3

Khe Sanh Khoffee Shoppe, Washington DC 

Maandag, 8.44 uur

Ze liep met Mulder het Hoover-gebouw uit maar maakte zich zorgen. Niet alleen over de zaak waarmee hij haar ging opzadelen, maar ook over het koffiehuis waar hij naartoe wilde gaan. Zelfs zijn achteloze aanbod: 'Ik betaal', had haar zeker niet gerustgesteld.

Ze liepen samen langs een metaaldetector de deur uit en de granieten trap af. Op alle hoeken van het grote, doosvormige gebouw bemande geü­niformeerd veiligheidspersoneel van de FBI indrukwekkende wachtposten. Mulder en Scully passeerden de rij toeristen die nu al op de eerste rond­leiding door de FBI van die dag stond te wachten. De meeste voetgangers droegen de formele kleding die kenmerkend was voor overheidskringen in Washington DC, maar hun veelzeggende blikken maakten Scully dui­delijk dat ze als federale agenten herkend werden. Kennelijk zagen ze dat aan hun loop of hun kleding. Mulder zou schertsend gezegd hebben dat het hun 'aura' was.

Om hen heen stonden andere hoge, fraaie en majestueuze overheids­gebouwen - in het centrum van Washington concurreerde de architec­tuur met zichzelf. De bovenverdiepingen van veel van die gebouwen huisvestten consultancybedrijven, advocatenkantoren en machtige lob­byorganisaties. De begane grond werd in beslag genomen door cafés, delicatessenwinkels en krantenkiosken.

Mulder hield de glazen deur van de Khe Sanh Khoffee Shoppe voor haar open. 'Mulder, waarom gaan we hier zo vaak naartoe?' vroeg ze met een blik op de schaarse clientèle binnen. Veel gezinnen van Koreaanse immi­granten hadden in het federale district soortgelijke horecabedrijven ge­vestigd. Meestal waren dat verrukkelijke cafetaria's, koffiehuizen en restaurants. Maar de eigenaars van de Khe Sanh Khoffee Shoppe imiteer­den uit alle macht de Amerikaanse keuken - en de resultaten waren de­sastreus.

'Ik hou van deze tent,' zei Mulder schouderophalend. 'De koffie zit altijd in van die lekkere grote plastic bekers en staat altijd al uren te trekken.' Scully deed er het zwijgen toe en liep naar binnen. Volgens haar hadden ze wel iets belangrijkers te doen dan redetwisten... Mulder koos altijd graag de onwaarschijnlijkste gelegenheden om te gaan eten. De dagschotels waren met de hand geschreven op een wit schoolbord op een ezel, naast een grote, stoffige zijden plant. Een koelkast vol flessen water en frisdranken stond naast de kassa. Een groot deel van het inte­rieur werd in beslag genomen door stoombakken, want als lunch ser­veerden de eigenaars een goedkoop - en goedkoop smakend - buffet van allerlei veramerikaanste oosterse gerechten.

Mulder legde zijn koffertje op een van de lege tafels en repte zich naar de rij voor de kassa en de koffie, terwijl Scully ging zitten. 'Zal ik iets voor je meenemen, Scully?' riep hij. 'Alleen koffie, Mulder,' zei ze tegen beter weten in. Hij trok zijn wenkbrauwen op. 'Ze hebben een heerlijk ontbijt van ge­bakken ei met gebakken aardappelen en vlees.'

'Alleen koffie,' herhaalde ze. Het vooruitzicht op zure koffie gaf haar al een misselijk gevoel. 'Ik ontbijt nooit zo uitgebreid.' Scully was vanwege haar ziekte naar allerlei specialisten gegaan, maar ze wilde geen al te radicale kuren en niets dat haar werk hinderde. Dat was het allerbelangrijkste. Ze was immers zelf arts en begreep heel goed dat tegen haar kanker weinig te doen was. Geen operaties. Geen kuren. Mulder kwam met twee grote plastic bekers terug. Nog voordat hij ze op tafel zette, rook Scully de bittere geur, maar ze pakte haar beker met twee handen vast en genoot van de warmte tegen haar vingertoppen. Mulder kwam terzake en maakte zijn koffertje open. 'Deze zaak vind je vast interessant.' Hij haalde er een envelop van manillapapier uit. 'Portland, Oregon,' zei hij. 'Dit is DyMar Laboratories, waar ze met geld van de federale overheid kankeronderzoek doen.'

Hij keek haar aan en ze beantwoordde zijn blik met plotselinge belang­stelling. Hij gaf haar een glimmende folder waarin een fraai, modern laboratorium werd aangeprezen: een geraamte van glas en staal, in­gevuld met mooie houten plafonds, houten steunbalken en hardhouten vloeren. De recepties waren met gulle hand van goudkleurig hout en potplanten voorzien, en het laboratoriumgedeelte was schoon, wit en steriel.

