29
Ze zorgde ervoor dat ze extreem vroeg op kantoor was om de meewarige blikken en opmerkingen van de andere werknemers van InvestorCorp te ontlopen. Maar toen ze in de lift stapte, vond ze het vervelend dat er niemand anders instapte. Dat moment van paniek duurde echter maar kort, en toen ze uitstapte op de zesde verdieping, was ze alleen maar opgelucht omdat ze weer terug was.
Meteen las ze al haar brieven door, verwonderd dat er nog zoveel per slakkenpost werden bezorgd. Daarna wierp ze een blik in de verslagen op haar bureau. Langzamerhand druppelden haar collega’s binnen, die allemaal even kwamen vragen hoe het met haar ging.
De meesten maakten grapjes over gips, zwachtels en mitella’s, en Laura zei dat ze nog steeds last had van haar pols die ze zes jaar geleden had gebroken.
Darcey stond er versteld van dat zoveel collega’s weleens iets hadden gebroken. Allemaal kwamen ze daarover vertellen. Het was fijn dat iedereen zo met haar meeleefde, maar die verhalen over gebroken botten kwamen haar na verloop van tijd de strot uit.
Zodra het een beetje rustiger werd, kon ze de honderden mailtjes lezen. Er was er eentje dat ze meteen aanklikte.
Hoi, stond er. Ik belde naar het bedrijf en hoorde dat je een ongeluk had gehad in Singapore! Hopelijk niet na het etentje met mij… Bel me. Jason. O, en je collega’s bij investments hebben goed nieuws voor je.
Glimlachend belde ze naar de afdeling investments.
‘Ja, vijfentwintig miljoen van Asia Holding,’ zei Walter. ‘Puik werk, Darcey. En tien van drie van je andere contacten.’
Stralend tikte ze een mailtje terug naar Jason. Ze bedankte hem voor het gestelde vertrouwen in InvestorCorp, en schreef dat het maar een onbenullig ongelukje was geweest en dat ze hoopte binnenkort weer in Singapore te zijn.
De telefoon ging. Het was Douglas Lomax.
‘Kun je even langskomen?’ vroeg hij.
Haar hart sloeg over. Een telefoontje van de hoofddirecteur was iets om van slag te raken, ook al wist je dat je goed werk had geleverd.
Vijf minuten later zat ze tegenover hem.
‘Je had langer vrijaf moeten nemen,’ zei hij. ‘Je ziet eruit alsof je onder een vrachtwagen bent gekomen.’
‘Dat ligt aan al dat gips en die zwachtels,’ zei ze. ‘Het ziet er veel erger uit dan het is.’
‘Ik wilde je even vertellen dat ze erg tevreden over je zijn. Goed gedaan, Darcey.’
‘Dank je.’
‘Is alles al in kannen en kruiken voor je volgende tripje?’
‘Tokio?’ Ze lachte breed. ‘Nog niet, maar er wordt aan gewerkt. En ik zal mijn best doen daar niet ook van de trap te vallen.’
‘Dat was pech,’ zei hij. ‘Maar verder heb je het er geweldig vanaf gebracht. Bravo.’
Ze bleven nog een kwartiertje praten over haar plannen voor Tokio en het grote succes dat ze in Singapore had geboekt. Als ze het had gekund, zou ze na afloop door de gang zijn gehuppeld. Het was fijn om je werk goed te doen. Daardoor voelde je je blij met jezelf en met je leven.
Toen ze langs Neil Lomonds werkkamer kwam, zag ze dat de deur openstond en dat er nog niemand was.
‘Hij komt vanmiddag,’ zei Jenni, die haar naar binnen had zien kijken. ‘Jemig, Darcey, wat zie je eruit!’
‘Dat geeft niet,’ reageerde Darcey. ‘Ik ben dolblij met de vijfentwintig miljoen dollar van Asia Holding!’
Ze had nog geen zin om achter haar bureau te gaan zitten. Ze was zo blij met haar succes dat ze naar de afdeling investments ging om het er nog eens over te hebben, en vervolgens naar de werkkamer van Anna Sweeney, om te kijken of die al terug was. Maar de deur was dicht. Anna was nog niet terug.
Zou Anna bij Neil zijn? Die gedachte knaagde aan Darcey. Ze had tegen Anna gezegd dat ze het best vond als Anna iets met Neil begon, dus verbaasde het haar dat ze een steek van jaloezie voelde.
