12

‘Hebben jullie je toen verloofd?’ vroeg Anna toen Darcey zweeg. ‘Blijkbaar zijn jullie niet getrouwd, maar…’

‘Nee, we hebben ons niet verloofd.’ Er verscheen een gekwelde uitdrukking op Darceys gezicht. ‘Ze zette me voor gek. Ze wist precies waar ze mee bezig was.’

Meelevend keek Anna haar aan. Darcey had nooit iets verteld over de tijd voordat ze bij dit bedrijf was komen werken, maar Anna had wel het een en ander geraden omdat Darcey op haar hoede was voor mannen. Darcey was dus bijna verloofd geweest, maar wel erg lang geleden. Het verbaasde haar dat Darcey er kennelijk nog zo mee zat.

‘Die avond kwam de ring niet ter sprake,’ vertelde Darcey verder. ‘En de dag daarna ook niet. Ik was vroeg opgestaan om stiekem naar beneden te sluipen en te voelen of de ring nog in zijn binnenzak zat. Ik dacht dat ik het misschien had gedroomd van die ring. Maar nee, hij was er nog en hij is niet uit die binnenzak gekomen.’

Ze had niet geweten wat ze moest doen. Als hij die ring bij zich had, moest hij toch van plan zijn geweest haar die te geven. Maar ondanks een paar hints over dat ze eigenlijk nog iets moest hebben dat bij het kettinkje en de oorknopjes met diamantjes paste, had hij alleen maar geglimlacht. En nadat ze hadden ontbeten, zei hij dat hij had afgesproken om met Pat en Conor naar een voetbalwedstrijd te gaan. Vond ze het heel erg als hij nu wegging? Hij zou haar gauw bellen, en anders zag hij haar wel op de werkplek.

Toen wist ze dat alles was misgegaan. Hij had de pest aan voetbal. Dat ze hartstochtelijk met elkaar hadden gevrijd, bracht geen troost. Hij was van plan geweest haar ten huwelijk te vragen, maar was van gedachten veranderd. En dat kwam door Nieve.

Wat had Nieve dan gedaan? Ze had er geweldig uitgezien en een beetje met hem geflirt. En Aidan had met Darcey gevrijd toen Nieve naar huis was gegaan. Dat zou hij niet hebben gedaan als Nieve en hij… Ja, wat? Wat kon er zijn gebeurd tussen haar bijnaverloofde en haar beste vriendin waar ze zelf bij was? Niets. Er was niets gebeurd, ze maakte zich alleen maar druk omdat hij haar die verlovingsring niet had gegeven. Misschien had hij het niet het juiste moment gevonden. Of misschien had hij het niet romantisch gevonden zo vlak na Nieves vertrek. Of misschien was die ring helemaal niet voor haar bestemd. Nee, onzin. Kerels liepen niet rond met verlovingsringen in hun binnenzak als ze niet van plan waren die te geven.

Ze sloot haar ogen en dacht aan die eerste kus met Aidan, onder die plataan. Een kus vol beloften. Sindsdien hadden ze samen een fijne tijd gehad. Er was niets mis, er was niets veranderd. Ondanks dat nare gevoel in haar buik wist ze zeker dat hij zou bellen. Maar het bleef stil, en toen zij hem uiteindelijk belde, werd er niet opgenomen. Ze dacht erover om even bij hem langs te gaan, maar dat leek erg zielig. Ze hadden elkaar wel vaker een paar dagen niet gesproken. Ze maakte van een mug een olifant. Toch?

Ze zag hem pas maandag op het werk. Lachend vertelde hij dat hij een leuke dag had gehad met de ‘jongens’, en dat het hem speet dat hij niet was langsgekomen, maar dat hij dat niet had gewild na zoveel biertjes. Zij vroeg of hij zin had om die avond naar de bioscoop te gaan, en hij zei dat hij moest overwerken. Maar de toon waarop hij dat zei, bezorgde haar nog meer buikpijn.

