22

Devil's Churn, kust van Oregon 

Vrijdag, 10.13 uur

De oceaan beukte op de zwarte kliffen met het holle, dreunende geluid van rotsblokken die van heel hoog omlaag worden gesmeten. Het was hier schilderachtig maar koud, en de wind joeg kil, zilt en nat in Scully's gezicht.

'Dit is de Devil's Churn,' had Mulder gezegd, hoewel Scully natuurlijk ook zelf het bord kon lezen waarvan de staat Oregon zijn pittoreske plekjes voorzag.

De golven beneden kolkten melkwit schuimend naar een holte in de rots. Hier waren zeegrotten ingestort zodat een soort valpijp was ont­staan: als de golven de smalle kop van de doorgang bereikten, werd de kracht van het water geconcentreerd in een dramatische toren en schoot het als water uit een kanon tot aan de toppen van de rotsen de lucht in. Wie niet oppaste, raakte doorweekt.

Volgens de borden waren hier al tientallen mensen omgekomen. Nietsvermoedende toeristen klommen naar de monding van de Churn omlaag en stonden dan op de verkeerde plek als een onverwachte water­geiser plotseling opspoot. Hun lichamen werden tegen de algengladde rotsblokken geslagen of meegetrokken naar zee.

Er stonden nog meer stationcars, busjes en huurauto's geparkeerd. Gezinnen van binnen en buiten de deelstaat kwamen hier van het uit­zicht genieten. Zeemeeuwen krijsten hinderlijk boven hun hoofd.

Een oud, gedeukt busje was tot kiosk omgebouwd en stond open. De aluminium luiken ratelden in de wind. Een grijnzende man met een golf- pet op verkocht er opgewarmde hotdogs, koffie van dubieuze kwaliteit, zakken chips en blikjes frisdrank. Aan de overkant van het parkeerter­rein stond een vrouw met vlechten gehuld in een met dons gevoerd jagersvest; ze bekeek haar handgemaakte kleden, die energiek hingen te klapperen aan een waslijn.

Scully bedwong haar hoofdpijn. Ze haalde diep adem in de koele, zilte wind en deed haar jas dicht om warm te blijven. Mulder liep meteen naar de rand van het klif, keek gretig omlaag en wachtte tot het water ging spuiten. Scully haalde haar mobiele telefoon voor de dag en was blij te zien dat het signaal hier eindelijk sterk genoeg was. Ze koos het num­mer van de lijkschouwer in Portland.

'Juist, agent Scully,' zei Frank Quinton. 'Ik probeer u al de hele ochtend te bellen. Er is hier in het ziekenhuis enige opschudding geweest.' 'Hebt u al resultaten?' vroeg ze. Toen ze het plaatje met het verontrei­nigde hondenbloed bij de dierenarts had gezien, had ze de forensische arts gevraagd om eens een blik te werpen op zijn eigen monster van het slijm dat ze uit Vernon Ruckmans lichaam had gehaald. Mulder, die tegen de gammel uitziende reling leunde, stond plotseling rechtop toen een sliert koud sproeiwater de lucht in schoot, een bocht beschreef naar de rots en toen weer de zee in regende. Met een brede glimlach draaide hij zich naar Scully om.

'We maken hier steeds raardere dingen mee, agent Scully,' zei Quinton door de telefoon. Ze gebaarde dat Mulder moest terugkomen, hield de telefoon zo dicht mogelijk tegen haar oor en concentreerde zich op de door ruis misvormde woorden van de lijkschouwer. 'Met het lijk van het slachtoffer in de koeling is iets vreemds gebeurd. Midden in de nacht meldde onze assistent dat hij geluiden hoorde. In de verzegelde la bewoog iets. En die is sinds uw vertrek verzegeld geweest.' 'Dat kan niet,' zei Scully. 'Die man kan niet meer leven. Zelfs niet als hij door die ziekte in een coma was geraakt. Ik heb een autopsie op hem uitgevoerd.'

