***

Maandagavond verliet Stride City Hall en stopte bij het ziekenhuis, waar hij hoorde dat Emily een uur geleden naar huis was gestuurd. Ze was vertrokken in het gezelschap van Dayton Tenby. Hij was niet verbaasd toen hij van haar zelfmoordpoging hoorde. Hij was dat dit de gevaarlijkste tijd was, korte tijd nadat een ouder of een partner de waarheid had vernomen, na wekenlang tevergeefs op een wonder te hebben gehoopt. De realiteit die je als een mokerslag trof, was soms te veel om te kunnen verdragen.

Hij vond deze avond niet geschikt om de Stoners te bezoeken. Er was niets wat hij hun verder nog te vertellen had, en hij nam aan dat de artsen Emily hadden bevolen om direct naar bed te gaan. Hij had Graeme al telefonisch van de belangrijke vondst bij de schuur op de hoogte gebracht, een stukje stof met bloed dat misschien een link naar Rachel vormde.

Hij reed naar huis.

De wegen waren bedekt met een dikke brij. Het had de hele dag gesneeuwd, zodat de straten en de bossen om de stad onder een dikke laag sneeuw werden bedolven. De speurtocht bij de schuur werd voortgezet, maar dat gebeurde wel pijnlijk langzaam. Zijn agenten werkten terwijl de ijspegels aan hun snorren hingen en de kou door het leer van hun laarzen kroop. Ze groeven in de sneeuw, schraapten het weg en vervloekten het. Maar nu waren ze ook aan een onheilspellender onderzoek begonnen. In samenwerking met een groep vrijwilligers uit de buurt begonnen ze in de wijde omgeving in de bossen om de schuur naar Rachels lichaam te zoeken. Ze staken met skistokken in de sneeuw en schepten die weg als ze iets ongebruikelijks zagen. Met hulp van walkietalkies gaven ze hun voortgang door aan Guppo in het busje. Hij zette een nieuwe indeling van het onderzoek uit op zijn laptop.

Stride had weinig hoop dat ze iets zouden vinden. De uitgestrekte bossen in het noorden werkten in het voordeel van moordenaars, die over duizenden vierkante kilometers beschikten om een lichaam te dumpen. De meeste keren verdwenen de slachtoffers gewoon, en dat was het dan. Zoals Kerry McGrath. Ergens lagen ze daar, begraven of gewoon ver van de dichtstbijzijnde weg gedumpt. Makkelijke doelwitten voor dieren om hun lichamen aan te vreten. Hij rilde toen hij aan Rachel dacht die hetzelfde lot had ondergaan. Hij dacht aan de toestand van het terrein en de dikke laag sneeuw en twijfelde of ze ooit meer zouden vinden dat het ene stukje witte stof, dat als bewijs voor Rachels dood moest dienen.

Stride pakte zijn gsm. Hij merkte dat de batterij bijna leeg was. Hij was een reservebatterij vergeten die in zijn bureau lag. Maar hij was nu toch bijna op weg naar huis. Hij koos het nummer voor zijn voicemail en luisterde naar de boodschappen.

De eerste was van Maggie, die om ongeveer twee uur 's middags was ingesproken. Hij was kort en lief. 'Je bent een zak, chef.'

Hij lachte en stelde zich voor hoe haar verhoren op high schooi waren verlopen.

De tweede boodschap kwam van het lab en was ongeveer een uur geleden ingesproken. Ze bevestigden dat de vlek in de stof menselijk bloed was. Ze hadden het met Rachels bloedgroep vergeleken en die bleek hetzelfde te zijn, namelijk AB. Het resultaat van de DNA-tes- ten volgde nog.

De laatste boodschap op zijn voicemail was van acht uur 's avonds, slechts vijf minuten geleden. Hij verwachtte dat het Maggie weer zou zijn die zich afmeldde. Maar dat was niet zo.

'Hallo, Jon,' zei een zachte, nerveuze stem. 'Dit is Andrea. Ik verwachtte je niet echt aan de lijn te krijgen, maar ik denk dat ik je stem wilde horen. Volgens mij klinkt dat belachelijk. En misschien klinkt het een beetje belachelijk om te zeggen dat ik je mis. Maar de waarheid is dat ik je mis. Het schijnt dat je een enorme indruk op me hebt gemaakt, hè? Nou ja, in ieder geval ben ik nog in school. Ik moet nog een heleboel proefwerken beoordelen. Ik zit in het lab te werken, maar moet tegelijkertijd heel veel aan ons denken. En aan vrijdagnacht. Ik weet dat je niet veel tijd hebt, maar ik hoop dat we elkaar weer gauw zullen zien. Dat zou ik heel graag willen. Oké, fijn, ik heb me als een dwaas aangesteld, maar wat is daar zo vreemd aan? Nou, bel me maar eens terug. Tot ziens, Jon.'

