36

Darcey wist niet hoeveel mensen er naar de Excise Bar in Dublin zouden komen op deze laatste vrijdag dat ze hier nog zou zijn. Ze had iedereen uitgenodigd en het barpersoneel gevraagd een gedeelte te reserveren voor de werknemers van InvestorCorp. Toch was ze bang dat er slechts een handjevol mensen zou komen, en dat het er in ‘hun’ gedeelte verlaten zou uitzien. Maar om acht uur was het een gezellige drukte. Ongeveer driekwart van alle werknemers was gekomen om afscheid van haar te nemen.

‘Natuurlijk zijn ze er.’ Anna keek haar aan alsof ze vond dat Darcey niet goed bij haar hoofd was. ‘Waarom zouden ze niet komen?’

‘Er is vanavond voetbal,’ antwoordde Darcey. ‘En je weet hoe dol iedereen daarop is.’

‘Jawel, maar ze willen liever iets vieren met jou,’ reageerde Anna.

Darcey grijnsde. ‘Nou ja, ik ben wel in de stemming om iets te vieren.’

‘Verheug je je op Edinburgh?’ vroeg Anna.

‘O ja!’ riep Darcey uit. ‘Ik vind het ook eng, hoor. Eigenlijk zweet ik peentjes. Maar ik ga mijn best doen.’

‘Goed zo, meisje!’

‘Ik moet vergaderen met die kerel die naar Tokio gaat,’ vertelde Darcey geamuseerd. ‘Dat kan interessant worden.’

‘Waarschijnlijk is hij doodsbang voor je,’ zei Anna. ‘De belangrijke vrouw uit Dublin die nu de baas is.’

‘Denk je?’

‘O, ja.’

Darcey schoot in de lach. ‘Ik geloof er geen woord van, maar toch bedankt.’

‘Ha, Darcey!’ Walter gaf haar een schouderklopje. ‘Goed gedaan. Ik hoop dat je een megasucces wordt.’

‘Dank je,’ reageerde ze.

Die avond moest ze dat nog vaak zeggen tegen allerlei mensen die haar het beste kwamen wensen. Het ontroerde haar dat ze allemaal leken te denken dat ze deze promotie had verdiend, en het kwam als een aangename verrassing dat ook mensen met wie ze in het verleden de degens had gekruist, kwamen zeggen dat ze het uitstekend zou doen. Sally van de receptie deelde haar vertrouwelijk mee dat ze had gesolliciteerd naar een baan bij client services, en dat ze maandag op gesprek moest komen.

‘Wees vooral positief,’ raadde Darcey haar aan. ‘Je kunt het! En denk eraan dat je me altijd kunt bellen voor goede raad.’

Sally knikte en zei dat ze dat zeker zou doen, en dat ze hoopte ooit ook zo hoog op te klimmen. Darcey zei lachend dat ze dat ook hoopte.

‘Fijn dat je die baan hebt gekregen,’ zei John Kennealy later. ‘Maar wie moet je vervangen in het team van de quiz?’

Giechelend antwoordde ze: ‘Neil Lomond!’

‘Hm…’ reageerde John. ‘Nou ja…’ Hij liet zijn blik over de menigte dwalen. ‘Misschien als vervanger, voor noodgevallen.’

Ze volgde Johns blik en zag Neil zich een weg door de menigte banen.

‘Hoi,’ zei hij. ‘Sorry dat ik zo laat ben. Ik moest nog het een en ander doen.’

‘Geeft niks,’ zei ze. ‘Leuk je te zien. Wil je iets drinken?’

‘Laat maar,’ antwoordde hij. ‘Gareth bestelt al iets voor me.’ Hij grinnikte. ‘Volgens mij wil iedereen de baas graag iets aanbieden.’

‘Nee, het is een vriendelijk gebaar,’ wees ze hem terecht. ‘Het kan niemand iets schelen dat je de baas bent.’

‘Dat geloof ik ook,’ zei hij. Op dat moment kwam Gareth, die bij accounts werkte, eraan met Neils drankje. ‘Proost!’

De avond ging als in een roes voorbij. Darcey dronk champagne en vroeg zich af of ze er een smaak voor ontwikkeld had omdat ze nu een hoge piet was. Ze genoot van de luchtige gesprekjes om haar heen. Ze hoorde twee jonge medewerkers zich hardop afvragen of je echt superslim moest zijn om op te klimmen, en bemoeide zich met hun gesprek door te zeggen dat je alleen maar heel graag moest willen slagen. Later vroeg ze zich stilletjes af wat haar had bezield dat te zeggen, want zelf was ze nooit echt uit geweest op succes.

