17

Nog vroeger dan anders kwam Darcey aan op het vliegveld, want ze wilde rustig haar koffie kunnen drinken voordat Neil Lomond zich bij haar voegde. Ze zouden samen naar Edinburgh vliegen waar zij een presentatie moest houden.

Neil had voorgesteld haar thuis op te pikken. ‘Ik kom toch met de taxi,’ had hij gezegd. ‘Het is maar een klein eindje om.’

‘Laat maar,’ had zij gezegd. ‘Ik ben er op tijd.’

Ze wilde niet dat Neil haar thuis afhaalde. Eigenlijk vond ze het ook helemaal niet prettig om met hem naar Edinburgh te gaan, ook al had ze nog zo stoer tegen Anna gezegd dat ze daar echt niet mee zat. Ze was bang dat ze het over persoonlijke dingen zouden hebben. Misschien was hij nog boos op haar. Eigenlijk was het bizar dat haar ex invloed kon uitoefenen op haar verdere carrière. Het was al zo lang geleden, ze was toen heel iemand anders geweest. Ze kon zich niet voorstellen ooit weer zo van slag te zijn door een kerel.

Nadat ze had ingecheckt, liep ze in haar zwartleren jasje, het zwarte topje en de zwarte broek door het poortje. Haar blonde haar zat in een keurig knotje in haar nek, en over haar schouder hing de vuurrode laptoptas.

‘Darcey!’

Met een ruk draaide ze zich om. Daar stond Neil.

‘Wat loop je snel,’ zei hij. ‘Doe je aan fitness of zo?’

‘Niet echt.’ Het zou fijn zijn als ze alles echt achter zich zou hebben gelaten, als ze zich niet zo ongemakkelijk zou voelen bij hem in de buurt.

‘Ben je er klaar voor?’ vroeg hij.

‘Wat een domme vraag,’ zei ze, terwijl ze in de rij gingen staan. ‘Je weet toch dat ik al dagen mijn tijd verspil aan deze presentatie?’

‘Het is geen tijdverspilling,’ zei hij. ‘Je deelt je kennis.’

‘Vast.’ Jezus, het klinkt alsof ik loop te mokken, dacht ze. Ik wil liever opgewekt klinken, als een werknemer die van wanten weet en niet als een groentje net uit de collegebanken.

Maar het was zo vreemd om met Neil op zakenreis te gaan. Het klopte niet. In zulke gevallen werd de werkneemster verliefd op de baas en leefden ze nog lang en gelukkig. Maar zij waren al gescheiden, en nu moest ze haar ex bewijzen dat ze geen wrak meer was. Het was al met al een lastige situatie.

‘Koffie?’ stelde Neil voor.

‘Je bent vroeg,’ zei ze onderweg naar het cafeetje.

‘Ik kom niet graag te laat,’ reageerde hij.

Dat wist ze nog. Indertijd had ze gedacht dat zulke overeenkomsten in hun karakter hun een band zouden geven. Maar uiteindelijk was dit een van de dingen geweest waarop het was stukgelopen, want elke keer dat hij te laat was, vermoedde ze dat hij bij een ander was.

Goh, ik heb het toen echt goed verpest, dacht ze terwijl ze een kopje espresso op haar blaadje zette. Blij dat ik nu niet meer zo overdreven reageer, en dat ik geen man nodig heb voor mijn zelfvertrouwen. Het is alleen jammer dat Neil net op het verkeerde moment kwam, want hij deugt. Hij verdiende al die ellende niet.

‘Nog steeds dol op een sterk bakkie?’ vroeg hij, onderweg naar een leeg tafeltje.

Ze glimlachte flauwtjes. ‘Soms drink ik kruidenthee, maar het is gisteren laat geworden. Ik kan wel iets gebruiken.’

‘Je ziet er niet uit als iemand die het laat heeft gemaakt,’ merkte hij op.

‘Make-up verbergt veel,’ reageerde ze.

