***

De haven van Two Harbors was nauwelijks zichtbaar, het was slechts een lange, smalle strook, die voor een onderbreking in de bossen langs de kust zorgde. Achter en boven hem stond een heldere, strakblauwe lucht. Maar Stride zag dat donkere wolken zich aan de horizon samenpakten, die als een kankergezwel in de lucht groeiden en steeds dichter naar de boot kropen. De wind zorgde voor witte schuimkoppen op de golven, waardoor de boot als speelgoed in een badkuip heen en weer werd geslingerd. Hij duwde de gashandel naar voren, de motor zwoegde tegen de golven, maar de snelheid werd nauwelijks groter. Lang voordat ze de thuishaven zouden bereiken, had de storm hen ingehaald.

Hij vond het stom dat hij het zo ver had laten komen. Maar het prachtige zondagsweer was te verleidelijk geweest en Guppo had gezegd dat ze zijn acht meter lange kruiser mochten gebruiken, een schoonheid die hij van zijn oom had geërfd. Stride had erbij Andrea op aangedrongen dat ze met hem mee zou gaan. Normaal gesproken deden ze samen dingen in de stad, gingen ze naar een toneeluitvoering of een concert of hadden een etentje met leraren van high school. Andrea vond het heerlijk om tegenover de vrouwen met Stride te pronken, die zo sympathiek waren toen ze ging scheiden. Maar de dingen die Stride het fijnste vond deden ze niet, zoals varen op het meer. Hij wilde dat die dingen weer terug in zijn leven kwamen.

Maar de middag was een ramp geweest. Zelfs onder de warme lentezon was het nog ijskoud op het meer, met een wind die dwars door hun te dunne jacks blies. Stride was gaan vissen, maar een windvlaag had zijn hengel gebroken. Andrea was misselijk geworden en had overgegeven, doodziek door de eindeloze op en neer dansende golven. Ze hadden twee uur in dekens gehuld in de kajuit doorgebracht. Ze hadden nauwelijks iets gezegd, op een incidentele verontschuldiging van Stride en Andrea's zwakke glimlach na. Er lag een nog niet geopende fles wijn in de koelkast en er stond een uitgebreide picknicklunch klaar, die nauwelijks werd aangeraakt.

Hij bood aan om haar naar huis te brengen. Het was die dag de enige keer geweest dat er een enthousiaste uitdrukking op haar gezicht was verschenen.

En nu stond hij op het punt om hen recht de storm in te sturen. Het kon niet veel erger meer worden. Hij hoopte dat ze beneden in de kajuit zou blijven en de smerig zwarte lucht niet zou zien, die in hun richting kwam.

Stride probeerde meer snelheid uit de machine te krijgen, maar die deed zijn uiterste best al om het meer te bedwingen. Zoals de zaken er nu voorstonden, moest hij zelfs snelheid verminderen om de boot de baas te blijven. Hij stuurde de boot haaks op de golven en tegen de wind in, maar de windvlagen zorgden er steeds weer voor dat hij opzij werd geblazen. Met een zorgelijk gezicht zag hij dat de wolken de ondergaande zon hadden bereikt, waardoor er schaduwen op het blauwe water verschenen. Onmiddellijk leek de temperatuur te gaan zakken. Hij had handschoenen en een leren jack aan en een diep over zijn ogen getrokken honkbalpet van de Twins. Maar zijn oren waren ijskoud en zijn wangen verdoofd en rood van de kou.

Hij voelde handen om zijn middel glijden en even later drukte Andrea haar hoofd tegen zijn rug. Ze ging naast hem staan en hij bukte om haar een kus te geven. Ze keek hem glimlachend aan, maar haar huid was spierwit en ze had koude lippen. Toen ze in de richting van het land keek en de naderende storm zag, sperde ze haar ogen wijdopen. Ze keek hem aan, maar hij trok een gezicht alsof er niets aan de hand was.

'Hoe lang duurt het voordat we weer thuis zijn?'

Hij haalde zijn schouders op. 'Misschien een uur.'

Andrea keek een beetje bezorgd naar de storm. 'Dat ziet er niet al te best uit,' zei ze.

'Maak je geen zorgen, we worden alleen maar een beetje nat. Waarom ga je niet beneden zitten?'

Andrea wilde de waarheid niet weten. Ze wilde alleen maar comfort en weer gerustgesteld worden. Cindy zou hem goed aankijken en hem doorhebben, waarna ze net zolang zou doorvragen tot ze wist wat er met hem aan de hand was.