Tegen sluitingstijd waren er niet veel mensen meer, alleen Anna, Neil en zijzelf, en wat jongelui die wilden gaan stappen. Neil en Anna vonden het echter wel welletjes geweest, en ook Darcey wilde niet mee.

‘Ik ben daar te oud voor,’ zei ze. ‘Ik kan er niet meer tegen. Ik ga gewoon naar huis en naar bed.’

‘Wil je dat we met je meegaan?’ vroeg Neil.

‘Naar bed?’ vroeg ze lachend.

‘Nee, in de taxi. Om er zeker van te zijn dat je veilig thuiskomt.’

Ze schudde haar hoofd. ‘Dat lijkt me niet nodig. Je mag wel kijken terwijl ik instap.’

Dus liepen ze met haar mee naar de taxistandplaats en bleven daar wachten totdat er een taxi kwam aanrijden.

‘We hoeven niet echt afscheid te nemen,’ zei Anna toen Darcey het portier had opengezet. ‘Je komt vast nog heel vaak langs, en ik mail je natuurlijk alle roddels.’

‘Graag!’ zei Darcey. ‘En ik bel je maandag om te vertellen hoe het allemaal gaat.’

‘Veel geluk,’ zei Anna. ‘Want dat verdien je.’

‘Ja,’ zei Neil instemmend. ‘Dat verdien je zeker. We houden contact. Waarschijnlijk stuur je me allemaal doelen die onmogelijk te halen zijn.’

‘Absoluut!’ zei ze.

Hij omhelsde haar ook. Dat voelde vertrouwd, en ze moest iets wegslikken toen ze instapte.

Om twee uur ’s ochtends barstte er een hevig onweer los. Ze had heel lang voor de spiegel in de slaapkamer gezeten, waar ze de make-up verwijderde en moisturizer opbracht, niet goed wetend waarom alles ineens zo anders was. En toen besloot ze warme chocolademelk te maken. Niet uit een pakje, maar met de chocola die Minette haar altijd meegaf na een bezoekje. Helaas had ze geen room in huis, maar zonder zou het ook wel smaken. Langzaam roerde ze in het pannetje en snoof de heerlijke geur vast op.

Minette, Tish en Amelie vonden het fijn voor haar dat ze naar Edinburgh ging. Ze waren het erover eens dat deze promotie een geweldige kans was en dat ze die had verdiend. Minette wees erop dat het weinig verschil maakte of Darcey een vlucht nam vanuit Edinburgh of vanuit Dublin, en ze merkte ook op dat het Darcey waarschijnlijk goed zou doen om een tijdje in het buitenland te verblijven, maar dat het niet voor eeuwig was.

Darcey had gezegd dat Minette haar zeker uit de weg wilde hebben, zodat ze fijn kon blijven flirten met Malachy Finan zonder bang te hoeven zijn dat haar jongste dochter plotseling langs zou komen. Minette had daarop gezegd dat ze uitsluitend in het kasteel flirtte, waar haar dochters het niet konden zien. En toen had Darcey gevraagd of het misschien serieus aan het worden was met Malachy.

‘Maak je maar geen zorgen,’ had Minette luchtigjes geantwoord. ‘Maar ik heb wel lol!’

Terwijl Darcey slokjes van de warme chocolademelk nam en naar de bliksemflitsen keek die de donkere nachthemel verscheurden, dacht ze dat het maar goed was dat Minette lol had met iemand met een eigen kasteel. Ze vroeg zich ook af of Minette achteraf vond dat het een zegen was dat Martin haar in de steek had gelaten. Ze wist dat het nog erg moeizaam ging tussen Martin en Clem, maar dat eraan werd gewerkt.

Ze slaakte een diepe zucht. Het was gemakkelijk om van alles uit te stippelen, maar dan greep het leven soms ineens in. Voor haar ouders was het niet gegaan zoals ze hadden gedacht. En voor Anna ook niet. Of voor Nieve, of voor Aidan. Zelfs niet voor Neil. Geen van hen had gekregen wat ze hadden verwacht. De vraag was of dat nu goed was of slecht. Wist ze dat maar…

Ze schrok toen haar mobieltje geluid maakte. Gauw zette ze de halflege mok neer en nam op.