'Mooi gebouw,' zei Scully toen ze de folder weer opvouwde. 'Ik heb er nooit van gehoord.'

'DyMar probeerde uit de schijnwerpers te blijven,' zei Mulder. 'Tot voor kort althans.'

'Wat is er dan gebeurd?' vroeg Scully terwijl ze de folder weer op tafel legde.

Mulder haalde het volgende uit zijn koffertje: een glanzende zwart-wit- foto van hetzelfde gebouw, ditmaal verwoest, door brand verteerd en door een harmonicahek omgeven - een verlaten oorlogsgebied. 'Waarschijnlijk sabotage en brandstichting,' zei Mulder. 'Het onderzoek is nog gaande. Het is anderhalve week geleden gebeurd. Een krant uit Portland kreeg een brief van de actiegroep Bevrijding Nu. Die eiste de ver­antwoordelijkheid voor de vernieling op, maar niemand had er ooit van gehoord. Het zijn, naar het schijnt, dierenbeschermers die kwaad zijn vanwege een onderzoek dat het hoofd research, dr. David Kennessy, deed.' 'En toen staken ze het gebouw in brand?'

'Ze hebben het eigenlijk eerst opgeblazen en toen laten uitbranden.' 'Een nogal harde maatregel. Die groepen zijn meestal al tevreden als ze hun standpunt kunnen uitdragen en wat publiciteit trekken.' Scully staarde naar de geblakerde ruïnes. 'Wat onderzocht Kennessy en waarom werd die groep daar zo kwaad om?'

'De informatie daarover is heel vaag,' zei Mulder met gefronste wenk­brauwen. 'Het had iets te maken met herstelmechanismen in de cellen - iets werkelijk grensverleggends. In een van zijn eerste memo's en voor­stellen heeft hij het over "nanotechnologie", maar alle latere documen­ten zijn uit de dossiers gehaald. Voorzover ik weet, zijn dat soort obscu­re technieken nooit eerder bij kankeronderzoek gebruikt.' Scully fronste haar wenkbrauwen. 'Nanotechnologie... Is dat niet het ge­bruik van zwermen microscopisch kleine, zichzelf duplicerende apparaatjes die geprogrammeerd kunnen worden om alles te doen wat je wilt? Net wetenschappelijke goochelarij. Ik had de indruk dat de meeste mensen het nogal vergezocht vonden, muziek voor in de heel verre toe­komst.'

Mulder nam een slok koffie. 'Hoe dan ook, sommige demonstranten von­den het blijkbaar onprettig dat Kennessy zo diep in de cellen aan het wroe­ten was. Anderen waren kwaad om een paar kennelijk gewelddadige en verboden dierproeven die Kennessy had gedaan. Ik weet geen details, maar vermoed dat onze brave arts de Conventie van Génève een beetje aan zijn laars heeft gelapt.' Mulder haalde zijn schouders op. 'De meeste dos­siers zijn verbrand of vernietigd, en concrete informatie is niet te krijgen.' 'Is iemand bij de brand gewond geraakt?' vroeg Scully. 'Kennessy en zijn onderzoeksassistent Jeremy Dorman zijn bij de brand omgekomen. Vergeet niet dat het laboratorium niet alleen uitbrandde maar ook ontplofte. Er moet een soort bommen zijn geplant. Het was die groep dodelijke ernst, Scully.'

Scully bekeek de glimmende foto van het uitgebrande laboratorium met opeengeklemde kaken en gaf hem aan Mulder terug. Aan andere tafels zaten mannen in nette pakken met hun hoofden dicht tegen elkaar. Ze voerden hun eigen gesprekken en niemand lette erop of iemand meeluisterde. Aan een van de tafels praatte een groep mannen van de nasa over voorstellen tot wijziging van een interplanetaire sonde, terwijl andere mannen aan een andere tafel op gedempte toon bespra­ken hoe ze het meest op de begroting voor het ruimteonderzoek konden beknibbelen.