De waarheid was dat hij écht nerveus was. En die zorg lag als een steen op zijn maag. Hij maakte zich zorgen over de storm, want hij had bijna een jaar niet gevaren en al zijn handelingen waren nog een beetje onwennig. En hij maakte zich zorgen over het proces, dat morgen pas echt ging beginnen, nadat de jury na twee weken uitgebreide verhoren door de rechter was samengesteld.

En hij maakte zich ook zorgen over Andrea.

Hij wist niet of ze langzaam hun weg naar de liefde zochten, of dat ze gewoon eikaars pijn probeerden te verzachten.

Hun seksleven was koeler geworden. Tijdens de eerste weken waren ze op avontuur gegaan en hadden ze de maandenlange, opgekropte hartstocht verwerkt. Andrea had hem verteld dat hij een fantastische, zorgzame minnaar was en dat het zo heerlijk was als ze hem in zich voelde. Maar nu bedreven ze op onregelmatige tijden de liefde. Andrea vond het altijd goed als hij het initiatief nam, maar ze reageerde op een vreemde, afstandelijke manier, ze kuste hem, ze stond toe dat hij haar benaderde, ze bereikte zelfs orgasmen, maar liet zich niet meer zo gaan als in het begin. Hoewel Stride het nooit hardop zou zeggen, begon hij te begrijpen waarom Robin haar in bed een ijskonijn had genoemd. Ze scheen bang te zijn om zich te laten gaan. Of ze was gewoon bang.

Hij bleef zich afvragen of hij wel de juiste gevoelens koesterde, of hij de dingen voelde zoals hij ze moest voelen. Stomme vragen. Nu was het echt belangrijk dat de pijn nu iets was geworden dat hij kon beheersen. En er was nu iets veel beters in zijn leven gekomen. Hij vond het heerlijk om Andrea's lichaam dicht tegen zich aan te voelen. Hij genoot ervan dat ze hem een goed gevoel gaf. Hij wilde bij haar zijn.

Hij keek op haar neer, zag de zenuwachtige uitdrukking in haar ogen, maar zag ook de emotionele honger die ze voor hem koesterde. Iedere keer als ze hem zag, was het er. Hij wilde er zich helemaal in begraven.

'Je denkt aan het proces, hè?' vroeg Andrea.

Dat was niet zo, maar hij vond het makkelijker om ja te zeggen.

'Wat zegt Dan over de jury?' vroeg ze.

'Die is zo goed als we mogen hopen,' zei Stride. 'Dan heeft er een goed gevoel over.'

'Maar jij klinkt niet erg overtuigd.'

Stride haalde zijn schouders op. 'Ik wilde dat we meer directe bewijzen hadden gevonden. Maar Stoner is slim.'

'Dat begrijp ik niet. Je hebt haar bloed in het busje gevonden en op de plaats delict. Is dat dan niet genoeg?'

'Misschien bij sommige advocaten. Maar ik heb al eerder de degens met Archibald Gale gekruist. Hij is in staat om de jury wijs te maken dat ik haar vermoord heb,' lachte Stride.

'Gaat hij hetzelfde doen als in het proces tegen OJ? Beweren dat jij de bewijzen daar geplaatst hebt?'

Stride schudde het hoofd. 'Nee, niets van dat alles. Dat zou hier niet kunnen. Ik denk zelfs niet dat hij het DNA-onderzoek zal betwisten. Dr. Yee is daar te goed voor. Maar we hebben geen lichaam en niemand die Graeme en Rachel samen heeft gezien op de avond dat ze is verdwenen. En omdat Carvers verklaring nietig is verklaard, hebben we bovendien niemand die kan bewijzen dat ze met elkaar naar bed zijn geweest.'

'Ben je er zeker van dat hij schuldig is?'

'Ik heb het al eens eerder bij het verkeerde eind gehad. Maar alles wijst in de richting van Graeme. Ik ben er alleen niet zeker van dat we het kunnen bewijzen. En ik haat de gedachte dat die klootzak van moord wordt vrijgesproken omdat hij slimmer en rijker is dan wij. Maar ik heb een bang voorgevoel. Alsof we een stukje van de puzzel missen. En als ik er zo over denk, weet ik zeker dat Gale er ook zo over denkt. En misschien vindt hij dat stukje wel.'

'Wat mis je precies?'

