***

Ze verlieten de 1-15 bij Tropicana Avenue en wachtten ongeduldig voor het stoplicht bij Las Vegas Boulevard. Rechts van hen stond het nagemaakte kasteel van King Arthur, hotel Excalibur, en links van hen de nagemaakte skyline van Manhattan, hotel New York, New York. Fonteintjes spoten uit miniatuurblusboten die om het nagemaakte Vrijheidsbeeld lagen.

Fijne druppeltjes werden dwars over de straat geblazen, zodat Serena voelde dat haar wang een beetje klam werd. Ze keek naar de horden toeristen die in de bedompte avond buiten rondliepen en even een pauze namen om het verlies van hun geld binnen te kunnen verwerken. Ze zagen er verhit uit, ze veegden hun voorhoofd af en plukten aan de kragen van hun shirts. Hoewel de zon nu achter de bergen was verdwenen, was het nog steeds zesendertig graden.

Het licht sprong op groen. Ze reden voorbij het MGM Grand en draaiden linksaf Koval Lane in. Vervolgens sloeg Serena weer rechtsaf, waarna ze bijna onmiddellijk de glitterwereld van de Strip achter zich lieten en door een armoedige buurt reden, die uit huizen met twee slaapkamers bestond en tralies voor de ramen. De smeltkroes van Vegas leefde hier: zwarten, Mexicanen, indianen en immigranten uit een dozijn andere landen, die de laagstbetaalde baantjes in de dienstverlenende sector in de casino's vervulden. Het was geen buurt waar veel misdaden werden gepleegd, zeker niet als men dit met de Naked City bij de Stratosphere vergeleek, waar de meeste moorden in de stad werden gepleegd. Oude vrouwen liepen nog steeds alleen over straat, terwijl ze karretjes met boodschappen naar huis duwden. Kinderen speelden in de tuin en staken met een stok naar schorpioenen.

Ongeveer achthonderd meter verder bereikten ze de Vagebondappartementen, een twee verdiepingen hoog gebouw met gescheurd pleisterwerk. Op het eerste gezicht leek het wel een motel. De appartementen op de begane grond kwamen uit op de parkeerplaats, en op de eerste verdieping op een smalle galerij met een roestig hek. Achter alle ramen zag men dichtgetrokken, dikke gordijnen en op alle deuren met bladderende, blauwe verf zat een grendel.

Toen Serena naar het gebouw stond te kijken, was ze weer even een tiener in het appartement in Phoenix. Ondanks de hitte had ze het even koud. Flitsen van beelden kwamen naar boven. De dode ogen van haar moeder, die haar aankeken. De tatoeage van een salamander op de borst van de man, die zijn roze tong naar haar uitstak. Daarna het bruine water dat uit de douchekop druppelde.

Serena slaakte een diepe zucht en duwde het verleden terug.

'Ik weet het niet,' zei ze. 'Ik had gedacht dat het meisje in een betere omgeving zou wonen. Je zou denken dat ze zich met haar baantje bij Thrill Palace iets beters kon veroorloven dan dit.' Tenzij ze verslaafd was aan alcohol, dacht Serena. Of aan drugs.

'Misschien verstopte ze zich wel,' zei Cordy.

Serena haalde haar schouders op. 'Laten we de beheerder maar eens gaan opzoeken.'

De deur van het dichtstbijzijnde appartement op de begane grond stond open en gaf toegang tot een kleine hal met brievenbussen. Ze passeerden een kleine, kale man van ongeveer vijftig jaar in een korte broek met ontbloot bovenlijf, die zijn post controleerde terwijl hij het kantoortje verliet. Hij keek niet op of om. Serena zag dat hij door een exemplaar van Penthouse bladerde, dat tussen zijn post zat. Ze betraden het kantoortje, dat heel erg compact was, met brievenbussen aan de ene wand en automaten voor frisdrank en snoep aan de andere.

Achter in het kantoor was een balie met een elektrische bel en achter de balie zagen ze een gesloten deur met een kalender met naaktmodellen. Verschillende katernen van de ochtendkrant lagen op de balie. Eén katern lag opengeslagen bij de advertenties waarin om werk werd gevraagd, een ander katern bij de strips. Een papieren bord met een paar donutkruimels lag boven op de krant, waarop de onvermijdelijke vliegen kropen. Cordy drukte op de bel. Achter de wand hoorde ze het gedempte geluid van een zoemer. Er

kwam niemand naar voren om hen te begroeten. Cordy drukte opnieuw op de bel, maar nu hield hij hem ingedrukt tot ze binnen het geluid van voetstappen hoorden.

