4

Zoals altijd was het ’s ochtends druk op het vliegveld. Er stonden al rijen voor de balies. Een zakenman met een laptoptas over de schouder en een regenjas over de arm botste tegen haar op, bood haar kortaf zijn excuses aan en beende toen op zijn horloge kijkend weg.

Darcey snapte niet waarom al die mensen zo’n haast hadden. Zij had tijd genoeg. Haar vader had het er bij haar in geramd dat ze altijd op tijd moest zijn, omdat te laat komen gebrek aan respect toonde. Uiteraard had hij het gehad over te laat komen op een afspraak, maar het zat er zo goed in bij haar dat ze nergens ooit te laat voor was. Terwijl ze het vluchtnummer intoetste om in te checken, dacht ze dat het merkwaardig was dat er zoveel blijft hangen van wat je ouders je hebben geleerd. Lastig was dat. Het lag aan haar vader dat ze bang was om te laat te komen.

Dankzij hem had ze echter ook de tijd om zoals gewoonlijk een beker koffie en een croissantje te kopen. Het was druk in de koffietent, en de vrouw voor haar schuifelde ongeduldig met haar voeten terwijl ze wachtte op haar bestelling. Toen ze eindelijk haar beker koffie kreeg, dronk ze die in een paar gulzige slokken leeg. Toen Darcey haar bestelling kreeg, ging ze aan een tafeltje zitten en las op haar gemak een krantje. Er stond niets meer in over de overname door InvestorCorp, terwijl die toch de afgelopen dagen het economiekatern had beheerst. Tot dusver had niemand van de Europese vestiging in Edinburgh een bezoek gebracht aan Dublin, hoewel iedereen verwachtte dat de nieuwe eigenaren elk moment hun opwachting zouden maken. Anna Sweeney had Darcey een mailtje gestuurd waarin ze schreef dat ze zich zorgen maakte over haar baan bij human resources, en in de kantine werd nauwelijks over iets anders gesproken dan over de eventuele veranderingen die zouden kunnen worden doorgevoerd. Vooral als er Amerikanen bij betrokken waren.

De structuur van InvestorCorp verschilde aanzienlijk van die van Global Finance. InvestorCorp had wereldwijd vestigingen, maar die in Edinburgh was de grootste omdat de Schotten eerst het Engelse ProSure hadden overgenomen. Het leek Darcey lastig met al die vestigingen. Geen wonder dat veel mensen de zakenwereld zo ingewikkeld vonden. Maar eigenlijk was er niets ingewikkelds aan. De Schotten en Amerikanen zouden binnenkort naar Dublin gaan en dan zou alles veranderen.

Terwijl ze aan die veranderingen dacht, haalde ze diep adem. Toen dronk ze haar koffie op en vouwde de krant op, om vervolgens naar de gate te slenteren. In de wachtruimte waren de meeste stoelen bezet, voornamelijk door zakenlui met laptops die druk in hun mobieltje praatten, hoewel het pas zeven uur ’s ochtends was. Ze zagen er belangrijk uit. Darcey vroeg zich af of zij er ook belangrijk uitzag in dit pakje van marineblauwe zijde en het witte, katoenen blouseje. Of zag iedereen dat ze vanbinnen geen echte zakenvrouw was, dat ze maar deed alsof?

Ze deed niet eens moeite om op het vliegveld te werken. Dat zou een ramp zijn geworden omdat haar laptop voortdurend crashte, dus peinsde ze er niet over die in het openbaar te gebruiken. Toch voelde ze zich nooit op haar gemak met alleen maar Newsweek of The Economist tussen al die ijverige mensen.

Minette vond het wel leuk dat haar dochter een echte globetrotter was, ook al zei Darcey nog zo vaak dat ze uitsluitend naar Europese bestemmingen reisde, en dat het tegenwoordig niets bijzonders meer was om te vliegen. Tegenwoordig was het eerder een nachtmerrie met al die controles.

