24

Toen de volgende dag de wekker ging, kreunde Darcey. Ze had slechts een uurtje geslapen, maar wel heel diep. Anna en Neil hadden de avond daarvoor aangeboden haar per taxi naar huis te brengen, maar ze had gezegd dat dat niet nodig was, dat er niets met haar aan de hand was en dat ze meteen zou gaan slapen. Maar eenmaal thuis had ze eerst warme chocolademelk uit een pakje gemaakt, lang niet zo lekker als die van Minette, en gecontroleerd of ze echt wel alles had ingepakt wat ze nodig had. En ondertussen wachtte ze tot dat hulpeloze gevoel eens wegtrok.

Toen ze eenmaal onder haar donzen dekbed was gekropen, had ze de slaap niet kunnen vatten. Dus was ze maar weer opgestaan, had het licht van de badkamer aangeknipt en de deur naar de slaapkamer op een kier gezet omdat ze het niet fijn vond in de donkere slaapkamer, die eigenlijk helemaal niet zo donker was omdat de dunne gordijnen het licht van de straatlantaarns doorlieten.

Toch had ze nog steeds niet kunnen slapen. Ze had steeds moeten denken aan die angstige momenten in de pikdonkere lift, en wat er zou zijn gebeurd als Anna en Neil haar niet hadden gered. En ze had ook moeten denken aan het vliegtuig dat ze moest halen, en dat als ze de volgende dag een beetje fris wilde zijn, ze nu toch echt moest gaan slapen. Maar ook al had ze het kussen nog zo vaak opgeklopt, het was haar niet gelukt de slaap te vatten. Steeds weer hadden gedachten aan de gebeurtenissen van die avond door haar hoofd gespookt.

Ze had geboft dat Anna en Neil haar waren komen bevrijden. En het was fijn dat haar vriendin en haar baas goed met elkaar konden opschieten. Al was het nog steeds vreemd om aan haar ex te denken als aan haar baas.

Anna is een goede vriendin, had ze in het schemerduister gedacht. Ze was echt beter geworden in het uitkiezen van vriendinnen en minnaars. Het was altijd prima gegaan met haar ‘schatjes in ieder stadje’, en Anna was veel aardiger dan Nieve.

Zodra ze eenmaal aan Nieve had gedacht, had ze helemaal niet meer kunnen slapen. Dus was ze maar weer opgestaan om nog eens naar de uitnodiging voor de bruiloft te kijken. Ze leek wel gek om te gaan. Maar misschien zou het niet zo’n nachtmerrie worden als ze samen met Carol ging. Helemaal niet gaan zou nog erger zijn. En eindelijk kon ze toegeven dat ze Aidan graag wilde zien. Ze wilde weten hoe hij was geworden, ze wilde bevestiging dat ze niet meer van hem hield. Maar diep vanbinnen was ze bang dat ze dat nog wel deed.

Nadat ze weer in bed was gestapt, was ze toch in een soort halfslaap gevallen, vol dromen waarin ze met Nieve, Aidan, Anna of Neil neerstortte in een lift terwijl ze zwarte olijven aten. Net voordat de lift op de grond neerkwam, schrok ze dan wakker.

Uiteindelijk was ze echt in slaap gevallen, niet lang voordat ze moest opstaan. Ze vond het een vals trucje van haar lichaam.

Toch stond ze klaar toen de taxi kwam voorrijden, en zag er fris uit in een donker broekpak met een eenvoudig roomkleurig topje. Ze had zelfs tijd om een kopje koffie te drinken voordat ze moest instappen in het vliegtuig naar Londen, waar ze in een lounge voor de businessclass ontspannen kon wachten op haar aansluiting naar Singapore. Langzamerhand verdwenen de angstige herinneringen aan de uren in de lift, en ze dacht ook niet meer aan haar stommiteit om naar de bruiloft van Nieve te gaan en haar grote liefde te zien trouwen met een ander.

De vlucht naar Singapore duurde dertien uur.

Eerst keek Darcey naar een paar comedy’s en vervolgens naar Lost in Translation, in de hoop dat de film geen indicatie zou zijn voor het verloop van haar zakenreis. Ze verdiepte zich ook nog in het boek dat ze in de gauwigheid op het vliegveld had gekocht: Wiskundige problemen. Uiteindelijk liet de doorwaakte nacht zich gelden; haar ogen vielen dicht. Ze had ooit gelezen dat op zulke lange vluchten de verwarming hoger werd gezet om de passagiers in slaap te doen vallen, en hoewel ze niet wist of dat gerucht op waarheid berustte, wist ze wel dat ze alleen nog maar wilde slapen. Dus zette ze haar stoel zo ver mogelijk achterover en trok een dekentje over zich heen. In een mum van tijd was ze vertrokken, en ze werd pas wakker toen de landing werd ingezet.