Emma Jones belde met de vraag of ze Darcey al mocht feliciteren. Darcey zei maar dat ze nog niet tot een beslissing waren gekomen, waarop Emma floot en zei dat als Darcey Aidan door haar vingers liet glippen, ze stommer was dan Emma had gedacht. Darcey vroeg Emma het er niet meer over te hebben, maar ze wist niet of Emma wel haar mond zou houden. Ze werd al misselijk bij de gedachte dat iedereen bij Car Crew aan het speculeren was over een eventueel huwelijk tussen Aidan en haar. Niemand zou geloven dat Aidan haar had gevraagd en dat zij er nog over moest nadenken.

Die avond belde ze naar het huis van de Stapletons. Gail vertelde dat Nieve de hort op was met vrienden, en Darcey vroeg zich af welke vrienden dat dan wel waren, en waarom Nieve haar niet ook had meegevraagd. Pas de dag daarna wipte Nieve bij haar langs.

‘Een kanjer!’ zei ze toen Darcey vroeg wat ze van Aidan vond.

‘We denken erover om te gaan trouwen,’ flapte Darcey eruit.

‘Nee!’ Nieve zette grote ogen op. ‘Hij is top, maar hij past niet bij je.’

‘Hoezo niet?’

‘Hij wil graag reizen en zo,’ antwoordde Nieve. ‘Hij wil van alles beleven.’

‘Ik ook.’

‘Nee, dat wil je niet echt. Jij wilt reizen om eens ergens anders een kruiswoordraadsel op te lossen. Je geeft niks om carrière maken, je bent totaal niet ambitieus.’

‘Ik ben veranderd.’

Nieve zei niets.

‘Je gelooft me niet.’

‘Ik denk alleen maar dat je niet geschikt bent voor het zakenleven,’ zei Nieve.

‘Waar ben ik dan wel geschikt voor?’

‘Dat weet ik niet,’ antwoordde Nieve. ‘Meestal ben je erg dromerig. Je zou veel meer kunnen bereiken. Je gebruikt maar een fractie van je hersens.’

‘Onzin!’

‘Hm,’ reageerde Nieve.

Het voelde alsof Darcey in een parallel universum leefde. Oppervlakkig gezien was er niets veranderd. Maar er waren krachtige onderstromen waardoor ze besefte dat alles wel degelijk anders was. Aan het eind van de week ging ze met Aidan iets drinken en vroeg hem wat er mis was.

‘Mis?’ Hij leek niet op zijn gemak.

‘Mis.’

‘Het heeft niets met jou te maken…’ zei hij aarzelend.

‘O, shit!’ Ze had niet willen huilen, maar de tranen biggelden al over haar wangen. ‘Je wilt het uitmaken, hè?’

‘Darcey, we zijn allebei nog zo jong. Het was nooit de bedoeling dat het voor eeuwig zou zijn.’

‘Je zei dat je van me hield. Je hebt met me gevrijd. Je…’

‘Kom op,’ zei hij, nu ineens niet meer aarzelend. ‘Mensen die met elkaar vrijen, doen dat niet met de bedoeling voor eeuwig aan elkaar vast te zitten.’

‘Je zei dat je van me hield,’ herhaalde ze verdrietig. ‘Ik dacht dat we zouden gaan trouwen.’

‘Waarom dacht je dat?’

Ze kon hem niet vertellen dat Emma Jones haar dat had verteld, en dat ze de ring in zijn binnenzak had gezien. Dus zei ze maar niets.

‘Het spijt me,’ zei hij. ‘Ik wil nog heel veel dingen doen voordat ik aan huisje, boompje, beestje begin. Ik kan gewoon niet…’

Toen hij haar met een spijtige uitdrukking op zijn gezicht aankeek, stortte haar wereld in. Vroeger had het haar geen verdriet gedaan wanneer het uitging, omdat ze zich toch niet echt prettig had gevoeld bij de bewuste man. Maar dit was het ergste wat haar ooit was overkomen. Hoe kwam ze er toch bij dat ze Minette had kunnen opvrolijken nadat Martin de benen had genomen? Hoe had ze kunnen denken dat Minette zich er maar overheen moest zetten? Hoe kon je je over een gebroken hart heen zetten?