De deur vloog open. Een knul van ongeveer twintig jaar met oorbellen in beide oren, lang vaal haar en tochtlatten keek hen aan. Hij was lang en mager, had een smal pukkelig gelaat en een vooruitstekende kin. Evenals de huurder die ze hadden gezien, droeg hij alleen een korte broek.

'Ja?'

Hij leek niet erg blij met deze onderbreking. Serena hoorde geluiden binnen en vermoedde dat de jongen niet alleen was.

'We willen een appartement, muchacho,' zei Cordy. 'Wil je ons het hete bad en de tennisbaan laten zien?'

'Wat wil je, verdomme?' zei de jongen.

Serena glimlachte. 'Ben jij de beheerder?'

'Ja, en wat zou dat?'

'We zijn van de politie. Woont een vrouw, Christi Katt, hier?'

'Ja, en wat zou dat?' zei hij opnieuw.

'Dat je je een beetje gedraagt en ons haar sleutel geeft. Oké?'

Cordy grinnikte en zei: 'En het zwembad kun je ons later laten zien.'

Hoofdschuddend zei de jongen: 'Rotagenten, jullie kunnen we wat. Ja. Oké, appartement 204. Ze woont hier nu ongeveer een jaar. Een heet portret, snap je me? Ze is heel wat leuker dat al de andere mislukkelingen hier.'

Hij keek nerveus over zijn schouder, het was duidelijk dat hij zich afvroeg of zijn gast hem had gehoord.

'Wanneer heb je haar voor het laatst gezien?' vroeg Serena.

'Dat weet ik niet,' zei de jongen. 'Een paar dagen geleden, dacht ik.'

'Maar de laatste dagen niet?'

'Nee, het is een tijdje geleden, oké?'

Cordy liep naar de wand met brievenbussen en vond de brievenbus met het nummer 204. 'Er zit een heleboel post in.'

'Dat heb ik toch gezegd? Misschien ligt ze wel bij iemand in bed.'

'Heb je haar de laatste tijd nog met iemand gezien? Vriendje, vriendinnetje, of iets dergelijks?' Serena keek hem strak aan en probeerde iets van een leugen te zien.

'Ze was erg op zichzelf,' zei de jongen.

'Heeft er nog iemand naar haar geïnformeerd?' vroeg Serena.

'Alleen jullie.'

'In wat voor type auto rijdt ze?'

'In een oud wrak. Een rode Chevy Cavalier.'

Serena keek even naar Cordy, die het kantoor verliet. Enige ogenblikken later kwam hij terug en knikte. 'Hij staat op de parkeerplaats.'

'Heb je nog gezien dat de auto onlangs weg is geweest?' vroeg Serena.

'Wie zal het zeggen? Daar let ik niet op.'

'Oké, geef ons de sleutel maar.'

De jongen aarzelde even. 'Heb je geen bevel tot huiszoeking nodig of zo? Christi zal behoorlijk nijdig zijn als ze hoort dat ik jullie gewoon de sleutel heb gegeven.'

Christi zal op niemand meer nijdig worden, dacht Serena. Ze keek de jonge beheerder glimlachend aan. 'Geef me de sleutel nou maar.'

Hij haalde zijn schouders op en verdween weer in het appartement. Serena hoorde een huilerige vrouwenstem, gevolgd door het sissende 'Hou je kop' van de knul. Enige ogenblikken later verscheen hij weer met een sleutel, die met elastiek aan een roerstokje was bevestigd.

'Je zorgt er wel voor dat ik hem terug krijg, hè?' De jongen keek hen met een nijdig gezicht aan, voor hij weer in het appartement verdween en de deur dichtsloeg.

'Laten we even naar de auto kijken,' zei Serena.

Ze liepen weer naar buiten, voorbij de appartementen op de begane grond naar het einde van de parkeerplaats. De rode Cavalier stond aan de straatzijde van de parkeerplaats. Ze liepen erheen en keken naar binnen. Ze hielden hun handen naast hun ogen om het weerspiegelen te verhinderen. De auto was op slot en leeg. Serena keek op de voor- en achterbank of ze papieren of rommel zag, maar mocht Christi Katt de eigenares van de auto zijn, dan hield ze hem in ieder geval netjes schoon.