'Dat weet ik niet,' zei Stride. in mijn ogen is de zaak duidelijk, maar toch kan ik het niet helpen dat we volgens mij een deel van het verhaal missen.'

Hij bestudeerde de lucht. De wolken hadden hen bijna bereikt en de blauwe lucht was nu overal zo donker alsof het bijna nacht was. De golven kwamen aanstormen en sloegen over de boeg, waardoor ze een koude douche kregen. De boot sprong omhoog, werd uit het water getild en sloeg met een klap weer in het water. Andrea verloor haar evenwicht en greep Stride bij een arm. Hij trok de gashandel naar zich toe, met als resultaat dat de boot nauwelijks overeind bleef.

De storm daalde met razend geweld op hen neer, veel erger dan Stride had verwacht. Regenvlagen sloegen tegen hun lichamen, horizontaal voortgedreven door de wind. Ze teisterden hun huid met een kracht alsof ze door duizenden bijen werden gestoken. Stride raakte verblind. Hij probeerde zijn ogen halfdicht te knijpen, maar kon nog steeds niets zien. De horizon was verdwenen. Hun enige werkelijkheid bestond uit een zwarte massa, die over hen heen golfde, en een deken van regendruppels.

Hij drukte op de knop op het controlepaneel, die ervoor zou zorgen dat het anker zou zakken. Hij wilde verhinderen dat ze zouden kapseizen. Het meer smeet de boot in het rond en liet haar op de toppen van de golven dansen. Zelfs met het neergelaten anker helde de boot zover over naar links dat Stride dacht dat ze zouden omslaan. Ze moesten de gladde, koperen reling grijpen om te voorkomen dat ze overboord zouden slaan. De boot kwam weer overeind, maar tolde in het rond. Hij probeerde de boot met de boeg in de richting van de golven te manoeuvreren, maar die pogingen bleken vruchteloos te zijn. Nu was hij echt bang dat ze in het water zouden belanden.

Als de boot zou zinken, hoopte Stride alleen maar dat hij meteen zou verdrinken. Want anders zou Guppo hem vermoorden.

Maar ze zonken niet.

Hij merkte dat de golven kleiner werden. De regen werd minder, zodat hij een stukje van de hemel kon zien, waar het een beetje helder werd. De goot danste nog steeds op en neer op de golven, maar de motor vocht weer terug en hield de boeg in dezelfde richting. Een paar tellen later was het helemaal droog. De wolken begonnen op te lossen, zodat de blauwe lucht weer verscheen. De wind werd zwakker, alsof de storm alle energie uit de atmosfeer had gezogen.

Hij zag het land weer. Hij keek op zijn horloge en zag dat er na het begin van de storm slechts twintig minuten waren verlopen.

'Het is voorbij,' zei hij. 'Kom maar kijken.'

Aarzelend keek Andrea rond, eerst naar de vreedzame lucht en vervolgens naar de storm die in de verte boven het meer verdween. Met moeite liet ze zijn broekriem los. Ze gleed uit en haar knieën knikten. Stride greep haar beet.

'Waarom ga je niet even naar beneden?' stelde hij voor. 'Ga even liggen en rust wat. We zijn weer gauw thuis.'

Ze keek hem met een flauwe glimlach aan. 'Je weet een meisje wel de tijd van haar leven te bezorgen, Jon.'

'We zullen dat nooit meer doen,' zei hij.

Andrea rekte zich uit als een kat om haar spieren een beetje los te krijgen. 'Ik heb overal pijn.' Ze keek hem aandachtig aan en stak haar hand uit om even over zijn wang te aaien. 'Gaat het?'

'Ja, prima.'

'Het lijkt wel alsof iets je dwarszit,' zei Andrea.

Hij haalde zijn schouders op. 'Gewoon het proces. Zo ben ik voor de aanvang altijd.'

Andrea bleek niet erg overtuigd te zijn. 'Komt het door mij?'

Hij liet het roer los en nam haar gezicht in zijn handen. 'Je bent het beste wat me sinds lange tijd is overkomen.'

Dat was de waarheid.

'Ik weet het niet, Jon. Kunnen twee gewonde mensen het opnieuw proberen?'

'Hoe zullen we anders beter kunnen worden?' zei hij.

Andrea greep zijn hand en keek hem doordringend aan. 'Ik hou van je, Jon.'

Stride wachtte enige ogenblikken te lang, maar zei toen tegen haar: 'Ik hou ook van jou.'