Generaties lichamen

Het helpt ook als je je realiseert dat ons lichaam, dat hier nu in de kamer zit, misschien pijn doet, en deze geest die we hier en nu hebben, alle twee dat zijn wat we nodig hebben om volledig mens, volledig wakker en springlevend te zijn.

– Pema Chödrön

Ik kom uit een familie waarin de ene na de andere generatie vrouwen niet tevreden was over het eigen lichaam. Op de meeste foto’s van mijn grootmoeder poseert ze met haar hand helemaal over haar gezicht. Ik moet tussen haar vingers door gluren om me stukje bij beetje te herinneren hoe mijn oma er ook alweer uitzag. Dit was een vrouw die niet gezien wilde worden.

Haar dochter, mijn moeder, was ook een product van een Iers-katholieke opvoeding. Ze vond niet dat iemands lichaam en vooral niet iemands borsten te zien mochten zijn. Haar mantra tegen haar dochters was steevast ‘Verberg je koplampen!’ Mijn hele middelbareschooltijd mocht ik alleen slobberkleren aan. Ironisch, als je bedenkt dat ik cup AA had. Jarenlang heb ik me ongelukkig gevoeld dat ik zelfs maar een lichaam had en vaak wou ik dat ik onzichtbaar was.

In de loop der jaren heb ik, zoals zoveel vrouwen, geworsteld met mijn ideeën over mijn lichaam. Maar de ervaring van het moederschap – zwanger zijn, voeden, baden, zorgen, aanraken, lichamen aanraken – heeft me laten zien hoe heilig en indrukwekkend mijn lichaam is. Ik ben diep onder de indruk geweest van wat het allemaal kan.

Dat ik een dochter heb, heeft ook geholpen. Julianna wordt elf jaar en ik ben gek op haar lichaam. Ik vind het ook leuk hoe zij van haar lichaam houdt. Ze bewondert zichzelf in de spiegel en is verrukt over de veranderingen die ze daarin ziet. Onlangs zei ze: ‘Mama, als je naar me kijkt, wat zie je dan?’

Ik antwoordde: ‘Een mooi meisje.’

‘Ja, maar wat nog meer?’, vroeg ze.

‘Een prachtig meisje?’, gokte ik.

‘Nee, dat is hetzelfde als mooi.’

Toen gaven we bijna tegelijk het antwoord dat ze in gedachten had, terwijl ze naar haar prille borstjes keek.

‘Een meisje dat snel groot wordt.’

Julianna staat op de drempel van onschuld naar puberteit, een kind dat net zo gemakkelijk in bomen klimt als ze haar nagels lakt en van mooie jurken houdt. Ik kan me niet voorstellen dat ze zichzelf moet verstoppen, zoals mijn grootmoeder en moeder dat deden, maar ik besef wel dat mijn woorden lang niet het enige zijn dat invloed op haar heeft. Ze zal in zich opnemen hoe ik zelf in mijn vel zit, als vrouwelijk voorbeeld.

Gisteren brak mijn moeder haar knie terwijl ze op Julianna paste. Mijn moeder is nu boven de zeventig en heeft ernstige osteoporose. ‘Net gatenkaas’, zo beschrijft haar dokter haar botten. Ze worden net witte kant, terwijl haar skelet langzaam zacht wordt, verkruimelt en zijn weg terugvindt naar de aarde.

Mijn moeder heeft haar polsen, bekken, schouder en een hele serie ribben gebroken. Nu is het haar knie. Ondanks mijn waarschuwingen ging ze toch de trap op en Julianna hoorde hoe ze een aantal treden naar beneden tuimelde en plat op de vloer viel. Ze rende naar haar grootmoeder toe. Ze voelde zich schuldig dat ze televisie had zitten kijken en er niet was geweest om haar te helpen.

Terwijl ik in het ziekenhuis zit, hoor ik tranen, mobieltjes en gelach van families in andere kamers die zich rond de sukkelende lichamen van hun dierbaren hebben verzameld. Mijn moeder is bang en een verpleegkundige komt binnen en houdt haar hand vast; ze smeert er lotion op en masseert die langzaam in, terwijl ze haar geruststelt dat ze wel weer beter wordt.

Mijn zussen en ik gaan om beurten bij mijn moeder zitten. Ik voer haar yoghurt met blauwe bessen en mijn mond gaat spontaan open, alsof ik haar wil aanmoedigen dat ook te doen. Ik heb mijn kinderen zo gevoerd, ik duwde lepels met zacht voedsel tussen hun lipjes. In tranen vertelt mijn moeder me: ‘Dat is net zoals ik deed bij oma.’ Ik weet dat ze mij ook op deze manier heeft gevoerd.

Julianna komt met me mee en ik denk bij mezelf: wacht maar en leer dit. Zo voed je een moeder. Op een dag doe je dat misschien bij mij. Wij drieën – drie generaties vrouwenlichamen – zitten samen in een ziekenhuiskamer. We zijn familie; we geven om elkaars lichaam en zorgen ervoor.

Generaties van je lichaam

Stel jezelf voor als meisje – als peuter, tienjarige en tiener.

Neem er de tijd voor en zie elk van die meisjes in het plaatje.

Je zou je jongere zelf als journalist vragen kunnen stellen en haar dwingen om te antwoorden.

Wat wil ze weten over haar lichaam?

Wat zou je haar vertellen als ze in de spiegel keek en vroeg wat jij zag?

Schrijf een brief van jezelf op tachtigjarige leeftijd:

‘Lieve mij,

ik zou je dit graag over je lichaam willen vertellen...’

Pas op wat je jezelf vertelt.