‘Iedereen dacht dat we zouden trouwen,’ zei ze.

‘Doe niet zo maf. Waarom zouden ze dat denken?’ Maar hij keek er niet op zijn gemak bij.

Meteen wist ze dat Emma het bij het rechte eind had gehad. Die ring in zijn binnenzak was voor haar bedoeld geweest. ‘Is het Nieve?’ vroeg ze plotseling.

‘Natuurlijk niet.’ Het klonk niet erg overtuigend.

‘Ik geloof je niet.’

‘Zij kan er niks aan doen,’ zei hij. ‘Maar toen ik haar leerde kennen, ben ik ineens heel anders naar de dingen gaan kijken.’

‘Hoe dan?’

‘O, Darcey, is dit nou echt nodig?’

‘Ja.’

‘Ik kan er ook niets aan doen dat ik de laatste paar dagen veel nadenk over wat ik eigenlijk wil. Je zou er juist blij om moeten zijn. Zo behoed ik je voor een vergissing.’

‘Heb je haar nog gesproken?’ vroeg Darcey.

Aidan zweeg.

‘Rotzak!’ Darcey gebruikte niet gauw lelijke woorden, maar deze keer kon ze zich niet inhouden. ‘Jij bent een klootzak en zij is een bitch!’

‘Dat is allemaal lang geleden gebeurd,’ zei Anna terwijl ze een stukje brood in de olijfolie doopte. ‘Je bent er nu toch wel overheen?’

Darcey speelde met de uitnodiging. ‘Jawel,’ zei ze, ‘maar het heeft me heel lang dwarsgezeten. Ik had het gevoel dat ik achter mijn rug werd uitgelachen omdat mijn beste vriendin mijn vriend had afgepakt. Ik voelde me verraden door de twee mensen die ik het meest vertrouwde. Ik vond alle mannen hufters en alle vrouwen slettenbakken. Mijn vader had mijn moeder in de steek gelaten. De man met wie ik zou trouwen, had me bedrogen. En mijn beste vriendin maakte mijn geluk kapot.’ Ze lachte zuur. ‘Nu klinkt het overdreven, maar het verpestte mijn leven. Zie je, ik kon het haar niet vergeven, en hem ook niet. Het leek alsof er geen gerechtigheid meer bestond.’

‘Dat van je ouders wist ik niet,’ zei Anna. ‘Maar…’

‘Dat doet er niet toe.’ Darcey haalde haar schouders op. ‘Uiteraard maken dat soort dingen indruk op je. Ik vond het verschrikkelijk dat mijn vader de benen had genomen en nam me voor zelf een betere kerel te zoeken, maar uiteindelijk zat ik met net zo’n klojo. Ik ging er niet goed mee om. Ze zeggen dat de tijd alle wonden heelt, maar bij mij werd het elke dag erger. Ik moest steeds aan Nieve en Aidan denken. Ik zag voor me dat ze naar Amerika vertrokken, lachend omdat ze mij achterlieten. Die zielige, stomme Darcey die dacht dat ze zou gaan trouwen.’ Ze trok een gezicht. ‘Ik vond het verschrikkelijk dat ze misschien medelijden met me hadden. Ik had zo de pest aan ze! Nadat ik met Aidan had gesproken, ging ik bij Nieve langs. Ze zei dat het haar speet, maar dat hij nu eenmaal de Ware was. Dat was hij van míj! Ze zei ook dat ik bofte dat Aidan nu iets met haar had, want met mij zou het op een doffe ellende zijn uitgelopen. Ze zei dat ze zijn type beter kende dan ik, en dat hij een sterke vrouw nodig had om het beste in hem naar boven te halen. Wat een lef! Ik bén een sterke vrouw.’ Ze snoof. ‘Nou ja, nu wel. Toch is het ironisch, hè? Hij is vanwege haar niet met mij getrouwd, maar ook niet met haar! Terwijl er toch zoveel passie in het spel was…’

‘Passie hoeft niet altijd tot een huwelijk te leiden,’ zei Anna zacht.