‘Je ziet er goed uit. En zo te zien gaat het ook goed met je,’ zei hij.

Gauw dronk ze haar kopje leeg. ‘Hoor eens, als je het steeds over het verleden hebt, wordt dit reisje een ramp. Het gaat goed met me. Niet dat er eerst iets met me was, maar ik ben gewoon niet geschikt voor het huwelijk. Het spijt me dat het op zo’n manier is afgelopen, maar ik heb een fijne tijd met je gehad. Ik kan het je niet kwalijk nemen dat je me wilt jennen na alles wat ik je heb aangedaan, maar laten we het er alsjeblieft niet meer over hebben. Het is allemaal zó lang geleden, kunnen we niet gewoon verder?’ Ademloos zweeg ze.

‘Tuurlijk,’ zei hij na een korte stilte. ‘Er is niets wat ik liever wil.’

‘En ik ook,’ zei ze. ‘Weet je, ik hoop echt dat ons verleden geen invloed heeft op het werk.’

‘Dat hoop ik ook,’ zei hij. ‘Wil je een stuk van mijn koffiebroodje?’

Ze schudde haar hoofd, maar hij brak het toch in tweeën. En toen kreeg ze ineens nog veel meer spijt dat het tussen hen zo was afgelopen. Als ze hem nu had leren kennen, nu ze ouder en wijzer was, zou het dan anders zijn gegaan? Ze nam het stuk koffiebroodje aan. Waarschijnlijk zou ze nu niet meer van hem zijn gaan houden. Ze zou nooit meer van iemand gaan houden, ze wist niet meer hoe dat moest.

Het was onverwacht warm in Edinburgh. Onderweg naar Edinburgh Park, waar InvestorCorp gevestigd was, trok Darcey het leren jasje uit. Ze was zenuwachtig voor de presentatie. Alles stond dan wel op de laptop, maar omdat de moderne technologie zich vaak tegen haar keerde, werd ze overspoeld door angstige voorgevoelens. Stel dat het misging, zou ze dan geen Aziatische cliënten mogen werven? Of zou InvestorCorp sowieso van haar af willen? Ze raakte haar beste cliënten kwijt en moest maar zien hoe het in Azië zou gaan. Of ze konden haar ontslaan zodra ze alle informatie over haar Europese cliënten hadden. Hier had ze allemaal over liggen tobben in bed, en toen was de angst haar om het hart geslagen dat Neil Lomond dit zo had gepland, dat het wraak was voor die twee keer dat ze hem zo had vernederd.

Alweer brak het koude zweet haar uit.

Neil stelde haar voor aan een aantal keurig in pak gestoken mannen, en toen werd het tijd om met de presentatie te beginnen. Ze klikte op PowerPoint. Er gebeurde niets. Ze dubbelklikte. Het scherm werd zwart.

‘De laptop heeft zichzelf uitgeschakeld,’ zei Neil. ‘Is de batterij wel opgeladen?’

‘Ik dacht het wel.’ Maar omdat ze de laptop maar weinig gebruikte, kon ze zich niet herinneren wanneer ze voor het laatst de batterij had opgeladen.

‘Ik heb wel een snoer,’ zei hij terwijl hij zijn koffertje open klikte. ‘Probeer dat maar eens.’

‘Dank je.’ Met een lach nam ze het snoer aan, maar eigenlijk hoopte ze dat het probleem niet zou liggen aan zoiets stoms als een lege batterij.

Ze drukte op het knopje en de laptop kwam tot leven. En toen ze deze keer op het icoontje van PowerPoint klikte, opende het programma zich probleemloos.

‘U hebt het prima gedaan op het vasteland van Europa,’ zei Michael Banks, een van de senior managers, toen ze klaar was met de presentatie en ze rond de glanzende tafel in de vergaderzaal stonden. ‘Indrukwekkende cijfers.’

‘Och,’ merkte ze schouderophalend op. ‘Ik doe gewoon mijn werk.’