‘Hoi Darcey.’ Het was Nieve. ‘Hopelijk sliep je nog niet?’

‘Verrassend genoeg ben ik nog wakker,’ antwoordde Darcey zodra ze zich had hersteld. ‘Maar het is wel heel erg laat. Is er iets?’ Plotseling werd ze bang dat er toch iets was gebeurd. Dat er iets was aangetroffen zodat Nieve net als Mike en Harley kon worden aangeklaagd. Dat Nieve zonder het te weten bij de fraude betrokken was geweest. Ineens voelde ze zich misselijk.

‘Nee, hoor, alles gaat prima,’ stelde Nieve haar gerust. ‘Alles gaat heel, heel erg goed. Dat wilde ik je even vertellen.’

‘O?’

‘Aidan en ik zijn vandaag getrouwd.’

‘Nieve!’

‘Uit het onderzoek is mijn onschuld gebleken,’ vertelde Nieve. ‘Dus overlegden Aidan en ik over de bruiloft. We dachten erover een eenvoudige plechtigheid thuis te houden met een paar goede vrienden erbij, maar toen vond ik het toch weer iets groots hebben. En dat wil ik niet. Dus zijn we gewoon getrouwd, met z’n tweetjes, zonder gedoe eromheen.’

‘Gefeliciteerd.’ Darcey was oprecht blij voor Nieve. Voor hen allebei, eigenlijk. Allemachtig, waarom had ze zoveel energie verspild aan hatelijke gedachten? Wat had dat voor nut?

‘Gek, hoor, ik zeg aldoor maar mevrouw Nieve Clarke, alsof ik een schoolmeisje ben,’ zei Nieve. ‘Ik had niet kunnen denken dat het zoveel voor me betekende.’

‘Ik ben blij dat je gelukkig bent,’ zei Darcey. ‘En ik ben ook blij dat je naam gezuiverd is.’

‘Nou, anders ik wel!’ Het kwam recht uit Nieves hart. ‘Echt, het bracht allemaal heel veel stress met zich mee. Maar uiteindelijk is alles goed gekomen. En dat wilde ik je ook even vertellen.’

‘Hebben de nieuwe eigenaren je een baan aangeboden?’

‘Uiteindelijk niet,’ antwoordde Nieve. ‘Wel aan Paola. Jij zou goed met haar kunnen opschieten, ze is net zo doelbewust als jij. Zwanger, maar vastberaden.’

‘Ik snap het verband niet helemaal,’ merkte Darcey op. ‘Ik ben heus niet zwanger, hoor.’

‘Ik bedoel dat ze me aan jou doet denken. Stilletjes, maar niet echt. Snap je?’

‘Misschien.’

‘In elk geval, zij heeft de baan, en ik begin aan een andere carrière!’

‘O?’

‘Je vindt het vast geweldig,’ zei Nieve.

‘Dat hoop ik.’

‘Ik ben bezig een boek te schrijven.’

‘Pardon?’

‘Een boek. Ik heb al een contract.’

‘Wat voor contract? Wat voor boek?’

‘Over Ennco,’ vertelde Nieve opgetogen. ‘Op een avond bekeek ik alle dossiers nog eens, en toen drong het tot me door dat ik over allerlei achtergrondinformatie beschik. Toen heb ik mijn advocaat gemaild, en die bracht me in contact met een literair agent. Er bestaat veel interesse. Ik weet dat ik dit kan, ik ben altijd al goed geweest in gegevens verzamelen. En nu schrijf ik over alweer een bedrijfsschandaal, en weet je? Het verdient ontzettend goed. Niet wat ik eerst zou krijgen als Ennco naar de beurs zou zijn gegaan, maar toch een boel. Dus alles ziet er weer goed uit.’

‘Ik sta versteld,’ zei Darcey. ‘Jij komt altijd weer op je pootjes terecht.’

‘Maar daar moet ik wel wat voor doen,’ reageerde Nieve zuur.

Darcey lachte.

‘Er is sprake van dat er een gedramatiseerde versie van wordt gemaakt voor de televisie,’ ging Nieve verder. ‘Ik ben dus goed bezig. Straks kan ik mijn vader het bedrag teruggeven dat hij voor Lorelei moest ophoesten.’

‘Dat zou ik niet doen,’ zei Darcey.

‘Waarom niet?’

‘Ik denk dat hij het fijn vond dat hij je kon helpen. Dat gaf hem vast een goed gevoel.’

