Mamfulness

Laat ik eerlijk zijn. Mamfulness gaat niet over perfectie en ook niet over het moederschap als een gelukzalige toestand. Niets is constant gelukzalig. Ik vind het heerlijk om moeder te zijn, maar tegelijkertijd is het soms ongelooflijk slopend en frustrerend. Het vraagt vaak het uiterste van me.

Mamfulness is ook niet de zoveelste taak op je lijst. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je het te druk hebt voor een spirituele oefening. Je kunt daar gewoon nu mee beginnen. Als je tussen de vuile luiers zit, met moeilijke pubers te maken hebt of probeert een balans te vinden tussen werk en gezin terwijl je het gevoel hebt dat je voor geen van beide tijd hebt, is dit juist een oefening voor jou.

Je kunt niet de hele dag op een meditatiekussen mamfulness zitten beoefenen (alsof je die kans überhaupt zou krijgen!). Mamfulness beoefen je in de loopgraven – terwijl je aan het carpoolen, koken en wachten bent, schreeuwt en kinderfeestjes organiseert. Soms moet je even een moment van eenzaamheid en stilte loswrikken, zodat je naar je hart en je diepste verlangens kunt luisteren. Maar de meeste tijd betekent mamfulness dat je midden in de drukte van je gezinsleven leert mediteren.

Een voorlopige definitie

Wat is mamfulness dus? Laat ik beginnen met een voorlopige definitie en dan kijken naar een paar van de belangrijkste ideeën:

Mamfulness is je spiritueel oefenen in het cultiveren van een bewust en meelevend moederschap.

Mamfulness is mindful

Simpel gezegd betekent mindfulness dat je je bewust bent van alles wat er op het huidige moment gebeurt, zonder daarover een oordeel te vellen. Je neemt waar wat er nu gebeurt, ook in je lichaam en je hoofd. Voel je verveling? Woede? Angst? Vreugde? Vertel je jezelf hoe de dingen wel of niet zouden moeten zijn? Neem het gewoon allemaal waar. Als we mindful zijn, worden we ons bewust van alles wat er is en accepteren dat.

Maar het is minder eenvoudig om ook echt mindful te zijn. Ik weet niet hoe het met jou zit, maar 99 procent van mijn leven heb ik geen idee wat er werkelijk op dit moment gebeurt. Als mama’s hebben we tig gedachten: we maken ons zorgen, we voelen stress, we raken gehecht aan een bepaalde gang van zaken in ons leven. We hollen van de ene naar de andere baan zonder contact te hebben met ons lichaam of te weten wat we nodig hebben. Op veel dagen maken we nauwelijks oogcontact met ons gezin. We leven vaak onbewust, verstrikt in de wereld van onze gedachten, oordelen en verplichtingen. We denken dat dat de realiteit is. En daardoor missen we uiteindelijk zo veel.

Probeer eens een dag of zelfs maar een paar minuten je gedachten af te luisteren. Ik durf te wedden dat je een taperecorder in je hoofd hoort die alles opneemt. Misschien denk je aan iets wat gisteren is gebeurd, of maak je je zorgen over iets wat morgen kan gebeuren. Misschien, zeg je tegen jezelf dat je niet goed, slim of slank genoeg bent, of dat je kind een verwend nest is. Ontspan gewoon en volg het allemaal nieuwsgierig.

In dit boek doen we allerlei oefeningen waarmee we bewuster in het leven leren staan. Alleen zijn die nog maar het begin. Er zijn allerlei andere waardevolle middelen waarmee je een leven van mindfulness kunt ontwikkelen. Ik zou je willen aanraden om er zelf een paar te onderzoeken.

Mamfulness is meelevend

Het woord compassie (medeleven) komt uit het Latijn en betekent ‘lijden met’. Compassie wordt gedefinieerd als een diep bewustzijn van het leed van iemand anders, in combinatie met de wens om dat te verlichten. In het Hebreeuws is meeleven raham, dat afstamt van rehem, wat ‘moederschoot’ betekent. Meelevend zijn, betekent dat je met je baarmoeder met een ander meevoelt, dat je die persoon met liefde omhult, zoals je zou doen met een kind in je baarmoeder.

