14

In het weekend vond Darcey het fijn om voor de tv te hangen. Door de week had ze daar meestal geen tijd voor, maar op zaterdag kon ze zich lekker nestelen op de bank met een afhaalmaaltijd en een dvd.

Ze speelde de dvd nog niet af omdat er een programma was over een gezin dat in Toscane een bouwval had gekocht met de bedoeling die tot een droomhuis te verbouwen. Darcey kende San Pietro, daar was ze met Nieve geweest, en ze herkende de smalle kronkelstraatjes en de huizen met groene luiken, tegen de heuvel aan gebouwd en met uitzicht over de laagvlakte. Wat bezielt dat gezin, vroeg ze zich af terwijl ze keek naar de mensen die nog in een camper woonden en voor de derde dag op rij zaten te wachten op de bouwvakkers die maar niet kwamen opdagen. Waarom laten ze alles achter zich om een nieuw leven op te bouwen in een land waarvan ze de taal niet spreken en de gebruiken niet kennen?

Met Anna Sweeney maakte ze vaak grapjes over een boerderijtje in Toscane, en nu ze de rode daken en de olijfbomen zag, kreeg ze het gevoel dat dit gezin ondernemender was dan zij. Maar zelf had ze toch ook van alles ondernomen? Na de vernedering van Aidan die met Nieve naar Amerika was vertrokken, had ze besloten zelf ook weg te gaan. Ze had de meelevende blikken van haar collega’s bij Car Crew niet meer kunnen verdragen. Het leek alsof iedereen in Galway had geweten dat Aidan haar voor Nieve had gedumpt. Het had gevoeld alsof ze had gefaald. Minette had zich grote zorgen om haar gemaakt omdat ze zich dik vrat, en ook Tish en Amelie waren bezorgd.

Darcey had gedacht dat het beter zou zijn als ze wegging. Eerst had ze overwogen terug te gaan naar het vasteland van Europa, maar had toen toch gekozen voor Londen, waar ze het druk zou hebben en er geen tijd zou zijn om te treuren om haar verwoeste leven. Ze had zich op haar werk willen storten, misschien wel zakenvrouw worden zoals Nieve. Maar verder had ze in niets op Nieve willen lijken, o nee! Misschien zou ze ook de energie gaan uitstralen die Aidan bij Nieve zo aantrekkelijk had gevonden.

Het gezin op tv kwam erachter dat ze veel minder tijd hadden dan gedacht om de olijvenoogst binnen te halen, en dus moesten ze ’s nachts doorwerken. Darcey duimde voor hen, maar vond ook dat ze zich beter hadden kunnen voorbereiden.

Vaak begonnen mensen zomaar aan iets in de hoop dat het wel zou lukken. Maar zo ging het niet. Naar Londen vluchten was voor haar ook geen oplossing geweest, dat was ook niet gegaan zoals ze had verwacht.

Zodra ze haar eten op had, zette ze het bord in de vaatwasser. In jaren had ze niet meer aan al deze dingen gedacht, en ze vond het niet fijn dat alles weer bovenkwam. Het deed niet meer zoveel pijn, maar het was een verdrietige gedachte dat ze zoveel tijd had verspild aan zich gekwetst voelen en niemand meer vertrouwen.

Op tv waren de olijven eindelijk geoogst en naar de plaatselijke pers gebracht. Het gezin was van plan flessen olijfolie aan toeristen te verkopen. Darcey zag het niet zitten. San Pietro was maar een klein plaatsje en trok weinig toeristen. Maar het gezin meende dat de toeristen zouden komen juist omdat San Pietro zo klein was. Hoewel Darcey steeds meer ging twijfelen aan het succes dat het gezin zou hebben, duimde ze toch voor hen.

Vroeger was ik misschien ook wel zo, dacht ze terwijl ze wijn in een glas schonk. Misschien dacht ik ook wel dat als je iets echt wilt, het ook gaat lukken. Maar zo gaat dat niet. Bij Aidan was het niet zo gegaan, ook al was ze nog zo smoorverliefd op hem geweest. En met Neil Lomond was het ook niet zo gegaan.