Haar bagage verscheen als eerste op de band, en verheugd graaide ze haar spullen van de band en liep verder, tot ze het bordje zag met haar naam dat de haar beloofde chauffeur ophield. Achter hem aan stapte ze naar buiten, de vochtige hitte in.

Bijna meteen brak het zweet haar uit, en ze was blij in de auto met airconditioning te kunnen stappen.

Terwijl de chauffeur koers zette naar haar hotel in het financiële district, vertelde hij trots dat de stad erg was gegroeid, en dat de regering die fijn schoon, veilig en welvarend hield. Darcey, die gewend was aan taxichauffeurs die op de overheid mopperden, was geamuseerd. Toen de chauffeur tot haar verbazing een andere auto liet invoegen, voelde ze zich echt in een heel andere cultuur beland.

Zodra ze de hoge kantoortorens zag opdoemen, vroeg ze zich af of ze hier ook iemand zou leren kennen, iemand die de plaats kon innemen van Louis-Philippe of Rocco. En zou ze zich ook weer laten betoveren door de schoonheid van een stad? En zou ze niet alles verpesten? Het was heel belangrijk om cliënten aan te brengen bij InvestorCorp. Daar draaide het allemaal om.

In de marmeren foyer met een klaterend fonteintje was het druk. Darcey voelde zich log tussen al die elegante, Aziatische vrouwen in zwarte pakjes en witte blouses, hun zwarte haar netjes uit hun gezicht vastgezet. Wat zijn ze klein en mooi, dacht ze, en wat ben ik lomp bij hen vergeleken.

‘U heeft een kamer op de twintigste verdieping,’ zei de receptioniste, die ook weer zo klein en gracieus was. ‘Ik zal u naar de lift brengen. Uw bagage wordt gebracht.’ Ze ging Darcey voor naar de lift en drukte op de knop.

Toen Darcey in de lift stapte, moest ze iets wegslikken. Het was nog geen vierentwintig uur geleden dat ze opgesloten had gezeten in een lift. Gelukkig waren deze liftwanden van glas, zodat als er iets gebeurde, ze in elk geval nog iets kon zien. Toch was ze erg blij toen de lift op de twintigste verdieping stopte.

De kamer was prachtig, met uitzicht over de haven en de stad.

Wat bof ik toch, dacht ze terwijl ze naar het glanzende water keek. Ik heb werk waardoor ik op dit soort plekken kom. Ik heb succes, wat kan een mens zich nog meer wensen?

Ze zette een kopje groene thee en dronk dat op, gehuld in de pluizige hotelbadjas, denkend aan hoe geweldig haar stedentrips in Europa altijd waren geweest, en hoe anders deze zou zijn. Ze hoopte van harte dat ze het net zo goed zou doen als vroeger, en hoopte heel even dat ze weer Werknemer van het Jaar zou worden en dat Neil Lomond haar de prijs moest uitreiken.

Een fijne gedachte. Pas toen het lege kopje uit haar hand viel, besefte ze dat ze in slaap was gevallen.

De volgende morgen had ze een afspraak in een van de schitterende glazen kantoortorens. Ze droeg het beige broekpak en een van de witte blouses die ze voor deze reis had gekocht. Zodra ze de hitte in stapte, vroeg ze zich af wanneer alles hopeloos zou gaan kreuken.

Maar zoals ze al had vermoed, was het heerlijk koel in het gebouw. En ook al moest ze naar de negenentwintigste verdieping in een lift die sterk leek op die bij InvestorCorp, toch bleef ze zelf ook koel. Na een moeilijk begin omdat ze niet goed wist wanneer de beleefdheidsfrasen konden overgaan in zaken, begon ze aan haar pitch.

Haar eventuele cliënten luisterden aandachtig naar wat ze vertelde over de producten, maar ze werd een beetje nerveus van hun uitdrukkingsloze gezichten en de knikjes, en het gebrek aan vragen. Het was ook niet fijn dat ze na afloop van haar presentatie de koppen bij elkaar staken en druk gingen praten. Maar het was wel fijn toen ze zeiden dat ze geïnteresseerd waren en nog het een en ander moesten overleggen.

Bij haar tweede afspraak ging het precies hetzelfde, al voelde ze zich weer erg ongemakkelijk in de lift. En bij de derde afspraak was ze al helemaal gewend. Opeens had ze vrede met wat ze deed, met de mensen die ze leerde kennen en met de stad, die dan ook erg mooi was.

De vierde en laatste afspraak van die dag vond weer plaats in zo’n kantoortoren. Ze voelde zich al helemaal op haar gemak, en vroeg zich af waarom ze zo moeiteloos kon spreken tegen volslagen onbekenden, terwijl ze bij mensen die ze kende vaak stond te hakkelen, of het verkeerde tegen hen zei.