Met mamfulness cultiveren we medeleven, zowel voor anderen als voor onszelf. We leren beter ons eigen leed te zien – hoe moe we zijn, hoe hard we werken, hoeveel we niet weten. We ontwikkelen het vermogen om onszelf te vergeven, van onszelf te houden en onszelf een beetje te geven wat we nodig hebben. Ons hart gaat open en we sluiten vrede met zelfs de moeilijkste ervaringen in ons leven.

Naarmate we toleranter en meelevender tegenover onszelf worden, kunnen we dat meeleven ook uitbreiden naar onze kinderen. We zien in hoe zij lijden en we leren beter te begrijpen wat erachter zit als ze moeilijk zijn. Door dit bewustzijn is de kans groter dat we niet reactief handelen, maar hun gedrag zo beantwoorden dat ze er wat aan hebben.

Ons medeleven is niet beperkt tot ons gezin; we voelen in onze baarmoeder het leed van zo veel mensen in onze gemeenschap en de wereld. We proberen ons er niet door te laten overweldigen, maar oefenen om het leed beter te bevatten in plaats van het te ontwijken of er gevoelloos voor te worden. Als ons hart opengaat, worden we aangespoord om zinvolle en meelevende actie te ondernemen.

Mamfulness is moederlijk zijn

Als we moeder worden, veranderen we voor altijd. Onze psychische, geestelijke, fysieke en emotionele grenzen verschuiven stuk voor stuk ingrijpend. Elizabeth Stone, nu professor aan de universiteit van Fordham, zei het ooit zo: ‘Het besluit dat je een kind wilt, heb je zo genomen. Maar je bent eeuwig bezig met besluiten dat je je hart buiten je lichaam moet laten rondlopen.’ Het gaat niet meer alleen om ons. Het ‘ik’ is een ‘wij’ geworden, en niets zal ooit nog hetzelfde zijn.’

Moeder zijn gaat niet alleen maar over zoete koek en lieve dingen (voor het geval je dat nog niet wist!). Het archetype van de Moeder is complex. Ons moederschap is koesterend, beschermend en creatief, of krachtig en zonodig destructief. Als we ons trainen in mamfulness, ervaren we hoe we onze manier van moederen afhankelijk van de omstandigheden moeten aanpassen. We leren hoe we een mondige moederhouding kunnen aannemen en een breed scala aan aspecten kunnen ontwikkelen. De dichteres Zelma Brown formuleerde het zo.

Ik heb handen groot genoeg

om de wereld te redden

en klein genoeg

om een kind in slaap te wiegen.

Als we mamfulness beoefenen, zijn we niet alleen moeder van onze kinderen, maar ook van onszelf. Wanneer ik met cliënten in therapie werk (meestal moeders), helpt dat ze veelal een moederlijke en koesterende ouder in zichzelf te vinden. Maar al te vaak is hun innerlijke stem bars en kritisch. Wanneer ze een positieve moederende aanwezigheid in zichzelf ontwikkelen, kunnen ze zichzelf beter kalmeren dan wanneer ze gestrest of bezorgd zijn. Ook voor hun kroost kunnen ze dan als moeder veel meelevender zijn.

Mamfulness gaat over aanwezigheid

Wanneer ik moeders op seminars vraag: ‘Waar snakken jullie naar?’ is antwoord nummer één altijd: ‘Meer tijd!’ Dan doe ik net alsof ik met een toverstokje twaalf extra uren in een dag tover. Na de vreugde over het ronduit duizelingwekkende idee twaalf extra uren te krijgen om te slapen, te sporten of de wasmand te legen, begint de werkelijkheid tot de vrouwen door te dringen. Ze beseffen dat hun agenda morgen al meteen weer vol zou lopen en dat ze na een week zouden klagen dat ze nog steeds te weinig tijd hadden. Die extra uren zouden verbazingwekkend snel verdwenen zijn!