Bij het volgende kruispunt keerde Jon en reed terug de heuvel op, naar de high school.

Hij reed zijn auto de parkeerplaats op. Als hij links keek, had hij het uitzicht over Duluth. Hij vond een plekje vlak bij het gebouw. Snel liep hij over het wegdek, waar na de sneeuwploegen weer een paar centimeter verse sneeuw op was gevallen. Hij stak zijn handen in zijn jaszakken en knipperde met zijn ogen tegen de sneeuwvlokken.

De schooldeur was op slot. Stride klopte op de ruit, maar niemand was in de buurt om hem te horen. Hij vloekte. Hij drukte zijn gezicht tegen het koude glas en tuurde naar binnen. Niets.

Stride haalde zijn gsm weer tevoorschijn, maar zag dat zijn batterij nu helemaal leeg was. Hij vloekte weer en ploeterde door het besneeuwde gras langs de zijkant van de school. Hij was bijna bij de achterdeur toen hij Andrea uit een klaslokaal aan het einde van de gang zag komen. Ze droeg een grijze pantalon die de aandacht op haar lange benen vestigde, gymschoenen en een ruim zittende, blauwe sweater met V-hals. Ze had Stride niet in de gaten, maar liep naar een frisdrankenautomaat in de gang. Ze stopte er een bankbiljet in, haalde er een blikje Diet Coke uit, trok het open en nam een grote slok.

Stride bonsde op de deur.

Ze bleef staan, draaide zich om en zag hem staan. Op haar gezicht verscheen een stralende glimlach. Ze rende door de gang in zijn richting. Ze morste Coke en lachte toen het bruine vocht uit het blikje spoot en op de grond terechtkwam. Ze zette het blikje op de grond, veegde haar handen aan haar sweater af en rende naar de deur. Ze trok de deur open, greep Strides hand en trok hem naar binnen. Toen de deur met een harde klap achter hem in het slot viel en zo de wind buitensloot, omhelsde ze hem met haar plakkerige handen en gaf hem een stevige kus. In het begin was hij te verbaasd om te reageren, maar toen omhelsde hij haar en zochten hun lippen elkaar.

ik ben blij dat je gekomen bent,' zei ze. 'Ik ben bijna klaar. Waarom kom je niet verder en praat wat met me, dan kunnen we daarna nog wat gaan eten.'

'Dat klinkt perfect,' zei Stride.

Ze sloeg haar arm om zijn middel, waarna ze naar het scheikunde- laboratorium terugliepen.

'Het duurt niet langer dan een halfuur. Het zijn meerkeuzevragen. Ik hoef er niet bij na te denken, alleen maar te beoordelen.'

'Hoe doen ze het?' vroeg Stride.

'O, ik heb wel eens beter werk gezien,' zei Andrea. 'De spanningsboog wordt ieder jaar steeds korter. Het is moeilijk om het leuk voor hen te houden.'

'Nou, scheikunde is nooit mijn lievelingsvak geweest.'

'Echt waar? Ik dacht dat een rechercheur van alle forensische details zou genieten en wetenschappelijke mysteries wilde oplossen, die dingen.' Terwijl ze deze woorden zei, keek Andrea een proefwerk na en streepte met een rode pen alle fouten aan.

'Ik laat het aan de technici van het lab over om de wetenschappelijke analyse te verrichten,' zei Stride. 'Ik probeer alleen maar alle mogelijkheden te onderzoeken.'

'Wat bedoel je?' vroeg Andrea.

'De meeste menselijke handelingen laten sporen achter. Iedereen beweegt zich van de ene plek naar de andere. Je moet eten, benzine tanken, naar het toilet gaan, slapen. En dan kun je huidschilfers, vingerafdrukken en vocht achterlaten. Al die dingen kunnen worden opgespoord, onder voorwaarde dat je tussen alle sporen die andere mensen achterlaten, de gezochte persoon kunt vinden.'

Andrea glimlachte. 'Of je het nu leuk vindt of niet, Jon, dat lijkt heel veel op het wetenschappelijke proces. Je hebt vast niet tijdens al die lessen zitten slapen.'

'Ik zou tijdens jouw lessen nooit kunnen slapen,' zei hij.

