25

Toen ze een paar dagen later in een wagentje door de luchthaven werd gereden, vond Darcey het toch wel erg fijn dat er iemand voor haar zorgde. Normaal gesproken deed ze het liefst alles zelf en op haar eigen manier, maar met een gebroken pols en een verstuikte enkel was dat onmogelijk. Ze kon geen gewicht op haar ene been zetten, en met die pols kon ze niet op krukken lopen. In haar eentje zou het een nachtmerrie zijn geweest.

Neil was geweldig. Hij regelde alles, zelf hoefde ze het zich alleen maar gemakkelijk te maken in haar vliegtuigstoel. En toen de stewardess de passagiers een glaasje champagne aanbood, stond hij erop dat ze er eentje nam.

‘Maar wat vieren we dan?’ vroeg ze terwijl ze klonken.

‘Ik heb je verslag gelezen en je hebt het prima gedaan. Ik verwacht er veel van. En we klinken omdat we eindelijk naar huis gaan.’

‘Het spijt me echt.’ Voorzichtig nam ze een slokje champagne. ‘Dat je vanwege mij de halve wereld rond bent gevlogen.’

‘Door jou te komen redden, voelde ik me belangrijk,’ reageerde hij met een grijns. ‘En weet je, iedereen heeft weleens een ongelukje.’

‘Weet ik,’ beaamde ze. ‘Maar de laatste tijd overkomen ze mij wel erg vaak. Vastzitten in de lift, van de trap vallen… Stom van me. Ik ben ook zo onhandig.’

‘Soms wel, ja…’ beaamde hij. ‘Weet je nog die keer toen we naar Covent Garden gingen en je struikelde over de keitjes…’

‘En de hak van mijn enige paar mooie schoenen brak en ik op mijn snufferd viel?’ onderbrak ze hem. ‘En ik op blote voeten naar huis moest? Ja, dat herinner ik me nog.’

Ze moesten er allebei om lachen, maar ineens voelde Darcey zich er ongemakkelijk bij en keek ze uit het raampje. Het vliegtuig taxiede de startbaan op en de stewardess kwam de glaasjes ophalen.

Darcey sloeg de Newsweek open die ze op het vliegveld had gekocht. Eigenlijk had ze een roddelblaadje willen kopen, maar omdat Neil erbij was, die per slot van rekening haar baas was, wilde ze professioneel overkomen.

Neil ging lezen in een spannende thriller. Darcey vroeg zich af of hij zelf ook wel zo’n superheld zou willen zijn. Eigenlijk wist ze niet waar hij stiekem van droomde. Ze wist niet echt wat hij wilde met zijn leven. Had hij zijn doel bereikt door directeur bij een wereldwijd opererend bedrijf te worden? Of had hij heel andere ambities?

Eigenlijk is hij wel míjn held, dacht ze, nu hij zo’n lange reis heeft gemaakt om me te redden. Ook al hoefde ik niet te worden gered.

Ze leunde achterover toen ze eindelijk opstegen. Gered worden door haar ex betekende dat ze dertien uur naast hem moest zitten. En dat vond ze niet zo’n fijne gedachte, ook al was hij nog zo aardig.

Ze was bang dat die dertien uur zouden leiden tot een intimiteit die ze niet wilde. Ze was bang dat ze het over het verleden gingen hebben. Maar hij las in zijn boek of speelde spelletjes op de console die bij de stoel hoorde. Hij negeerde haar, ze zeiden alleen iets tegen elkaar onder het eten. De stewardess was zo vriendelijk geweest Darceys kalkoenfilet in hapklare brokjes te snijden, en terwijl Darcey at, deed ze haar best iets te bedenken waarover ze zouden kunnen praten.

‘Heb je Meryl al eens gezien?’ Meteen kreeg ze spijt. Waarom vroeg ze Neil naar Anna’s dochter? Misschien had Anna hem nog niet over Meryl verteld. Ooit zou ze dat moeten doen, maar misschien wachtte ze het juiste moment af.

‘Nee,’ antwoordde Neil.

‘Anna is een geweldige moeder.’

‘Dat geloof ik graag.’

‘Echt waar, hoor.’ Darcey vond dat hij moest weten hoeveel Meryl voor Anna betekende. ‘In het begin was het moeilijk, maar ze redt het prima.’

Hij fronste zijn voorhoofd. ‘Meryl is toch acht? Toen ze werd geboren, werkte jij nog niet bij Global Finance. Hoe weet je dan dat het moeilijk was voor Anna?’

‘Jeetjemina, wij vrouwen praten over dingen.’ Ongeduldig keek ze hem aan. ‘We bespreken van alles en nog wat.’

‘Ik dacht dat dat niks voor jou was,’ merkte hij op. ‘Vrouwenpraatjes. Dingen delen.’

‘Anna en ik delen alles,’ reageerde ze vastberaden. ‘En we roddelen heel wat af.’

‘Echt?’

‘Ja.’

‘Is ze een roddelaarster?’