Ze was niet jaloers omdat Anna misschien iets met haar ex had. Ze was jaloers omdat Anna iemand had en zij niet. Tot voor kort was Darcey er trots op geweest dat ze niet aan vaste relaties deed, en dat zij de regie had bij haar minnaars. Zelfs Robert, haar laatste Ierse vriend, had niet echt dichtbij mogen komen. Hij woonde in Donegal, tweehonderd kilometer van Dublin vandaan, dus had ze hem net zo vaak gezien als sommige van haar minnaars op het vasteland van Europa. Maar sinds een paar maanden herinnerde ze zich weer hoe het was om een emotionele band met iemand te hebben. En hoewel haar relaties altijd op de klippen waren gelopen, miste ze opeens toch die band.
Ineens wilde ze weer zijn wie ze vroeger was geweest. Niet de onhandige Darcey die nauwelijks iets aan haar uiterlijk deed en die hopeloos was met mannen. Nee, de Darcey die hopeloos verliefd was geworden op Aidan, de Darcey die volledig vertrouwen in anderen had. Ze had pech gehad dat Aidan niet te vertrouwen bleek. Daarna had ze niemand meer vertrouwd, en dat was de reden dat haar relaties altijd slecht afliepen. Het had haar echter ook veel hartzeer bespaard. Maar om de een of andere reden vroeg ze zich ineens af of dat eigenlijk wel zo fijn was.
Hoofdschuddend probeerde ze die gedachte kwijt te raken. Vervolgens ging ze weer aan de slag. Ze beantwoordde de mail en werkte aan één stuk door tot twee uur in de middag.
Pas toen haar maag ging knorren, besefte ze hoe laat het al was. Gauw schoof ze haar toetsenbord weg en pakte haar tasje.
Ik heb me over mijn liftangst heen gezet, dacht ze toen ze de begane grond op strompelde. Ik heb er niet eens aan gedacht.
‘Hoi Darcey, fijn je weer eens te zien. Hoe gaat het met je?’ vroeg Sally, de receptioniste, met een vriendelijke lach.
‘Het ziet er erger uit dan het is,’ antwoordde Darcey. ‘Het gaat goed met mijn enkel. Morgen krijg ik ander gips.’
‘Wat naar voor je dat het zo ver van huis is gebeurd.’
‘Het deed behoorlijk pijn,’ gaf Darcey toe. ‘Maar de artsen daar zijn top.’
‘Ik hoor dat je veel nieuwe cliënten hebt aangebracht.’
‘Het ging daar behoorlijk goed,’ beaamde Darcey.
‘Ik vind je geweldig,’ zei Sally. ‘Je bent mijn rolmodel.’
‘O.’ Verwonderd keek Darcey haar aan.
‘Ik heb nu nog geen diploma’s, maar ik wil ’s avonds gaan studeren,’ ging Sally verder. ‘Ik wil niet altijd achter de receptie blijven zitten. Ik zou heel graag een baan zoals de jouwe willen.’
‘Zet ’m op!’ zei Darcey.
‘Ik wil dat anderen een hoge dunk van me hebben,’ zei Sally. Ze streek een glanzende kastanjebruine krul uit haar gezicht. ‘En niet alleen omdat ik mooi ben.’
Darcey lachte. ‘Maar je bént mooi!’
‘Jawel, maar ik ben liever slim, zoals jij. Iedereen kan er goed uitzien, maar niet iedereen kan nieuwe cliënten aantrekken.’
‘Nou, je klinkt erg vastberaden, ik denk dat het je wel zal lukken.’
‘Dat hoop ik,’ zei Sally.
‘Zeg, als ik iets voor je kan doen… Goede raad geven of zo, dan zeg je het maar,’ zei Darcey.
‘Dank je.’ Sally keek blij.
‘Tot straks,’ zei Darcey. ‘Ik ga een broodje halen.’
‘Je had iets kunnen laten bezorgen,’ merkte Sally op.
‘Och, het is niet ver,’ zei Darcey. ‘En een beetje frisse lucht zal me goeddoen.’ Langzaam liep ze naar de deur, en bleef toen stokstijf staan.
‘Hoi,’ zei Neil, die net binnenkwam. ‘Je bent er weer.’
‘Ja,’ zei ze, verrast hem te zien. ‘Dit is mijn eerste dag.’
‘Gaat het een beetje?’ Onderzoekend keek hij haar aan.
‘Ja, hoor,’ antwoordde ze. ‘Ik ga even een broodje halen.’
‘Een late lunch?’ Hij keek op zijn horloge.
‘Er lag een hele stapel werk waar ik me doorheen moest ploeteren,’ legde ze uit.
‘Volgens mij kun je wel iets meer gebruiken dan een broodje,’ zei hij lachend. ‘Kom op, dan gaan we een hapje eten.’