Het hoofd asset allocation bij Asia Holdings was een Engelsman. Hoewel Darcey zich langzamerhand wel op haar gemak voelde bij de zakenlui van Singapore, was het toch prettiger om iemand te spreken met wie ze grapjes kon maken, en die niet met een uitdrukkingsloos gezicht naar haar keek. Ontspannen zong ze de lof van InvestorCorp.

Jason White was gemakkelijk in de omgang. Hij wist precies wat hij wilde en stelde de juiste vragen. Hij vertelde dat hij vroeger weleens met InvestorCorp te maken had gehad, maar dat hij het bedrijf uit het oog was verloren sinds hij was overgeplaatst naar Singapore. En dat hij graag weer tot samenwerking wilde komen.

Darcey was blij met de positieve respons die ze had gekregen, en niet alleen van hem. En ze was nog blijer toen Jason haar vroeg met hem uit eten te gaan.

‘Leuk,’ zei hij nadat ze op zijn uitnodiging was ingegaan. ‘Ik was al bang dat je andere plannen zou hebben.’

Opeens wist ze niet goed of het een zakelijk etentje zou worden of iets anders. Maar wat deed dat ertoe?

‘Ik reserveer een tafel in een restaurant aan de Esplanade,’ zei Jason. ‘Zal ik je komen ophalen?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Ik zie je daar wel.’

Hij schreef het adres op zijn visitekaartje. ‘Het is niet ver, maar kom toch maar met de taxi.’

Ze knikte. Mijn eerste dag, dacht ze, vier presentaties en een uitnodiging. Goh, ik ben hier goed in!

Het restaurant lag aan het water, met een prachtig uitzicht op de verlichte kantoortorens en het water spuwende beeld van de Merlion.

‘Ik ben blij dat je bent gekomen,’ zei Jason, die al op haar wachtte aan hun tafel. ‘Ik was bang dat je door de jetlag zo moe zou zijn dat je in slaap was gevallen.’

‘Ik heb ook geslapen,’ bekende ze. ‘Heel stom, want ik heb de afgelopen nacht redelijk goed geslapen. Maar eenmaal terug in het hotel ging ik even op bed liggen, en voor ik het wist, was het tijd om te gaan. Sorry als ik je heb laten wachten.’

‘Och, nog geen kwartiertje,’ zei hij hoffelijk.

‘Meestal ben ik wel op tijd.’

‘Dat vermoedde ik al. Je maakt een efficiënte indruk.’

Ze trok een gezicht. ‘Efficiënt zijn op zakelijk gebied is prima, maar op persoonlijk gebied klinkt het behoorlijk dwangmatig.’

‘En daar is niks mis mee,’ zei hij terwijl hij de menukaart oppakte. ‘Wat wil je eten? Eigenlijk moet je hier de krab nemen, die is beroemd.’

Het was een aangename avond en de krab was inderdaad heerlijk. Jason vertelde over het wonen en werken in Singapore, de fijne en de vervelende kanten daarvan, en over wat hij miste en wat dat gemis compenseerde. Hij vertelde dat hij na zijn scheiding naar Singapore was gegaan. ‘Mijn vrouw vond dat ik te hard werkte,’ merkte hij zuur op. ‘Terwijl ik dacht dat ik goed bezig was door van alles op te bouwen, voor ons. Maar zij klaagde dat ik haar verwaarloosde. Ik heb het gevoel gekregen dat je het vrouwen nooit naar de zin kunt maken. Ze willen een prettig leven, met alles erop en eraan, maar ook dat we steeds voor ze klaar staan, dat we er voortdurend voor ze zijn.’

Met een grijns zei Darcey: ‘En mannen willen een kok in de keuken en een hoer in bed. En zodra ons lijf last krijgt van de zwaartekracht, worden we ingeruild voor een nieuw model.’

Daar moest hij om lachen.

‘Heb je hier een vriendin?’ vroeg ze achteloos.

Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik heb een tijdje iets gehad met een meisje uit Singapore,’ antwoordde hij. ‘Ik gaf veel om haar, maar uiteindelijk werkte het niet.’ Hij nam een slokje bier. ‘Het is hier echt geweldig, maar soms een beetje eenzaam.’

‘Dat begrijp ik.’

Hij vroeg om de rekening. ‘Zo lijkt het net alsof ik je naar mijn appartement wil lokken,’ zei hij.

‘Eigenlijk wel een beetje.’

‘En?’

‘Ik heb een drukke dag achter de rug,’ zei ze. ‘En ondanks dat dutje ben ik behoorlijk moe. Ik denk niet dat het leuk zou worden.’

‘Volgens mij is het met jou altijd leuk,’ reageerde hij.

Met een lach stond ze op, en toen ze samen het restaurant uit liepen, sloeg hij zijn arm om haar middel.