Daar moest Nieve even over nadenken. ‘Misschien heb je wel gelijk,’ zei ze toen. ‘Zo heb ik het nooit bekeken.’ Ze grinnikte. ‘Jemig, Darcey McGonigle heeft inzicht in de menselijke ziel!’

‘Hou je kop.’ Maar het klonk niet boos.

‘Wil je Aidan nog spreken?’ vroeg Nieve.

Even aarzelde Darcey.

‘Toe maar,’ zei Nieve.

Darcey hoorde dat het toestel van hand verwisselde, en toen hoorde ze Aidans stem. Ze feliciteerde hem met het huwelijk, en hij bedankte haar voor wat ze in Galway had gedaan. Toen zei ze dat ze elkaar nog weleens ergens zouden zien, misschien op een filmpremière of zoiets, en daar moest hij om lachen. Hij vertelde dat Nieve als een bezetene aan het schrijven was, en dat de toekomst er rooskleurig uitzag.

‘Ik hoop dat jullie gelukkig worden,’ zei Darcey oprecht gemeend.

‘Dat hopen we voor jou ook,’ zei Aidan.

Bijna vertelde ze hem van haar promotie, maar ze wilde niet de indruk wekken dat ze Nieve aan het overtroeven was. Dus nam ze gewoon afscheid en klikte het toestel dicht.

Eindelijk waren ze dan getrouwd. Als ze nog fantasietjes had over Nieve die werd gearresteerd, waardoor er geen sprake van een huwelijk meer kon zijn, dan moest ze die maar vergeten.

Zoals gewoonlijk had Nieve van een ramp een triomf gemaakt. Zo zou het altijd gaan, dacht Darcey, want zo stak Nieve nu eenmaal in elkaar.

En ik, dacht ze. Ben ik het tegenovergestelde van Nieve? Is het mijn lot om van een triomf een ramp te maken? Ze dacht aan haar mislukte huwelijk en kneep haar ogen stijf dicht. Ze treurde niet meer om Aidan. Nu kon ze niet om Neil gaan treuren. Het leven ging door. En zij ging naar Edinburgh.

De chocolademelk was koud geworden. Ze spoelde de mok af onder de keukenkraan en liep naar de balkondeur. Het regende niet meer, maar de donder rommelde nog. Ze schoof de deur open en keek uit over de stad. Ze was dol op onweer, op de flitsen en de knallen. Dat alles vond ze opwindend. Ze genoot ook van de gesprekken erover, dat iedereen steeds weer versteld stond over de natuur die in staat was tot zo’n overweldigende voorstelling.

Het is net als menselijke plannen, dacht ze. Als de natuur dat wil, gooit ze die in duigen.

Er kwam wind door de open deur, en paperassen werden van de tafel geblazen. Zacht vloekend schoof ze de deur weer dicht. Een hechte band met de natuur was prima, en ook het hebben van diepe gedachten in het holst van de nacht, maar je moest wel een beetje oppassen.

Ze kroop over de vloer om alle nota’s en reclamefolders op te rapen die ze de afgelopen weken op tafel had gedumpt. En toen pakte ze een kartonnetje op, en meteen drong het tot haar door dat het het kraslot was dat Nerys haar lang geleden als verjaarscadeautje had gestuurd. Ze had nog niet gekrast omdat ze zeker wist dat ze toch niets zou winnen.

‘Misschien gaat het vanavond anders,’ mompelde ze voor zich uit. Er waren veranderingen in haar leven, een verandering van baan, een verandering in haar denkpatroon. Misschien was haar lot ook veranderd en zou ze eindelijk eens iets winnen.

Ze pakte een muntje uit haar tas en hield dat boven het kraslot. Eigenlijk veranderden dingen niet. Niet echt. Ze was nog steeds degene die geen wensje deed op haar verjaardag, degene die nooit eens iets won in de loterij. Zij moest hard werken voor wat ze wilde. Niets werd haar zomaar in de schoot geworpen.

Nog een laatste, harde donderklap waarvan de ramen rinkelden. Kom op, dacht ze, kras nou maar. Misschien krijg ik drie sterretjes en mag ik meedoen aan de trekking.

Ze kraste geen drie sterretjes, ze kraste honderd euro. Meteen wist ze wat ze daarmee ging doen: vrolijk gekleurde T-shirts kopen om haar garderobe mee op te fleuren.