‘O, maar er is nog zoveel te doen…’ protesteerde ze.
‘Allemachtig, Darcey, laat toch eens los,’ zei hij. ‘Ik wil je toch ook nog spreken over de zakelijke kant van je reis.’
‘In dat geval…’ Schouderophalend liep ze achter hem aan naar buiten.
Hij zette koers naar het Harbourmaster. Terwijl ze met hem mee liep, genoot ze van het zonnetje op haar gezicht en de geuren die van de rivier kwamen.
Om deze tijd liep het restaurant al leeg, daardoor konden ze een tafeltje bemachtigen aan het raam.
‘Zo, wat heb je allemaal uitgespookt?’ vroeg Neil nadat ze hadden besteld.
‘Ik ben in Galway geweest,’ vertelde ze. ‘Mijn moeder heeft erg haar best gedaan me vet te mesten.’
Hij grijnsde breed. ‘Ik mocht je moeder graag. Haar houding tegenover voedsel is top.’
Darcey glimlachte flauwtjes. ‘Ze is gek op koken,’ beaamde ze. ‘Maar bij ons vliegen de pondjes eraan. Vooral rond de heupen.’
‘Volgens mij ben je afgevallen sinds het ongeluk.’
‘Nee,’ zei ze. ‘Eerst misschien wel, maar mijn moeder denkt dat romige chocolademelk het beste geneesmiddel is voor alle kwalen, dus waarschijnlijk ben ik nu dikker dan ooit.’
Hij grinnikte.
Waarom hebben we dit gesprek, dacht ze. Het kan hem heus niets schelen of ik ben afgevallen of aangekomen, en de chocolade-melk van mijn moeder interesseert hem vast geen fluit. Ik dacht dat we het over zaken zouden hebben…
‘Pardon?’ Het drong nu pas tot haar door dat hij een ander onderwerp had aangesneden.
‘Ik vroeg naar Asia Holdings,’ zei hij. ‘Volgens mij heb je een goudmijntje ontdekt.’
Er verschenen blosjes op haar wangen bij de gedachte aan Jason White.
‘Darcey?’
‘Sorry,’ zei ze, en ze begon te vertellen over Asia Holdings. Ze noemde maar één keer de fund manager die de technische aspecten van de portefeuille zo goed snapte.
Verder hadden ze het uitsluitend over zaken.
‘Peter Henson laat je groeten,’ zei Neil nadat hij koffie had besteld. ‘Hij zei dat hij wel had geweten dat je het goed zou doen in Azië.’
‘Gisteren nog. In New York.’
‘O.’ Dan was hij dus niet bij Anna geweest. Tenzij die ook naar New York was gegaan, maar dat durfde ze niet te vragen.
‘Zo, en wat heb je nog meer gedaan in Galway?’ vroeg hij ontspannen.
‘Niet veel,’ antwoordde ze. ‘Mijn moeder heeft iemand leren kennen.’ Ineens zweeg ze, toen het tot haar doordrong dat ze op het punt stond hem te vertellen over Malachy Finan, en dus ook over het kasteel, en dan zou ze hem ook moeten vertellen over de bruiloft van Nieve en Aidan. En natuurlijk over het moment dat ze Aidan had gesproken. Haar maag kromp samen.
‘Gaat het?’ vroeg hij. ‘Is er iets met je moeder?’
‘Nee, hoor,’ stelde ze hem gerust. ‘Ik…’
‘Vertel het me maar,’ zei hij. ‘Heeft je moeder iemand leren kennen?’
En toen vertelde ze hem van het kasteel. En hoewel ze dat eigenlijk niet wilde, ook over haar ontmoeting met Aidan.
Ze kende de blik die in zijn ogen verscheen. Die had ze ook gezien toen ze hem voor het eerst over Aidan Clarke had verteld.
Ze herinnerde zich die avond nog goed. Dat was de avond waarop ze hem ervan had beschuldigd iets met Jessica Hammond te hebben. Eerst had Neil alles weggewuifd wat met Aidan te maken had. Hij had gezegd dat hij van haar hield, hij had zijn arm om haar heen geslagen en gezegd dat ze gewoon een beetje aan hun relatie moesten werken. Maar nadat ze hadden gevrijd, had hij naar Aidan gevraagd. En toen ze had uitgelegd dat ze Aidan eigenlijk nooit had kunnen vergeten, had ze een gekwetste blik in zijn ogen gezien, die meteen had plaatsgemaakt voor een bezorgde. Ze had zich schuldig gevoeld omdat ze hem had gekwetst. Toen ze zijn bord in zijn schoot had gekieperd omdat ze erachter was gekomen dat hij met Melinda McIntyre had geluncht, was hij woedend geweest. Maar ook bezorgd. Hij had gezegd dat ze professionele hulp nodig had, en dat hij haar daar graag bij wilde helpen. Maar ze wilde niet geholpen worden. Ze had zich willen wentelen in verdriet. Ze had willen blijven geloven dat haar leven was verpest door het verraad van haar beste vriendin en haar ex.