Serena zag een indiaans meisje van ongeveer acht jaar, die met haar handen op haar rug in de richting van het kantoortje liep. Ze droeg een eenvoudige, witte jurk met een met blauwe kant afgezette kraag. De jurk reikte tot halverwege haar kuiten. Ze droeg san- dalen die over het wegdek klepperden. Haar sluike, zwarte haar viel tot op haar schouders.

Serena wenkte haar naderbij.

'Hallo,' zei Serena. 'Weet jij van wie deze auto is?'

Het meisje knikte. 'O ja. Heel aardige mevrouw. Ze woont daarboven.'

Cordy keek het meisje glimlachend aan. 'Heb je die aardige dame onlangs nog gezien?'

'Ik heb haar zondag gezien. Toen ging ze naar haar werk. Maar sindsdien niet meer.'

Het was nu woensdagavond.

'Toen je haar zag, was ze toen in het gezelschap van iemand?'

Het meisje dacht even na, maar schudde toen haar hoofd.

'Je hebt haar niet terug zien komen?'

'Nee,' zei het meisje. 'Maar 's avonds ben ik naar buiten gegaan om de sterren te zien en toen stond haar auto hier.'

'Hoe laat was dat?'

Het meisje haalde haar schouders op. 'Laat.'

'Heeft de auto sinds die tijd altijd hier gestaan?'

Het meisje knikte. 'Jij, op die plek.'

'Dank je, schat.'

Serena en Cordy liepen naar de trap, terwijl ze de proppen fast- foodzakken en snoepverpakking ontweken, die overal op de grond lagen. Ze begaven zich naar de eerste verdieping. Hoewel hij geen enkele reactie verwachtte, tikte Cordy nadrukkelijk op de deur van kamer 204. En die kwam ook niet. Ze keek links en rechts om te zien of ze soms de aandacht van anderen hadden getrokken, maar alles bleef rustig.

'Handschoenen,' zei Serena.

Cordy knikte. Hij haalde een platte doos uit zijn jaszakje, waarna ze even later een nieuw paar rubberhandschoenen aantrokken, die als een tweede huid om hun handen pasten.

'Sommige mensen gaan dood van deze dingen,' zei Cordy.

'Handschoenen?'

'Allergie voor rubber. Zoals pinda's. De mensen krijgen last van stuipen.'

'Misschien komt het wel door het zout,' zei Serena.

'Op de handschoenen?'

'Nee, de pinda's. Doe die verdomde deur open, Cordy.'

Cordy stak de loper in het onderste slot. Met twee vingers draaide hij voorzichtig de deurknop om. Het slot klikte, waarna hij de deur openduwde. Een lichtstraal viel naar binnen, maar de rest van het appartement bleef donker. Cordy deed twee stappen naar binnen, vond de lichtschakelaar en duwde die voorzichtig met de punt van de sleutel om.

Toen het licht aanging, keek hij vlug rond in het appartement en zei: 'In de roos, mama.'

Serena kwam na hem binnen. Onmiddellijk viel haar oog op een opgedroogde, roodbruine vlek midden op de vaste vloerbedekking. De vlek had een diameter van ongeveer zestig centimeter. De lucht in het appartement was bedompt, maar de ijzerhoudende geur van bloed was duidelijk merkbaar.

'Ik roep de technische recherche erbij,' zei Cordy en haalde zijn gsm uit zijn zak.

Serena knikte. 'En roep ook wijkagenten op voor een buurtonderzoek. We moeten weten wanneer het meisje voor het laatst is gezien, of ze in het gezelschap was van iemand, met wie ze uitging, dat soort dingen. Als we hier klaar zijn, kunnen we bij Thrill Palace langsgaan. O, en laat iemand Christi Katt checken. Misschien hebben we iets over haar.'

'Ja,' zei Cordy.

Cordy zocht contact met het bureau en intussen liep Serena door het appartement. Het was een klein appartement, met een woongedeelte waarin de moord had plaatsgevonden, een heel klein keukentje en zichtbaar door een deur in de achterwand, een slaapkamer. Christi's meubelen stelden niet veel voor en waren goedkoop. Er stonden een sofa en een tweezits bankje die ze ergens tweedehands op de kop had getikt, een paar planken aan de muur voor een kleine tv en gettoblaster, plus een tafel en stoelen die niet bij elkaar hoorden. De vloerbedekking was versleten en grijs.

