35

Ze hadden afgesproken bij de gate, maar Darcey zag Neil in het koffietentje zitten waar ze zoals gewoonlijk espresso ging drinken. Ze wist niet goed of ze moest zwaaien, maar toen keek hij op en zag haar. Meteen kwam hij bij haar zitten.

‘Goedemorgen,’ zei hij.

‘Hoi,’ zei ze.

Ze dronk haar kopje in één slok leeg en zette het terug op het schoteltje.

‘Dat spul is vast niet goed voor je maag,’ zei hij.

‘Mijn maag kan veel hebben,’ stelde ze hem gerust. ‘En ik heb zo vroeg op de ochtend de kick wel nodig.’

‘Ik zie dat je uit het gips bent.’

‘Gisteren gebeurd,’ vertelde ze.

‘Hoe is het nu met je pols?’

‘Prima, dank je.’

Misschien vond hij haar geen bitch meer, maar ze merkte wel dat er iets was veranderd tussen hen. Er hing een soort spanning die ze niet goed begreep. Ze keek op haar horloge.

‘Nog tijd zat,’ zei Neil.

‘Weet ik.’ Toch stond ze op, want plotseling wilde ze alleen zijn. ‘Ik ga naar de wc, ik zie je wel bij de gate.’

Onderweg kocht ze een krantje, en toen hij bij de gate kwam, was ze verdiept in een artikel over Ennco dat was overgenomen door Decker Benson. Hij schraapte zijn keel, en met een vragende blik keek ze op. ‘Ja?’

‘Ik vroeg me af hoe het met ze zou zijn. Heb je nog iets gehoord?’

‘Nieve heeft een mailtje gestuurd,’ antwoordde ze. ‘Ze denkt dat haar niets te verwijten valt. En misschien kan ze na de overname gewoon terugkomen, maar ze weet nog niet of ze dat wel wil.’ Ze glimlachte. ‘Blijkbaar heeft ze voorlopig haar buik vol van financials.’

‘Terwijl jij dus nog steeds carrière maakt, en zij het nakijken heeft,’ merkte Neil op.

‘Zo denk ik niet.’

‘Nee?’

‘Natuurlijk niet!’

‘Doet het je niet een heel klein beetje plezier dat boontje om zijn loontje is gekomen?’ vroeg hij. ‘Het meisje dat je leven heeft verpest? Ben je daar echt niet blij om?’

Ze bleef zwijgen.

‘Je hebt ooit gezegd dat je graag zou zien dat zíj eens alles kwijtraakte wat haar dierbaar was.’

‘Het hangt ervan af of je weet wat je echt wilt,’ reageerde ze peinzend. ‘En of je wel merkt dat je dat bent kwijtgeraakt.’

Het speet haar dat ze de uitdrukking op zijn gezicht niet goed kon duiden. Daar was ze nooit erg goed in geweest.

‘Kom op, we gaan,’ zei ze toen de stilte tussen hen ongemakkelijk werd.

Hij knikte, en samen gingen ze door de gate.

Tijdens de vlucht zeiden ze niet veel, en ook niet in de auto onderweg naar het bedrijventerrein. Darcey was ervan overtuigd dat er spanningen tussen hen waren, en opeens werd ze bang dat Neil niets tegen haar wilde zeggen omdat hij wist dat ze zou worden ontslagen. Of dat ze op een zijspoor zou worden gezet. Ze gaven de voorkeur aan die kerel uit Japan. Misschien wilden ze nog meer nieuwe mensen binnenhalen. Of misschien wilde hij niet samenwerken met zijn ex. Hij bekleedde een hogere functie dan zij… Hoe dichter bij hun bestemming ze kwamen, des te misselijker voelde ze zich. Ze moest haar handen afvegen aan haar rok omdat ze zo klam waren geworden.

‘Darcey, leuk je weer eens te zien!’ Gordon Campbell lachte haar stralend toe toen ze in de vergaderzaal verscheen. De anderen, met een kop koffie in de hand, knikten naar haar.

‘Koffie? Thee?’ vroeg Gordon.

‘Koffie, graag,’ antwoordde ze. ‘Zwart, zonder suiker.’

Hij schonk voor haar in en gebaarde dat ze kon gaan zitten. De anderen namen ook plaats aan de grote tafel.

‘Zo, Darcey,’ begon Gordon. ‘Je hebt uitstekende resultaten geboekt. Nieuwe cliënten hebben zich aangemeld.’