Darcey giechelde. ‘Soms.’

‘Want al dat luchtige is niets voor jou,’ zei hij. ‘Je doet wel je best, maar het ligt je niet zo, toch? Luchtige gesprekjes.’

‘Och…’

‘Ik mag Anna graag,’ zei hij. ‘Maar meestal is het geen goed idee om een verhouding te beginnen met iemand van het werk.’

‘Je hebt één slechte ervaring gehad,’ zei ze. ‘Daar moet je je niet door laten weerhouden.’

‘Toch pas ik goed op niets te beginnen met iemand van het werk.’

‘Zeg…’ Ze had geen persoonlijke vragen willen stellen, maar ze was toch wel erg nieuwsgierig geworden. ‘Heb je nog serieuze relaties gehad?’

‘Met Megan. Ik was bijna met haar getrouwd.’

‘O.’ Verbaasd vroeg ze: ‘En waarom heb je dat dan niet gedaan?’

‘Omdat het echt helemaal goed moet zitten,’ antwoordde hij. ‘Ik moet het heel zeker weten. En bij Megan wist ik het niet heel zeker.’

‘O.’

‘En jij?’ vroeg hij.

Ze schudde haar hoofd. ‘Een relatie staat niet op mijn verlanglijstje.’

Toen hij niets meer zei, schoof ze heen en weer op haar stoel.

‘Gaat het?’ vroeg hij.

‘Jawel, maar ik zou wel een dutje willen doen wanneer het blad is weggehaald.’

‘Goed idee.’

‘Dank je wel,’ zei ze opeens.

‘Waarvoor?’

‘Dat je me bent komen halen. Ik zei dan wel dat ik me prima kon redden, maar dat was niet zo. Dank je wel, dus.’

‘Graag gedaan,’ zei Neil voordat hij zich weer verdiepte in zijn thriller.

Het was al avond toen ze, na te zijn overgestapt op Heathrow, eindelijk aankwamen in Dublin. Darcey was uitgeput en haar pols deed flink pijn. Neil zei niets over de donkere kringen onder haar ogen, maar hij zei wel dat hij haar naar huis zou brengen. Dat kon ze niet weigeren, en ze protesteerde ook niet toen hij de taxi betaalde en zei dat hij zou helpen haar bagage naar boven te dragen. Weigeren zou niet alleen stom zijn, maar ook bot en onaardig. Neil was een rots in de branding geweest, het zou een belediging zijn hem niet binnen te laten in haar appartement, ook al vond ze dat niet helemaal prettig.

Ze maakte de deur open en hij trok haar uitpuilende koffertje op wieltjes de lobby in.

‘Je had een grotere koffer moeten meenemen,’ merkte hij op.

‘Ik heb meestal niet veel bij me,’ zei ze terwijl ze op de liftknop drukte. ‘Maar deze keer heb ik dingen gekocht.’

In de lift kneep ze haar ogen stijf dicht en opende ze meteen weer.

Neil had het gezien en grijnsde breed. ‘Het zou de laatste druppel zijn als we kwamen vast te zitten in de lift,’ zei hij.

Ze glimlachte flauwtjes. ‘Voordat ik vast kwam te zitten, was ik niet echt panisch voor liften. Het zal wel even duren voordat het over is. Weet je, als ik in het hotel gewoon de lift had genomen, was dit niet gebeurd.’

‘Ik wist niet dat je aan claustrofobie leed,’ zei hij.

‘Normaal gesproken niet,’ reageerde ze. ‘Het is het donker dat me de das omdoet.’

‘Ik wist ook niet dat je bang was in het donker.’ Hij fronste zijn voorhoofd.

‘Ik was niet…’ Niet op haar gemak keek ze hem aan, net toen de lift stopte op haar verdieping. ‘Ik werd pas bang na de scheiding.’

‘O.’ Achter haar aan stapte hij de lift uit en volgde haar door het gangetje naar haar voordeur.

Ze deed de deur open en strompelde naar binnen.

Neil kwam achter haar aan en keek verwonderd om zich heen. ‘Wat netjes,’ zei hij toen ze de gordijnen open had getrokken.

‘Pardon?’

‘Het is hier zo netjes, zo opgeruimd,’ zei hij. ‘Verbazend netjes zelfs. Zo was het bij ons nooit.’

‘Als je alleen woont, is het niet moeilijk om alles netjes te houden,’ zei ze.

Neil lachte. ‘Kom op, jij was de grote sloddervos,’ bracht hij haar in herinnering. ‘Ik zocht me soms suf naar sokken of zo.’

‘Alleen maar omdat ik de was niet meteen opruimde,’ reageerde ze.

‘O ja, je stopte alles in de wasmachine,’ zei hij. ‘En dan werd alles blauw of roze omdat je het niet had gesorteerd. En je liet alles dagen over de radiator hangen, zodat het zo stijf werd als een plank.’

‘Ik ben nu eenmaal niet zo huishoudelijk aangelegd.’