Met een spijtige zucht dacht ze aan Neil. Om heel eerlijk te zijn had ze pas weer door die uitnodiging aan Aidan en Nieve moeten denken, na jaren. De grote ramp in haar leven was niet dat Aidan haar had laten zitten. Ze had pas echt gefaald in haar relatie met Neil Lomond. En daar kon ze Nieve niet de schuld van geven.

Een week later kwam Anna terug uit Edinburgh en stuurde Darcey meteen een berichtje waarin ze vroeg of Darcey met haar wilde gaan lunchen.

Darcey stuurde een berichtje terug waarin stond dat ze heel hard werkte aan een businessplan in verband met de overdracht van haar cliënten, en dat ze ’s middags een bespreking had met Neil Lomond.

Anna vond dat Darcey best een halfuurtje kon uittrekken voor een broodje.

Dat vond Darcey ook. Toen dat eenmaal was afgesproken, keek ze weer naar het Word-document op het scherm. Waarom stak ze toch zoveel tijd en energie in werk dat iemand anders ging doen? Ze dacht niet dat iemand zich uit de naad werkte om háár te voorzien van gegevens over de Aziatische cliënten. Zij zou blindelings te werk moeten gaan, terwijl haar opvolger enorm gediend zou zijn met alle informatie die ze in dat document verwerkte. Och, dacht ze, ik moet er maar het beste van hopen. Als zij op mij vertrouwen, moet ik maar vertrouwen hebben in hen.

Anna stond al een poos bij de receptie te wachten toen Darcey er eindelijk aankwam, met als excuus dat een Poolse relatie had gebeld net toen ze wilde weggaan.

‘Hoe is het met je Pools?’ vroeg Anna.

‘Niet echt vloeiend, maar ik kan erin bedanken en zo.’ Achter Anna aan liep Darcey door de draaideur. ‘Wist je dat ze in Singapore vier talen spreken?’

Anna grinnikte. ‘Och, die heb jij zo onder de knie.’

‘Gelukkig is een ervan gewoon Engels. Ik zie mezelf nog niet vloeiend Maleis en Chinees spreken.’

‘Kom op,’ reageerde Anna. ‘Denk aan de trofee voor Werknemer van het Jaar!’

Darcey lachte. ‘Dit is allemaal een complot van jaloerse collega’s.’ Ze duwde de deur van het Italiaanse tentje open. Het was er druk omdat veel werknemers in het Financial Services Centre vroeg gingen lunchen, maar gelukkig waren er nog twee krukken vrij bij de granieten toog.

‘Wat neem jij?’ vroeg Anna.

‘Een panini met tomaat en mozzarella,’ antwoordde Darcey. ‘En cappuccino.’

Anna bestelde de broodjes en kwam terug met de koffie.

‘En?’ vroeg Darcey zodra Anna naast haar was komen zitten. ‘Hoe was de reis?’

Anna keek haar stralend aan. ‘Geweldig!’ zei ze opgelucht. ‘Human resources blijven gescheiden, maar ik moet wel verslag uitbrengen aan Edinburgh. Maar de man van HR daar is een schatje, dus ik vind het helemaal niet erg.’

‘Fijn,’ zei Darcey. ‘Zie je wel dat je je geen zorgen had hoeven maken?’

Anna nam een slokje koffie. ‘Nou ja, in het ergste geval had ik natuurlijk elders aan de slag gekund, maar ik heb niet zo’n behoefte aan zulke veranderingen in mijn leven.’ Ze trok een gezicht. ‘Het was al erg genoeg dat ik naar Schotland moest. Mijn moeder zei dat Meryl verschrikkelijk was.’

‘Je bent nog nooit een paar dagen weggeweest,’ zei Darcey.

‘Nee, misschien had ik dat vaker moeten doen,’ reageerde Anna. ‘Dat kind is door en door verwend.’