Ze bloosde en ging verder met het nakijken van de proefwerken. Ze zwegen enige tijd. Het enige geluid was het krassen van Andrea's pen op het papier en het geritsel van de vellen papier die goed werden gelegd. Stride keek om zich heen, maar merkte al spoedig dat hij weer naar Andrea keek, die met gebogen hoofd nerveus met haar smalle vingers haar blonde haar achter haar oren duwde. Hij zag de lachrimpels bij haar mondhoeken, als halve maantjes. Ze had de mouwen van haar sweater opgerold, en hij zag haar blote, dunne onderarmen, slank maar sterk.

Ze zag dat hij naar haar keek. Ze keken elkaar strak aan, maar zeiden niets.

Hij vroeg zich af wat ze zag als ze naar hem keek. Hij wist het wel, want Cindy had altijd tegen hem gezegd dat vrouwen hem aantrekkelijk vonden, hoewel hij nooit begreep waarom. Hij had geen gladde, perfecte gelaatstrekken, maar meer het uiterlijk van een zeeman die veel stormen had doorstaan. Zoals zijn vader. Elke keer als de kapper zijn haar knipte, zag hij meer grijze haren op de grond vallen. Hij voelde pijntjes als hij zich bewoog en voelde zijn kogelwond meer dan acht jaar geleden, toen hij geraakt werd. Het leed geen enkele twijfel dat hij steeds ouder werd. Maar onder Andrea's eerlijke blik viel de last van die jaren in zijn gedachten van zijn schouders.

Ze leunde naar achteren en bedekte haar mond met beide handen. Intussen bleef ze hem aankijken.

ik voel me een beetje verlegen,' zei ze zachtjes.

Stride was een beetje verbaasd. 'Waarom?'

Andrea lachte en keek hem met een scheef lachje aan. 'Ik hoop dat je niet denkt dat ik de casino's afstroop om jacht op mannen te maken en dan met hen in bed te duiken.'

'O,' zei Stride. 'Het spijt me. Ik had het niet moeten laten gebeuren. Je was dronken. Het was niet eerlijk.'

'We waren allebei dronken,' zei Andrea. 'En wilden het allebei. Je hoeft je nergens schuldig over te voelen. Maar de volgende dag was ik bang. Ik dacht dat ik een afschuwelijke vergissing had gemaakt.'

'Dat is niet zo,' zei Stride.

'Wil je iets verschrikkelijks horen?' zei ze. 'Ik vond het helemaal niet leuk toen je vertelde dat je vrouw gestorven was.'

Stride keek haar bevreemd aan. 'Dat begrijp ik niet.'

'Cindy stierf en er was niets wat je ertegen kon doen. Het kwam niet door jou. Jij hoeft je tenminste nergens voor te schamen. En dat heeft mijn man van me afgenomen.'

Stride schudde het hoofd. 'Dat is jouw schuld niet. Het is zijn schuld. Volgens mij is hij een egoïstische klootzak.'

'Dat weet ik. Maar nog steeds mis ik hem. Je zult wel denken dat ik niet goed snik ben.'

'Welkom bij de club,' zei Stride. 'Luister, wat zou je ervan zeggen als we nu meteen gingen eten? Ik heb honger als een paard, en Brian Patch kan een paar centimeter dikke steak zo goed klaarmaken dat hij in je mond smelt. En het bier is ijskoud.'

Andrea knikte. 'Dat lijkt me heerlijk. Ik heb voor vandaag weer genoeg gedaan. Ik zal deze proefwerken even naar de administratie brengen, en dan kunnen we gaan.'

Ze liepen samen door de donkere gangen van de school. Hij hoorde geluiden in de verte, zoals het doffe gebonk van een basketbal, maar hij zag niets of niemand in de buurt. De lichten brandden flauw en de duisternis buiten gaapte als een enorme, zwarte gestalte door de ramen naar binnen.

Ze namen de trap naar de eerste verdieping van de school en bereikten een andere, lage gang. Andrea deed de deur tegenover de trap van het slot en draaide het lichtknopje om. Het kantoor stond vol metalen bureaus, archiefkasten en planken met rijen scheikundeboeken. Ze koos het bureau vlak bij het raam, trok de onderste la open en legde de stapel proefwerken in de la. Hij zag een foto van een man aan de muur bij haar bureau en vermoedde dat het haar echtgenoot was.

'Klaar,' zei ze.

Ze deden het licht uit, waarna Andrea de deur weer op slot draaide.