‘Ik hou van je.’ Dat had hij toen tegen haar gezegd. ‘Ik wil graag iets goeds maken van onze relatie. Maar ik kan niet leven met een vrouw die van een ander houdt.’
‘Dan kun je niet leven met mij,’ had ze gezegd. ‘En ik kan niet leven met jou.’
Het was ongelooflijk pijnlijk geweest. Ze was zich ervan bewust geweest dat ze hem kwetste, maar dat had haar niets kunnen schelen. Want ze had het wel prima gevonden dat een ander eens moest ondergaan wat zij onderging.
Wat heb ik me misdragen, dacht ze terwijl ze hem aankeek. Ik was verschrikkelijk, ik was hem niet waard.
‘Het was puur toeval,’ zei ze. Ze moest hem uitleggen hoe het kwam dat ze Aidan had gesproken. ‘Ik was op het kasteel, en toen stond hij ineens voor mijn neus.’
‘En toen heb je hem gesproken?’
Ze knikte. ‘Heel eventjes maar. Hij was er een kijkje gaan nemen met Nieves vader. Ik vroeg me af waarom zij er niet bij was.’
Neils gezicht betrok. ‘Je dacht stiekem dat ze misschien niet meer van elkaar hielden? Dat het een slecht voorteken was dat hij daar in zijn eentje was?’
‘Doe niet zo mal.’ Maar Darcey bloosde wel.
‘Ik ken jou,’ zei hij.
‘Nou ja, ik zette er wel vraagtekens bij,’ gaf ze toe. ‘Ik bedoel, meestal kom je samen kijken.’
‘Darcey, ze wonen al tien jaar samen.’
‘Dat weet ik, maar…’
‘Denk je er nog steeds over om naar de bruiloft te gaan?’
‘Ik heb de uitnodiging aangenomen.’
‘Jezus, mens!’
‘Mijn pols zit dan nog in het gips, maar mijn enkel moet oké zijn. Maar waarschijnlijk pas ik nog niet in mijn mooie schoenen, dus misschien ga ik wel niet.’
‘IJdeltuit!’
Ze had hem nog nooit zo nijdig meegemaakt.
‘Was je van plan mooi opgedoft naar de bruiloft te gaan, zodat hij zal beseffen dat het een grote vergissing was om bij je weg te gaan? Wil je iets meemaken zoals in een Hollywood-film, waar hij haar dumpt om vervolgens met jou te trouwen? En dan denk je zeker dat daar weinig kans op is omdat je arm in het gips zit? Is dat het?’
‘Nee…’
‘Ik snap niet dat ik mijn tijd aan jou verspil,’ snauwde hij. ‘Toen ik met je getrouwd was, was je een egocentrisch monster, en dat ben je nog steeds. Ik snap niet waarom ik dacht dat je zo bijzonder was. Echt, ik zie niks aantrekkelijks in je.’
Hij stond op en schoof zijn stoel ruw weg. ‘Laat me maar weten wanneer je naar Tokio gaat,’ zei hij. ‘Per e-mail.’
Ontzet keek ze hem na. Ze had hem nog nooit zo kwaad gezien, zelfs toen niet.
Hoe durfde hij! Zelf trilde ze van woede. Hoe durfde hij zulke dingen over haar te zeggen? Ze was niet egocentrisch, ze was geen monster. Had Sally daarnet niet gezegd dat ze haar rolmodel was? Wilde niet iedereen op haar lijken? Had ze niet Neils carrière een duwtje omhoog gegeven door haar succes in Singapore? Hoe durfde hij zulke dingen tegen haar te zeggen!
De serveerster kwam bij het tafeltje staan. ‘Wilt u de rekening?’ vroeg ze.
En nou heeft hij me ook nog met de rekening laten zitten, dacht Darcey. Ze tikte haar pincode in op het apparaatje. En ze had zich nog wel schuldig gevoeld toen die blik in zijn ogen was verschenen… Nou, dat schuldgevoel was nu wel verdwenen.
Maar toen ze terugliep naar kantoor, besefte ze dat ze zich schaamde. Omdat hij iets aan haar had opgemerkt wat haarzelf niet was opgevallen. En dat beviel haar totaal niet.