Maar als extra tijd geen magische oplossing is, wat dan wel? Volgens mij is de oorzaak van ons verlangen vooral dat we ons niet echt aanwezig voelen in de tijd die we hebben. Komen we echt opdagen in de beperkte vierentwintig uur van deze dag? Zijn we werkelijk hier? Nu? Zijn we thuis, in de diepste zin van het woord?

Als we aanwezig kunnen zijn, heeft dat grote gevolgen, zowel voor de kwaliteit van ons eigen leven als dat van ons gezin. Door de interactie met onze kinderen vormen we als moeder vrij letterlijk de structuur en werking van hun hersenen. Alleen dat al duidt erop dat mamfulness, waarin we op een volledig aanwezige manier een connectie met onszelf en onze kinderen proberen te krijgen, implicaties heeft voor de lange termijn.

Mamfulness vraagt om cultivering

Cultiveren is een term uit de wereld van tuinieren; het komt van het Latijnse woord voor ‘bebouwen’. Definities in het woordenboek zijn bijvoorbeeld ‘verbeteren en prepareren’, ‘grond losmaken of omspitten’, ‘verbouwen of verzorgen’, ‘de groei bevorderen van’, ‘koesteren of kweken’, ‘kennismaken met’ of ‘vriendschap sluiten met’. Al deze definities zijn van toepassing op mamfulness: we cultiveren een bewuste, meelevende aanwezigheid als moeder. We maken de grond in onszelf los, we ploegen die om, verzorgen die, bevorderen groei en leren elkaar op een vriendelijke manier kennen.

Cultiveren is net als tuinieren geen lineair proces, waar je bij punt A begint en in een rechte lijn bij B uitkomt. Cultivering is van toepassing op alle elementen van het leven: regenperioden, droogte, epidemieën, zonneschijn, onkruid, het goede, het kwade en het lelijke. Wat er ook gebeurt, het zet zoden aan de dijk; we kunnen er allemaal ons voordeel mee doen. We gaan gewoon opletten, luisteren naar en observeren wat er in en rond ons gebeurt, en ontwikkelen zo’n gedachtegang dat we kunnen zeggen: ‘O, wat is dat interessant!’, in plaats van een oordeel over alles te vellen.

Wanneer we mindfulness en medeleven cultiveren, leren we steeds beter begrijpen wat we nodig hebben, wat ons kind nodig heeft en wat een moment nodig heeft. We gaan ook beseffen dat we niet aan levende dingen kunnen trekken om ze sneller te laten groeien. Alles draait om geduld, als je dingen op een gezonde manier wilt cultiveren. Je hebt zelf vast al gemerkt dat geduld een eigenschap is die elke dag opnieuw van ons als ouders wordt gevraagd, of we het nu leuk vinden of niet!

Daar staan we dan, ons eigen kleine stukje mindfulness, medeleven, aanwezigheid als moeder cultiverend, geleid en gesteund door vriendelijkheid. We oefenen ons in mamfulness voor onze kinderen, om zo’n moeder te zijn dat ze misschien gedijen. We oefenen ons in mamfulness voor onszelf, om zo’n moeder voor onszelf te zijn dat wij misschien gedijen. En we oefenen ons in mamfulness voor de wereld, waarbij we de krachtige, vurige, wijze en koesterende aanwezigheid als moeder zo mobiliseren dat alle kinderen – alle wezens – kunnen gedijen.

Waarom mamfulness zin heeft

Mijn drie zoons, die nu stuk voor stuk jongvolwassen zijn, hebben bètastudies gevolgd. Ben heeft neurowetenschappen gestudeerd, Dave heeft een titel in microbiologie en Matt is bijna klaar met zijn studie biopsychologie. Zelf heb ik Engels gestudeerd en bètavakken lagen mij nooit zo. Maar ik heb zo veel van mijn zoons geleerd dat ik nu vaak opeens geïnteresseerd ben in wetenschappelijke ontdekkingen die licht werpen op alledaagse ervaringen. Ik wil daar een paar voorbeelden van geven, omdat ze volgens mij onderstrepen hoe belangrijk mamfulness is in deze tijd.