‘Ja.’ Ze knikte. ‘Gisteren heeft Media Holdings ons twintig miljoen toevertrouwd.’ Daar was ze erg blij mee geweest. Media Holdings was het eerste bedrijf dat ze een bezoekje had gebracht, toen ze nog onzeker was. Eigenlijk had ze niet verwacht dat dit bedrijf met hen in zee zou gaan.

‘Dus de enige waarvan we nog niets hebben gehoord…’

‘Is Orchard Investments,’ vulde ze aan. ‘Maar gisteren heb ik Tricia Lim gesproken, en ik denk dat het eind van de maand rond is.’

‘En ben je al hersteld van je val?’ vroeg Michael Banks.

Ze knikte. ‘Het leek erger dan het was. Maar dank jullie wel, ik was erg blij om Neil te zien.’

‘Je durft toch wel weer voor ons op reis, hè?’ vroeg Alec Burton.

Wat een stomme vraag, dacht ze. Die hoge pieten konden soms zo neerbuigend doen… ‘Natuurlijk.’

‘Nou, Darcey, daar wilden we het net over hebben,’ zei Gordon. ‘Over je toekomst bij ons.’

Meteen werd ze weer bang. Hij klonk veel te serieus, alsof hij met slecht nieuws op de proppen zou komen. Dat zou hoogst oneerlijk zijn. Ze had haar werk goed gedaan, daar kon geen misverstand over bestaan. Ze dacht aan het harde werken van voor de overname, toen ze nog manager business development was voor Global Finance, en daarna, toen ze zich had moeten aanpassen aan InvestorCorp. Ze was bang dat er ondanks alles iemand zou zijn die ze geschikter vonden voor dit werk. Ze was altijd bang dat er iemand geschikter zou zijn, altijd bang dat ze erachter zouden komen dat ze eigenlijk nergens voor deugde. Maar ineens, terwijl ze daar zo zat, besefte ze dat ze wel degelijk goed was in haar werk.

‘En dus…’

Oeps, ze had helemaal niet naar Gordon geluisterd.

‘Dus vinden we dat we jou die baan moeten aanbieden.’

Ze knipperde met haar ogen. Welke baan? Had ze maar beter opgelet… Het zou stom staan als ze ernaar vroeg.

‘En, wat vind je ervan?’

Vol verwachting keek iedereen haar aan.

Ze slikte moeizaam.

‘Een hele verandering,’ merkte Neil op, die haar in de gaten had gehouden. ‘Director new business.’

Maar dat was toch zíjn baan? Ze fronste haar voorhoofd.

‘Ik vind het prima om Douglas te vervangen bij InvestorCorp in Dublin,’ zei Neil. ‘En jij lijkt me de ideale vervanger voor mij.’

Goh, dus dat had ze allemaal gemist… ‘Ik eh… Wat gebeurt er dan ook weer met Douglas?’ vroeg ze.

‘Die gaat terug naar Edinburgh,’ antwoordde Gordon.

‘Neil lijkt me een uitstekende vervanger,’ meende Michael. ‘En jij lijkt me uitermate geschikt als zijn opvolger.’

‘Nou?’ Gordon klonk vol verwachting.

‘Nou, ik eh… Ik ben zeer vereerd,’ zei ze. ‘Eerlijk gezegd kan ik het nog niet helemaal bevatten.’

‘Hoezo niet?’ vroeg Michael. ‘Het is wat je verdient.’

Het is wat ik verdien, dacht ze. Ik verdien… Allemachtig, ik word manager new business! Een belangrijke baan! Waarom dacht ik toch dat ik ontslagen zou worden? Ik doe mijn werk goed. Alleen denk ik altijd van niet. Nou ja, ik weet best dat ik het goed doe, maar manager new business… Ik?

Ze begon te lachen en hield daar ineens weer mee op, bang hysterisch over te komen. ‘En waar werk ik dan?’

‘Hier,’ antwoordde Gordon.

Ze knikte. Dat leek haar prima. Goed, ze zou uit Dublin moeten vertrekken, met achterlating van haar mooie appartement en al haar vrienden, maar dat zou misschien goed voor haar zijn. Ze voelde zich immers rusteloos, en misschien trok dat dan weg. In haar persoonlijke leven was ook veel veranderd. Door Aidan en Nieve weer te zien, en door alles een plaatsje te geven, was er een last van haar af gevallen. Het was tijd voor verandering.