‘Welnee,’ zei Darcey. Op dat moment werden hun broodjes gebracht. ‘Ze is hartstikke lief.’ Ze pakte haar mes en vork op en sneed een stuk af van de panini.

‘Ja…’ gaf Anna toe. ‘Maar ik weet niet wat Neil Lomond van haar zou vinden.’

Darcey verslikte zich.

‘Gaat het?’ vroeg Anna.

Darcey knikte en nam gauw een slok koffie. ‘Wat is dat over Neil?’ vroeg ze.

Anna lachte breed. ‘Hij is ontzettend aardig,’ zei ze. ‘Maar Darcey, wat er tussen hem en mij speelt is voor een groot deel afhankelijk van wat er tussen jou en hem heeft gespeeld.’

Darcey deed er het zwijgen toe.

‘Ik heb het hem gevraagd,’ zei Anna.

‘Wat heb je hem gevraagd?’

‘Over jullie…’

‘Jemig, Anna!’ riep Darcey uit. ‘Was dat niet een beetje opdringerig?’

‘Nee, hoor,’ reageerde Anna effen. ‘We zaten te eten en toen kwam dat onderwerp ineens ter sprake.’

Weer verslikte Darcey zich. ‘Zomaar ineens?’

‘Hij wilde weten hoe het met je ging.’

Darcey kreeg blosjes op haar wangen. ‘Daar heeft hij niks mee te maken.’

‘Het was een ontspannen gesprek, hoor,’ zei Anna. ‘In elk geval, op een gegeven moment zei ik dat ik het gevoel had dat jullie elkaar van vroeger kenden. En toen zei hij dat ik jou daar maar naar moest vragen. En dat doe ik nu. Want als ik hem leuk vind, heeft het geen zin daar iets mee te doen als er nog iets onuitgesprokens is tussen jullie.’

‘Er is niets onuitgesprokens tussen ons,’ beweerde Darcey vastberaden. ‘Wat er was, is helemaal afgelopen en voorbij.’

‘Dus er was wel iets?’

‘Wilde hij je dat niet vertellen?’

Anna wees met haar mes op Darcey. ‘Ik kreeg de indruk dat het hem niet helemaal lekker zat, en daarom ging ik er niet verder op door. Kom op, Darcey, vertel!’

‘Och…’ Darcey schoof de half opgegeten panini over haar bord heen en weer. Ze staarde langs Anna heen naar het fonkelende water van de haven. Het was lang geleden dat ze het erover had gehad. Alleen haar familie wist dat er iets was geweest tussen Neil Lomond en haar. En die dachten dat ze zich eroverheen had gezet. En dat was ook zo. Na Aidan kon ze zich goed over mannen heen zetten. De tweede keer was dat veel sneller gegaan.

Ze had hem in Londen leren kennen.

Ze had geboft dat ze een huis kon delen met drie andere meisjes vlak bij Canary Wharf, met uitzicht op de Theems. Ook had ze genoeg geld om het twee maanden te kunnen uitzingen voordat de paniek zou toeslaan. Twee van haar huisgenoten, Helena en Gill, werkten in de City, en Darcey had gezegd dat ze daar ook een baan hoopte te vinden. Ze had haar ervaring bij Car Crew een beetje opgeblazen om maar als serieuze zakenvrouw te worden beschouwd die een goede huisgenoot zou zijn die de huur op tijd betaalde. Maar de anderen vonden het belangrijker dat ze netjes was en haar deel van het huishoudelijke werk op zich zou nemen.

Ze hadden ook gevraagd of Darcey een vriend had, en die vraag had ze ontkennend beantwoord. Het viel haar zwaar om hardop te zeggen dat ze geen vriend had, terwijl ze ooit had verwacht ten huwelijk te worden gevraagd. Iedereen zei dan wel dat de tijd alle wonden heelt, maar elke keer dat ze aan Aidan dacht, leek het alsof er een mes werd omgedraaid in haar hart.