‘Weet ik.’ Darcey knikte. ‘Maar hij was wel degelijk van plan met míj te trouwen. Dus hij heeft niets tegen het huwelijk. Ik vraag me af waarom hij niet met háár is getrouwd…’ Weer keek ze naar de uitnodiging.

‘Er kunnen allerlei redenen voor zijn,’ merkte Anna op. ‘Je gaat toch zeker niet naar de bruiloft? Wat heb je daaraan?’

‘Om het af te sluiten?’ opperde Darcey weifelachtig.

‘Ach kom, je hebt je er allang overheen gezet. Toch? Je bent veranderd, want nu leid je een geweldig leven.’

‘Jawel, maar… Ik moet er steeds aan terugdenken, aan hoe ik me toen voelde…’

‘Darcey…’ Het klonk waarschuwend.

‘Hoor eens, ik ben heus niet van plan stomme dingen te doen,’ zei Darcey. ‘Ik denk er alleen zo vaak aan. Daarom denk ik dat het goed voor me zou zijn hen nog eens te zien. Meer niet.’

‘Nou, ga dan maar, al vind ik het geen goed idee,’ zei Anna. ‘Een bruiloft is sowieso al emotioneel, en waarom zou je alles oprakelen?’

Darcey lachte. ‘Jawel, maar…’ Ze slaakte een diepe zucht. ‘Ik ben al heel lang niet meer zo in de war geweest. Door me die uitnodiging te sturen, heeft ze me weer totaal van slag gemaakt.’

‘Moet je luisteren,’ zei Anna op strenge toon, ‘je hebt een goede baan, je woont in een mooi appartement, je hebt in ieder stadje een schatje… Jezus, Darcey, daar zouden veel vrouwen een moord voor doen!’

‘Misschien…’

‘Bij je werk kun je altijd alles vanuit het perspectief van een ander bekijken, maar in je persoonlijke leven kun je geen afstand nemen,’ zei Anna.

‘Kennelijk kan ik mijn werk beter aan dan persoonlijke dingen,’ reageerde Darcey. ‘En dat is knap stom.’

‘Kop op, je redt het wel,’ zei Anna.

Darcey stopte de uitnodiging terug in haar tasje. ‘Uiteraard,’ zei ze. ‘En jij? Jij moet naar Edinburgh. Overtuig ze maar dat je onmisbaar bent.’

‘Ik doe mijn best,’ zei Anna. ‘Misschien helpt het als ik onderweg Neil Lomond verleid.’

‘Dat meen je niet!’

‘Nee. Maar denken dat niemand je werk beter kan doen dan jij, wil ook niet altijd helpen,’ zei Anna. ‘Vrouwelijke verleidingskunsten werken misschien beter. Maar ben ik wel verleidelijk?’ Ze kneep in haar zwembandje. ‘Ik moet echt afvallen, maar er schort iets aan mijn motivatie. Als ik het voor die Lomond doe, gaat het misschien beter.’

‘Misschien is hij niet beschikbaar voor verleidingskunsten,’ merkte Darcey op. ‘Ben je er al achter of hij getrouwd is?’

‘Volgens zijn gegevens is hij gescheiden,’ antwoordde Anna. ‘Aan de ene kant is dat goed, aan de andere juist niet. Niet getrouwd zijn is goed, bagage is niet goed. Geen kinderen, dat is goed. Alleen weet ik uiteraard niet of hij op dit moment iemand heeft, maar als dat niet het geval is…’

‘Je bent toch niet echt in hem geïnteresseerd, hè?’

‘Waarom niet?’ zei Anna. ‘Hij ziet er goed uit, met die ogen en die lach.’

‘Allemachtig!’ Darcey legde haar vork neer. ‘Zo geweldig is hij nou ook weer niet, hoor!’

‘Dat zeg je maar omdat hij je nieuwe baas is,’ reageerde Anna. ‘Ik ken jou, je vindt het vervelend dat er iemand boven je staat.’

