***

Driehonderddertig meter hoog in de lucht, op de schotelvormige kroon van de Stratosphere-toren, was de temperatuur een comfortabele tien graden lager dan op de Strip op de begane grond. Toen Stride op het observatieplatform in de open lucht stapte, voelde hij een verontrustende trilling onder zijn voeten toen de toren heen en weer zwaaide in de stevig waaiende wind. Hij had nooit last van hoogtevrees gehad, maar nu hij zich op een dergelijke hoogte bevond en over een in zijn ogen kwetsbaar en smal looppad liep, was dat voldoende om duizelig te worden.

'Probeer de toren eens,' had Cordy tegen hem gezegd.

Serena had ooit tegen Cordy gezegd dat, als ze niet kon slapen, ze soms naar de Stratosphere reed om een paar uur naar de stad te kijken.

Stride was nu drie weken weg, af en toe hadden ze elkaar gebeld, maar hij vroeg zich af of de opwinding tussen hen bij zijn terugkomst nog steeds aanwezig zou zijn. Hij maakte zich zorgen dat ze de dagen, die ze in eikaars gezelschap hadden doorgebracht, al vergeten was.

Toen hij over Las Vegas uitkeek, vroeg hij zich af of hij deze stad leuk zou gaan vinden, want ze was zo heel anders dan alle andere plaatsen die hij kende. Het was heel moeilijk om een in de wildernis opgegroeid persoon op te pakken en in de neonjungle te droppen. Maar hij was er niet langer zeker van dat hij in Duluth wilde blijven wonen. Hij had er lang genoeg gewerkt om een volledig pensioen te krijgen, en dit was voor hem de kans om met het verleden te breken. Bovendien wist hij sinds vorige week dat Maggie in verwachting was en dat haar echtgenoot haar dringend had gevraagd ontslag te nemen. Het vooruitzicht om zijn oude baan zonder haar te moeten vervullen, lokte hem totaal niet aan.

Hij merkte dat hij, zonder last van hoogtevrees te krijgen, helemaal tot aan de rand kon doorlopen. Hij begon naar rechts over het platform te lopen, zodat hij een blik op het oostelijke gedeelte van de stad kon werpen, waar geen lange rij glinsterende casino's was te zien. Maar toen hij in zuidelijke richting keek, zag hij de hypnotische grandeur van de Strip, die als een gebogen laserstraal in de woestijn verdween. In het begin zag hij alleen maar een duizelingwekkend lint van kleuren, zonder enig detail. Maar hoe langer hij keek, hoe meer oog hij voor individuele bijzonderheden kreeg, zoals de groene gloed van MGM Grand of de constructie van de faux Eiffeltoren van Parijs. Hij was zo onder de indruk van wat hij zag, dat het even duurde voor het tot hem doordrong dat er iemand naast hem stond.

Serena stond niet ver bij hem vandaan en keek hem glimlachend aan. Ze droeg een zwarte spijkerbroek en een witte coltrui. Hij kon het niet helpen, maar hij moest aan Rachel denken die op de avond van haar verdwijning bijna dezelfde kleren aan had. Met haar zwarte haar en gespierde lichaam leek Serena wel heel erg op Rachel, toen ze boven op de brug over het kanaal stond. Hij voelde een klein beetje sympathie voor Robin, Graeme, Kevin en iedereen die zo makkelijk voor Rachels verleiding bezweken was. Serena, met dezelfde schoonheid, had dat soort macht over hem.

Waarom doet een man iets, had Robin gevraagd. Om een vrouw.

Met een vloeiende beweging stapte ze naar voren en sloeg haar armen om zijn middel. Ze drukte haar koele wang met een teder gebaar tegen zijn opgewonden en warme gezicht. Hij bracht zijn hand omhoog en streelde haar donkere haar. Toen hij haar in zijn armen hield, voelde dat als de gewoonste zaak van de wereld, alsof ze dat al jarenlang gedaan hadden. Hij wilde haar nooit meer loslaten en lange tijd was het alsof dat inderdaad zo was. Zo hadden ze daar voor altijd in de koele bries in eikaars armen kunnen blijven staan. De opwinding was er nog steeds, even heftig als in het begin.

'Je bent teruggekomen,' zei ze met iets van verbazing in haar stem.

'Dat heb ik je toch beloofd.'

'Dat weet ik. Maar beloften zijn meestal niet veel waard in deze stad.'

