25

Dormans vakantiehuisje, Kustgebergte, Oregon 

Vrijdag, 12.58 uur

Darth stond buiten het huisje te blaffen. Hij liep over de veranda heen en weer en uitte een lage grom in zijn keel.

Patrice verstijfde en liep snel naar de vitrages. Ze kreeg een droge mond. Ze had Darth al vijftien jaar in huis en wist dat de hond ditmaal niet speels naar een eekhoorn blafte.

Darth blafte waarschuwend. Ze had zoiets al verwacht. Gevreesd. De bomen rond het dal buiten stonden hoog, duister en claustrofobisch op de beschermende heuvels om hen heen. De grove stammen leken ge­luidloos te zijn opgerukt als een meedogenloos leger... als de menigte die, in haar fantasie, DyMar had omsingeld.

Het gras en onkruid op de open plek ritselden, zwaar beladen met regen van een net overgewaaide stortbui, in een zwakke wind. Ze had deze weide ooit prachtig gevonden - een volmaakt decor voor een huisje in de wildernis. Schitterend, had Dorman gezegd, en ze had zijn enthou­siasme gedeeld.

Maar nu gaf deze grote open plek haar een onbeschut, kwetsbaar gevoel. Darth blafte opnieuw en liep naar de rand van de veranda. Zijn snuit wees naar het pad dat in het bos verdween, en zijn neusgaten trilden. 'Wat is er, mama?' vroeg Jody. Aan zijn vertrokken gezicht zag ze dat hij even bang was als zij. In de afgelopen week had ze hem goed geïnstrueerd. 'Er komt iemand aan,' zei ze.

Zich dapperder voordoend dan ze was, doofde ze de lampen in het huis­je, liet de gordijnen dichtvallen, deed de deur open en ging op de veran­da op wacht staan. Darth keek achterom maar wijdde toen weer zijn aandacht aan het pad.

Jody kwam naast haar staan en probeerde iets te zien, maar ze duwde hem naar binnen. 'Mama!' zei hij verontwaardigd, maar ze stak een waarschuwende vinger op en keek hem koppig aan. Hij liep snel terug. Haar beschermende moederinstinct doordrenkte haar als een drug. Tegenover zijn kanker had ze machteloos gestaan. Tegenover de moord op zijn vader door bloeddorstige terroristen had ze machteloos gestaan. Maar ze had actie ondernomen om haar zoon in veiligheid te brengen, en tot dusver had ze hem in leven gehouden. Patrice Kennessy was niet van plan daar nu mee op te houden.

Tussen de bomen kwam iemand te voet over het lange pad tussen de donkere dennen - kennelijk op weg naar het huisje. Patrice had geen tijd om weg te rennen.

Ze had Jody naar deze wildernis gebracht, omdat de kuststreek bekend stond om zijn survivors, religieuze sektes, fundamentalisten en isolationisten - allemaal mensen die met rust gelaten wilden worden. Davids eigen broer had zich bij zo'n groep aangesloten, maar bij hem durfde ze niet aan te kloppen. De mensen die het op hen gemunt hadden, zouden dat verwachten. Ze moest juist het onverwachte doen. Plotseling herinnerde ze zich de laatste keer dat ze naar de kruidenier was gegaan. Ze had toen de voorpagina van een weekblad uit Oregon ge­zien met een foto van de afgezette en uitgebrande ruïnes van DyMar. Ze had haar boodschappen geschokt laten vallen en was bij de tv-gidsen, de reepjes gedroogd rundvlees en de gevulde chocolade weggelopen. De oude vrouw met het angstaanjagend rode haar had haar door haar smeri­ge bril aangekeken. Niemand, hield Patrice tegenover zichzelf vol, zou dat een raar voorval hebben gevonden, zou aandacht schenken aan een alleen reizende moeder met haar twaalfjarige zoon, zou alle details met elkaar in verband brengen.

Maar die winkelmevrouw had haar wel érg aandachtig bekeken... 'Wie is het, mama?' vroeg Jody overdreven fluisterend bij de gedoofde haard. 'Zie je iets?' Patrice was blij dat ze die ochtend geen vuur had ge­maakt, want de veelzeggende pluim grijswitte rook zou nog meer aan­dacht hebben getrokken.

'Jody, blijf daar. Ga naar de achterdeur en hou je klaar om weg te ren­nen. Verstop je desnoods in het bos.'

Hij knipperde geschrokken met zijn ogen. 'Maar ik kan je hier toch niet alleen laten, mama!'

'Ik zal voor afleiding zorgen, dan krijg je een voorsprong. Als ze geen kwaad in de zin hebben, hoef je ook niet bang te zijn.' Haar gezicht werd hard als steen en Jody bloosde toen hij begreep wat ze bedoelde. 'Vergeet nooit: als ze mij doden, nemen ze honderd procent zeker ook jou te grazen.'

Hij glimlachte flets. 'Wees maar blij dat ik naar mijn moeder luister.' Ze zei plagerig: 'Wees jij ook maar blij dat je naar je moeder luistert, joh.' Ze draaide zich weer om naar de deur en kneep haar ogen tot spleetjes dicht. 'En zorg nu dat niemand je ziet.'