‘Onzin!’

‘Ja hoor!’ Anna lachte. ‘Jij bent zeker niet de meest ambitieuze binnen het bedrijf. Zeg maar dat Nieve het helemaal mis had. Toe dan!’

‘Ik ben niet ambitieus,’ weerlegde Darcey. ‘Anders zou ik nu wel een hoge functie hebben. En die heb ik niet.’

‘Zie je nou wel!’ riep Anna triomfantelijk uit. ‘Je hebt er de pest over in dat er iemand boven je staat!’

‘Nee, hoor,’ zei Darcey geamuseerd. ‘Ik zie alleen niet in waarom hij een paar maanden hier moet zijn terwijl hij net zo goed in Edinburgh zou kunnen zitten.’

‘Bemoeit hij zich dan met je?’ vroeg Anna.

‘Niet echt,’ antwoordde Darcey. ‘Maar hij heeft het over veranderingen aanbrengen in mijn cliëntendossier, wat dat ook moge betekenen. Hij wil rapporten over mijn reisjes, en een businessplan voor volgend jaar. Dus mailde ik het plan dat ik al had opgesteld, en toen mailde hij terug met de boodschap dat er wel meer bij kon. Dus voelde ik me een luiwammes.’

‘Dat ben je zeker niet!’

‘Weet ik. Maar zo voelde ik me.’

‘Als je nog meer werk moest verzetten, zou je helemaal nooit meer thuis zijn.’

‘Weet ik.’

‘De klojo,’ zei Anna.

Darcey keek haar met tot spleetjes geknepen ogen aan. ‘Dat meen je niet echt.’

‘Nee,’ zei Anna met een diepe zucht. ‘Ik vind hem nog steeds geweldig.’

‘Stom van je.’ Darcey pakte haar vork weer op.

‘Vertel me eens iets meer over hem, want het is wel duidelijk dat je hem kent.’ Anna keek Darcey met een listige blik aan. ‘Hij had immers naar je gevraagd?’

Toen Darcey niets zei, knipte Anna in haar vingers. ‘Hallo? Iemand thuis?’

Darcey slikte haar hap pasta door en nam een slok water. ‘Het is nu niet meer belangrijk.’

‘Maar je kende hem dus al.’ Anna’s ogen fonkelden. ‘Je hebt de vraag of hij een oude vlam van je is ontweken, maar ik heb sterk de indruk dat jullie elkaar heel erg goed kennen. En omdat je toch al zoveel hebt opgebiecht, kun je me nu ook best vertellen of hij ook zo’n schatje in een stadje is geweest. Zulke dingen moet ik toch weten als ik hem zelf wil verleiden!’

De zon scheen recht in Darceys ogen, daarom hield ze haar hand erboven. En toen ging haar mobieltje.

‘Als je het over de duivel hebt…’ zei ze toen ze de verbinding had verbroken. ‘Hij heeft de deadline voor die rapporten naar voren gehaald, waarschijnlijk om de grond gelijk te maken met me voordat hij naar Edinburgh gaat.’ Ze schoof haar bord weg. ‘We kunnen maar beter gaan. Ik vraag wel om de rekening.’

Die middag werkte Darcey aan de rapporten, ook al vond ze dat tijdverspilling. Ze had de pest aan rapporten schrijven. Ze kon goed overweg met spreadsheets en statistische analyses, maar schrijven ging haar niet makkelijk af. Ze wilde echter niet dat Neil een verkeerde indruk van haar werk zou krijgen, dus stopte ze de rapporten vol gegevens. Ze besefte dat Neil dit van haar vroeg om zijn stempel op alles te zetten. Dat deden nieuwe managers vaak; eerst leuk doen met de ondergeschikten en hen dan flink aan het werk zetten om te laten zien wie de baas is. In elk geval maakte ze zich geen zorgen meer over haar baan. Als Neil haar om persoonlijke redenen wilde ontslaan, dan ging hij zijn gang maar.