Hij liet haar los en keek aandachtig naar de vertrouwde lijnen in haar gezicht. 'Je zag er goed uit op tv,' zei hij.

Serena grinnikte. 'Wat ben je toch een charmeur.'

Twee van de regionale zenders van Minneapolis, die op het landelijke netwerk waren aangesloten, hadden verslaggevers naar Las Vegas gestuurd om nieuws over Rachels dood te verzamelen. Ze interviewden Serena en Cordy, ze maakten opnamen van de buitenkant en het interieur van de stripclub, waar Rachel had gewerkt. Ze maakten een live reportage vanaf de open plek in de woestijn, waar Robins caravan had gestaan. De gesloopte caravan was al naar de vuilnisbelt gesleept, waar de besmette restanten waren verbrand.

De verslaggevers hadden geen foto van Jerky Bob om op het scherm te laten zien. Stride had er zich van vergewist dat de enige bekende foto tijdens het onderzoek verloren zou gaan. Dus was het Serena's taak om hem te beschrijven, wat ze dan ook deed. Hij was een zwerver. Een vagebond. Er liepen veel van die mannen rond in Vegas, sommigen van hen hadden psychische aandoeningen, en deze koesterde een obsessie die op een gewelddadige manier uit de hand was gelopen. Rachel had de pech dat ze het meisje was dat hij niet wilde laten gaan.

Dat was haar verhaal en daar bleef ze bij.

'Ze hebben jouw uitdrukking overgenomen, weet je dat?' zei Stride. 'Rachel vermoord door "Vagebond". Zo luidden de krantenkoppen.'

'Dat vind ik wel leuk.'

'En als het nu eens niet waar blijkt te zijn,' mompelde hij.

'Daar hebben we over gesproken,' zei Serena. 'Jij moest haar beschermen.'

Hij greep het hek, dat zelfmoordenaars verhinderde naar beneden te springen, stevig beet en keek omlaag. Hij voelde zich duizelig worden. Serena kwam naast hem staan en legde een arm om zijn middel.

'Wat had je anders kunnen doen?' vroeg ze.

'Dat weet ik. Maar ik vind het erg dat jij er zo bij betrokken werd. Je hebt voor mij gelogen.'

'Dat was mijn keuze,' zei Serena tegen hem. Ze zag dat hij op het punt stond nog meer te gaan zeggen, daarom drukte ze een vinger tegen zijn lippen. 'Het is allemaal achter de rug, Jonny. Einde verhaal.'

'Nog niet helemaal,' zei hij.

Hij slaakte een diepe zucht en dacht erover hoe hij haar de rest moest vertellen. Hij voelde zich nog steeds schuldig omdat hij de waarheid niet eerder had gezien, hoewel het geen enkel verschil zou uitmaken. De daad was gepleegd.

Serena keek hem aan en wachtte.

'Dan is er nog steeds de relatie tussen Rachel en Graeme,' zei hij. 'Er is iets gebeurd - iets waardoor ze gezworen vijanden werden.'

'We weten dat ze met elkaar naar bed gingen,' zei Serena. 'Rachel wilde ermee ophouden. Graeme niet. Ik heb het meegemaakt, Jonny. Als hij haar verkrachtte, of als hij het probeerde, was dat voor een meisje als Rachel voldoende om wraak te nemen.'

'Ja, dat is zo. Maar Graeme nam als eerste wraak.'

Toen hij het glas met cognac omhooghield, zag Graeme dat zijn hand beefde. Hij bracht het glas naar zijn lippen en nam een slokje. Hij hoopte dat de drank hem zou helpen zijn zenuwen in bedwang te houden. De geur vulde zijn neus en de cognac brandde in zijn droge keel. Hij draaide de drank in het glas rond en nam nog een slokje. Maar zijn trillende vingers kwamen niet tot rust. Hij voelde het verlangen bij hem steeds groter worden.

Emily was naar een retraite van de kerk in St. Paul. Rachel zat op haar kamer te wachten en wist dat hij zou komen. Graeme zette de cognac neer, sloop de trap op naar boven, door de gang naar haar slaapkamerdeur. Hij bewoog zich behoedzaam en zette zorgvuldig zijn voeten neer, zodat het kraken van de vloer haar niet zou alarmeren. Het licht scheen onder haar deur door. In gedachten zag hij Rachel op bed liggen, met haar hoofd op het kussen naar het plafond staren. Hij dacht aan de vele keren dat ze met elkaar gevrijd hadden.