‘We verheugen ons al op de volgende presentatie met gegevens van uw volgende werkterrein.’

‘Ik hoop het allemaal waar te maken.’ Shit, wat klonk dat sneu, alsof ze niet barstte van het zelfvertrouwen.

‘Dat zal wel lukken.’ Plotseling stond Neil naast haar. ‘Je bent een kei.’

‘Ik houd wel van een uitdaging,’ zei ze. ‘Ik vind het alleen jammer mijn beste cliënten aan een ander te moeten overdragen.’

Neil grinnikte. ‘Ze zullen goed hun best moeten doen.’

‘Dank voor je vertrouwen,’ zei ze.

‘Ik heb het volste vertrouwen in je,’ zei hij toen Michael in gesprek raakte met een collega.

‘Ja?’

‘Natuurlijk. De cijfers liegen er niet om. Hoewel…’

‘Hoewel wat?’

Zachter zei hij: ‘Het verbaast me echt dat je zo zakelijk bent geworden, zo zelfverzekerd. Vroeger maakte je spottende opmerkingen over carrière maken en zo.’

Met pretlichtjes in de ogen keek ze hem aan. ‘Ik klaagde toen dat vrouwen kil en berekenend moesten zijn om de top te bereiken. Toen was dat ook zo. Hoe het nu is, zou ik niet kunnen zeggen.’ Ze glimlachte. ‘Waarschijnlijk is er niets veranderd. Ik heb het ver geschopt, maar dat is eigenlijk meer toeval. Ik hoef niet zo nodig een plekje aan de top te veroveren.’

Hij grijnsde breed. ‘Verlang je nog steeds naar dat boerderijtje in Toscane?’

‘Och…’

‘Het is een leuke droom.’

‘Inderdaad,’ beaamde ze. ‘Mijn toekomst ligt bij InvestorCorp, en dat vind ik best.’

‘Echt?’ hij trok zijn wenkbrauwen op.

Ze fronste toen hij zich afwendde en iets tegen een collega zei. Hij was aardig en steunde haar. Maar stel dat dat aardige gedrag niet gemeend was? Stel dat hij de pest aan haar had? Stel dat hij van plan was haar te vernederen zoals zij hem had vernederd?

Aandachtig luisterde ze toen tijdens de lunch de toekomst van het bedrijf werd besproken. Zulke gesprekken had ze al vaker aangehoord, vol geniale ideeën, met een onderstroom van een strijd om de macht, en iedereen met een verborgen agenda.

‘Waarom heb je besloten business development te gaan doen?’ vroeg Neil ineens. Hij zat een heel eind van haar af en had zijn stem moeten verheffen.

‘Pardon?’

‘Eerst werkte je op de afdeling statistiek,’ zei hij. ‘Waarom ben je overgestapt?’

Shit, dacht ze, dat is vast een strikvraag. ‘Omdat deze baan me werd aangeboden.’ Ze lachte gespannen naar hem.

‘Merkwaardig, van cijfertjes naar personen.’

‘Zo liep het nou eenmaal,’ zei ze. ‘Het kwam door mijn talenkennis. Als ze bij Global Finance een statisticus hadden gezocht, was het misschien heel anders gelopen.’

‘Nou, we zijn blij iemand met zoveel ervaring te hebben,’ mengde Gordon Campbell, de directeur, zich in het gesprek. ‘Iemand met uiteenlopende talenten.’

‘Och, u hebt hier vast heel getalenteerde mensen rondlopen,’ zei ze snel.

‘Maar ik denk dat jij de veelzijdigste bent,’ zei Neil.

‘Dank je wel.’ Eigenlijk zou ze nu moeten zeggen dat ze briljant was, maar zoals altijd voelde ze zich niet op haar gemak onder al die loftuitingen. En ze wist nog steeds niet of Neil een vriend of een vijand was. Dat was erg zorgelijk.

‘Het is allemaal goed gegaan,’ zei hij die avond in het vliegtuig terug. ‘Dankzij jou.’

