Schommel op de veranda

De tijd staat het best stil op momenten die verdacht veel op het gewone leven lijken.

– Brian Andreas, Trusting Soul

‘Mama, ik houd van deze plek.’

Mijn jonge dochter kruipt dicht tegen me aan, terwijl we heen en weer schommelen op de veranda. Het gebouw heeft net een fris geel verfje gekregen en vormt met zijn groen-witte rand het volmaakte decor van deze mooie lentedag. De houten planken onder onze voeten kraken onder onze trage bewegingen.

Hier hebben we ruimte genoeg voor het leven. Onze dag heeft een ritme. We hebben precies genoeg tijd voor wat echt belangrijk is.

Ik vraag me af of het feit dat we toevallig op een schommel zitten die bij een museum hoort, iets zegt over het tempo waarin we tegenwoordig leven.

Vandaag hebben we vrij van werk en school. Ik besluit om niet thuis te blijven zitten en allerlei klussen af te handelen, maar tijd met mijn dochter Julianna door te brengen. We gaan naar het wetenschapsmuseum voor kinderen, een bedrijvig oord waar kinderen allerlei aspecten van de wereld aan het verkennen zijn. Er wordt getoond hoe elektriciteit werkt en er zijn voorwerpen waarmee kinderen reuzenbellen kunnen blazen en duizenden zaadjes kunnen strooien. Er is een echte ambulance, een brandweerauto waar ze in kunnen klimmen en er zijn verkeerslichten die de kinderen mogen bedienen.

Julianna geniet van alles, maar het liefst gaat ze naar de attractie met de schommel, die ‘Stap in het verleden’ heet. Het museum heeft het leven in Silicon Valley nagemaakt, waar we wonen. Tientallen jaren geleden stond de vallei bekend als ‘de vallei van verrukkingen van het hart’. Er stonden miljoenen fruit- en notenbomen op de vruchtbaarste bodem op aarde. Nu is die bodem voor een groot deel bedekt met beton, en boomgaarden kennen we eigenlijk alleen nog maar van foto’s, zoals de grote afbeeldingen aan de muren in dit museum.

In deze replica van het verleden staat ook een oude slijpsteen; er hangen roestige gereedschappen aan een muur in een schuur en er is een antiek schakelbord waarin kinderen draden kunnen pluggen en net doen alsof ze telefoneren. In de hoek staat een prototype van een animatieapparaat. Het is een horizontaal wiel met piepkleine kiertjes. Daar draai je aan en als je er doorheen kijkt, zie je opeenvolgende beelden van een dravend paard. Als je door de roterende openingen kijkt, ontstaat de suggestie van beweging.

Terwijl ik met mijn dochter op de veranda zit, komt er een ongeruste moeder langs en rent van het ene naar het andere object. Ze buigt zich over het wiel en draait eraan zonder echt te weten hoe dat moet. Ze kijkt me aan en zegt geërgerd: ‘Het is kapot. Alles hier is kapot.’ Wat ze niet weet, is dat ze moet bukken tot kindhoogte en door de openingetjes moet kijken om de magie te zien.

Op een andere dag had ik die moeder kunnen zijn. Maar deze schommel heeft iets in me veranderd en me naar een kalme, vredige plek overgebracht. Terwijl ik nadenk over alle veranderingen in de laatste eeuw, weet ik niet wat ik er allemaal van moet denken. Ik weet dat we niet terug kunnen. En er zijn ook zeker dingen waarnaar ik niet terugverlang, zoals de oude wringer en het wasbord waar kinderen mee zitten te spelen terwijl we zitten te schommelen.

Toch denk ik onwillekeurig dat er iets belangrijks verloren is gegaan. In naam van de vooruitgang bedekken we de aarde met beton en vragen ons vervolgens af waarom we ons zwaarder vanbinnen voelen. Ons hart voelt een beetje meer gesloten, niet meer zo zacht als ooit. We hebben snelwegen nodig om ergens te komen, maar we brengen er zo veel tijd door dat het geen wonder is dat het zo moeilijk is om het kalmer aan te doen in ons eigen leven. Zonder equivalent van de schommel op de veranda verliezen we misschien een wezenlijk perspectief ten aanzien van de wereld.

Het lijkt mijn dochter niet te deren dat het gele huis eigenlijk alleen maar een façade is of dat we schommelen op een soort filmset. De veranda mag dan niet echt zijn, dat haar moeder tijd maakt om te knuffelen, is wél echt, en meer doet er niet toe.

Even later gaan we naar huis. Als we aankomen, sta ik op onze piepkleine veranda en vraag me af of er een schommel zou kunnen hangen. Maar dan besef ik dat ik niet terug wil stappen in een simpeler verleden. Ik wil volop in het heden stappen. Ik wil een kalmer tempo, knuffelen, de schoonheid die op dit moment om ons heen is, koesteren en in stand houden. Ik wil met mijn volle aandacht aanwezig zijn bij degenen van wie ik houd en ik wil dankbaar zijn voor elk moment.