Hij draaide de knop voorzichtig om en duwde. De deur zat op slot.

'Rachel,' riep hij, luid genoeg voor haar om hem te horen. 'Je weet dat ik je nodig heb.'

Niets. Ze was binnen en luisterde, maar zei geen woord.

'We zijn voor elkaar bestemd, Rachel,' zei hij tegen haar. 'Dat kun je niet ontkennen. We zijn als twee helften van dezelfde ziel.'

Hij wist dat ze binnen was. Door de heersende stilte begon hij zijn zelfbeheersing te verliezen. Hij merkte dat hij regelmatig zijn vuisten balde en met moeite door zijn neus ademhaalde.

'Doe de deur open, Rachel,' drong hij met bevende stem aan. 'Ik beloof je dat ik je geen pijn zal doen. Maar ik moet met je praten.'

Zijn belofte was een leugen, en dat wisten ze beiden. Als zij de deur zou opendoen, was hij niet in staat zichzelf in de hand te houden. Hij moest haar aanraken en bij haar naar binnen gaan, wat voor moeite het ook zou kosten. Bij de gedachte aan haar naakte lichaam begon hij te zweten en te beven.

'Rachel!' schreeuwde hij, terwijl zijn stem steeds bozer werd. Hij kon zich niet langer beheersen en bonsde met zijn vuist op de deur. 'Ik heb je nodig!'

Met een dreunende klap wierp hij zich met zijn schouder tegen de deur. Om binnen te komen was hij in staat de deur in te trappen. Maar het was een solide gebouwd oud huis en de eikenhouten deur gaf niet mee.

'Laat me erin!' schreeuwde hij.

Hij drukte zijn wang tegen de deur en luisterde. Toen hij Rachels stem hoorde, klonk deze zo dichtbij dat hij ervan schrok. Ze stond aan de andere kant van de deur, slechts door één centimeter dik hout van hem gescheiden.

'Als je wilt, laat ik je binnenkomen, Graeme,' zei Rachel. Haar stem klonk als honing zo zoet, zonder het geringste teken van emotie of venijn. 'Als je me wilt verkrachten, mag je me verkrachten.'

'Dat wil ik niet,' mompelde hij.

'Dat is prima, Graeme. Ik begrijp het. Jij hebt ook je verlangens.'

'Ja,' zei hij tegen haar. 'Ja, ik heb je zo nodig. Ik wil dat het weer zoals vroeger wordt.'

'En ik zeg je dat je me mag hebben.'

Hij durfde bijna niet meer te ademhalen. De gedachte dat hij weer met haar zou gaan vrijen, overweldigde hem. 'Mag ik van jou?'

'Ja, dat mag. Maar eerst zal ik vertellen wat er daarna gaat gebeuren.'

Iets in Rachels stem bezorgde hem kippenvel.

'Als je naar binnen komt en me weer aanraakt, kom ik met een slagersmes achter je aan en snij ik je ballen eraf. Begrepen? En daarna snij ik je lui eraf. En dat beloof ik je. Luister je? Heb je bet begrepen? Je zult in dit huis geen nacht meer slapen zonder je af te vragen wanneer ik je ga verminken. En denk maar niet dat je de kans krijgt om die kleine lieveling er weer aan te laten zetten. Want als ik hem er eenmaal heb afgesneden, spoel ik hem door het toilet, waar hij thuishoort.'

Doodsbang zakte Graeme door zijn knieën. Hij begon misselijk te worden.

'Geloof je me, Graeme?' vroeg Rachel. 'Geloof je dat ik dat zal doen?'

Hij probeerde iets terug te zeggen, maar stikte bijna in zijn woorden.

'Ik hoor je niet, Graeme.'

'Ja, ja, ik geloof je!'

En dat deed hij ook.

'Nou, zeg het maar, wil je nog steeds naar binnen komen?' vroeg Rachel.

Zonder antwoord te geven vluchtte Graeme weg. Nog nooit had hij zich zo vernederd gevoeld. Opnieuw had ze bewezen dat zij het was die de werkelijke macht bezat. Hij ging weer tiaar beneden en liep doelloos in de hobbykamer heen en weer. Het probleem was dat hij nog steeds enorm geil was. Zijn penis was keihard en zijn verlangen naar haar was zo sterk dat hij weer naar boven wilde gaan om toch met haar te neuken, ook al wist hij wat de consequenties waren. Maar hij wist dat Rachel niet loog. Ze zou precies doen wat ze had beloofd.

