‘Da’s waar.’

‘Dus je vindt het niet erg?’ Amelie klonk niet erg overtuigd.

‘Echt niet,’ bevestigde Darcey. ‘Maar,’ voegde ze eraan toe om van onderwerp te veranderen, ‘ik vind het niet fijn om naar Nieves bruiloft te gaan.’

‘Hè?’ Verwonderd keek de tweeling haar aan.

Darcey was zelf ook verwonderd. Ze had niet op de uitnodiging willen reageren. Die had ze laten liggen in een bureaula totdat ze er nog eens naar had gekeken en had gezien dat ze de volgende dag uiterlijk had moeten zeggen of ze kwam of niet. Nog steeds snapte ze niet wat haar had bezield om een kaartje te sturen waarmee ze bevestigde dat ze aanwezig zou zijn. En toch had ze dat gedaan. Zodra ze het kaartje op de post had gedaan, had ze er spijt van gekregen. Ze had nog overwogen een ander kaartje te sturen om te zeggen dat ze helaas verhinderd was, maar dan zou ze zo besluiteloos en slap overkomen. Het ergste was nog dat ze had geschreven dat ze aanwezig zou zijn op het etentje vooraf. Dat werd gegeven in een plaatselijk restaurant en zou heel informeel zijn, voor mensen die van ver kwamen plus een paar oude bekenden. Ze vroeg zich af wie die oude bekenden zouden zijn, waarschijnlijk vriendinnen van school of zo. Toch zweette ze peentjes wanneer ze er alleen maar aan dácht.

‘Wat stom van je!’ riep Amelie toen Darcey het allemaal had uitgelegd. ‘Waarom heb je dat nou gedaan?’

‘Ze dacht zeker dat ze het wel aankon, en ze wilde dat mens laten zien dat ze er totaal niet mee zat,’ zei Tish.

Dankbaar keek Darcey haar aan. De tweeling was eerst een hele steun geweest toen ze het hadden gehoord van Aidan en Nieve, maar al snel hadden ze gezegd dat ze zich er maar eens overheen moest zetten. Darcey had hun dan ook niet verteld over de ring in Aidans binnenzak die ze nooit had gekregen.

‘Weet je, we zijn niet bepaald gelukkig in de liefde,’ merkte Amelie op. ‘Mam en pap, en jij en Aidan, en dan ook nog met Neil… En wij zijn helemaal hopeloos.’ Theatraal haalde ze haar schouders op. ‘Twee voor de prijs van één!’

‘Nee, hè?’ vroeg Darcey ontzet.

‘Niet echt.’ Tish grijnsde breed. ‘Maar het is lastig om een tweeling te zijn, dat verpest het vaak met vriendjes.’

‘Willen jullie eigenlijk wel trouwen?’ vroeg Darcey.

‘Ooit,’ antwoordde Amelie met een zucht. ‘Maar we kunnen nooit eens een man lang genoeg vasthouden.’

‘Och ja…’ reageerde Darcey bedrukt. ‘We bakken er niets van.’

Ze liet zich van de barkruk glijden en ging naar de toiletten, waar ze keek naar de jongere, mooiere meisjes die zichzelf nog mooier maakten voor de enorme spiegels. Hoe deden andere meisjes dat toch, hoe kwamen zij aan de juiste man?

Toen ze even later terugliep naar hun tafel, werd er opeens een hand op haar schouder gelegd en hoorde ze een man haar naam zeggen. Ze draaide zich om en zag een collega van Aidan bij Car Crew staan.

‘Denis!’ riep ze uit zodra ze zich zijn naam had herinnerd. ‘Hoe is het met jou?’

‘Goed, hoor,’ antwoordde hij. ‘Maar jij… Goh, je ziet er geweldig uit.’

Ze schoot in de lach. ‘Dank je wel.’

‘Ik meen het echt,’ zei hij. ‘Stijlvol en zo.’

‘Dank je wel,’ zei ze weer. ‘Jij ziet er trouwens ook goed uit.’

‘Ik werk nu voor een softwarebedrijf,’ vertelde hij. ‘Ik word goed betaald, en er is een fitnessruimte. Hoe is het met jou? Ik hoorde dat je was vertrokken naar Frankrijk of Duitsland of zoiets.’

‘Naar Londen,’ zei ze. ‘Maar nu ben ik weer terug.’

‘Zeg, als je je soms verveelt… Als je een keer iets wilt afspreken of zo…’

Ze glimlachte. ‘Lief van je, Denis, maar ik woon in Dublin. Ik ben een weekendje thuis.’

‘Ik heb ook altijd pech,’ zei hij met een grijns. ‘Alle mooie meisjes hebben altijd iets beters te doen.’

‘Of ze moeten ergens anders zijn,’ zei ze. ‘Leuk je weer eens te zien.’

‘Vond ik ook,’ zei hij. Hij haalde een visitekaartje uit zijn zak. ‘Als je me nodig hebt, hier staat mijn telefoonnummer op.’

‘Dank je wel,’ zei ze alweer.

Met een brede lach liep ze terug naar het tafeltje. ‘Kijk,’ zei ze, terwijl ze het kaartje aan haar zusjes liet zien. ‘Ik hoef niet te treuren om de mannen uit het verleden. Ik kan een nieuwe krijgen als ik door een bar loop.’

‘Ons zusje, de mannenverslinder,’ zei Tish. Allemaal moesten ze verschrikkelijk giechelen.