‘Het zou geen goed begin van onze zakelijke relatie zijn als ik met je naar bed ging,’ zei ze terwijl ze een eindje bij hem weg stapte.

‘Weet ik,’ zei hij. ‘Maar wel een geweldig begin van een persoonlijke relatie.’

Een poosje bleef ze zwijgend naast hem lopen. Ze had zich afgevraagd of ze in Singapore iemand zou leren kennen, en nu was dat gebeurd. Jason was een aardige man. Hij zou een schatje in een stadje kunnen zijn. Een vriendelijk gezicht, iemand om mee te lachen, om mee te vrijen. Niet iemand om van te gaan houden, maar dat zou ze dan ook niet gauw doen. Ze kon toch niet meer van een man houden. Maar eigenlijk wilde ze ook niet met hem naar bed alleen maar vanwege het vrijen. Nog niet. Misschien ooit.

‘Ik ga niet met je mee,’ zei ze. ‘Ik vond het heel leuk om met je te eten, ik mag je echt heel graag, maar…’

‘Maar?’

‘Ik ben er nog niet klaar voor,’ legde ze uit. ‘Ik weet wel dat het gewoon een fijne nacht zou zijn, zonder consequenties en zo… Het is heel verleidelijk, maar nu nog niet.’

Hij knikte. ‘Morgen?’

‘Nee, Jason.’ Ze glimlachte zuur. ‘Ik heb een fijne avond gehad en ik vind je erg aardig. Maar deze keer niet.’

‘Deze keer? Je bent van plan terug te komen?’

‘Natuurlijk.’

Hij grijnsde. ‘Het had geweldig kunnen zijn.’

‘Ja.’ Ze keek hem aan. ‘Misschien… Och, gewoon nu nog niet. Sorry.’

‘Het geeft niet. Ik waardeer je eerlijkheid.’

‘Ik hoop dat ik het op zakelijk gebied nu niet heb verpest?’

‘Welnee,’ reageerde hij lachend. ‘Het was een prima pitch. Je hoort nog van ons.’

‘Dank je.’

Ze hief haar arm om een taxi aan te houden. Eenmaal terug in het hotel bleef ze een uur voor het raam zitten kijken naar de fonkelende lichtjes voordat ze in bed stapte.

En weer kon ze niet slapen. Ze moest steeds aan Jason White denken, en waarom ze hem had afgewezen, terwijl hij toch een ideaal ‘schatje’ zou zijn geweest. Waarom had ze niet met hem naar bed gewild, ook al vond ze hem nog zo leuk? Waar was ze anders naar op zoek, een vaste relatie of zo? Ze snoof bij de gedachte. Daar kon geen sprake van zijn, dat was niets voor haar. Ze had met Jason mee moeten gaan. Ze was klaarwakker, na een stevig potje vrijen had ze vast heel goed kunnen slapen.

De volgende dag had ze weer veel afspraken, en ’s avonds ging ze eten met een paar mensen van een bedrijf waar ze een presentatie had gehouden. Het was een leuke avond geworden in de gezellige buurt van Boat Quay, met later nog een paar drankjes in Molly Malone’s Irish pub. De Singaporezen vonden het geweldig om haar mee te nemen naar een Ierse pub, en zij vond het grappig dat haar landgenoten overal ter wereld Ierse pubs begonnen. Het was een plezierige avond en ze had echt het gevoel dat ze een band had met deze mensen, dat ze niet alleen maar beleefd tegen haar waren.

De dag daarna was meteen haar laatste in Singapore, met maar één afspraak die ook weer goed verliep. Na afloop ging ze op advies van iedereen die ze had leren kennen naar Orchard Street om te shoppen.

Het was maar goed dat ze niet eerder naar dit winkelcentrum was gegaan. Iemand had haar verteld dat de Singaporezen ontzettend graag shopten, en nu begreep ze dat helemaal. Overal zag ze schoenen en tassen van designermerken. Haar blik werd vooral getrokken door een paar donkerpaarse schoenen met een lila strikje op de wreef, met daarnaast een bijpassend tasje.

In Dublin had Darcey geen paarse schoenen willen kopen, en de hakken van dit paar waren ontzettend hoog, hoger dan ze gewend was. Maar deze schoenen hadden iets waardoor ze er niet voorbij kon lopen.

In dit licht, met al die kleuren en geluiden om haar heen, leken deze schoenen een uiterst goede aankoop. Ze pasten bij het eenvoudige jurkje dat ze net bij Prada had gekocht. Gewoonlijk kocht ze niets van designermerken omdat de kleding haar nooit paste, maar dit jurkje leek voor haar te zijn gemaakt. En ze had toch al iets duurs willen aantrekken naar de bruiloft van Nieve en Aidan.