Patrice vouwde met een grimmige blik haar armen voor haar borst en

wachtte op de veranda de naderende onbekende op.

Het was een breedgeschouderde man die vreemd liep. Alsof hij gewond

was, alsof hij met open blikken afgewerkte olie door een autowasserette

was gelopen. Hij liep wankelend naar het huisje maar hield zijn pas in

toen hij haar op de veranda zag staan.

Darth gromde.

Zelfs op deze afstand zag Patrice hoe hij zijn donkere ogen op haar

richtte en haar aankeek. Hij was veranderd. Zijn gezicht leek in zekere

zin misvormd. Maar ze herkende hem.

'Jeremy,' zei ze. Ze ademde koude lucht in. 'Jeremy Dorman!'

'Patrice!' riep hij hees. Toen kwam hij sneller en met iets dreigends in

zijn houding op haar af.

Bij onbemande automaten op donkere straathoeken had ze kranten ge­kocht, en ze had gelezen dat ook de assistent van haar man bij de brand was omgekomen, vermoord door de mensen die wilden verhinderen dat Davids onderzoek bij het publiek bekend werd.

Jeremy was kennelijk ontsnapt. Heel even hoopte ze dat ook David het overleefd had, maar ze kon die gedachte niet vasthouden en voelde die door haar mentale vingers glippen. Ze had wel duizend vragen, maar op de allereerste plaats was ze blij een vriend te zien, iemand in dezelfde benarde situatie als zijzelf... Maar er was iets volkomen verkeerd aan Jeremy's aanwezigheid hier. Hij had geweten dat hij haar en Jody in zijn huisje zou vinden. 'Patrice! Help me alsjeblieft.'

Ze bleef doodstil staan. Ook daarna kon ze alleen maar een stap naar voren zetten en de natte, bemoste leuning pakken.

De zwarte labrador bleef grommen.

Dorman wankelde tot op drie meter van de veranda en bleef in het gras staan. Hij verliet het bospad en liep over het vertrapte spoor naar het huisje.

'Patrice,' zei hij. 'Ik heb heel veel uit te leggen, maar ik heb niet veel tijd. Ik ben wanhopig.' Hij slikte... en zijn keel bleef veel langer op en neer gaan dan nodig was.

De zwaargebouwde man zag er heel ziek uit en kon zich nauwelijks be­wegen. Alsof hij honderd ziektes tegelijk had. Zijn huid had iets raars, vochtigs - niet alleen van de mist. Het was iets glibberigs. Net slijm. 'Wat is er met je gebeurd, Jeremy?' In een automatisch geruststellend gebaar stak ze haar hand uit om de zwarte labrador te strelen. 'Je ziet er vreselijk uit.'

'Waar is Jody?' vroeg Dorman, die haar vraag negeerde en langs haar heen keek om door de gordijnen of de half geopende deur iets te kunnen zien. 'Hé, Jody! Kom 's hier! Ik ben het, Jeremy!' Jody had hem altijd als een vriend van zijn vader en een surrogaatoom beschouwd. Ze deden samen computerspelletjes, want Jeremy was zo ongeveer de enige volwassene die met Nintendo 64 evenveel trucs kende als Jody. Ze wisselden tips en technieken uit voor Wave Race, Mortal Kombat Trilogy en Shadows of the Empire.

'Blijf daar!' riep Patrice achterom tegen Jody. Toen richtte ze haar blik weer op Jeremy. 'Eerst moet je een paar vragen beantwoorden, Jeremy.' Dorman verstrakte en keek naar Darth, die zijn zwarte lippen naar ach­teren trok en zijn tanden liet zien. Zijn lage grom klonk alsof er een ket­tingzaag in de hondenkeel zat.

'Ik moet Jody zien, Patrice.' Zijn gezichtshuid verschoof. Hij kromp ineen en dwong zijn huid op de een of andere manier weer op zijn plaats. 'Ik heb hem nodig.'

'Hoe heb je de brand bij DyMar overleefd?' vroeg ze. 'We dachten dat je dood was.'

'Ik had daar ook moeten sterven,' zei Dorman onheilspellend. 'Hoezo had je daar móeten sterven? Bij zijn laatste telefoongesprek met mij zei David dat de demonstratie bij DyMar een afleidingsmanoeuvre was.' Dormans donkere, half geloken ogen keken haar strak aan. 'Ik ben ver­raden, net als David.' Hij kwam twee stappen dichterbij. 'Bedoel je dat de meeste demonstranten eigenlijk ingehuurde comman­do's waren plus een paar op sleeptouw genomen sufferds uit plaatselijke actiegroepen?' Na alles wat ze had meegemaakt, begon Patrice zo onge­veer alles geloofwaardig te vinden.

Dorman knikte. 'Ze hadden opdracht om alles, elk archiefstuk, van ons onderzoek te vernietigen. Er mocht alleen as overblijven.' Patrice liet hem nog steeds niet dichterbij komen. 'Volgens David kwam de samenzwering van veel dieper in de overheid dan hij gedacht had. Ik geloofde hem niet, totdat ik een keer naar huis sloop en zag dat alles overhoop was gehaald.'