Ze rekte zich uit. Er werd gezegd dat in zaken persoonlijke dingen geen rol mochten spelen. Dat was onzin, want zakendoen was mensenwerk. En zij had nu een baas met wie ze niet kon opschieten. Gek eigenlijk dat hij aan niemand had verteld wat er zich in het verleden tussen hen had afgespeeld.

Opeens moest ze niezen. Ze haalde een zakdoekje uit haar tasje, en toen viel de uitnodiging eruit. Ze stopte de kaart in haar bureaulade omdat ze die niet als een soort tijdbom voortdurend met zich mee wilde sjouwen.

Er kwam een berichtje binnen op haar computer. Het was van Neil, hij vroeg of ze even bij hem kon komen.

Ze schreef terug of dat nu meteen moest. Het antwoord was bevestigend.

Ze antwoordde dat ze pas over een uur hadden afgesproken en dat ze nog bezig was met die rapporten, en dat als ze nu meteen kwam, ze die misschien niet op tijd zou afkrijgen. Daar kon hij mee leven.

Neils werkkamer was een verdieping hoger. Eerst ging ze even naar het damestoilet, waar ze een beetje blusher opdeed en haar lippen bijwerkte. Vervolgens rende ze de trap op en klopte op de openstaande deur.

‘Binnen.’

Toen hij haar met een lach begroette, sloeg haar hart over. Ooit was haar hart altijd sneller gaan kloppen wanneer Neil Lomond naar haar lachte, en waren haar knieën gaan knikken. Maar dat was lang geleden. Ook Aidan Clarke had dat effect op haar gehad. De twee mannen in mijn leven, dacht ze, van wie ik nooit had gedacht hen ooit nog te zien. De ene beschouwde ik als de Ware, en de ander…

Aidan Clarke. Lang, blond en heel aantrekkelijk. Minette had ooit gezegd dat ze er meer uitzagen als broer en zus dan als geliefden. Neil Lomond, nog langer, maar donker. En ook heel aantrekkelijk. Niemand zou hen voor broer en zus kunnen aanzien.

‘Ga zitten,’ zei hij. ‘Maak het je gemakkelijk.’

Het was onmogelijk om gemakkelijk te zitten op de leren stoel voor Neils bureau. Ze zat zo stil mogelijk terwijl ze om zich heen keek. Er hing een wereldkaart, met gekleurde push-pins die aangaven waar de verschillende vestigingen van InvestorCorp zich bevonden. De blauwe waren voor Global Finance, zag ze meteen, en de gele voor de cliënten van Global Finance. Ja hoor, al die steden waar ze was geweest… Daar had ze een hoop aardige mensen leren kennen, en veel geld binnengehaald voor het bedrijf.

Anna had gelijk gehad toen ze zei dat Darcey goed was in haar werk. Gek dat Darcey zelf altijd het gevoel had dat ze maar wat deed.

‘Goed werk,’ zei Neil, die haar blik had gevolgd. ‘Maar we willen InvestorCorp een paar activiteiten laten overnemen.’

Ze luisterde terwijl hij vertelde dat dit betekende dat haar cliënten zouden worden overgeheveld naar Edinburgh. Hoewel ze niets zei, spookten de gedachten door haar hoofd. Zie je wel, hij wilde haar kwijt. Ze had zich in slaap laten sussen. Het verbaasde haar dat ze zich zo gekwetst voelde. Dit was niet zakelijk, dit was persoonlijk.

‘De vestiging in Edinburgh gaat zich meer op Europa richten,’ zei hij. ‘Die in de Verenigde Staten richt zich op Canada en Latijns-Amerika, en we willen dat Dublin zich richt op de Aziatische markt.’

‘Wat een onzin.’ Dat flapte ze er zomaar uit. ‘Dublin is veel meer op Europa gericht dan Edinburgh. Al jaren gebruiken we dezelfde munteenheid. Dat is gemakkelijk voor onze cliënten. We hebben totaal niets met Azië, het lijkt me beter dat via New York te doen.’