Stress is besmettelijk

Christiaan Huygens sprak in 1666 over het principe van ‘meevoeren’ (tegenwoordig gebruiken we hiervoor vaak de term entrainment), toen hij aan een slingeruurwerk werkte. Hij merkte dat de slingers van twee klokken, die eerder met een verschillende snelheid hadden geslingerd, even snel gingen slingeren als ze dicht bij elkaar werden geplaatst.

Dit principe van entrainment, waarbij het ene voorwerp het andere zo beïnvloedt dat ze synchroon gaan bewegen, komen we ook tegen op andere terreinen in het leven. Als twee hartcellen naast elkaar worden geplaatst, zullen ze gelijktijdig gaan kloppen. Wanneer vrouwen dicht bij elkaar wonen, zullen ze merken dat hun menstruatiecyclus vaak gelijk oploopt. Wanneer we aan zee zitten, voelen we onszelf letterlijk bedaren, omdat we worden meegevoerd in het ritmische aanrollen en terugtrekken van de golven, naar je toe en van je af.

Denk nu eens aan die momenten waarop je je kind of partner liefdevol vasthoudt. Realiseer je je dat jullie ademhaling synchroon wordt? Misschien weet je het niet, maar zelfs jullie hartslag en hersengolven worden naar elkaar toe getrokken. Via de innige lichamelijke connectie heb je een intens effect op elkaar, geef je de ander letterlijk vorm.

Alles goed en wel, maar als we onszelf afvragen in welk ritme we in onze moderne wereld worden meegevoerd, beginnen we te begrijpen waarom we het grootste deel van de tijd uitgeput zijn. De technologie heeft ons leven van alledag getransformeerd en vult het onafgebroken met lawaai, snelheid en veel te veel informatie. We leven onder de invloed van sterke, zij het onzichtbare ritmes die ons, als we er niet bij stilstaan, gemakkelijk kunnen voorschrijven hoe we ons leven moeten leven. De stress om ons heen is soms echt besmettelijk.

Een bizarre gebeurtenis in de dierentuin van San Francisco een paar jaar geleden herinnerde me eraan hoe gemakkelijk je wordt meegevoerd in een razend ritme. Er werden zes schattige en gedweeë kleine pinguïns overgebracht uit Ohio, om zich bij zesenveertig grote, nogal luie en af en toe chagrijnige pinguïns in San Francisco te voegen. Zodra de zes op het pinguïneiland werden vrijgelaten, veranderde er iets.

Binnen twee uur wisten de zes vogels uit Ohio de zesenveertig oudjes op de een of andere manier over te halen om ook de vijver in te komen, en aan een grote migratie mee te doen – naar nergens. De pinguïns waren nog nooit ergens naartoe gemigreerd, maar de pas aangekomen nieuwelingen wisten hen binnen een paar uur te overtuigen dat dit de bedoeling was.

En dus zwommen de tweeënvijftig pinguïns bijna drie maanden rond en rond en rond. De bezoekers werden er duizelig van. Ze kwamen alleen uit het water om een paar uur te slapen en gingen dan weer het water in. Niemand wist wanneer dat zou stoppen. Voor de komst van de zes nieuwelingen waren de zesenveertig pinguïns niet van hun plek te branden geweest. ‘Je moest een kanon afschieten om ze in beweging te krijgen,’ zei Jane Tollini, hun verzorger, die er niets van begreep. Terwijl ze maar rondjes bleven zwemmen, zei Jane voor de grap: ‘Ik vraag me telkens af of ze niet denken: “Hebben we die palmboom niet net ook al gezien? Zijn we hier al niet eerder geweest?”’

Dit dolle gedrag hielden ze zelfs vol toen de vijver leeg was. De pinguïns sprongen er gewoon in en botsten op elkaar op de lege bodem. Voedertijd was een nachtmerrie geworden, volgens de verzorger. ‘Ik ben een soort drive-in restaurant geworden. Ze zien mij, de vis, rennen langs me heen, grijpen de vis en gaan weer door.’