Als ze zou gaan, natuurlijk. Dat stond nog helemaal niet vast. Toen ze de afgelopen nacht wakker had gelegen, waren er drie redenen in haar opgekomen om wel te gaan. Ten eerste wilde ze niet dat Nieve zou denken dat ze er nog mee zat, of dat ze misschien báng was om te gaan. Ten tweede was ze heel nieuwsgierig naar hoe het zou zijn om Aidan weer eens te zien. En ten derde vroeg ze zich af hoe hij op haar zou reageren. Al wist ze niet goed waarom ze dat wilde weten. Als hij haar straal negeerde, zou ze zich dan gekwetst voelen? En wat kon hij nu nog zeggen wat ze niet wilde horen? In elk geval, wat er ook gebeurde, het kon geen kwaad die schoenen aan te schaffen, en gedecideerd trok ze haar creditcard.

Een halfuur later kwam ze Takashimaya uit met in de ene tas het jurkje en in de andere de schoenen en het tasje, en ze vroeg zich af waarom ze in vredesnaam spullen had gekocht die ze in Dublin nooit zou aanschaffen.

Terug in haar hotelkamer, toen ze haar koffer pakte, ging de telefoon. Het was de receptioniste, die haar eraan herinnerde dat ze over een halfuur een afspraak had in het wellnesscentrum. Gauw trok Darcey een badpak aan. Nadat ze haar badjas om zich heen had geslagen, zette ze op badstoffen slippertjes koers naar waar ze zich zou laten verwennen. Omdat het centrum slechts vijf verdiepingen hoger lag, ging ze met de trap, hoewel ze vond dat ze zich nu maar eens over haar angst voor liften heen moest zetten.

Het was heerlijk in het wellnesscentrum. Er klonk rustgevende Aziatische muziek, het rook er naar geurige oliën, en bij de receptie klaterde een fonteintje. Meteen voelde Darcey zich weer log en lomp, maar ze liet zich braaf meenemen naar een kamertje waar ze werd gemasseerd en ingewreven met olie totdat ze het gevoel had dat ze zweefde op een aromatherapiewolk. Dromerig vroeg ze zich af of ze Anna Sweeney zou kunnen overhalen ook zoiets te laten installeren bij InvestorCorp voor de gestreste werknemers. Ze was zich niet bewust geweest van stress totdat ze merkte hoe ontspannen ze zich ineens voelde.

Ze vond het een vreselijke gedachte om het harde leven weer in te moeten, en ze stelde dat moment nog even uit door zich uit te strekken op een ligbed in een ruimte die slechts door kaarsen werd verlicht. Ze sloot haar ogen en viel vrijwel onmiddellijk in slaap.

Ze schrok niet wakker. Ze opende gewoon haar ogen en voelde zich heerlijk ontspannen. Ze was totaal niet moe meer. Ja, ze ging Anna absoluut bepraten om ook zoiets te organiseren in het gebouw van InvestorCorp!

Ontspannen liep ze langs de receptie, lachte vriendelijk naar de receptioniste en zette koers naar de trap. Ze had nog tijd genoeg voor een lunch voordat ze naar het vliegveld moest, en droomde al van een overheerlijk dessert. Toen ze haar hand uitstak naar de trapleuning, miste ze om de een of andere reden de bovenste tree. Haar voet schoot uit het slippertje, ze probeerde zich nog vast te grijpen, maar viel toch van de trap.

Ze wist niet wat pijnlijker was, haar gekwetste trots of haar bezeerde pols. Daar lag ze geschrokken te denken dat ze inderdaad log en lomp was, anders zou haar zoiets niet zijn overkomen. Toen er een pijnscheut door haar arm trok, slaakte ze een gil en brak het klamme zweet haar uit. Ze hoopte dat het niets ergs was, want per slot van rekening was het geen gigantische trap. Maar toen keek ze naar haar hand, die al aardig aan het opzwellen was, en merkte ook nog dat ze haar pols niet kon bewegen.

Nee, hè, dacht ze, ik ben toch niet zo stom geweest om mijn pols te breken? Voorzichtig voelde ze er even aan en slaakte meteen weer zo’n gil.

Ze kon hier niet blijven liggen. Ze moest overeind komen en haar arm laten behandelen. Maar zodra ze pogingen ondernam om te gaan staan, werd het duidelijk dat ze haar enkel had verstuikt of zoiets, want die kon haar gewicht niet dragen.

Dit gebeurt niet echt, dacht ze nadat ze diep had ingeademd. Ik moet gewoon even wachten, dan trekt de pijn wel weg.

Ze bleef zitten aan de voet van de trap met de badjas strak om zich heen getrokken. Ze moest haar best doen niet te gaan janken. Moest ze huilen omdat het zo’n pijn deed of omdat deze succesvolle reis eindigde als grote flop? Of omdat ze echt niet wist hoe ze die trap weer op moest komen om hulp te vragen in het wellnesscentrum?