‘Precies,’ zei Neil. ‘Voor jou is Europa te gemakkelijk. Omdat je zoveel talen spreekt, palm je de cliënten gemakkelijk in en zorg je voor veel transacties. Je bent succesvol.’

‘Verbazend succesvol, zei je, geloof ik.’

‘Je hebt het goed gedaan, hè?’

‘Ik werk heel hard.’

‘Af en toe kom ik je naam tegen,’ zei Neil. ‘Ik ben blij dat het zo goed met je gaat. Hoewel het me verbaasde dat je toch weer dit soort werk was gaan doen. Ik dacht dat je in Zuid-Frankrijk druiven wilde telen.’

‘Olijven in Toscane,’ verbeterde ze. ‘En dat was maar een grapje.’

‘O. Dus je meende het niet toen je vertelde over je droom van een zorgeloos bestaan in een streek met veel zonneschijn?’

‘Een zorgeloos bestaan bestaat niet,’ zei ze. ‘Olijventelers in Toscane maken zich zorgen over de oogst, en druiventelers in Zuid-Frankrijk ook. Portugese vissers maken zich zorgen om de vangst. Iedereen maakt zich wel ergens zorgen over.’

‘En waar maak jij je zorgen over?’

‘Over cliënten binnenhalen voor Global Finance,’ antwoordde ze meteen. ‘Ik bedoel: voor InvestorCorp.’

Hij boog zich over het bureau heen en keek haar peinzend aan. ‘Een grote verandering.’

‘Niet echt,’ zei ze. ‘Ik ben volwassen geworden.’

‘En dat vind je goed?’

‘Het is goed voor het bedrijf,’ antwoordde ze vol verve. ‘Zonder mij zouden we vorig jaar niet zoveel winst hebben gemaakt. Dan zou Peter Henson niet in zo’n dikke auto hebben kunnen rijden en had hij naar minder dure restaurants gemoeten.’

Hij lachte en verschoof een paar paperassen die op zijn bureau lagen.

‘InvestorCorp heeft een klein aantal cliënten in Azië,’ zei hij. ‘Maar die leveren niet voldoende op. Vanuit de vestiging in de Verenigde Staten werkt het niet. We denken dat jij meer zou kunnen binnenhalen. We beschouwen China als een groeimarkt voor ons.’

‘Er is geen enkele Aziatische taal die ik spreek,’ zei ze. ‘Ook geen Chinees.’

‘Het gaat niet om talenkennis, dat weet je ook wel,’ zei hij snel. ‘Waar het om draait, is dat het prettig zakendoen is met jou.’

‘Maar het enige voordeel dat ik heb, is dat ik met de cliënten in hun eigen taal kan spreken,’ reageerde ze. ‘En in Azië kom je een heel eind met Engels. Daar heb ik niets aan mijn talenkennis.’

‘Het gaat niet om je talenkennis,’ zei Neil. ‘Het gaat om jóú.’

Met grote ogen keek ze hem aan.

‘Je komt sympathiek over,’ zei hij. ‘Mensen vertrouwen je van alles en nog wat toe. Mensen vinden je aardig. Dat is me althans verteld. Bovendien heb je een ontzettend goed geheugen. Je onthoudt elk detail van een voorstel of een deal.’

‘Ik kom helemaal niet sympathiek over,’ protesteerde ze. ‘Bij Global Finance vertrouwt niemand me dingen toe.’

‘Dat dacht ik al,’ zei hij. ‘We hebben het aan iedereen gevraagd. Ze zijn onder de indruk van je omdat je een IQ hebt van honderdvijfenveertig of zoiets.’

‘Honderdvierenveertig,’ verbeterde ze hem. ‘Verbaal redeneren gaat me niet goed af.’

Hij glimlachte. ‘Ze hebben groot respect voor je. Ze mogen je graag. En ze vinden dat je altijd eerlijk bent. De reacties vanuit het buitenland zijn heel anders. Daar zijn ze dol op je en vinden ze je helemaal top.’