‘Niet zo ondankbaar,’ zei Minette dan. ‘Je hebt het goed gedaan, en daar gaat het maar om. Je bent een echte doorzetter, en het is fijn voor je dat je gratis eersteklas mag reizen.’

Dan moest Darcey lachen en legde ze uit dat Global Finance niet groot was geworden door het personeel eersteklas te laten reizen, en dat haar reisjes zakenreizen waren waarbij daadwerkelijk werd gewerkt.

‘Altijd beter dan in een kantoor te zitten,’ zei Minette dan. Darcey wist dat haar moeder toch graag iets van succes wilde horen. ‘En je verblijft in mooie hotels.’

Dat was waar. Ze logeerde in prima hotels, en daar was ze dankbaar voor. Vroeger had ze in vreselijke hotelletjes overnacht, en het was fijn ergens te zijn waar shampoo en douchegel klaarstonden die het waard waren om mee te nemen.

Ze moesten aan boord, en iedereen stond op. De man naast haar klikte zijn laptop dicht en ging in de rij staan. Darcey wachtte totdat bijna iedereen weg was en stapte toen pas in. Er was nog net genoeg plek voor haar tas in het bagagevak boven haar hoofd.

Ze zat alweer naast iemand met een laptop. Hij had hem open op schoot, om meteen aan de slag te kunnen zodra ze waren opgestegen. Zelf leunde ze naar achteren, sloot haar ogen en deed die pas open toen het cabinepersoneel met trolleys door het gangpad liep. Ze vroeg om een kop thee, en terwijl ze daarvan dronk, keek ze naar wat de zakenman naast haar allemaal deed. Ze had graag willen zeggen dat hij een tikfout had gemaakt in kolom D. Maar in plaats daarvan vouwde ze de krant uit en begon aan de sudoku. Toen ze die had opgelost, had het vliegtuig de landing al ingezet.

In Barcelona was het een stuk warmer dan in Dublin, en Darcey vond dat een baan waarbij je de dag begon onder een grauwe hemel en onder een blauwe eindigde, een goede baan was. Haar moeder had gelijk, soms bleef ze veel te veel stilstaan bij dingen die verkeerd gingen, en te weinig bij alles wat goed ging. En plotseling voelde ze zich minder bedrukt door de overname door Investor-Corp.

Ze keek in haar agenda naar de afspraken die ze had. Sommigen vonden het maar raar dat ze een papieren agenda gebruikte en niet iets elektronisch, maar zij had liever iets zwart op wit staan dan op een apparaatje dat er de brui aan kon geven. Bovendien vond ze haar in bruin leer gebonden agenda erg mooi, veel aantrekkelijker dan een apparaatje.

Ze nam een taxi en ging op weg naar de eerste afspraak. Ze dwong zichzelf te ontspannen, ook al was ze bezig met de bespreking die zou komen. Ze vond het altijd fijn om in Barcelona te zijn, ze vond het hier cool, en ze was gesteld op haar Spaanse cliënten. Milaan was dan wel stijlvoller, moest ze toegeven terwijl de taxi halt hield voor het gebouw waar Joaquin Santiago werkte, maar Barcelona was leuker.

Nergens had ze ooit een leukere tijd gehad dan in Barcelona. Dat was de laatste stad op het vasteland die zij en haar vriendinnen hadden bezocht toen ze na het eindexamen een jaartje vrij namen. Allemaal hadden ze het hier te gek gevonden. Het was ook de stad waar ze de meeste moeite had gehad om zich verstaanbaar te maken, en dus hoefde ze hier niet alles te regelen, zoals ze dat in Frankrijk, Duitsland en Italië had moeten doen. Ze was daar niet anders geweest dan de anderen. Maar ze had het niet fijn gevonden om geen Spaans te kunnen spreken, daarom was ze later teruggegaan.