Serena zette haar recorder aan. 'Het appartement ziet er steriel uit - geen persoonlijke dingen te zien. Geen foto's. Geen posters aan de muren. Geen snuisterijen of verzamelingen die vertellen wie dat meisje was of wat ze dacht. Geen enkel verhaal hier.'

Serena liep naar het keukentje en begon voorzichtig met het onderzoek.

'Geen magneten op de koelkast. Praktisch geen voedsel in de koelkast en slechts een paar dozen met graanproducten, gedroogde pasta en blikken soep in de kastjes. We hebben het hier niet over Julia Child. Het lijkt wel of ze hier pas is ingetrokken, maar de beheerder zei dat ze hier ongeveer een jaar heeft gewoond.'

Ze keek even in de gootsteen en zag er een zware, glazen vaas. Hij was afgewassen en lag op zijn kant. Serena keerde terug naar de woonkamer en begon, niet ver van de bloedvlek, de planken aan de muur te controleren.

'Heb je iets gevonden?' vroeg Cordy.

'Misschien. Er ligt een vaas in de gootsteen. Ik durf te wedden dat dat het moordwapen is. Kijk hier eens op deze plank. Je ziet hier een lichtere kring in het stof. Hij heeft dezelfde vorm en grootte als de bodem van de vaas. Christi en de moordenaar staan hier, oké? Ze draait zich om, de moordenaar grijpt de vaas en pats, slaat haar schedel in.'

'Ja,' zei Cordy. 'Bovendien geen enkel spoor van inbraak of worsteling. Ik vermoed dat ze, punt één, de moordenaar kende. Punt twee: de moord een niet-geplande, spontane, emotionele daad was. Woede. Jaloezie. In het geval van het meisje zou ik jaloezie niet uitsluiten.'

'En waar baseer je dat op?'

Cordy hield een vinger tegen de zijkant van zijn neus. 'Zo ruikt het gewoon.'

Serena lachte. 'Zeker. Nou, ga je neus achterna en ga in de slaapkamer ruiken. Laten we zien of het meisje wat aanwijzingen heeft achtergelaten.'

De slaapkamer was ongeveer drie meter in het vierkant, met aan de rechterkant een kast en een badkamertje. Christi was in het bezit van een tweepersoonsbed, een nachtkastje en een kleine ladekast. Evenals de rest van het appartement waren de muren kaal.

'Geen deken op het bed,' zei Serena.

'Misschien was ze wel heet.'

'Of misschien heeft de moordenaar hem gebruikt om het lichaam in te vervoeren.'

Serena begaf zich naar de badkamer met toilet, wasbak en achter een plastic gordijn een douche. Ze controleerde de wasbak en douche- bak op bloedresten, maar zag op het eerste gezicht niets. Maar de technische recherche zou het met luminal checken. In het medicijnkastje vond ze weinig toiletspullen. Tot haar verbazing vond ze geen enkel bewijs van geboortebeperkingsmiddelen. Of Christi's mannen brachten condooms mee, of haar seksleven was even opwindend als dat van Serena.

Ze liep weer naar de slaapkamer terug, waar Cordy de bovenste lade van Christi's nachtkastje controleerde.

'Nog iets gevonden?'

Cordy schudde het hoofd. 'Niet veel. Luciferdoosjes van andere stripclubs. Die kunnen van haar eerdere werkgevers zijn, dus dat moeten we ook even nagaan. Maar verder geen brieven, geen kaarten, geen liefdesbrieven, geen rekeningen, geen nota's, geen creditcardoverzichten. Deze senorita was heel erg op zichzelf.'

'De kleding in mijn laden is één grote troep,' zei Serena. 'Tien jaar shit. Als je dat ziet, kun je meteen mijn biografie schrijven.'

'Maar niet bij Christi Katt. Of hoe ze ook mag heten.'

'Nou, blijf zoeken. Trouwens, heb je hier nog condooms gevonden?'

'Waarom, heb je er niet meer?'

Serena zuchtte. 'Hoe gaat het met je, Cordy? Je ziet zo bleek. Dat kon wel eens allergie voor rubber zijn. Nou, zeg het alsjeblieft voor je in een stuip raakt.'

'Geen condooms,' zei Cordy grinnikend.