‘Dus je gaat op ons voorstel in?’ vroeg Gordon Campbell.

Het voelde nog steeds onwerkelijk. Ze vond dat ze het niet verdiende, omdat ze in dit werk was gerold zonder het echt te wíllen, zoals Nieve. Goed, ze zou geen miljoenen in haar schoot geworpen krijgen, maar het was wel een topbaan. Ze was een geslaagde vrouw! Ze deed haar best haar opwinding niet te tonen, het moest eruitzien alsof ze dergelijke promoties was gewend. Alsof zoiets haar toekwam.

‘Uiteraard,’ antwoordde ze. ‘Ik vind het zo geweldig dat ik niet weet wat ik moet zeggen.’

‘Prima.’ Neil stond op, ging de zijkamer in en kwam terug met een emmer waar een paar flessen champagne in stonden. ‘Gefeliciteerd, Darcey,’ zei hij terwijl hij de eerste fles ontkurkte. ‘Op de nieuwe director new business van InvestorCorp!’

‘Dank je.’ Haar handen trilden. ‘Iedereen bedankt. Ik… Het spijt me dat ik het niet beter kan verwoorden. Ik ben er echt blij mee!’

Een paar uur later, rozig na drie glazen champagne en alle opwinding, nam ze samen met Neil het vliegtuig terug naar Dublin. In de auto wisselden ze nauwelijks een woord, en ook niet terwijl ze wachtten totdat ze konden instappen, maar toen ze eenmaal in het vliegtuig zat, keek ze hem aan en vroeg waarom hij niets had gezegd.

‘Ik dacht dat je het wel zou kunnen raden,’ zei hij terwijl hij de gordel vastmaakte. ‘Het was toch overduidelijk?’

‘Overduidelijk?’ Ze worstelde met haar gordel. Degene die hier eerder had gezeten was zeker vijf keer zo dik geweest als zij. Door al die champagne lukte het haar niet de gordel goed af te stellen.

‘Jezus, laat mij maar.’ Neil schoot haar te hulp.

‘Dank je.’

‘Iedereen weet dat Douglas graag terug wil naar Edinburgh,’ zei hij terwijl hij achteroverleunde. ‘En tenzij ik iets doms zou uithalen, was ik zijn meest geschikte opvolger. Iedereen zei dat jij het zo goed had gedaan, dus vermoedde ik dat je wel zou hebben gesnapt dat we jou promotie wilden aanbieden.’

‘Waarom zou ik dat denken?’ vroeg ze. ‘Oké, ik kan het best aan, maar ik ben niet het type om manager te zijn. Ik ben maar een gewone meid, een loonslaafje.’

Hij schoot in de lach. ‘Je bent wel degelijk het managertype,’ zei hij. ‘Soms beangstigt me dat zelfs.’

‘Vast,’ merkte ze schamper op.

‘Darcey, je hebt me al vaak de stuipen op het lijf gejaagd.’ Hij glimlachte er flauwtjes bij.

Omdat ze niet wist wat ze daarop moest zeggen, hield ze haar mond maar. Het vliegtuig begon te taxiën en weldra stegen ze op.

Boven de Ierse Zee floepte het lampje aan dat iedereen de gordels om moest doen en klonk er een aankondiging dat het slecht weer was en dat er turbulentie werd verwacht.

Darcey keek naar Neil, die verdiept was in de krant, en trok haar gordel toen strakker. Het vliegtuig schokte hevig en haar adem stokte.

‘Gaat het?’ vroeg Neil. Hij vouwde de krant op en stopte die in het zakje voor hem. Weer schokte het vliegtuig.

Ze knikte en keek naar de overkant van het gangpad. Een priester bij het raampje sloeg een kruis toen het vliegtuig schuin ging hangen. De vrouw achter hem slaakte een kreetje.

‘Ik heb hier toch zo’n hekel aan,’ merkte Neil gespannen op. ‘Ik weet dat het niet erg is, maar ik vind het verschrikkelijk dat ik de regie kwijt ben.’

‘Que sera sera,’ merkte Darcey op.

‘Onze huisfilosoof.’ Hij omklemde de armleuningen.

Ze haalde haar schouders op. ‘Het is net zoiets als vastzitten in een lift. Of het komt goed, of het komt niet goed. Je er zorgen over maken, maakt geen enkel verschil.’ Ze slaakte een gilletje toen ze opeens leken te vallen.