Hij merkte dat hij zich aangetrokken voelde tot iets dat smerig was en bekend, als een ster die onweerstaanbaar een zwart gat wordt ingetrokken. Hij maakte zichzelf wijs dat hij zich wilde terugtrekken, maar de waarheid was dat hij het nodig had, dat hij het wilde en dat hij er alles voor zou doen. Hij probeerde kalm te blijven, maar zijn vingers begonnen opnieuw te trillen en het zweet verzamelde zich in zijn oksels en bedekte zijn huid met een klamme laag. Hij voelde iets vanbinnen bewegen, een deur die openging en een schaduwachtige figuur die ontwaakte.

Alsjeblieft, nee, smeekte hij het monster in zijn binnenste.

Maar het luisterde niet. Het speelde met hem als een kind met een pop en zorgde ervoor dat hij zijn ledematen bewoog en hem vertelde wat hij moest doen.

Rachel, dit is jouw schuld.

'Ga,' zei het monster met dreunende stem. Het klonk helemaal niet als een monster, maar bijna als hijzelf.

Het klonk zo... immoreel.

Graeme pakte zijn sleutels en liep door de voordeur naar buiten. Het was zacht weer. Eigenlijk had het op een avond in augustus niet zo donker moeten zijn, maar een storm zorgde voor een bijna zwarte lucht in het westen. De takken van de eik zwaaiden in de wind driftig heen en weer.

Toen hij de vrijstaande garage bereikte, merkte bij dat de oprit geblokkeerd was. Rachel had haar auto dwars voor de twee deuren geparkeerd, zodat hij zijn busje niet naar buiten kon rijden. Graeme vloekte. Toen hij omhoog naar haar slaapkamerraam keek, zag hij haar staan. Ze keek hem met een ijskoude glimlach op haar gezicht aan. Dat beeld van haar was al voldoende om zijn bloeddruk omhoog te jagen. Maar hij verstrakte en trok een nijdig gezicht. Zijn ogen waren furieuze, zwarte plekken. Hij gaf een schop tegen haar achterspatbord, hard genoeg om een deuk te veroorzaken.

Hij bleef staan en dacht koortsachtig na. Regendruppels lieten donkere vlekken op zijn kleren achter. Toen kreeg hij een idee. Bij de gedachte alleen al keek hij grinnikend omboog naar Rachel bij het raam. Ze keek hem nadenkend aan, alsof ze zijn gedachten las

Hij stormde het huis weer in en rende hijgend naar boven. In zijn slaapkamer zocht hij in Emily's ladekast. Hij smeet juwelenkistjes en cosmetica op de grond. Hij zocht achter in de laden, waarbij hij alles overhoop gooide. Toen zijn vingers iets aanraakten, hoorde hij iets rinkelen. Hij haalde het tevoorschijn, terwijl hij steeds meer opgewonden raakte. Emily's oude reservesleuteltjes.

Hij pakte ze op en rende weer naar buiten, terwijl hij de deur achter zich dichtsloeg. Hij keek nogmaals omhoog naar Rachels slaapkamerraam, maar ze was verdwenen. Toen hij bij de auto stond, hanneste hij met de sleutels. Door de regen waren zijn vingers glad geworden, waardoor ze op de oprit vielen. Hij bukte, greep de sleutelring en stak een sleutel in het slot. Hij draaide de sleutel om. Het portier ging open.

Zenuwachtig keek Graeme om zich heen. Hij was alleen.

'Rijden,' gromde het monster. 'We gaan op jacht.'

Hij greep het stuur zo stevig vast, dat het plakkerig werd van het zweet in zijn handen. Hinderlijke regendruppels spatten tegen zijn voorruit, als een mist die de ruitenwissers maar niet weg konden krijgen. Hij zocht zijn weg door de zijstraten. Zijn honger was nog groter geworden in de auto, waar de geur van Rachel nog in hing. Ze had net zo goed naast hem kunnen zitten, hem plagend met haar koude, groene ogen. De herinneringen aan de seks met haar waren zo intens dat hij haar vingers nog steeds over zijn huid voelde glijden.

'We gaan op jacht.'

Hij reed in westelijke richting de heuvels in, voorbij Lakeside, en liet de bewoonde wereld achter zich. Nog geen tien kilometer verder reed hij over een verlaten stuk weg, tussen de dicht tegen de rand van de weg staande berkenbossen. Het stortregende nu en het was aardedonker Hij werd gedwongen langzamer te gaan rijden en moest in het licht van zijn koplampen goed uitkijken.