‘Je prees me de hemel in,’ zei ze. ‘Als ik er niks van bak, sta jij straks voor aap.’

‘Je doet het vast prima,’ reageerde hij. ‘Zij vonden je ook een aanwinst.’

‘Wat kan het je eigenlijk schelen?’ vroeg ze ineens met een frons.

Zwijgend keek hij haar een poosje aan. ‘Ik ben je baas,’ antwoordde hij toen. ‘Ik heb graag dat mijn medewerkers als bekwaam worden beschouwd. Vooral wanneer er veranderingen op til zijn. Vooral wanneer het budget volgend jaar voor problemen kan zorgen. Ze moeten nu weten dat mijn mensen prima in staat zijn hun werk te doen.’

‘O.’ Peinzend zei ze: ‘En los van mij denk je dat je mensen prima in staat zijn hun werk te doen?’

‘Ik hoop het. Het team in Edinburgh is goed. Over Dublin weet ik nog niet zo veel.’

‘Je bent bang.’ Ineens was dat tot haar doorgedrongen. ‘Je bent bang dat ik hopeloos zal blijken te zijn. Dat de cijfers niet kloppen of dat ik niet verantwoordelijk was voor de winst van Global Finance. Je wilt dat je eigen mensen het vasteland van Europa gaan doen, en mij offer je op door me nieuwe markten te laten aanboren.’

‘Onzin,’ reageerde hij. ‘Iedereen vindt je geweldig. Ik heb navraag gedaan.’

‘Maar jij weet wel beter omdat je me kent.’

‘Nou, ik moet toegeven dat het me verbaasde dat je daar werkte,’ biechtte hij op. ‘En dat iedereen zo hoog van je opgaf. Maar het verbaast me niet dat je competent bent. Alleen dat het zo goed met je gaat.’

‘Je denkt nog steeds dat ik gestoord ben.’

‘Dat heb ik nooit gedacht,’ weerlegde hij. ‘Ik vond wel dat je problemen had en dat je daar iets aan moest doen. En het spijt me dat ik dat niet besefte voordat we trouwden.’

‘Mij ook,’ zei ze, en ze meende het oprecht. ‘Het is jammer dat het zo is gelopen. Maar ach, iedereen maakt weleens een fout.’

‘Ik zette je onder druk,’ zei hij. ‘Dat was mijn grote fout.’

‘Kunnen we niet gewoon zeggen dat we allebei jong en dom waren, en dat het nu achter ons ligt?’ vroeg ze.

‘En dat we niet de pest aan elkaar hebben en elkaar niet in de wielen gaan rijden wat onze carrière betreft?’ vroeg hij.

‘Afgesproken.’

‘Fijn.’

Opeens giechelde ze.

‘Wat is er?’

‘Je hebt het niemand verteld. Ze weten het niet van ons.’

Ongemakkelijk verschoof hij op zijn stoel. ‘Dat was niet nodig. Ze zouden zich maar hebben afgevraagd of we wel konden samenwerken.’

‘Eh… Heb je het geheimgehouden vanwege mij of vanwege jezelf?’

‘Voor ons allebei,’ zei hij. ‘Ik houd mijn mond als jij dat ook doet.’

Ze knikte en zei toen: ‘Anna Sweeney is ervan op de hoogte.’

‘O.’

‘Jij zei dat ze mij ernaar moest vragen,’ bracht ze hem in herinnering. ‘Dus toen ze ernaar vroeg, heb ik het haar verteld.’

‘Hm.’

‘Ze is manager HR,’ zei Darcey. ‘Ze kan goed dingen geheimhouden.’

‘Ik mag haar wel,’ zei Neil. ‘Ze is vast heel discreet.’

‘Zij mag jou ook,’ zei Darcey geamuseerd. ‘Ze vindt je knap om te zien.’

‘Nou, en ik vind haar leuk om te zien.’

‘Dat is dan fijn voor jullie.’ Darcey pakte de krant uit haar tas en ging lezen.