Zodra de huisvesting was geregeld, ging ze naar een uitzendbureau. Ze zei dat ze iets zocht bij een financial, want als Nieve daar carrière kon maken, kon zij dat ook.

‘Ik kan vanmiddag een gesprek regelen bij een internationaal opererende bank,’ zei de intercedente.

Toen ze iets meer over die bank vertelde, sloeg de angst Darcey om het hart omdat ze niets begreep van de termen waarmee de intercedente strooide. Bij de bank zouden ze er gauw genoeg achter komen dat ze niets van financiële instellingen wist. Ze was dus toch geen Nieve Stapleton.

‘Ik kan vanmiddag niet,’ flapte ze eruit. ‘Ik kan pas over een paar weken.’

‘Maar je zei…’

‘Weet ik,’ zei Darcey. ‘Sorry, maar ik moet eerst het een en ander regelen. Ik bel wel wanneer ik echt beschikbaar ben.’ Gauw stond ze op en beende het kantoor uit.

Het leek wel of ze uit haar lichaam was getreden toen ze over straat liep. Ze zag er net zo uit als de bankmedewerkers die daar liepen, want ze had zich gekleed op het gesprek, in een marineblauw pakje, en een heleboel spul in haar haar om het in de plooi te houden. Ze zag er echt uit alsof ze al bij een bank werkte. Maar ze werd al misselijk bij de gedachte een zakenvrouw te moeten zijn. Ze kon het niet. Ze had haar kans op een goede baan meteen al verspeeld. Zie je wel? Ze was iemand als Aidan niet waard.

Ineens kwam ze terug in haar lichaam. Ze had honger. Razende honger. Waarom was zij niet zo iemand die niet kon eten als ze van slag was? Waarom at ze juist enorme hoeveelheden als ze last had van stress? Door de stress droeg ze nu een pakje in een grotere maat.

Bij een broodjeszaak stapte ze naar binnen en kocht een lekker vers broodje. Meteen voelde ze zich een stuk beter. En toen zag ze dat er een medewerker werd gevraagd.

Ik kan toch niet in een broodjeszaak gaan werken, dacht ze. Ik ben hier voor een goede baan, niet om broodjes te smeren.

Maar het was een lekker broodje, met gekruide kip, light mayo-naise en sla. Ze likte haar vingers af en vroeg de bedrijfsleider te spreken.

Achterdochtig keek Barry Barnes haar aan. Meestal waren er studenten werkzaam in de zaak, en Darcey zag er niet uit als een student, en ook niet als actrice zonder werk, of als wannabe zangeres. Hij vroeg zich af of ze wel geschikt zou zijn. Maar toen lachte ze naar hem en zei dat de dragon de smaak van het broodje kip zo bijzonder had gemaakt. Het verbaasde hem dat ze wist dat dragon een van de ingrediënten was, en het viel hem op dat ze een innemende lach had en dat ze was gaan stralen. Dus nam hij haar in dienst, eigenlijk tegen beter weten in.

Hoewel ze wist dat ze met dit baantje haar aandeel van de huur niet zou kunnen betalen en helemaal niet in een broodjeszaak wilde werken, zei ze dat ze meteen de volgende dag kon beginnen.

Eigenlijk vond ze haar werk in de broodjeszaak erg prettig. Het was verrassend bevredigend om iets met je handen te doen, de klanten te leren kennen en niets mee naar huis te hoeven nemen. Na twee weken wist ze precies wie er ham en kaas op volkorenbrood wilde, of wie chicken tikka bestelde, en dan was er nog het meisje dat elke dag moeilijk een keuze kon maken en dan steeds hetzelfde bestelde: een broodje tonijn. Ze kon met iedereen opschieten. Het was net zoiets als praten met de klanten van Car Crew. Barry was blij met haar omdat ze snel werkte en de klanten steeds vaker terugkwamen.