Serena keek in de kast van het meisje, maar dat nam niet veel tijd in beslag. Er lag een paar schoenen met hoge hakken op de grond. Verder zag ze verscheidene bloesjes, rokken en jurken aan hangers, en twee stapeltjes T-shirts en spijkerbroeken op een metalen plank. Ze doorzocht de zakken van de spijkerbroeken en vond slechts een kleine hoeveelheid kleingeld en een paar stukjes kauwgom.

Hoofdschuddend kwam ze uit de kast. 'Dit meisje is wat je een mysterie noemt. Heb je nog een portemonnee of sleutels gevonden?'

'Nada,' zei Cordy.

'Dat is interessant. Waar zouden die zijn?'

'Misschien heeft de moordenaar ze meegenomen.'

Serena dacht even na. 'Misschien. Laten we aannemen dat Christi thuis is, sleutels en portemonnee zitten in haar zakken. De moordenaar belt aan. Om een bepaalde reden laat ze hem naar binnen. Of ze kent hem, of ze voelt zich niet bedreigd. Grote vergissing. Ze pra- ten, misschien maken ze ruzie, ze draait zich om, en dat is het dan. De moordenaar, een nauwgezet type, maakt de vaas schoon, veegt alle vingerafdrukken weg - tenzij we echt geluk hebben - en rolt het lichaam in een deken die hij van het bed haalt. Op die manier laat je geen bloedsporen na. Hij wacht tot het donker is en gaat dan pas naar buiten, draagt het lichaam naar zijn auto, rijdt weg en dumpt haar lichaam in de woestijn.'

'Juist,' zei Cordy. 'Behalve dat het lichaam naakt was. Ik kan me voorstellen dat die vent haar portemonnee en sleutels heeft meegenomen. Maar waarom laat hij haar naakt achter? Misschien een horizontale tango met het lichaam, wie weet? Het kan wel een heel zieke persoon zijn.'

'Daar is geen enkel gebrek aan,' zei Serena. 'De technische recherche kan ons vertellen of er nog seksuele activiteiten hebben plaatsgevonden. Maar het lichaam uitkleden wijst op een seksuele invalshoek. Tenzij er al een vriendje bij haar was en ze al naakt was.'

'Maar zonder condooms, hè?'

'Precies. Dus we hebben praktisch geen enkel spoor van het leven van dit meisje, en toch was er iemand kwaad genoeg om haar te vermoorden. Fijn. Ik hoop dat ze een paar vriendinnen in Thrill Palace had. Of in een van die andere clubs.'

'Daar zou ik maar geen geld op inzetten, mama.'

'Dat doe ik ook niet. Luister, controleer de ladekast. Ik wil nog een keer in de woonkamer rondkijken voordat de mannen met de grote voeten hier zijn.'

Ze liet Cordy in de slaapkamer achter. Langzaam liep ze voor de tweede keer door de woonkamer. Ze keek overal, bestudeerde nauwkeurig de vloer en de wanden. In de keuken controleerde ze het afval onder de gootsteen en vond gemalen koffie, sinaasappelschillen en een verlopen TV Guide.

Weer terug in de woonkamer keek ze een handvol cd's na, die naast de gettoblaster lagen. Voorzichtig opende ze ieder doosje, maar zag niets bijzonders. Ze vond het wel wat curieus dat Christi van jazz hield. Ook Serena had als tiener tijdens de eerste jaren van haar verblijf in Vegas veel naar jazz geluisterd, voor ze later meer van country was gaan houden. Naar jazz luisterde je als je problemen had. Naar country luisterde je als je wilde leven.

Ze hoorde Cordy lang en hard fluiten.

'Wat is er?' riep ze.

Cordy zei niets.

Nieuwsgierig liep Serena weer naar de slaapkamer. Ze vond Cordy met gekruiste benen op de grond zitten. Het tweepersoonsmatras was half van het bed geschoven. Naast Cordy lag een kleine stapel dagbladen. Cordy had een van de katernen opengevouwen en zat nu gebiologeerd te lezen.

'Haar geheime bergplaats?' vroeg Serena.

Cordy knikte.

'Met het aanraken van die kranten had je moeten wachten tot de technische recherche hier was,' zei Serena tegen hem. Toen gaf ze gehoor aan haar nieuwsgierigheid. 'Wat staat erin?'

Cordy legde de krant neer. 'Hoe lang heeft volgens jou het lichaam in de woestijn gelegen?'

Serena zei schouderophalend: 'Een paar dagen. Waarom?'

'Nou, in dat geval hebben we een probleem, mama.'