‘Het zou een hele klap voor InvestorCorp zijn als ze de oude en de nieuwe manager new business tegelijkertijd kwijtraakten.’ Neil deed zijn best luchtig te klinken.

Ineens schoot Darcey in de lach. ‘Het kan een complot van de concurrentie zijn.’

Weer leek het vliegtuig in een vrije val te raken. ‘Op dit soort momenten vertellen mensen elkaar hun diepste geheimen,’ zei Neil.

‘Daar hebben we nog tijd genoeg voor,’ zei ze. ‘Zodra de zuurstofmaskers voor onze snufferd bungelen, kun je me vertellen dat we eigenlijk nooit gescheiden zijn of zoiets.’

Toen hij haar aankeek, zag ze weer die uitdrukking op zijn gezicht die ze niet goed kon duiden.

‘We zíjn toch gescheiden?’ vroeg ze op scherpe toon. ‘Ik bedoel, dat is toch niet jouw grote geheim? Ik heb de akte gezien, die leek niet nep te zijn.’

‘Natuurlijk zijn we gescheiden.’ Het klonk geërgerd. ‘Waarom zeg je zulke stomme dingen?’

‘Nou, ik kon geen ander duister geheim bedenken,’ merkte ze zuur op. ‘Heb je eigenlijk wel een duister geheim?’

Hij schudde zijn hoofd.

‘Zie je wel?’ zei ze. ‘Wel tragisch eigenlijk, dat we niet samen een groot, duister geheim hebben.’

Het vliegtuig schudde hevig, en allebei vertrokken ze hun gezicht tot een grimas.

‘Weet je, ik heb geen duister geheim, maar ik wil je wel mijn excuses aanbieden,’ zei Neil.

‘Waarvoor?’

‘Omdat ik je ijdel en egocentrisch heb genoemd.’

‘Daar heb je je excuses al voor aangeboden.’

‘Jawel, maar ik voel me er nog steeds rot over. Je bent niet ijdel en je bent niet egocentrisch. Ik had dat niet moeten zeggen.’

‘Neil, ik ben misschien niet ijdel, maar dat komt ook omdat ik niet betoverend mooi ben. Ik ben wel egocentrisch. Ik denk alleen maar aan mezelf, al had ik dat eerst niet door. Ik vond mezelf een diepe denker en zo. Maar eigenlijk dacht ik dus uitsluitend aan mezelf. Ik vond dat ik slecht behandeld was omdat mijn beste vriendin me een rotstreek had geleverd en de man van wie ik hield niet bezeten was van mij. Zielig, hè?’

‘Het zat wel wat ingewikkelder in elkaar,’ zei Neil.

‘Niet echt,’ reageerde ze. ‘Goed, er waren wel meer dingen die ik niet echt aankon. Maar toen leerde ik jou kennen, en jij was geweldig. En onvolwassen als ik was, verpestte ik alles. Ik had niet met je moeten trouwen. Ik zou je daarvoor mijn excuses moeten aanbieden, het was heel egoïstisch van me. En je had ook wel gelijk toen je zei dat ik ijdel ben. Ik was niet van plan Aidan voor de bruiloft weg te kapen van Nieve, maar ik wilde er wel pico bello uitzien, zodat hij me mooier zou vinden dan Nieve. En dat was ijdel.’

‘Wauw.’ Hij grijnsde breed. ‘Je biecht heel wat op.’

‘Ja.’

‘Ben je niet een beetje te hard voor jezelf?’

‘Nee.’

‘Het was niet verschrikkelijk om met jou getrouwd te zijn,’ zei hij.

Ze glimlachte. ‘Dank je. De mens heeft de neiging meer aandacht te besteden aan rottige dingen dan aan fijne.’

Hij knikte. ‘Zoals die keer in Schotland, tijdens de kerstdagen.’

Het had toen gesneeuwd. Ze was helemaal uit haar bol gegaan omdat het zo mooi was geweest, zo echt Kerstmis. Op kerstavond waren ze gaan wandelen door het park dat bij het hotel hoorde. De sneeuw had geknerpt onder hun schoenen, en de maan had alles in een betoverend schijnsel gezet.