Het was fijn om zo’n vriendinnenclubje te hebben. Op school had ze niet echt ergens bij gehoord, ze had gewoon haar vriendinnen gehad. Maar Nieve was altijd meer een groepsmens geweest, en ook al waren Darcey en zij hartsvriendinnen, toch had ze erop gestaan met een groep te gaan reizen.

Het was ook leuker geweest dan met z’n tweetjes. Het fijnste was nog wel geweest dat ze niets hoefde te bewijzen. Op school waren er altijd examens, daar moest je je best doen. Maar in Parijs, Frankfurt en Milaan had ze gewoon plezier gemaakt.

Een van de redenen dat Darcey het zo fijn had gevonden om gewoon plezier te maken, was dat ze werd beschouwd als een intellectueeltje, en niemand van haar verwachtte dat ze lol trapte. Toen haar vader had beseft dat ze bijzonder intelligent was, had hij haar opgejut steeds beter te presteren. Als wiskundeleraar was hij opgetogen dat ze zo handig met getallen was. En dat ze een welhaast fotografisch geheugen had, was ook belangrijk. Dat van die talen lag natuurlijk aan Minette. Hij zei vaak tegen Darcey dat ze haar talenten niet mocht verspillen. Dat ze was voorbestemd voor grote dingen, dat ze succesvol zou zijn. Dus moest ze steeds harder werken op school, hij verwachtte steeds betere resultaten van haar. Het probleem was echter dat niemand op school zo’n slim meisje zag zitten. De andere leerlingen vonden het niet cool als je altijd het juiste antwoord paraat had. Alleen haar hechte vriendschap met Nieve Stapleton maakte haar schooltijd draaglijk.

School was een lastig iets. Niet vanwege de leerstof, maar vanwege de andere leerlingen. Ze mocht niet te slim zijn, niet te stom, niet te mooi en niet te onaantrekkelijk. Anders viel je op, en Darcey wilde niet opvallen. Maar het was moeilijk als docenten je vroegen dingen uit te leggen, of je ingewikkelde vragen stelden. Ze had heel goed door dat de andere meisjes daardoor een hekel aan haar kregen, en deed haar best niet op te vallen.

Maar gedurende dat jaar was ze opgevallen. Ze had zich vermaakt. En toen ze uit de taxi stapte en voet zette op het warme trottoir van de Via Laietana, kwam dat plezierige gevoel helemaal terug, en ze liep het door Gaudí ontworpen gebouw dan ook bijna huppelend in.

De bespreking met Joaquin Santiago verliep prettig. Ze deed waar ze goed in was en prees zijn bedrijf, en wees er ook op dat hij veel geld verdiende en bespaarde door samen te werken met Global Finance. Toen ze klaar was, vroeg hij naar de overname en wat dat zou gaan betekenen.

‘Er verandert niets,’ beweerde ze met stelligheid. ‘We zijn alleen groter en dat is voor alle partijen voordelig. Ook voor u,’ voegde ze eraan toe. ‘Zodra ik meer weet over andere diensten, kom ik u daar graag meer over vertellen.’

Datzelfde zei ze ook tegen de cliënten met wie ze daarna een afspraak had, onder wie Francisco Ortiz, de laatste cliënt van die dag.

‘En ik zie je graag terug,’ zei hij terwijl hij met zijn donkere ogen haar blik vasthield.

‘Hoe is het met Inez?’ Dat was zijn echtgenote.

Er verscheen een trotse blik in zijn ogen. ‘Ze is in verwachting.’

‘Dat is geweldig nieuws!’ Darcey lachte opgetogen naar hem.

Hij knikte. ‘We zijn er heel blij mee.’

‘Uiteraard.’

Ineens veranderde de uitdrukking op zijn gezicht. ‘Wíj hadden ook zo gelukkig kunnen zijn.’

‘O nee,’ zei ze snel. ‘Dat weet je best, Francisco. Het was leuk, maar…’

‘Maar je wilt je niet binden.’ Dat had ze een paar jaar eerder tegen hem gezegd.