Je kunt natuurlijk lachen om de pinguïns met hun bizarre migratie naar de vijver. Toch kunnen we onszelf daarin herkennen, met onze neiging om almaar door te zwemmen. Hoe vaak staan we even stil bij de vraag waar we naartoe gaan en waarom we kennelijk allemaal zo’n haast hebben om er te komen? Beseffen we wel hoe we worden meegevoerd door het razende tempo om ons heen?

Veel mama’s weten dat ze te veel doen, maar niet hoe ze uit de pinguïnvijver moeten komen. Ze zeggen dat ze het over een andere boeg willen gooien, maar niet weten hoe. Het is alsof alle anderen ook meedoen aan de race ergens naartoe, en je raakt er zomaar in verstrikt. Zelfs onze kinderen worden meegevoerd door het gestreste en eindeloze ritme. We beginnen te zien wat de prijs daarvan is.

Als we ons trainen in Mamfulness, is de kans groter dat wij en ons gezin een beetje normaler worden. We experimenteren met hoe we het ritme van ons leven kunnen aanpassen en oefenen hoe we bewuster kunnen letten op wat we doen en wat ons drijft. We ontdekken dat bewustzijn vaak het enige is dat we nodig hebben om onszelf te bevrijden en andere keuzen te maken. Oké, we hebben niet op alle terreinen evenveel keus, maar ik durf te wedden dat er dingen genoeg zijn die we in ons gezinsleven kunnen veranderen om een gezonder, kalmer tempo te gaan aanhouden.

We horen bijvoorbeeld een heleboel zaken die we ‘zouden moeten’ in ons hoofd, waardoor we als waanzinnigen bezig blijven. Ik zou een perfecte mama moeten zijn. Mijn kinderen zouden allemaal dingen buiten school moeten doen. Onze verjaardagsfeestjes zouden net zo extravagant moeten zijn als bij anderen. Zodra we nieuwsgierig worden naar dit soort inwendige boodschappen en begrijpen hoeveel macht ze over ons hebben, verliezen ze meteen al aan macht. En wanneer we compassie voor onszelf en anderen gaan voelen terwijl we rond de vijver hollen, gaan we misschien ook zien hoe het anders kan.

Het goede nieuws in het verhaal van de pinguïns is dat er maar zes nodig waren om het gedrag van de zesenveertig te beïnvloeden. Stel dat meer moeders zich gingen afvragen: is dit wel goed voor mij? Is dit wel goed voor mijn kinderen? Hoe kan ik de maatschappij zo helpen veranderen dat dit dolle tempo niet langer de norm is? Als meer van ons overgaan op een gezonder tempo, hebben niet alleen onze eigen gezinnen daar iets aan; het gaat ook om de maatschappij in bredere zin.

Relaties vormen ons

Nog geen acht kilometer van de pinguïns in de dierentuin van San Francisco zitten drie psychiaters in het ucsf Medical Center: Thomas Lewis, Fari Amini en Richard Lannon. Ze hebben een boek geschreven, A General Theory of Love, waarin de laatste bevindingen worden verwoord dat we vanaf onze geboorte sterk beïnvloed worden door de mensen om ons heen. De auteurs laten zien hoe onze hersenen ons verbinden met de mensen van wie we houden. Wie we zijn en wie we worden, hangt dus in hoge mate af van wie we liefhebben. In het proces van ‘meevoering’ verbinden onze hersenen ons met onze dierbaren, in een ritme dat de structuur en functie van onze hersenen zelf vormgeeft. We voelen ook de emotionele toestand van elkaar aan en stemmen ons gedrag daarop af.