Ze waren op een boomstam gaan zitten en hadden ‘White Christmas’ gezongen. Toen ze had geklaagd dat ze het koud had, had hij haar in zijn armen genomen en gevoeld of haar achterste inderdaad bijna bevroren was, en toen had hij gezegd dat hij wel maniertjes wist waardoor ze het heel warm zou krijgen…

Ze bloosde bij de herinnering en hoopte dat hij het was vergeten. Ze deed haar best haar gezicht in de plooi te houden. Het was allemaal goed en wel om elkaar excuses aan te bieden, maar echt aardig zijn tegen elkaar was iets heel anders. Ze wilde niet denken aan vrijpartijen met hem. Jemig, hij was haar báás! Bovendien had hij iets met haar beste vriendin. Bij de gedachte aan Anna kwam ze pas echt terug in het heden. Dit alles ligt achter me, dacht ze. Ik ben verder gegaan met mijn leven en Neil ook. In het heden is geen plaats voor het verleden.

Weer schokte het vliegtuig. Ze slikte moeizaam.

‘Denk je dat ze alsnog gaan trouwen?’ vroeg Neil, daarmee haar gedachten onderbrekend.

‘Hè?’

‘Nieve en Aidan.’

‘Ik denk het wel.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Eigenlijk kan het me niet meer schelen. Echt niet.’

Hij knikte. ‘Sorry. Ik snijd het onderwerp alleen maar aan omdat het afleidt van de turbulentie.’

‘Vooruit dan maar,’ zei ze. ‘Voor het geval we neerstorten en je moet sterven zonder antwoord op je vragen te hebben gekregen. Ik heb met Aidan gesproken en ik heb met Nieve gepraat. En ik denk niet dat we ooit nog elkaars beste vriendin worden, maar ik heb geen hekel meer aan haar.’

‘En aan hem?’

‘Ik heb ook geen hekel aan hem.’

‘Hou je nog van hem?’

Die vraag bleef een poosje tussen hen in hangen.

‘Ik hield van het idee,’ antwoordde ze toen. ‘Ik vond het fijn dat ik zou gaan trouwen met de man van mijn dromen, en ik dacht dat mijn leven volmaakt zou zijn als we maar samen waren. Ik gebruikte hem als excuus voor alles wat er misging. Maar hij is veranderd, en ik ook. Uiteraard hou ik niet meer van hem.’

Het vliegtuig sidderde en schokte als nooit tevoren. Ook al vond ze het niet erg om te vliegen wanneer het hondenweer was, zoiets als dit had ze nog nooit meegemaakt. Misschien had de piloot wel een vreselijke fout gemaakt, en was deze vlucht naar Dublin straks het laatste nieuws.

Onwillekeurig omklemde ze de armleuningen, en voelde toen Neils warme hand onder de hare. ‘Sorry,’ zei ze.

‘Zo steunen we elkaar.’

Net zo plotseling als het sidderen, schudden en schokken was begonnen, hield het weer op. Het vliegtuig vloog gelijkmatig verder.

Even later bood de piloot zijn excuses aan en zei dat het nu eenmaal onvermijdelijk was geweest en dat het in Dublin mooi weer was.

Darcey legde haar hand weer in haar schoot en maakte de gordel ietsje losser, maar niet helemaal los.

Neil liet de armleuning los en strekte zijn vingers. ‘Dat was zenuwslopend,’ zei hij.

‘Gelukkig temperde de champagne de doodsangst een beetje,’ reageerde ze.

En toen floepte het lichtje weer aan dat ze de gordels moesten vastmaken. Achterdochtig keken ze ernaar, maar deze keer betekende het dat de landing zou worden ingezet.

‘Zullen we een hapje gaan eten?’ stelde hij voor nadat ze waren uitgestapt. ‘Om het te vieren?’

‘We hebben het al gevierd,’ bracht ze hem in herinnering. ‘We hebben geluncht met champagne.’

‘Nee, sufkopje, ik bedoelde vieren dat we niet als zwartgeblakerd wrak op de landingsbaan liggen.’

Ze lachte. ‘Daar was weinig kans op.’

‘Nee?’ Hij keek haar vragend aan.

Ze haalde haar schouders op. ‘Waarom ook niet? Waar had je gedacht?’

Ze gingen naar Roly’s in Ballsbridge, waar Darcey Neil ervan weerhield nog meer champagne te bestellen. ‘Eén glaasje wijn is voldoende voor me,’ zei ze. ‘Tegenwoordig kan ik niet meer goed tegen drank.’

Dus bestelde hij voor haar een sauvignon blanc voor bij haar salade, en voor zichzelf een pinot noir voor bij zijn steak.