‘Och, het was het verkeerde moment,’ zei ze. ‘Ik had het moeilijk, en jij verdiende beter. Jij verdiende Inez. Trouwens,’ voegde ze eraan toe, ‘het duurde maar een paar weken.’

‘Maar het waren wel geweldige weken.’ Zijn ogen fonkelden, en ze bloosde.

‘Ja, maar…’

Hij lachte. ‘Heb je al iemand, Darcey?’

‘Je kent me toch?’ antwoordde ze. ‘Nee, dus.’

Toen hij haar vol genegenheid aankeek, zei ze gauw dat ze weg moest. Ze schudden elkaar de hand, ze zoenden elkaar op de wang. Aftershave van Cerruti. Als ze die rook, moest ze altijd aan hem denken. Hij had haar goed gedaan, er was veel passie geweest. Maar dat was niet voor altijd geweest.

Hasta luego,’ zei ze.

Hasta pronto,’ zei hij.

Zonder nog achterom te kijken liep ze weg.

Verder had ze geen besprekingen meer, maar ze ging wel dineren met een potentiële nieuwe cliënt. Pas na enen was ze terug in het hotel bij Passeig de Gracía. Ze was negentien uur aan de slag geweest, en was doodmoe.

Op een tafeltje in de hoek van haar kamer stond een flesje rioja op een zilveren blaadje. Ze maakte de fles open en schonk zichzelf in. Vervolgens ging ze in de met rood leer beklede fauteuil zitten en sloot haar ogen. Terwijl ze langzaam ontspande, kwamen er gedachten in haar op. Gedachten aan InvestorCorp. En gedachten aan de bruiloft.

Ze wist niet wat ze erger vond: dat ze niet eerder waren getrouwd, of dat ze dat nu pas van plan waren.

Nieve Stapleton en InvestorCorp. Twee verschillende dingen in haar leven waarvan ze dacht dat ze die achter zich had gelaten. En nu waren ze ineens weer opgedoken. Het was toch niet te geloven dat dat tegelijkertijd gebeurde…

Ze kende Nieve al bijna haar hele leven. Gail en Stephen, Nieves ouders, waren op een heel zwoele dag verhuisd naar het huis naast dat van Minette, Martin en hun drie dochters. Tegen de tijd dat de Stapletons hadden uitgepakt, waren ze moe en warm. Ze waren dan ook blij dat Nieve naar een koel plekje onder de bomen was gegaan, waar Darcey een boek zat te lezen.

Ze waren toen zeven jaar.

‘Wat lees je?’

Darcey merkte Nieve pas op toen ze dat vroeg.

‘Waarom wil je dat weten?’

‘Nou, misschien wil ik het wel lenen.’

‘Misschien kun je het wel niet lezen.’ Darcey drukte het boek tegen zich aan. ‘En hoe weet ik dat ik het terugkrijg?’

‘Ik kan heel goed lezen,’ zei Nieve. ‘Ik lees hartstikke veel. Ik ben op nummer 10 komen wonen. Ik wilde helemaal niet verhuizen. Nu ben ik mijn beste vriendin kwijt.’

Het viel Darcey op dat het meisje bijna huilde.

‘Ik woon naast nummer 10. Op nummer 8.’

‘Mag ik je boek dan zien?’

Schouderophalend overhandigde Darcey haar het boek. Met een frons keek Nieve erin.

‘Het is niet in het Engels.’

‘Het is in het Frans,’ zei Darcey. ‘Mijn moeder heeft het in Zwitserland voor me gekocht.’

‘Waarom is het dan niet in het Zwitsers?’

‘Omdat ze in Zwitserland Frans spreken.’

‘Wat stom.’

‘Ik heb dit boek ook in het Engels,’ zei Darcey. ‘Dat mag je wel lenen.’

‘Hoe heet het?’

‘De Vijf weer op Kirrin-eiland.’

‘Ken ik al.’ Nieve keek triomfantelijk. ‘Heb je nog iets anders?’

