31

Federaal kantorencentrum, Crystal City, 

Virginia Vrijdag, 12.08 uur

In Adam Lentz' kale ambtenarenkantoor ging de telefoon en hij nam direct op. Heel weinig mensen kenden zijn nummer, en het moest dus belangrijk zijn, hoewel het hem stoorde in zijn aandachtige studie van allerlei land- en stafkaarten van de wildernis in Oregon. 'Hallo,' zei hij neutraal.

Al jaren geleden had hij zich aangewend om nooit op te nemen met 'Adam Lentz'. Bij het werk dat hij deed, had het geen enkele zin om te zeggen wie hij was. Hij handelde onopvallend alle paperassen af, bereid­de onofficiële financieringen voor en leidde met één pennenstreek aller­lei middelen- en geldstromen om. Hij archiveerde de betrokken formu­lieren op een afdeling die op geen enkel organigram voorkwam. Hij werkte het meest efficiënt als alles onopvallend en anoniem verliep. Lentz hoorde de stem aan de andere kant van de lijn en kreeg het plot­seling koud. 'Jawel, meneer,' antwoordde hij. 'Ik was net bezig aan een voortgangsrapportage aan u.'

Inderdaad had hij zijn lopende onderzoek zorgvuldig in kaart gebracht en een lijst gemaakt van alle inspanningen die hij verricht had. Beroepsjagers en -onderzoekers kamden nu de beboste bergstreek van West-Oregon uit.

'Ik heb zelfs,' zei Lentz, 'mijn koffer al gepakt en mijn ticket geregeld. Over een uur vlieg ik naar Portland. Ik ga daar de mobiele tactische

commando centrale leiden. Ik wil ter plaatse zijn om persoonlijk toezicht te houden.'

Hij luisterde naar de stem, waarin geen ongenoegen, geen minachting, alleen een heel zwakke vleug sarcasme doorklonk. Toch voelde hij zich geïntimideerd en zelfs bang als hij de man aan de lijn had, en tegen­woordig maakten nog maar heel weinig dingen hem nerveus. Maar de man wilde geen formeel rapport. Ditmaal niet. Blijkbaar had hij zelfs liever zo weinig mogelijk op papier, en dus gaf Lentz hem een mon­delinge samenvatting van wat hij gedaan had om de laatste resten nano­technologie in Patrice Kennessy, haar zoon en hun huisdier op te spo­ren.

Lentz keek naar zijn topografische kaarten. Met vlakke stem meldde hij waarop de zes teams hun onderzoek geconcentreerd hadden. Hij somde het ene na het andere op en bedwong de neiging om zijn inspanningen extravagant of indrukwekkend te laten klinken. Een indruk van be­kwaamheid was genoeg.

Maar uiteindelijk klonk toch lichte kritiek aan de andere kant van de lijn. 'Wij hadden gedacht dat alle ongecontroleerde monsters van Kennessy's nanomachientjes vernietigd waren. Dat staat letterlijk in uw vorige rapporten. Voor ons was dat een belangrijk doel, en het stelt me teleur dat het niet bereikt is.'

Lentz slikte. Het kostte hem al zijn zelfbeheersing en alle bekwaamheid die hij in zijn carrière had opgebouwd, om zijn nervositeit niet te ver­raden. 'Na de brand bij DyMar dachten we dat onze inspanningen succes hadden gehad. We hebben er sterilisatieploegen naartoe gestuurd om alle niet verbrande dossiers op te halen. We vonden de brandvrije kluis en de videoband, maar meer niet.'

'Ja,' zei de man aan de andere kant van de lijn, 'maar gezien de toe­stand van de dode nachtwaker en diverse andere lijken moeten we aan­nemen dat een deel van de nanomachientjes ontsnapt is.' 'We krijgen ze wel, meneer,' zei Lentz. 'We doen ons uiterste best om de vluchtelingen op te sporen. Als onze taak volbracht is, dan verzeker ik u dat er geen monsters meer zijn.'

'Dit is geen voorstel,' zei de man, 'maar de manier waarop het moet gaan.' 'Dat begrijp ik, meneer,' antwoordde Lentz. 'Ik heb het bereik van het onderzoek versmald en concentreer me op een klein gebied in de bergen van Oregon.'

Al pratend rolde hij de kaarten op, vouwde de andere documenten op en legde alles in zijn koffertje. Hij keek op zijn horloge. Zijn vliegtuig ver­trok al bijna. Hij had alleen handbagage zonder nadere aanduiding bij zich en met zijn papieren hoefde hij geen normaal kaartje te kopen. Lentz kon profiteren van een van de stoelen die de luchtvaartmaat­schappijen op alle vluchten leeg moesten houden voor belangrijke amb­tenaren of militairen. Met zijn pasjes kon hij gaan en staan waar hij wilde zonder dat er schriftelijke bewijzen van zijn reisplannen of be­wegingen waren. In zijn vak was dat een eerste vereiste. Toen verbaasde de man aan de andere kant van de lijn hem met het aan­bod van meer mankracht. Grote ploegen van uitmuntend opgeleide men­sen, specialisten van wie de overheid het bestaan niet eens erkende... allemaal stonden ze Lentz ter beschikking en allemaal waren ze al op weg naar de kust van Oregon.

Lentz slikte nog een keer. Meer dan enig ander commentaar van de man maakte dit aanbod duidelijk hoe vitaal belangrijk de zaak was. Het dossier-Kennessy diende gesloten te worden.

'Nog één ding,' zei de man aan de andere kant van de lijn. 'Ik heb dit al eens eerder gezegd, maar herhaal het graag nog eens. U zou er goed aan doen om een oogje op agent Mulder te houden. Zorg dat een deel van uw team de taak krijgt om hem overal en bij alles wat hij doet, te scha­duwen. Luister al zijn gesprekken af. Ik heb u meer mankracht gegeven dan u waarschijnlijk nodig hebt, maar agent Mulder heeft er een handje van om... dicht bij het vuur te zitten. Als u bij hem in de buurt blijft, brengt hij u waarschijnlijk precies waar u zijn wilt.' 'Dank u, meneer,' zei Lentz met een blik op zijn horloge. 'Ik moet nu naar het vliegveld. Ik blijf contact houden, maar eerst moet ik mijn vliegtuig halen.'

'En een taak volbrengen,' zei de man zonder enige emotie. 'Het publiek zal het nooit beseffen, maar de wereld zoals wij die kennen, rekent erop dat u slaagt.'