Ze kreeg het koud en trok de badjas nog steviger om zich heen. Ze kon hier niet blijven zitten. Het was niet waarschijnlijk dat iemand ooit gebruik maakte van de trap, het kon uren en uren duren voordat ze werd gevonden. Ze moest hier weg, maar op elke beweging volgde weer zo’n pijnscheut.

Uiteindelijk lukte het haar om op haar billen treetje voor treetje omhoog te komen totdat ze de overloop had bereikt. Daar trok ze zichzelf op en wist de deur van de vijfentwintigste verdieping open te trekken.

De receptioniste keek ontzet toen Darcey naar binnen strompelde. Ze belde meteen een dokter en hielp Darcey in een van de gemakkelijke stoelen. Vervolgens legde ze Darceys pijnlijke enkel op een taboeretje en zei dat ze die hoog moest houden.

‘Het spijt me verschrikkelijk,’ bleef Darcey maar zeggen terwijl de therapeutes om haar heen krioelden met warme gele dekentjes en kopjes jasmijnthee. ‘Het was mijn eigen schuld dat ik struikelde. Ik ben ook altijd zo vreselijk onhandig.’ Ze veegde de tranen weg die over haar wangen biggelden. Het was gruwelijk om in het middelpunt van de belangstelling te staan omdat ze zoiets stoms had gedaan.

Dokter Tay was de rust zelve. Heel professioneel bekeek hij Darceys pols en enkel en zei toen dat ze haar pols vermoedelijk had gebroken, maar dat haar enkel verstuikt was. Hij trof meteen maatregelen om haar naar het ziekenhuis te laten brengen voor nader onderzoek.

In het ziekenhuis was iedereen ook heel rustig en professioneel. Er moesten foto’s worden gemaakt van haar pols en enkel, maar de verpleegkundige zei dat het haar zeer zou verbazen als die allebei gebroken zouden blijken te zijn. Wat een pech, vond ze. Soms hadden kleine ongelukjes toch wel nare gevolgen, vond ze.

Terwijl Darcey op de uitslag wachtte, deed ze haar best zichzelf ervan te overtuigen dat de pijn in haar pols al minder werd, en dat ze met een paar pijnstillers gewoon het ziekenhuis uit kon lopen. Maar toen keek ze op de klok aan de muur en besefte dat als ze niet gauw het ziekenhuis uit liep, ze haar vlucht zou missen.

Op dat moment kwam de dokter bij haar en liet haar de foto’s zien. ‘Goed nieuws en slecht nieuws,’ zei hij opgewekt. ‘Maar vooral goed nieuws. Uw enkel is verstuikt maar niet gebroken. Zodra de zwelling wegtrekt, zou alles in orde moeten zijn, hoewel u hem wel een poosje zult moeten ontzien. Helaas is uw pols gebroken. Geen ernstige breuk, maar er moet toch iets aan worden gedaan, een kleine operatie waardoor hij beter en sneller zal genezen dan wanneer we hem gewoon in het gips doen. U moet uw pols ongeveer tien dagen in een gipsen spalk houden en daarna kunt u overstappen op een lichtgewicht spalk van kunststof.’

‘Hoelang gaat dat duren?’ vroeg ze.

‘Het hele genezingsproces? Helaas neemt dat veel tijd in beslag, maar u zou hem moeten kunnen bewegen over…’

‘Ik bedoel de ingreep,’ viel ze hem in de rede. ‘Over een halfuur moet ik op het vliegveld zijn.’

Hij glimlachte. ‘Dat zal niet gaan,’ zei hij. ‘Zoals ik al zei, is het een operatie. We maken een incisie in uw pols en bevestigen een schroefje. De eerstkomende tijd kunt u een vliegreis wel vergeten.’

‘Maar…’ Hulpeloos keek ze naar hem op.

‘Zijn er belangrijke redenen om snel terug te gaan naar…’ Hij keek in haar dossier. ‘Naar Ierland?’

Eigenlijk niet, dacht ze, afgezien van het vele werk dat ze moest doen.

‘Nou ja, ik…’

‘U moet dit in orde laten maken,’ zei de dokter streng. ‘Als we dit nu niet doen, krijgt u later problemen.’

‘O,’ zei ze. ‘Dan moet het maar gebeuren.’ Ze zuchtte eens diep. ‘Ga uw gang dan maar.’

Liggend op de brancard keek Darcey op naar het plafond. Een paar dagen geleden was ze bang geweest om bij InvestorCorp bekend te staan als de vrouw die vast was komen te zitten in de lift. Nu zag het ernaar uit dat ze bekend zou staan als de vrouw die terugkwam uit Singapore met haar pols in het gips. Wat ben ik toch een oen, dacht ze.