‘Dus je wilt me de cliënten afnemen die me top vinden en ze overdragen aan iemand anders. En daarna wil je me afsturen op een paar arme sloebers in Hongkong die wel iets beters te doen hebben met hun geld.’

‘Er zit veel geld in Hongkong,’ zei Neil. ‘We denken dat het weleens een lucratieve markt zou kunnen worden. Singapore is een commercieel centrum waar we niet zoveel gedaan hebben als zou kunnen. En China biedt goede vooruitzichten. Maar we willen liever dat je begint met Singapore en Tokio.’

‘Weet je zeker dat je me niet gewoon weg wilt hebben?’

‘Waarom zou ik dat willen?’

‘Ik zal me echt niet met je bemoeien,’ beloofde ze. ‘Als je je daar soms druk over maakt. Die fase ben ik ontgroeid.’

Hij zweeg.

‘Ik ben dol op het vasteland van Europa,’ ging ze verder. ‘Ik vind het niet fijn om alles te moeten overdragen.’

‘Dat begrijp ik,’ zei hij. ‘En wij… Eh, InvestorCorp begrijpt dat ook.’

‘Mijn bonus is gebaseerd op wat ik inbreng. Als ik ergens anders aan de slag ga, komt daar vast verandering in.’

‘Ik mag je een hoger basissalaris aanbieden ter compensatie van het extra werk dat je zult moeten verrichten om alles van de grond te krijgen,’ reageerde hij. Hij krabbelde een bedrag op een papiertje en schoof haar dat toe.

Ze sperde haar ogen wijd open. ‘Geld is niet alles,’ zei ze.

‘Maar zoals je zelf ooit zei: het maakt alles wel makkelijker.’

‘Ik heb deze baan niet genomen voor het geld.’ Dat was niet helemaal waar. Juist het feit dat ze bij Global Finance het dubbele zou verdienen, had haar over de streep getrokken.

‘Waarom dan wel?’ Hij leunde achterover en keek haar peinzend aan.

‘Het was een uitdaging.’

‘Wat afgezaagd om met uitdagingen te komen aanzetten.’ Hij grijnsde er breed bij.

Ze glimlachte flauwtjes. ‘Zeg eens, jij bent de baas. Ik hoor dat soort dingen te zeggen.’

‘Niet tegen mij.’

‘Nee?’

‘Nee,’ zei hij vastbesloten. ‘Weet je, ik ben blij dat het zo goed met je gaat, en…’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik wil graag met je werken.’

‘Wil je dat ik naar Edinburgh ga en ze daar over mijn Europese cliënten vertel?’ vroeg ze. ‘Zijn al die rapporten daarvoor bedoeld?’

Hij knikte. ‘Sorry dat ik je min of meer om de tuin heb geleid. Dat was oorspronkelijk niet mijn bedoeling. We hadden eerst nog niet besloten wat we met die relaties zouden doen. Maar nu vinden we dit de beste optie. Dus wil ik graag dat je iets op papier zet over wat je in Singapore van plan bent. Het zou fijn zijn als je al snel een paar mensen daar spreekt. Kijk wat voor mogelijkheden er zijn. De eerste paar maanden.’

‘Ik doe mijn best.’ Ze stond op. ‘Dat was het?’

‘Nog één vraagje.’

‘Oké.’

‘Heb je al besloten of je naar die bruiloft gaat?’

‘Is dat niet een beetje een erg persoonlijke vraag?’ Ze fronste haar wenkbrauwen.

‘Ga niet,’ merkte hij bijna smekend op. ‘Niet vlak voor een zakenreisje.’

De frons verdween en ze lachte. ‘Het is pas over een hele tijd. Maak je maar geen zorgen dat ik er een potje van maak bij die besprekingen.’

‘Ik maak me geen zorgen om de cliënten, maar om jou.’

Ineens kreeg ze een brok in haar keel. ‘Ik moet terug naar mijn werkplek,’ zei ze snel. ‘Maak je maar niet druk, ik zit er niet meer mee. En ik laat het je weten wanneer ik al dat andere op een rijtje heb gezet.’