'Hoe dan ook, volgens Edmund was het niet de nachtwaker. Hij houdt zelfs vol dat het geen mens was maar een soort levende, monsterlijke woekering in de koelinstallatie. Hij wist de deur weer dicht te krijgen en heeft de temperatuur laag gezet.' 'Kan hij een streek hebben uitgehaald?'

'Dat denk ik niet,' zei de lijkschouwer. 'Ik ken Edmund, en hij is niet erg frivool. Hij is wel eens hinderlijk, maar zo'n soort verhaal zou hij nooit verzinnen.'

'Toch kan ik het moeilijk geloven,' zei Scully.

'Dat kan ik me voorstellen,' antwoordde Quinton. 'Nog voordat ik kon komen kijken, waren er al een paar heren van het Centrum voor Epidemiebestrijding. Ze hebben het lijk en de la in beslag genomen en alles gesteriliseerd.'

'Van het Centrum?' vroeg Scully ongelovig. Ze had vaak met hen samen­gewerkt en kende hen als voortreffelijke vakmensen. Dit klonk naar heel iets anders, naar heel iemand anders. 'We hebben het Centrum om in­lichtingen en advies gevraagd. We hebben een slijmmonster gestuurd...' 'Dat weet ik, en we hebben geen officieel rapport gekregen. Ik heb dat nagegaan, en nu zeggen ze dat ze het monster kwijt zijn. Die mannen stonden echt te popelen om het lijk van de nachtwaker te laten verdwij­nen. Elk spoor ervan. En waarom zouden ze zo snel in actie komen als Edmund zich alleen maar dingen verbeeldde?'

Mulder kwam in looppas naar haar toe en veegde zijn vochtige haar naar achteren, hoewel de wind het alle kanten op bleef waaien. Hij keek haar aan en trok zijn wenkbrauwen op. Ze beantwoordde zijn blik en zei in de telefoon: 'Maar wat hebt u gevonden toen u uw eigen monster van de substantie bekeek? Hebt u uw analyse al klaar?'

De lijkschouwer wachtte even met zijn antwoord. Scully hoorde witte ruis, geklik en een kwelend achtergrondgeluid op de lijn. Kennelijk zaten ze aan de rand van het gebied waar ontvangst mogelijk was. 'Het is een soort plaag,' zei Quinton. 'Kleine puntjes, maar anders dan ik ooit eerder gezien heb. Het monster zit er stampvol mee. Ook bij de hoogste vergroting lijken ze in niets op de micro-organismen die ik ken. Hoekige doosjes, geometrische kubussen... Ze lijken wel mechanisch.' Scully kreeg het koud. Ze hoorde de lijkschouwer praten en haar hoofd bonsde. Ze zou het aan Mulder moeten vertellen, en hij zou wel opge­togen zijn.

'Hebt ú zoiets wel eens gezien, agent Scully? U bent zelf arts.' Scully schraapte haar keel. 'Daar kom ik nog op terug. Ik wil eerst even met mijn partner overleggen en onze indrukken vergelijken. Ik dank u voor uw inlichtingen.' Ze beëindigde het gesprek en keek Mulder aan. Ze

deed beknopt verslag en Mulder twijfelde geen moment meer. Hij leek zelfs bijna tevreden.

'Nanotechnologie,' zei hij. 'Die beestjes zijn op vrije voeten geraakt. Net als in het hondenbloed dat we gezien hebben. Je kunt de samenhang niet ontkennen.'

Scully zette haar handen op haar heupen en liet haar haren wapperen in de wind. 'Mulder, bedoel jij te zeggen dat die besmette hond de nacht­waker van DyMar heeft aangevallen en gedood?' De Devil's Churn achter hen barstte weer dreunend los. Sproeiwater spoot hoog de lucht in. Allerlei kinderen stonden naast hun ouders bij de reling te juichen en te lachen om het spektakel. Niemand besteedde aandacht aan de verkoper in zijn voedselkar of aan de vrouw met de vlechten en haar zelfgemaakte kleden.

'Nee, Scully. Ik bedoel te zeggen dat de hond niet de enige is die met Kennessy's nanotechnologie besmet is geraakt.'