Het was geen enkel probleem de hotelkamer nog een paar dagen aan te houden. Het personeel zorgde goed voor haar en kwam steeds kijken of ze geen pijn had en of alles er was wat ze nodig had. Maar eigenlijk wilde ze het liefst naar huis. Ze moest ervoor zorgen dat alles was geregeld voor de potentiële klanten, zodat wanneer ze belden, InvestorCorp alles meteen in orde kon maken. En ze verlangde naar haar eigen huis en haar eigen spulletjes.

Toen ze Anna Sweeney belde, werd ze verbonden met de voicemail. Ze sprak een berichtje in waarin ze vertelde dat ze een ongelukje had gehad en een vlucht had geboekt voor over een paar dagen. Ze zei ook dat Anna zich geen zorgen hoefde te maken en dat ze maar niet moest terugbellen omdat Darcey waarschijnlijk toch zou slapen.

Darcey had pijnstillers meegekregen waardoor het leek alsof de pijn van verre kwam. Ze lag op bed, maar bleef nooit lang genoeg wakker om echt tv te kunnen kijken. Gek hoor, was ze de halve wereld rond gevlogen om heel veel te slapen…

Even na middernacht schrok ze wakker van de telefoon. Nadat ze een paar keer met haar ogen had geknipperd, drong het tot haar door dat het kamermeisje moest zijn binnengekomen om de tv uit te zetten, de gordijnen te sluiten en een lampje aan te knippen. Op het nachtkastje lag een kaartje met een telefoonnummer dat ze moest bellen als ze iets nodig had. Na er even naar gekeken te hebben, nam ze de telefoon op.

‘Het spijt me dat ik u moet storen, mevrouw McGonigle,’ zei de receptioniste. ‘Maar er is hier een heer van het bedrijf waarvoor u werkt, en hij vroeg of ik even wilde kijken of u wakker was.’

‘Iemand van InvestorCorp? Hier?’ vroeg Darcey verwonderd.

‘Meneer Lomond,’ antwoordde de receptioniste.

‘O.’

‘Hij heeft ook een kamer genomen,’ ging de receptioniste verder. ‘O…’ zei Darcey. ‘Stuur hem maar naar boven.’

‘Ik stuur wel iemand met hem mee,’ zei de receptioniste. ‘Blijft u maar liggen.’

Darcey glimlachte. ‘Dank u wel.’

Ze hing op en pakte het tasje dat naast het bed stond. Gauw haalde ze een borstel door haar haar, in de wetenschap dat het niet erg zou helpen en dat ze er vreselijk uit moest zien. Helaas kon ze vanuit bed niet in een spiegel kijken, dat was zeker niet feng shui. Nou ja, dacht ze, Neil heeft me vaak genoeg gezien wanneer ik net uit bed kwam. Wat maakt het ook uit?

Toen er op de deur werd geklopt, riep ze: ‘Binnen!’

‘Uw gast, mevrouw,’ zei de piccolo.

‘Hoi.’ Verontschuldigend keek ze op naar Neil.

Die keek met open mond naar haar goed ingepakte pols en enkel. ‘Wat is er met jou gebeurd?’ vroeg hij terwijl hij naar binnen liep en op de rand van het bed ging zitten.

Ze legde uit wat haar was overkomen, al had ze liever gehad dat ze was overvallen of zoiets, in elk geval iets spannenders dan van de trap vallen na een bezoekje aan een wellnesscentrum. Zo klonk het net alsof ze onder werktijd had lopen lanterfanten, en was gevallen omdat ze niet had opgelet – wat inderdaad het geval was geweest.

‘Moet je nog een keer worden geopereerd wanneer je thuis bent?’ vroeg hij.

Schouderophalend antwoordde ze: ‘Hopelijk niet. Het is geen erg nare breuk, en de dokter zegt dat het er goed uitziet, al zal het nog wel een poosje duren voordat alles weer normaal is. Gelukkig is het mijn linkerpols, dus ben ik niet heel erg onthand.’

‘En je enkel?’

‘Alleen maar verstuikt,’ zei ze. ‘Het moet allemaal nog bont en blauw worden. Of misschien is het dat al.’

‘Waarom keek je niet uit waar je liep?’

‘Och, je kent me toch?’ antwoordde ze. ‘Ik struikelde of zoiets. Dat gebeurt me vaker, ik kan er niets aan doen.’

‘Ik bedoelde het ook niet als kritiek,’ reageerde hij. ‘Goh, je hebt het de laatste tijd niet makkelijk, hè? Eerst zit je opgesloten in de lift en dan kukel je de trap af.’

‘Meestal kom ik ongeschonden terug van zakenreisjes,’ zei ze. ‘En normaal gesproken zit ik ook nooit vast in liften.’

‘Misschien breng ik ongeluk,’ opperde hij.

‘Wie weet?’ Ze kneep haar ogen dicht en deed ze toen weer open.