Toen ze in de richting van de trap liepen, zag Stride een lichtstreep uit een van de kantoren aan het einde van de gang.

Andrea zag hem even aarzelen. 'Wat is er?'

'Waarschijnlijk niets.' Maar opeens merkte hij dat hij nieuwsgierig werd. Na een paar jaar gebeurde dat altijd, een zesde zintuig dat er iets niet klopte.

'Komt dat licht niet uit Nancy Carvers kamer?' vroeg hij.

Andrea zag het licht in de gang voor het eerst. 'Dat lijkt er wel op.'

Stride kneep zijn ogen samen. 'Misschien vind je het vreemd, Andrea, maar blijf hier even wachten, oké? Ik wil even iets checken.'

'Ga je gang.'

Andrea leunde tegen de muur en wachtte. Stride liep zachtjes door de gang, tot hij het punt bereikte waar het licht van de kamer in de gang scheen. Toen hij dichterbij kwam, werden zijn vermoedens bevestigd. De deur van Nancy Carvers kamer stond halfopen. Hij wachtte, luisterde, maar hoorde binnen geen enkel geluid.

Stride kuchte nadrukkelijk.

Hij verwachtte dat iemand die het binnen hoorde, zou reageren. Maar binnen was het even stil als in de gang.

Hij liep voorzichtig naar de deuropening, ver genoeg om naar binnen te kijken en een deel van de kast te zien die als haar kamer fungeerde. Maar hij zag alleen een hoek van haar bureau en de schouder en arm van een vrouw. Ze scheen onbeweeglijk in haar stoel te zitten.

'Hallo?' riep hij.

Hij keek goed, maar de vrouw bewoog zich niet. Stride deed met moeite een stap naar voren en duwde de deur verder open. De deur zwaaide luid piepend verder open en bonsde tegen de muur. Hij deed nog een stap en stond in de deuropening.

Nancy Carver zat onbeweeglijk achter haar bureau. Toen hij de kamer binnenliep, keek ze hem met roodomrande, holle ogen aan. De boze hartstocht in haar bruine ogen was verdwenen. Haar wangen stonden strak. Haar rode haren waren vochtig. Ze keek dwars door hem heen alsof hij niet bestond.

Stride was zo verbaasd over haar verschijning, dat het enige ogenblikken duurde voor hij zag dat er een revolver op het bureau lag, vlak bij haar vingertoppen.

'Verdomme, wat heeft dat te betekenen?' zei hij en greep bliksemsnel naar de revolver. Hij dacht dat hij niet zou kunnen verhinderen dat ze het wapen zou grijpen om het of op zichzelf of op hem te richten, maar Nancy Carver verroerde geen vin. Ze keek hem gewoon aan toen hij het wapen pakte en de kogels uit het wapen op de grond liet vallen, waar ze alle kanten oprolden.

Stride leunde tegen de wand. Hij hijgde. Het wapen hing losjes in zijn hand.

'Wil je me vertellen wat er verdomme aan de hand is?' vroeg hij.

Hij voegde er niet aan toe: Wil je me vertellen waarom twee vrouwen in Rachels leven proberen zelfmoord te plegen? Want hij twijfelde er geen moment aan dat Nancy Carver dat van plan was.

Carver schudde willoos het hoofd. 'Ik had hem tegen kunnen houden,' fluisterde ze.

Stride boog over het bureau. 'Wie tegenhouden?'

Ze keek hem aan en beantwoordde zijn blik. 'Ik dacht dat ze was weggelopen.'

Stride zei niets.

Tranen begonnen over haar wangen te stromen. 'Maar in plaats daarvan is ze dood. En ik had hem tegen kunnen houden. Ik wist alles.' ik moet weg,' zei Stride tegen Andrea.

Ze zaten in de pick-up achter de school, naast haar auto. De radio speelde zachtjes, een song van Patty Loveless.

'Zie ik je morgen nog?'

'Dat kan ik niet beloven.'

'Waarom kom je morgen niet naar mijn huis om daar de nacht door te brengen. Het maakt niet uit hoe laat je komt. Het voelde zo goed om vrijdag naast je liggen. Ik voel me gewoon beter als je bij me bent.'

'Het kon wel eens laat worden. Ik weet niet wanneer ik weer terugkom, en hoogstwaarschijnlijk ben ik dan geen gezellig bezoek.'

Ze glimlachte. 'Ik zal het licht aanlaten.'