Hij week langzaam in de richting van de rechterberm. Op het laatste moment zag hij een meisje in de berm lopen. Ze doemde recht voor hem op uit de schaduwen van de bomen. Hij trapte op de rem en gaf een ruk aan het stuur om haar niet te raken. In een flits zag hij het angstige gezicht van het meisje toen ze de auto zag en van de weg dook om hem te ontwijken.

Graeme stopte, maar liet de motor lopen. Hij liep snel terug en vond het meisje, dat met enige moeite overeind kwam en het vuil en de modder van haar huid verwijderde. Haar gelaatstrekken waren nauwelijks te zien in het donker, maar ze bleek ongeveer van Rachels leeftijd te zijn. Ze had lang, kastanjebruin haar, dat ze in een paardenstaart droeg. Ze was stevig gebouwd en droeg een strakke korte broek en een sportbeha.

'Het spijt me,' zei Graeme. 'Gaat het een beetje?'

Het meisje deed een paar stappen, masseerde een enkel en zei: 'Het gaat wel. Waarschijnlijk is mijn enkel verstuikt.'

Zijn ogen hadden zich inmiddels aan de omstandigheden aangepast en nu kon hij haar duidelijker zien. Ze was jong, zeer aantrekkelijk en op een lieve manier kwetsbaar, zoals ze op haar goede enkel steunde. Een paar pieken van haar paardenstaart waren losgeraakt, en haar kleren en huid waren doorweekt van de regen.

'Kom, dan zal ik je naar huis brengen,' zei Graeme, terwijl hij een hand uitstak om haar te helpen lopen.

Hij glimlachte, ze voelde zich een beetje zekerder worden, maar hij haatte zichzelf om wat hij deed. Dat ben ik niet. Dat is het monster. Dat is het verschil.

Ze greep zijn arm en zocht haar evenwicht. Hij was zich bewust van haar aanraking. Haar lichaam was dicht genoeg bij hem om haar geur van zweet en regen te ruiken. Hij deed het achterportier open en keek vlug links en rechts naar de verlaten weg.

'Waarom ga je niet achterin zitten, zodat je je enkel omhoog kunt houden?' stelde hij voor.

Het meisje kroop naar binnen. Hij leunde half naar binnen om te zien of ze goed zat. Het plafondlampje verlichtte haar. Ze leunde met haar hoofd tegen het andere raampje. Haar vochtige gezicht bad een rossige gloed van het hardlopen. Haar ogen stonden helder. Ze legde haar rechterbeen languit op de zitting en liet de andere op de vloer van de auto rusten. Hij zag baar gespierde kuiten en dijen en volgde de lycra, die een V in haar kruis vormde. Haar borst ging hijgend op en neer. Hij keek naar de zwelling van haar borsten. Ze glimlachte verlegen.

'Ik maak de zittingen kletsnat,' zei het meisje.

'Dat is niet erg,' antwoordde Graeme. Hij zweeg enige ogenblikken te lang, zodat ze zenuwachtig begon te lachen. Er verscheen een onzekere blik in haar ogen. Opeens voelde hij dat ze dwars door hem heen zag en zijn bedoelingen herkende.

Graeme deed het portier dicht en kroop voor in de auto. Hij keek achterom en glimlachte geruststellend naar haar. 'Ik moet eerst nog ergens heen, daarna rijden we terug naar de stad. Oké?'

'Ja. Natuurlijk.' Het meisje beet op haar onderlip. Hij merkte dat ze zich dingen begon af te vragen en zag de eerste tekenen van angst.

Stel haar op haar gemak.

'Ik ben Graeme,' zei hij. 'Hoe heet jij?'

'Kerry,' zei het meisje, terwijl ze haar haar uitwrong. 'Kerry Mc- Grath.'

Serena staarde ergens in de verte, ver voorbij de stad. Hij wist dat ze in gedachten Graeme zag. Zwervend over stille wegen, jagend als een tijger. Graeme, die een onschuldig meisje ontmoette, wier enige vergissing was dat ze zich daar op het verkeerde tijdstip en op de verkeerde plaats bevond.

'Weet je het zeker?' vroeg ze.

Stride slaakte een diepe zucht en knikte. 'Graeme heeft Kerry vermoord. En Rachel wist dat. Dat was het begin.'