‘Ik heb stapels boeken.’ Darcey lachte. ‘Kom mee naar binnen, dan laat ik ze zien.’

Wanneer Darcey eraan terugdacht, vermoedde ze dat ze zulke dikke vriendinnen waren geworden omdat ze naast elkaar woonden en elkaar dagelijks zagen. Hoewel ze sterk van elkaar verschilden, leek dat er niet toe te doen.

Nieve was de kleinste, bedrieglijk frêle, met lang ravenzwart haar tot op haar billen en donkere ogen die te groot leken voor haar ovale gezichtje. Ze had een goede houding en bewoog zich sierlijk, maar ze ging dan ook elke zaterdagochtend naar balletles, totdat ze daar een punt achter zette omdat ze er toch niet haar carrière van wilde maken.

In tegenstelling tot bij de meeste meisjes paste het schooluniform Nieve perfect omdat haar moeder Gail elk schooljaar een nieuw voor haar kocht. Haar steile haar zat altijd keurig in een glanzend paardenstaartje. Haar boeken waren mooi gekaft met plakplastic. In haar etui zaten potloden en pennen in dezelfde kleur als het etui. Wanneer ze ging zitten aan haar tafeltje, legde ze haar boeken en schriften op een keurig stapeltje.

Nieve zag er altijd heel onschuldig uit, ook wanneer ze een streek had uitgehaald. Wanneer ze op het matje werden geroepen, moest Nieve altijd het woord doen omdat ze zo engelachtig was dat iedereen haar wel moest geloven.

Darcey was een stuk steviger, zelfs ietsje te zwaar, haar haar was honingblond en in haar blauwe ogen stond veelvuldig een paniekerige blik. Vaak zei ze tegen Nieve dat ze elkaars tegengestelde waren. Nieve was netjes, Darcey was slordig. Haar schooluniform was te lang, of na een groeispurt te kort, haar haren hingen rommelig langs haar gezicht, en haar boeken waren niet gekaft en kregen altijd ezelsoren. Ze deed niet aan ballet, daar was ze ook niet sierlijk genoeg voor, ze was eerder lomp.

Nieve was een spontane meid, vol zelfvertrouwen, ook over haar schoolprestaties. Darcey hield zich liever op de achtergrond. Meestal zaten ze in dezelfde klas, volgden dezelfde vakken en kregen dezelfde cijfers. De docenten deden hun best Darcey nog beter te laten presteren, maar Darcey vond al die extra aandacht vervelend. Nieve echter was dol op aandacht. Op de basisschool genoot ze van de sterretjes die de onderwijzers in haar schrift plakten. En ze vond het heerlijk om beter te zijn dan Darcey, want Gail zei vaak dat Darcey zo slim was en dat Nieve haar best moest doen haar bij te blijven.

Darcey was blij dat Nieve haar vriendin was en wist dat Nieve graag de beste wilde zijn. Ze wist ook dat Gail altijd achter Nieve aan zat en dat Gail het belangrijk vond dat haar dochter het goed deed op school. Dus maakte Darcey er geen wedstrijdje van. Ze vond het best dat Nieve hogere cijfers haalde, als ze daarmee vriendinnen konden blijven. De tweeling Tish en Amelie ging prima met elkaar om, en vaak voelde Darcey zich buitengesloten. Totdat Nieve naast hen was komen wonen, had Darcey geen vriendinnen gehad. Ze was altijd bang dat die haar zouden buitensluiten zoals Tish en Amelie dat deden. Maar Nieve deed dat niet. Het leek wel alsof Nieve meer naar Darceys vriendschap hunkerde dan Darcey naar die van Nieve. Dat vond Darcey ook best. Soms dacht ze dat ze Nieve beter kende dan de tweeling.

De twee meisjes liepen in en uit bij elkaar. Minette kon net zo goed Nieve lezend op Darceys bed aantreffen als haar eigen dochter. En Gail kon vaak Darcey aan de keukentafel aantreffen terwijl die wachtte totdat Nieve terugkwam van muziekles.