‘Jawel, dat ben je wel!’ riep hij uit. ‘Het is hier voorbeeldig!’

Ze grijnsde breed. ‘Ik ruim altijd op voordat ik op reis ga,’ biechtte ze op. ‘Je zou het hier moeten zien zoals het gewoonlijk is.’

‘Gelukkig maar,’ reageerde hij. ‘Ik zou het vervelend vinden als je onherkenbaar zou zijn veranderd. Het was toch al een schok om jou weer te zien.’

‘Hoezo?’

‘Je haar, je kleding, alles!’ riep hij uit. ‘Darcey, je ziet er uit als een zakenvrouw. Ik moet bekennen dat je me de adem benam.’

‘Doe niet zo gek,’ zei ze niet op haar gemak. ‘Zo goed zie ik er nou ook weer niet uit.’

‘Het heeft niets met mooi te maken, maar met een zelfverzekerde houding,’ legde hij uit. ‘Toen ik je die eerste keer zag achter je bureau, toen leek je zo zelfverzekerd…’

‘Ik zat met mijn ogen dicht,’ zei ze.

‘Precies. Je zat met je ogen dicht, maar je zag er niet uit alsof je sliep of zo. Je zag er gewoon zelfverzekerd uit.’

‘Nou, ik ben blij dat ik een goede indruk heb gemaakt,’ zei ze. ‘Want ik was bang dat je een heel verkeerde indruk van me had gekregen.’

‘Je had je geen zorgen hoeven maken,’ stelde hij haar gerust.

‘Nee? Terwijl ons bedrijf net was opgekocht? We vreesden allemaal voor onze baan.’

‘Ik was echt niet van plan je te ontslaan.’

‘Terwijl dat toch heel gemakkelijk zou zijn geweest.’

‘Je zou me voor de rechter hebben gesleept wegens onrechtmatig ontslag,’ zei hij. ‘En we hebben al eens samen voor de rechter gestaan.’

Ze haalde haar schouders op. Eigenlijk hadden ze niet voor de rechter gestaan, de scheiding was vlug en netjes geregeld, ook omdat er geen kinderen waren en ze niets van elkaar hadden geëist.

‘Wil je een kopje koffie?’ vroeg ze om de stilte die was gevallen te verbreken.

Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik ga maar eens naar huis.’

Ze knikte. ‘Dank je wel. Voor alles.’

‘Graag gedaan. En kom niet te gauw weer op je werk. Neem een paar daagjes vrij.’

‘Ik zal morgen naar de dokter gaan,’ beloofde ze. ‘En dan zie ik wel.’

‘Darcey, het is vast niet makkelijk met zo’n enkel,’ zei hij. ‘En op het vliegveld heb je al bijna iemand omver gemept met dat gips.’

‘Ze stond in de weg.’ Ze giechelde. ‘Nou, we wachten maar af wat de dokter gaat zeggen. Ik bel Anna wel. Maar ik hoop echt dat ik die formulieren van al die Singaporezen kan doen. Ik heb grote verwachtingen van ze, vooral van Asia Holdings.’ Ze bloosde bij de gedachte aan Jason White. Als ze was ingegaan op zijn uitnodiging de nacht bij hem door te brengen, was ze daar geweest en zou ze niet van de trap zijn gevallen.

‘Maak je daar geen zorgen over,’ zei Neil, die niet had gezien dat ze bloosde. ‘Alle relevante informatie heb je al per e-mail verstuurd. Ik neem het wel over.’

Ze aarzelde.

‘Ik ga je cliënten niet afpikken,’ merkte hij op. ‘Het is overduidelijk wie ze heeft aangebracht.’

‘Daar zat ik niet mee,’ reageerde ze. ‘Alleen, dat is míjn werk.’

‘Maak je toch niet zo druk. Neem alsjeblieft een paar dagen vrij,’ zei hij. ‘Ook als je niet van de trap was gekukeld, was het een vermoeiende reis.’

‘Eh… Ja.’

‘Nou dan. Zeg, ik ga.’ Hij pakte zijn koffer op. ‘Ik zie je wel weer op het werk.’

‘Ja,’ zei ze. ‘Tot dan.’

Het appartement leek heel stil toen hij weg was. Ze sleepte haar koffer de slaapkamer in en zette hem open. Toen ze de paarse schoenen zag, besefte ze dat ze haar ene voet er nooit in zou kunnen krijgen. Geen supermooie schoenen voor de bruiloft, dus. Ze zou boffen als ze in gympen paste. Maar op gympen wilde ze absoluut niet naar de bruiloft. Misschien moest ze toch maar afzeggen, dat zou een hele opluchting zijn.

Nou ja, het had geen zin daar op dit moment over na te denken. En ze was te moe om uit te pakken. Dus deed ze de koffer weer dicht en schoof hem onder het bed. Uitpakken kon wel wachten. De was doen kon ook wachten. Ze ging een kopje thee drinken, en daarna kon ze eindelijk in haar eigen bed slapen.