‘Ik snap niet waarom ik zo’n honger heb,’ zei hij terwijl hij brood uit het mandje pakte. ‘We hebben goed geluncht. Volgens mij is het omdat we aan de dood zijn ontsnapt.’

‘Doe niet zo maf.’ Ze grijnsde. Zelf nam ze geen brood.

‘Wat leef je toch gezond,’ merkte hij op. ‘Weinig alcohol, gezonde voeding. Het viel me op dat je tijdens de lunch niet veel hebt gegeten.’

‘Och, ik doe mijn best een beetje evenwicht in mijn leven te brengen,’ zei ze. ‘Alles met mate.’

‘Maar misschien soms een beetje saai?’

‘Niet echt. Het is te doen.’

Hij knikte.

‘Zeg, nu we zijn ontkomen aan de dood, en jij me geen ijdel monster meer vindt, moet je me maar eens vertellen wat je de afgelopen tien jaar allemaal hebt uitgespookt,’ zei ze na een slokje van de heerlijke wijn. ‘Jij weet alles van mij, maar ik niks van jou.’

Hij vertelde over zijn carrière, de tijd die hij in het buitenland had doorgebracht, en over de promotie voor het werk dat zij nu ging overnemen. Zijn stem klonk warm, net als toen op dat feestje met Kerstmis, toen ze met hem had gedanst en hij had gezegd dat hij haar mooi vond. Ze wist nog hoe ze zich had gevoeld toen hij zijn arm om haar heen had geslagen. Veilig. Toen was ze Aidan en Nieve ineens vergeten, en had ze niet meer gedacht aan hoe het had moeten zijn.

Waarom hield ik niet van hem, vroeg ze zich af. Hij gaf om mij. En ik gaf ook om hem. Hij maakte me gelukkig. Waarom hield ik dan niet van hem?

Ineens kreeg ze een heel naar gevoel in haar maag, net zoals toen het vliegtuig zo’n last had van turbulentie.

Ze hád van hem gehouden. Ze had van hem gehouden toen hij haar had gevraagd met hem te trouwen, en ze had van hem gehouden toen ze naar Gretna Green waren gegaan. Ze had van hem gehouden toen ze spelletjes met Häagen-Dasz hadden gespeeld, en toen ze hadden gevrijd in dat ijskoude bos in Schotland. Maar zij had besloten dat ze niet echt van hem hield toen het allemaal niet meer zo soepeltjes had gelopen, toen hij het druk had gehad op zijn werk en haar alleen had moeten laten wanneer hij naar vergaderingen had gemoeten. Omdat ze doodsbang was geweest dat hij iemand anders tegen het lijf zou lopen, zoals met Aidan was gebeurd. En dus had ze besloten dat ze nooit van hem had gehouden. Dat ze met hem was getrouwd omdat ze toch met íémand moest trouwen. En toen was het afgelopen geweest met zijn liefde voor haar, en dus had ze tegen zichzelf kunnen zeggen dat ze daar blij om was omdat zij nooit echt van hem had gehouden.

Maar ze had tegen zichzelf gelogen. Nu hield ze niet van hem, maar toen had ze wel degelijk van hem gehouden.

‘Darcey? Is er iets?’

Ze schudde haar hoofd, maar ze ontweek zijn blik omdat hij niet mocht zien dat ze in verwarring was gebracht.

‘En toen kwam Megan,’ zei hij.

‘Megan?’

‘Het meisje met wie ik bijna ben getrouwd,’ bracht hij haar in herinnering.

‘O god, ja. Megan.’

‘Mooie meid. Maar helaas uit Glasgow.’ Zijn ogen fonkelden.

‘Nou ja, je kunt niet alles hebben.’ Ze lachte naar hem.

Zoiets had ze al eens tegen hem gezegd, ook in een restaurant. In Londen, niet lang nadat ze waren getrouwd. Hij had gezegd dat het enige wat niet volmaakt was aan haar, een gebrek was aan een vader die multimiljonair én stokoud was. Het was een vrolijke avond geweest. Ze herinnerde zich die nog goed. Niet de naam van het restaurant, maar wel waar het was geweest, vlak bij King’s Road. Een leuke tent die hij iets te zoetsappig had gevonden; echt iets voor meiden. Ze had gezegd dat zij een meisje was, en dat ze hier dus op haar plaats was. Hij had gezegd dat ze een bijna volmaakt meisje was, vanwege het gebrek aan die steenrijke, hoog bejaarde vader. En toen had ze gezegd dat je niet alles kon hebben. Daar hadden ze om gelachen, en zij had geklaagd dat haar vader een klojo was omdat hij Minette in de steek had gelaten. Ze had er nog bij willen zeggen dat mannen allemaal klojo’s waren omdat ze opeens aan Aidan had moeten denken, maar toen had ze in Neils ogen gekeken en gedacht dat híj haar nooit in de steek zou laten. Op dat moment was ze bang geworden dat iemand hem zou afpakken.