Ze deelden alles: speelgoed, kleren en later make-upspulletjes. Soms zelfs een vriendje, al zouden er zonder Nieve überhaupt geen vriendjes zijn geweest. Op dat terrein was Nieve de absolute winnaar.

Darcey snapte niet hoe Nieve het deed, maar die leek moeiteloos jongens aan te trekken. Het had niets met uiterlijk te maken, want Nieve was niet echt mooi. Het had met karakter te maken. Nieve liet anderen denken dat ze belangrijk waren, en dat vonden jongens fijn. Darcey kon het haar niet nadoen, zij vond de meeste jongens sukkels.

Wanneer Nieve genoeg had van een jongen, vroeg ze hem eens een afspraakje met Darcey te maken. Ze zei dan dat Darcey erg aardig was en er ook niets aan kon doen dat ze zo slim was. Ze zei er ook bij dat Darcey heel goed kon zoenen. Dat wist ze omdat ze toen ze twaalf waren, in het diepste geheim op elkaar hadden geoefend. Geen van beiden had dat erg fijn gevonden, maar toen Nieve dan eindelijk eens met een jongen had gezoend, kon ze Darcey vertellen dat zij veel beter had gezoend, en niet zo ruig.

Die jongens maakten nooit meer dan twee afspraakjes met Darcey. Het zouden er meer kunnen zijn geweest als Darcey met hen zou hebben gezoend, maar, zoals ze tegen Nieve zei, als ze niet zoenden, moesten ze praten, en ze had geen idee wat ze tegen die jongens moest zeggen.

‘Gewoon, normale dingen,’ had Nieve gezegd. Maar Darcey had hoofdschuddend gemompeld dat je met die jongens nergens over kon praten.

Na het eindexamen had Nieve de reis met de anderen geregeld, hoewel Darcey het woord moest doen omdat ze haar talen sprak. Na hun studie had Nieve voorgesteld nog zo’n reis te maken, met z’n tweetjes ditmaal omdat ze Rosa en Carol uit het oog waren verloren. Dus hadden ze als serveerster gewerkt in Parijs en in een bar in Berlijn, en in Toscane hadden ze olijven geplukt. Daarna waren ze bij Darceys Zwitserse familie op bezoek gegaan om vervolgens op Darceys verzoek af te reizen naar Marbella, waar ze als au pair bij twee verschillende gezinnen hadden gewerkt. Nieve was in dienst genomen door de vrouw van een rijke zakenman met een jacht omdat de ouders in de zomervakantie geen last wilden hebben van de kinderen. Ze betaalden niet erg goed, maar het huis dicht bij het strand was schitterend, en bovendien kreeg Nieve een auto tot haar beschikking. Darcey paste op vier extreem goedgemanierde kinderen. De ouders stonden erop dat de kinderen elke dag een paar uur leerden, dus had Darcey veel tijd om blootsvoets over het strand te lopen en haar Spaans te oefenen.

Nieve had minder vrije tijd, maar zo vaak ze konden, spraken ze af op terrasjes, waar ze in de zon zaten en zich afvroegen of ze hier moesten blijven, of teruggaan naar Ierland voor een ‘echte baan’.

‘Het is hier geweldig,’ had Nieve op een middag bij de tapas en de wijn gezegd. ‘Maar het wordt tijd om eens echt geld te verdienen. De banen liggen voor het oprapen. Ik voel me gewoon schuldig door hier te zitten.’

‘Ik niet.’ Peinzend keek Darcey haar vriendin aan. Ze wist dat Nieve dol was op materiële bezittingen. Minette had ooit zelfs gezegd dat Nieve hebberig was. Nieve vond het dan ook erg jammer dat ze niet uit een steenrijke familie kwam. En ze zouden rijk zijn geweest als haar vader niet werkeloos was geworden, had Nieve Darcey ooit toevertrouwd. Als haar vader maar een beetje meer zijn best had gedaan, zou Nieve zijn opgegroeid in een huishouden met een au pair, in plaats van zelf de au pair te zijn. Maar haar ouders waren blij geweest toen Stephen niet lang na de verhuizing een baan had gevonden in een garage.