Hij kreeg een laaiende, verminkte blik in zijn donkere ogen. 'Ze hebben het nu ook op jou gemunt, Patrice. We kunnen elkaar helpen. Ik heb al­leen een monster van Jody's bloed nodig.'

Ze deinsde geschokt terug. Dorman deed nog een stap naar voren en stak smekend zijn handen uit. Patrice stond opstandig op de veranda en kon zich niet verroeren. 'Zijn bloed? Wat heb je in vredesnaam...' 'Ik heb geen tijd om het je uit te leggen, Patrice.' Patrice liet zich niet vermurwen. 'Je krijgt mijn zoon pas te zien als je vertelt wat er met David gebeurd is. Waarom heb je hem niet geholpen?' 'Ik wist niet dat ze hem wilden vermoorden! Ze zetten die demonstratie op touw en wilden het laboratorium platbranden, maar daarna zouden ze het werk op een rustiger plek voortzetten.' Zijn gezicht vertrok van woede. 'In het nieuwe laboratorium zou ik het onderzoek leiden, maar ze probeerden ook mij te vermoorden!'

Het duizelde Patrice. 'Wist jij al die tijd dat ze van plan waren om de boel plat te branden? Dan deed je dus aan de samenzwering mee.' 'Nee, dat bedoelde ik helemaal niet! Alles moest onder controle blijven. Ze hebben ook tegen mij gelogen.' 'Jij hebt David laten opofferen, hufter.'

'Patrice, ik moet Jody zien. Zonder hem ga ik dood.' Dorman liep heel snel naar de veranda, maar Patrice zette hem de voet dwars. Op anderhalve meter afstand bleef hij woedend staan. 'Doe dat niet. Je begrijpt het niet.' 'Ik weet dat ik mijn zoon moet beschermen na alles wat hij heeft door­gemaakt.' Ze hield haar gebalde vuisten klaar en was bereid deze man eigenhandig in stukken te scheuren. 'Jody, loop weg en verstop je in het bos!' riep ze door de kier van de deur. '!'

In Dormans borstkas kronkelde iets. Hij boog zich dubbel en legde zijn handen op zijn maag en zijn ribben. Eindelijk kwam hij weer met een glazige en gepijnigde blik overeind. 'Ik kan niet langer wachten, Patrice.' Hij kwam met wankelende stappen dichterbij.

In het huisje viel de achterdeur met een klap dicht. Jody was 'm ge­smeerd en rende rechtstreeks naar het bos. Ze zuchtte van opluchting en was haar zoon dankbaar dat hij geen bezwaren had gemaakt. Hij had haar bevel direct opgevolgd. Hij wist dat dit geen spelletje was. Darth sprong blaffend langs de zijkant van het huisje achter Jody aan. Dorman negeerde Patrice verder en strompelde naar de achterkant. 'Jody! Kom hier!'

Patrice werd laaiend van woede. Ze begreep niet waar het allemaal over ging, maar wel dat Dorman iedereen verraden had en voor deze beproe­ving verantwoordelijk was. Ze was niet van plan om het over haar kant te laten gaan.

Maar toen ze hem riep, negeerde hij haar. Hij wankelde van de veranda naar de zijkant van het huisje en Patrice kon een gefrustreerde uitroep niet bedwingen. 'Laat mijn zoon met rust!'

Dorman draaide zich om en haalde de revolver uit zijn broekzak. Hij pakte hem onvast beet en hield hem voor Patrices ongelovige gezicht. 'Je weet niet wat je doet, Patrice. Je begrijpt volstrekt niet wat er gaan­de is,' zei hij.

Hij beheerste zijn spieren echter nog maar nauwelijks en kon haar niet in het vizier houden. Patrice dacht hoe dan ook niet dat hij zou schie­ten. Niet Jeremy Dorman.

Met de bedoeling om hem neer te slaan en hopelijk te overmeesteren sprong ze over de leuning van de veranda en kwam ze als een stormram op Dorman af. Hij was veel zwaarder dan zij, maar ze kon vechten, trap­pen, schreeuwen. Ze kon hem hinderen en Jody daarmee meer tijd geven om te vluchten.

Toen Dorman haar zag aanvallen, deinsde hij met een blik van afschuw op zijn gezicht terug. 'Nee! Raak me niet aan!'

Toen stortte ze zich op hem, sloeg zijn wapen weg en werkte hem tegen de grond. 'Jody, rennen! Blijf rennen!' schreeuwde ze. Dorman sloeg kronkelend om zich heen en probeerde haar weg te trap­pen. 'Nee, Patrice! Blijf uit de buurt! Blijf bij me uit de buurt!' Graaiend en stompend vocht ze met hem - maar zijn huid was glibberig en slijmerig. Ze voelde onmiddellijk dat er iets mis was. Een fel, elek­trisch geborrel vrat zich een weg door haar huid naar haar zenuwen. Kleurige vonken ontploften voor haar ogen. En toen begonnen de krampen. Jody en de hond renden geluidloos het bos in.