Ze sloot haar ogen om de herinnering kwijt te raken.

‘Gaat het echt wel?’ vroeg hij. ‘Doet je pols pijn?’

Het drong tot haar door dat ze hard in zijn arm kneep. Ze deed haar ogen open. ‘Ik voel me best,’ zei ze, en het klonk net alsof er iemand anders aan het woord was. ‘Alleen een beetje moe.’

‘Wil je liever weggaan?’ vroeg hij.

Eigenlijk wilde ze dat wel. Maar ze schudde haar hoofd en zei nogmaals dat er niets aan de hand was, en vroeg toen hoe hij het vond om in Dublin te blijven, en of hij dat altijd al had gewild.

‘Het is nooit een doel geweest om in Dublin terecht te komen,’ antwoordde hij. ‘Maar het is een prettig kantoor en de mensen zijn aardig. Ik vind het prima.’

‘Gek, jij blijft in Dublin en ik ga naar Edinburgh,’ zei ze.

‘Nou ja, zo gaat dat in het bedrijfsleven,’ zei hij. ‘Misschien heb ik er over een poosje genoeg van, en jij ook, en dan treffen we elkaar onder de olijfbomen in Toscane.’

‘Tegenwoordig droom ik van andere dingen,’ reageerde ze.

‘Vast. Van zakenpakjes en zakenlunches, en vergaderingen waarbij het er heftig aan toe gaat.’

‘Ik vind het nog steeds niks voor mij,’ biechtte ze op. ‘Maar als anderen…’

‘Anderen vinden dat je ervoor geknipt bent,’ stelde hij haar gerust.

‘Vond jij me geknipt voor die baan?’ Nieuwsgierig keek ze hem aan.

Hij knikte. ‘Ik vind het ongelooflijk dat die onnozelaars van Global Finance je niet al veel eerder promotie hebben gegeven,’ zei hij. ‘Je trekt zoveel nieuwe cliënten aan… Fenomenaal! We konden het eerst niet geloven.’

‘Gek, hè?’ Ze giechelde, en dacht dat dat aan de wijn lag. ‘Gek hoe alles zich ontwikkelt.’

‘Je gaat het heel goed doen,’ zei Neil. ‘Ik… ik ben trots op je.’

‘Dank je.’ Ze wilde hem aanraken. Ze wist zelf niet waarom. Ze wilde zijn hand in de hare houden. Even vroeg ze zich af of er nog eelt op zijn linkerhand zou zitten, van toen hij in zijn jonge jaren aan karate had gedaan.

Er klonk het geluid van een binnenkomend sms’je, en hij opende zijn mobiel.

‘Van Anna,’ zei hij terwijl hij bezig was met de toetsen. ‘Ze vraagt zich af hoe je omgaat met het grote nieuws.’

‘Wist Anna er al van?’

‘Uiteraard. Ze is immers manager HR? Ik heb geschreven dat ik haar nog wel bel.’

Waarom zou hij Anna bellen? Een zakelijk telefoontje? Of niet? Darcey voelde zich misselijk bij de gedachte aan Neil en Anna die het over háár hadden. Neil zou zeggen dat het in orde was gekomen en dat Darcey de baan in Edinburgh had aangenomen. En Anna zou opgelucht zijn dat Darcey niet meer in de weg liep, want ook al waren ze dikke vriendinnen, het was toch ongemakkelijk om iets te beginnen met Darceys ex.

Dit gebeurt niet, dacht Darcey terwijl ze met haar eten speelde en kleine slokjes wijn nam. Ik ben niet jaloers op Anna. Ik vind het niet erg dat zij en Neil iets hebben. En het kan me ook niet schelen dat Neil en ik alleen maar samen uit eten zijn gegaan omdat hij mijn baas is.

O nee, hij is mijn baas niet meer, dacht ze. We zijn gelijken. Ik ben net zo’n hoge piet als hij. En morgen zijn al die nare gevoelens vast verdwenen.