‘Het is fijn om dingen te hebben, maar gelukkig zijn is beter,’ zei Darcey.

‘Kom op, Darcey,’ reageerde Nieve. ‘We leven in de jaren negentig, hoor. Alles is nu anders, we moeten onze kans grijpen. En dat kan niet als we hier in de zon op ons gat blijven zitten.’

Schouderophalend zei Darcey: ‘Ik vind het wel fijn om op mijn gat te zitten.’

Ineens lachte Nieve naar haar. ‘Je bent soms zo onambitieus voor een heel slim iemand.’

‘Weet ik. Zonde van de hersens die ik van God heb gekregen, zoals mijn vader zegt.’ Darcey giechelde. ‘Kijk jij maar welke baan het best bij me past. Ondertussen houd ik het wel uit bij mijn Duitsers.’

‘Wat doet meneer Schroeder eigenlijk?’ vroeg Nieve.

‘Iets hoogs bij een technisch bedrijf,’ antwoordde Darcey achteloos.

Met een cocktailprikker volgde Nieve de lijntjes op het tafelkleed. ‘Max Christie is financieel expert,’ zei ze. ‘Ik weet niet precies wat hij doet, maar hij zegt steeds dat andere bedrijven moeten inkrimpen als ze ergens willen komen.’

‘Een soort verwoestende manier om geld te verdienen,’ merkte Darcey op.

‘Misschien. Maar kijk eens naar hoe de Christies leven.’

‘Nou en?’

‘Je snapt het niet, hè?’

‘Jawel.’ Darcey haalde haar schouders op. ‘Maar eigenlijk wil ik alleen maar gelukkig zijn. Ik hoef al die spullen niet.’

‘Ik zou gelukkig zijn met een huis als dat van de Christies,’ zei Nieve. ‘En een jacht.’

‘Ik zou gelukkig zijn met nog een wijntje.’ Darcey dronk haar glas leeg en keek lachend naar haar vriendin, die een ober wenkte.

‘Ik niet meer,’ zei Nieve. ‘Ik moet vanavond oppassen.’ Dus bestelde ze bronwater. Vragend keek ze Darcey aan. ‘Trouwens, mag ik misschien je ketting lenen?’ Het klonk verontschuldigend. ‘Morgen heb ik een afspraak, en ik moet een beetje mooi zijn. Ik trek de jurk aan die ik vorige week heb gekocht, maar ik heb daar niets bij, besef ik opeens.’

‘Met wie?’ vroeg Darcey.

‘O, met de zoon van de buren. Voor tapas en bier. Niks bijzonders. Maar ik ben al een hele poos nergens meer geweest.’

‘Je bent met mij naar openluchtconcerten geweest,’ zei Darcey terwijl ze het gouden kettinkje met het diamantje losmaakte. Dat had ze van haar ouders gekregen toen ze was afgestudeerd. ‘Waarom koop je niet iets goedkoops op de markt?’

‘Ik hou niet van goedkoop,’ antwoordde Nieve. ‘Goedkope oorbellen doen pijn aan mijn oren, ik kan alleen deze oorknopjes verdragen. Dank je wel voor de ketting, Darcey, je bent top.’

Darcey glimlachte. ‘Hopelijk heb je er iets aan.’

‘Ach, het gaat om de verpakking,’ zei Nieve.

‘Nee, het gaat om de inhoud.’ Darcey had pretlichtjes in haar ogen. Dit gesprek hadden ze al zo vaak gevoerd.

Nieve lachte. ‘Glitters vanbuiten, glitters vanbinnen.’ Ze maakte het kettinkje vast om haar hals. ‘Volgende keer geef ik het je terug.’

‘Veel plezier,’ zei Darcey.

‘Daar twijfel ik niet aan,’ zei Nieve.