De meeste communicatie met anderen – ruim negentig procent – is non-verbaal. Maken we oogcontact met ons gezin? Welke intonatie gebruiken we? Is de timing van onze reactie synchroon met die van onze kinderen? Deze non-verbale communicatie vertelt hoe we onze kinderen laten weten dat we hen zien, begrijpen en van hen houden. Of we een sterke band met onze kinderen ontwikkelen en of ze een gezond zelfbeeld krijgen, hangt primair af van het communicatiesysteem achter onze woorden. Met de wijze waarop we afstemmen op onze kinderen, geven we hun leven vorm en doen zij dat op hun beurt met dat van ons.

In deze moderne wereld van machines en technologie wordt er vaak geen rekening gehouden met non-verbale signalen, of ze worden niet opgemerkt. Maar omdat onderzoek heel duidelijk aantoont hoe belangrijk het is dat onze kinderen voelen dat we werkelijk begrijpen wat ze overbrengen en wie ze zijn, is de techniek er zelfs bij gehaald. Een vader in Spanje begreep maar niet waarom zijn baby voortdurend huilde en deed dus wat hij logisch vond. Hij vond een machine uit, die babygehuil kon analyseren.

Ik had al wel eens gehoord van een machine waarmee hondenbezitters het geblaf van hun keffers kunnen interpreteren, maar van een ‘babyhuil-analyseerder’ viel mijn mond open. De machine ‘luistert’ twintig seconden naar het gehuil van een baby en registreert het verschil in toonhoogte, de frequentie van de aanvallen en veranderingen in volume. En voilà! Dan gaat er onder een van de vijf gezichtjes een lampje branden dat aangeeft of de baby honger heeft, zich verveelt, ergens last van heeft, slaap heeft of gestrest is. In combinatie met een bijgeleverd symptomenoverzicht zou dat een succespercentage van 98 procent opleveren. De ouders weten wat hen te doen staat.

Wauw!

Ik ben er altijd voor dat ouders de emotionele signalen van hun kinderen leren lezen en hun gedrag daarop afstemmen, maar ik vraag me toch iets af. Wat als de kopers van zo’n machine die twintig seconden nou eens zouden gebruiken om te leren analyseren wat er in henzelf en het kind gebeurt? Wat als ze erachter kwamen dat ze in plaats van op een machine te vertrouwen zelf kunnen luisteren, leren, fouten maken en passend op het kind reageren?

We moeten vooral bedenken dat we nooit perfect (met of zonder machine!) reageren, elke keer als een kind ons nodig heeft. Vaak is het heel lastig om babysignalen te ontcijferen of zijn we er gewoon te moe voor. Kinderen zijn verbazingwekkend veerkrachtig; we kunnen ‘goed genoeg’ zijn als ouders en wanneer de verbinding ontbreekt of we niet op onze kinderen zijn afgestemd, kunnen we dat zo snel mogelijk proberen recht te zetten.

De informatie over de wijze waarop het zelfbewustzijn van een kind wordt gevormd en hoe zijn hersenen worden geprogrammeerd, met name in de eerste jaren, is heel belangrijk. Op basis daarvan kunnen we kiezen hoe we voor onze kinderen willen zorgen. (Het benadrukt ook waarom het zo belangrijk is voor onze maatschappij om te garanderen dat alle werkende ouders een beroep kunnen doen op deskundige verzorgers die een adequaat voorbeeld zijn voor peuters en kinderen.)

Als we processen zoals entrainment en afstemming begrijpen, gaan we ook beseffen hoe positief de ontwikkeling van een kind wordt beïnvloed door een moeder die aandacht en compassie heeft en echt aanwezig is bij haar kind. Als we voortdurend gestrest zijn, is het al moeilijk genoeg om onszelf te kalmeren, laat staan onze kleintjes. Als we niet flexibel zijn en star vasthouden aan onze vaste ideeën over de behoeften van ons kind, missen we vanzelf wat ons kind ons werkelijk wil vertellen.

In dit boek oefenen we hoe we in een gezonder ritme kunnen leven. We leren beter af te stemmen op onszelf en wat we nodig hebben, en om nog beter te letten op wat onze kinderen nodig hebben. We gaan eerst een paar richtlijnen bespreken voor mamfulness in de praktijk.