Scully wijdde haar aandacht weer aan Mulder. 'Hebben ze vooraf voor dit hardhandige protest gewaarschuwd?' vroeg ze. 'Extreme maatregelen zoals deze zijn meestal een kwestie van escalatie.' 'Kennessy was kennelijk al eerder bedreigd,' zei Mulder, 'maar deze groep kwam als een donderslag bij heldere hemel en had direct een enorme aanhang. Voorafgaand aan het DyMar-incident heb ik geen en­kele verwijzing gevonden naar een organisatie die Bevrijding Nu heet, althans niet totdat de Portland Oregonian die brief kreeg waarin de ver­antwoordelijkheid werd opgeëist. En het Bureau is diep wantrouwig.' 'Waarom is Kennessy ondanks die dreigementen blijven doorwerken?' Scully pakte de eerste folder in kleur weer op, maakte hem open en las snel de gebruikelijke propagandafrases door: 'Nieuwe doorbraken in het kankeronderzoek', 'opmerkelijke behandelingsalternatieven' en 'genezing ligt binnen handbereik'. Ze haalde diep adem. Oncologen kwa­men al sinds de jaren vijftig met dit soort ronkende uitspraken. Mulder haalde een andere foto te voorschijn met een elf- of twaalfjarige jongen erop. Hij glimlachte naar de camera, maar was broodmager en zichtbaar zwak. Zijn gezicht was ingevallen, zijn huid was papiergrijs en een groot deel van zijn haar was weg.

'Kennessy had een goede reden. Dit is zijn twaalfjarige zoontje Jody. Hij lijdt aan een dodelijke soort kanker, namelijk acute lymfoblastische leu­kemie. Kennessy hoopte vurig een behandeling te vinden en was zeker niet van plan zijn werk door een paar demonstranten te laten onderbre­ken. Nog geen minuut.'

Scully was gespannen als een veer. 'De demonstranten hebben hem ge­dood en het onderzoek daarmee definitief onderbroken. Dit centrum werd uit federale middelen betaald; wil je de zaak onderzoeken op basis van vernieling van federaal eigendom?'

Mulder trok zijn wenkbrauwen op en boog zich verder over de tafel. 'Er zit meer aan vast, Scully.'

Ze legde haar kin in haar handen. 'Ik dacht ook niet dat een kwestie van simpele brandstichting en vernieling van eigendommen jouw belangstel­ling zou wekken.'

Nu haalde Mulder de laatste foto uit zijn map. Een man in een be­wakersuniform lag wijdbeens in de uitgebrande ruïnes. Zijn gezicht was tot een gekweld masker vertrokken, zijn huid was gevlekt en gezwollen en zat vol ronde bulten, en zijn armen en benen lagen in vreemde hoe­ken alsof hij een spin was die met een insecticide was gedood. 'Deze man is gisteravond in de ruïnes van het verbrande laboratorium aangetroffen,' zei Mulder. 'Hij is kennelijk overleden aan een snel­werkende, uiterst besmettelijke ziekte. Niemand weet nog precies wat het is.'

Scully pakte de foto en bekeek hem aandachtig. Mulder wachtte tot ze alle gruwelijke details tot zich had laten doordringen. 'Wat kan de ver­klaring zijn?' vroeg ze. 'Het zijn... verbijsterende symptomen.' 'Misschien is het iets uit Kennessy's onderzoek,' zei Mulder. 'We weten niet precies wat de brandstichters gedaan hebben voordat ze het labora­torium vernietigden. Misschien hebben ze proefdieren bevrijd, misschien is er iets levensgevaarlijks op de loop gegaan. Een besmettelijke kanker.' Mulder nam nog een slok koffie en pakte toen weer de papieren uit zijn map.

Scully maakte geen geheim van haar scepsis. 'Mulder, kanker is niet be­smettelijk. Het is geen griep.'

'Moet je die tumoren zien. Toen hij een paar uur eerder op zijn werk kwam, was hij naar het schijnt normaal gezond. Ik denk dat iets de brand in het laboratorium overleefd heeft en dat die nachtwaker daar toevallig over gestruikeld is.'

Scully fronste bezorgd haar wenkbrauwen. 'Als dit de verschijnselen van een besmettelijke ziekte zijn...'

'Het lijk van de man ligt in quarantaine en het Centrum voor Epidemie- bestrijding is gewaarschuwd. Maar ik dacht dat je misschien wel met me mee wilde om een kijkje te nemen. Misschien vinden we wel een paar details die bij jou een belletje laten rinkelen.'

Scully nam haar eerste slok koffie, die inderdaad even afschuwelijk smaakte als ze gevreesd had. 'Natuurlijk, Mulder,' zei ze terwijl ze op­stond. Ze overhandigde Mulder weer de kleurige folder met de optimisti­sche voorspelling van een middel tegen kanker 'binnen handbereik'. Kennessy had kennelijk radicale en onorthodoxe proeven met laboratoriumdieren gedaan. Iemand was aan een geheimzinnige ziekte gestor­ven, en het was denkbaar dat sommige dieren na de gewelddadige ver­woesting van het laboratorium ontsnapt waren. Ze konden de dragers van iets dodelijks zijn.

'Ik ben heel zeker geïnteresseerd, Mulder. Laten we maar eens een kijkje nemen.'