Andrea opende het portier van de pick-up. Toen ze uitstapte, viel er sneeuw van het dak op haar blonde haren. Ze blies een kus in zijn richting, klapte het portier dicht en rende naar haar eigen auto. Hij zag haar instappen, gevolgd door het oplichten van een lucifer toen ze een sigaret aanstak. De motor startte bij de eerste poging. Ze zwaaide en reed weg.

Stride reed door de lege, gladde straten naar huis, op een manier die niet van gevaar ontbloot was. Tweemaal bleef hij bij een stoplicht staan, terwijl het licht op groen sprong en hij met ogen die niets zagen door de vieze raampjes staarde. De ruitenwissers piepten met een vastbesloten regelmaat die hem hypnotiseerde.

Ik wist alles.

Hij dacht opnieuw aan Nancy Carver en probeerde zijn woede te bedwingen omdat ze weken geleden hun vermoeden al had kunnen bevestigen. Misschien hadden ze dan meer kunnen doen. Dan waren ze veel dichter bij de oplossing geweest.

En als Emily Stoner nu zou zijn gestorven, zonder dat ze iets wist? Maar toen vroeg hij zich opnieuw of Emily het niet altijd had vermoed.

Er waren momenten dat het een spelletje leek, een puzzel die ze moesten oplossen. Maar er waren ook momenten, dat hij het haatte dat hij alles over de duistere kant van het menselijke hart wist.

Stride passeerde de brug naar de Point. Na twee blokken bereikte hij zijn huis en reed de oprit op. Maggies auto stond in de straat geparkeerd. Hij zag een lamp in het huis branden en vermoedde dat ze op hem zat te wachten. Het bespaarde hem een telefoontje. Hij had haar vanavond nodig, en ze hadden een lange avond in City Hall voor de boeg.

Hij ging naar binnen.

Maggie zat in de keuken, met haar voeten op een andere stoel. Ze at een gegrilde kaassandwich en las de krant.

'Je beantwoordde mijn verdomde telefoontje niet,' zei ze op plezierige toon tegen hem.

'De batterij is leeg. Het spijt me.'

'Ik zit hier al langer dan een uur te wachten.'

'Je hebt geluk dat ik alleen thuiskwam,' zei hij. Hij vroeg zich af hoe hij het aan Maggie moest vertellen, dat ze een beetje voorzichtiger moest worden om zijn huis zomaar als een tweede huis te gebruiken. Hij vermoedde dat Andrea geen snars van hun relatie zou begrijpen.

Hij keek naar haar rok, die bijna tot haar middel omhoog was gekropen. 'Je ziet er geil uit.'

'Ik bevries bijna,' zei ze. 'En dat is jouw schuld.'

'Nou, als je iets uit de jongens hebt weten te krijgen, was dat het wel waard.'

Maggie glimlachte. 'Niets uit de jongens. Maar het blijkt dat we al lang in de goede richting hebben gezocht. Familie eerst.'

Stride ging tegenover Maggie zitten. 'Graeme?'

Ze knikte. 'Sally noemde zijn naam. Het bleek dat Graeme haar vorige zomer voor een kleine trip heeft meegenomen naar de schuur.'

'Is ze verkracht?'

'Nee, ze werden gestoord. Maar volgens haar ging het wel die kant uit.'

'Er is nog meer,' zei Stride tegen haar. 'Wat denk je hiervan? Rachel vertelde Nancy Carver dat ze met Graeme naar bed ging. Ze zei dat het een paar keer is gebeurd. Toen wilde ze niet meer, hoewel Graeme ermee wilde doorgaan.'

Maggie trok haar wenkbrauwen op. 'Echt waar? Denk je dat Emily iets vermoedt?'

'Ik weet het bijna zeker, maar dat zal ze zelf nooit toegeven.'

'Graeme is een heel koele kerel,' zei Maggie. 'Er was niets te vinden, zelfs het verhoor met de leugendetector leverde niets op. Hij is een harde noot om te kraken.'

'Ja, maar hij én Emily? In geen geval. Volgens mij is hij vanaf het begin achter Rachel aangegaan. En Rachel dacht waarschijnlijk dat het de perfecte afstraffing voor haar moeder zou zijn als ze met Graeme naar bed ging. Die twee waren voor elkaar geschapen.'

'Maar hoe gaan we dat bewijzen?' zei Maggie.

'We hebben Carvers verhaal. Dat is een begin.'

'Dat is van horen zeggen,' zei Maggie. 'Dat wordt nooit geaccepteerd.'

Stride knikte. 'Dat weet ik. Maar het is voldoende voor een huiszoeking.'