'Maar nadat Rachel was verdwenen, heeft jouw team Graemes busje met een microscoop doorzocht. Het is nauwelijks te geloven dat hij geen sporen heeft achtergelaten.'

'Dat heeft hij wel,' zei Stride. 'We zochten gewoon op de verkeerde plek.'

Serena keek een beetje verward. Maar ze slaakte een zucht van walging toen ze het begon te snappen. 'De klootzak. Hij heeft Rachels auto gebruikt.'

'Precies,' zei Stride. 'Dat hebben we vanaf het begin over het hoofd gezien. Ik herinner me dat ik tijdens het proces naar de getuigenverklaringen tegen Graeme luisterde en dacht dat er iets niet klopte. Het lag recht voor mijn neus en ik heb nooit de link kunnen leggen. Kevin en Emily verklaarden beiden dat Graeme voor Rachel een nieuwe auto had gekocht, als vervanger van het oude wrak van haar moeder. Ik had het tijdstip moeten herkennen - de rode VW, die hij onmiddellijk na Kerry's verdwijning had gekocht. En hoe noemde Rachel hem? De Bloedkever. O ja, ze wist het. Ze betaalde hem terug - op haar manier.'

'Heb je de auto nog kunnen opsporen?' vroeg Serena.

'Jazeker. We wisten de nieuwe eigenaren in Minneapolis op te sporen. We vonden haren en kleine bloedvlekjes op de achterbank, die van Kerry bleken te zijn. En sperma, dat van Graeme was. Ik heb het de McGraths verteld. Op een vreemde manier waren ze blij dat het recht zijn loop had gekregen. In ieder geval weten ze nu dat Kerry's moordenaar zijn straf heeft gekregen.'

'Waren er nog anderen?' vroeg Serena.

'Je weet hoe dat gaat. Die kerels laten het meestal niet bij die ene keer. We onderzoeken gevallen van andere vermiste tieners, waar Graeme eventueel bij betrokken kan zijn.'

Serena sloeg haar armen om haar lichaam en huiverde, maar toen Stride naar haar gezicht keek, besefte hij dat het niet van de kou was. Ze wreef over de huid van haar armen, alsof ze een vlek weg wilde wrijven.

'Ik ben er niet zeker van of er veel verschil tussen mij en Rachel bestaat,' zei ze. 'Ik ben ook misbruikt. Ook ik wilde wraak.'

'Rachel was niet helemaal onschuldig,' bracht Stride haar in herinnering. 'Ze speelde een gevaarlijk spelletje.'

'Oordeel niet te streng over haar, Jonny. Als je niet alleen met het monster bent geweest, weet je niet wat je daarna zult doen.' Ze huiverde opnieuw en keek over haar schouder. 'Het lijkt wel alsof iemand me achternazit.'

'Ik geloof niet in geesten,' zei Stride.

Of wel?

Voorzover hij wist, werden ze door geesten omringd, die zich duwend langs hen over het nauwe looppad probeerden te wurmen. Er waren goede geesten, zoals Cindy, die fluisterde dat hij de juiste beslissing had genomen om van Serena te gaan houden. En opgesloten geesten, zoals Rachel, die met een duistere, ironische glimlach alle veranderingen zag die ze tijdens haar leven had veroorzaakt. En misschien waren er ook nog boze geesten, zoals Graeme, die Serena kippenvel bezorgden en evenveel angst als in de tijd toen ze als meisje alleen met haar eigen monster was.

Stride tilde Serena's kin op om in haar gevoelige, groene ogen te kijken. Met de rug van zijn hand streelde hij de zachte huid van haar wang. Hij probeerde sterk voor haar te zijn, een man die haar nachtmerries zou verjagen, iemand naast wie ze kon lopen of op kon leunen, wat ze maar wilde. Toen ze elkaar aankeken, werd haar gezicht zachter en loste de angst op. Op dat moment wist hij dat ze zich alleen op de top van de wereld bevonden, zonder geesten in hun nabijheid, behalve die van henzelf.

'Er zijn geen geesten,' zei hij nogmaals op vaste toon. Hij wilde dat ze hem geloofde.

Om Serena's mond verscheen een glimlach. 'Ik heb geen enkel recht om het van je te vragen,' zei ze. 'Maar ik zou het fijn vinden als je hier een poosje bleef.'

'Daar dacht ik ook al aan.'

Ze kroop in zijn armen en kuste hem hartstochtelijk. Onder hen schitterde de stad.

'Welkom in Vegas, schat,' mompelde ze.