De derde week viel hij haar op, toen hij zeven verschillende broodjes bestelde en een portie koekjes.

‘Heb je honger?’ vroeg ze met pretlichtjes in haar ogen.

‘Het is voor het team,’ reageerde hij. ‘We zijn aan het brainstormen.’

De volgende dag kwam hij ook broodjes halen voor het team, deze keer zes. Een van hen kon niet tegen de stress, zei hij. Het ging hem allemaal te snel. ‘Gisteren had ik haast en heb ik er niets van gezegd,’ zei hij. ‘Maar toen heb je het bedrag niet aangeslagen, dus weet ik niet of het wel klopt.’

‘Je bent een Schot, hè?’ zei ze.

Met een aangedikt accent zei hij: ‘Nou ja, in de grote stad moet ik ook op de kleintjes letten.’

Ze schoot in de lach. ‘Het klopt, hoor,’ zei ze. ‘Omdat je haast had, heb ik niet alles aangeslagen omdat dat langer zou duren. Maar daarna heb ik het wel gedaan. Ik heb niks in eigen zak gestoken.’

‘Dat bedoelde ik niet,’ zei hij. ‘Alleen…’

‘Moet ik het nog eens uitrekenen?’ vroeg ze. Ze noemde alle broodjes op, met de prijs erbij en wat het totaal was. ‘Zie je wel?’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Het zal wel.’

‘Weet je wat? Als je morgen eerst belt, zorg ik dat de broodjes klaarliggen,’ stelde ze voor. ‘Dan hoef je niet te wachten en kun je eerder terug om te brainstormen.’

De volgende dag belde hij eerst en kwam vervolgens de broodjes ophalen.

‘Hoe gaat het brainstormen?’ vroeg ze.

Hij vertrok zijn gezicht tot een grimas. ‘Vreselijk. Maar de broodjes zijn lekker.’

Ze lachte en overhandigde hem de bruinpapieren zak.

‘Ha!’ Triomfantelijk keek hij haar aan. ‘Gesnapt! Deze keer is het vijfentwintig pence goedkoper dan gisteren, terwijl ik hetzelfde heb besteld.’

Ze lachte breed. ‘Nee, hoor. Deze keer wilde je geen paprika in de salade. Dat scheelt vijfentwintig pence.’

‘Allemachtig,’ zei hij. ‘Heb je weleens overwogen ergens anders te gaan werken? Waar je beter tot je recht komt als rekenwonder?’

‘Waar had je in gedachten?’

Toen vertelde hij dat hij bij een levensverzekeringsmaatschappij werkte, dat ze mensen zochten en dat zij perfect zou zijn. Hij vroeg of ze erover wilde komen praten, en zij lachte en zei dat ze waarschijnlijk helemaal niet geschikt was, en hij vroeg of ze het toch niet wilde proberen, waarbij hij haar zo smekend aankeek dat ze zomaar ineens toestemde.

Tot haar verbazing was het een goed sollicitatiegesprek. Ze kon uitstekend uit haar woorden komen, en kreeg de baan.

Het speet Barry dat ze wegging. Zulk personeel was met een lantaarntje te zoeken. Ze zei dat ze om de hoek ging werken en elke dag broodjes zou komen halen, en dat ze zijn zaak zou aanbevelen bij alle anderen die bij ProSure werkten.

Toen ze terug was in het huis bij Canary Wharf, vroeg ze zich af of ze dan toch zakenvrouw zou worden, en of ze zou gaan werken met die aardige jongen die haar deze baan had bezorgd, Neil Lomond.

‘Nou en?’ zei Anna toen Darcey ophield met vertellen. ‘Je hebt hem in Londen gekend en hij heeft een baan voor je geregeld. Is dat alles?’ Vragend keek ze Darcey aan.

‘Niet helemaal,’ antwoordde Darcey.

‘Hoe ging het dan verder?’

Niet op haar gemak keek Darcey Anna aan. ‘Ik ben met hem getrouwd,’ zei ze.