‘Kom op, Darcey,’ zei hij, en even leek het erop dat hij haar in zijn armen wilde nemen, maar dat deed hij toch maar niet. ‘Het komt allemaal goed.’

‘Weet ik.’ Ze zuchtte en keek hem toen nieuwsgierig aan. ‘Wat doe jij eigenlijk hier?’

‘Nou, je bent een werknemer die een ongeluk heeft gehad,’ antwoordde hij. ‘Ik kom kijken of alles goed met je gaat. Uit het berichtje aan Anna konden we niet goed opmaken wat er precies aan de hand was. We waren bezorgd.’

‘Dat was niet nodig,’ zei ze. ‘Je had ook even kunnen bellen.’

‘Je had tegen Anna gezegd dat ze dat niet moest doen,’ bracht hij haar in herinnering.

‘Toen was ik nog erg roezig,’ legde ze uit. ‘Echt, je had niet hoeven komen. Ik red me prima.’

‘Darcey, dat je je prima kunt redden wil nog niet zeggen dat je geen hulp nodig hebt.’

Ineens kreeg ze een brok in de keel. ‘Maar de kosten van jouw vlucht zullen een flinke deuk in mijn budget maken.’ Het klonk zakelijker dan de bedoeling was.

‘Denk je tegenwoordig op die manier?’ vroeg hij met een frons. ‘Draait alles om je budget en je werk?’

‘Denk je niet dat InvestorCorp dat doet?’ vroeg ze. ‘Dan moet jij dat toch ook doen?’

‘Eh… Hoor eens, ik ben dan wel je baas, maar ik ken je ook persoonlijk,’ zei hij. ‘En bovendien vind ik dat er sowieso iemand had moeten komen om te kijken of alles in orde was. Als Anna was gekomen, had je dat fijn gevonden.’

‘Maar ik vind het fijn dat je bent gekomen,’ zei ze. ‘Echt waar. En ik wil heus niet net doen alsof ik je niet ken of dat je niets voor me betekent, alleen… Nou ja, ik wil mijn werk graag goed doen, en nu…’ Ze keek naar hem op en lachte flauwtjes. ‘Nou ja, zoiets is beter dan als je me uit de gevangenis zou moeten halen omdat ik drugs had gesmokkeld of zo.’

‘Daar moet je geen grapjes over maken,’ zei hij.

Berouwvol zei ze: ‘Ik kan op het ogenblik niks anders dan grapjes maken.’

Hij knikte afwezig en vroeg toen nieuwsgierig: ‘Is dat zo?’

‘Is wat zo?’

‘Dat ik nog iets voor je beteken. Zoiets zei je daarnet.’

‘Jezusmina, Neil, ik heb toch van je gehouden?’

Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Ik meen me te herinneren dat je zei dat je nooit van me had gehouden.’

‘Je weet best wat ik bedoel.’ Ze kneep in haar neus. ‘Ik dacht dat ik van je hield, maar dat was niet zo. Maar dat wil nog niet zeggen dat ik niet… Verdikkeme, Neil, ik voel me nog steeds schuldig!’

‘O.’

‘En ik voel me ook schuldig bij de gedachte dat je helemaal hiernaartoe bent gekomen omdat we lang geleden getrouwd waren.’

‘Och, meisje toch,’ zei hij. ‘Je analyseert te veel.’

‘Vergeet niet dat ik op dit moment onder de verdovende middelen zit,’ reageerde ze. ‘Ik kan niet helder denken.’

‘Goed dan, ik vergeef het je.’

‘Hoe is het met Anna?’ vroeg ze opeens.

‘Goed,’ zei hij. ‘Zoals ik al zei, is ze bezorgd om je.’

‘Zeg maar tegen haar dat ik weliswaar gewond ben, maar nog lang niet verslagen.’

‘Doe ik.’ Hij grijnsde erbij.

‘Anna is ontzettend lief,’ zei Darcey plotsklaps. ‘Je moet niet met haar spelen.’

‘Ik speel niet met haar.’

‘Ze is mijn beste vriendin, je mag haar niet kwetsen.’

‘Waarom zou ik haar kwetsen?’ vroeg hij. ‘Zeg, ik laat je nu maar alleen, dan kun je lekker gaan slapen, en dan kun je des te eerder met mij terug naar huis.’

‘Blijf je dan hier?’ vroeg ze. ‘Totdat ik naar huis kan?’

‘Natuurlijk blijf ik hier,’ antwoordde hij. ‘Je dacht toch niet dat ik helemaal hiernaartoe zou komen om met lege handen terug te gaan? Zo zijn we niet getrouwd!’

Ze keek hem alleen maar aan.

‘Dat had ik anders moeten verwoorden,’ gaf hij toe.

Er verscheen een brede lach op haar gezicht.