***

Heather Hubble sloeg op Highway 53 linksaf en reed een onopvallende zandweg op, ongeveer vijftien kilometer ten westen van Duluth. Haar auto schudde en stuiterde over het ongelijke wegdek. Op de stoel naast haar zat Lissa, haar zesjarige dochter, met de auto mee te schudden.

Het was laat op de donderdagmiddag. Bij het maken van foto's van de half ingestorte schuur, die zich een paar kilometer zuidelijker bevond, wilde ze voordeel putten uit de naderende schemering en de langer wordende schaduwen. Ze had gewacht tot de herfstkleuren om haar heen over hun hoogtepunt waren. De felrode bladeren hadden nu een roestkleur gekregen. De gele waren verschoten en groenig geworden. Veel bladeren waren al van de bomen gevallen en zouden nu op de grond om de schuur liggen. Dat was perfect. Ook de schuur verkeerde in het laatste stadium van verval. De beelden op de foto's zouden dat alleen maar versterken.

'Ik vind deze weg leuk, mama,' zei Lissa, die op en neer sprong op haar stoel. 'Hij is erg hobbelig en dat is leuk.'

Lissa drukte haar neus tegen de ruit en keek naar de bomen. Een gestage regen van droge bladeren zweefde door de lucht.

'Hoever nog?' vroeg Lissa ongeduldig.

'Het is nu niet ver meer,' zei Heather.

Ze namen een bocht, en de schuur verscheen links van hen in het veld. In Heathers ogen was hij prachtig en romantisch, hoewel het in werkelijkheid een ruïne was en al lang niet meer in gebruik. Heather kon zich niet voorstellen dat hij het nog een seizoen langer zou volhouden, hoewel ze dat al verscheidene jaren dacht. Ze vermoedde dat het gewicht van de sneeuw dit jaar voor nieuwe gaten in de rest van het dak zou zorgen, dat op verscheidene plaatsen reeds was ingestort. De rode verf van de schuur was verschoten, gebarsten en op sommige plekken verdwenen. De ramen waren door tieners met stenen allemaal ingegooid. Het gehele raamwerk leek naar binnen te leunen, de muren waren kromgetrokken en wankel. Misschien kon ze in februari nog eens gaan kijken, maar dan zou de schuur misschien niet meer zijn dan een met sneeuw bedekte hoop versplinterde balken.

Ze reed de groene, met onkruid overwoekerde oprit op, die eigenlijk helemaal geen oprit was, maar meer een pad dat in de loop van de jaren door de bezoekers van de schuur was gecreëerd. Ze parkeerde de auto en stapte uit. Lissa stapte ook uit, zij het met veel moeite.

'Volgens mij ben ik hier nooit geweest, hè, mama?' vroeg Lissa.

'Nee, ik denk het niet. Volgens mij zat je altijd op school als ik hierheen ging.'

'Hij ziet er maar vervallen uit, hè?'

Heather lachte. 'Nou, dat is zeker.'

'Mag ik een beetje rondkijken?'

'Natuurlijk. Maar je mag niet de schuur in. Dat is niet veilig.'

'Het ziet eruit alsof het hier kan spoken,' zei Lissa. 'Wat vindt u ervan?'

'Dat zou kunnen,' zei Heather tegen haar.

'Hoe wist u dat deze schuur hier stond?' vroeg Lissa.

Heather glimlachte. 'Toen ik nog een tiener was, kwam ik hier vaak. Dat deden heel veel kinderen.'

'Wat deed u dan hier?' vroeg Lissa.

'We bekeken gewoon alles. Zoals jij nu.'

Het had geen enkel nut om de ware reden te vertellen. Vroeger kwamen zij en tientallen andere tieners hier om seks te hebben. Het was de populairste plek in de county om hét te doen. Het werd op een gegeven moment zo erg dat er een geheime afsprakenlijst op school rondging, zodat er niet te veel auto's op hetzelfde moment achter de schuur stonden geparkeerd. Heathers eerste seksuele ervaring was achter de schuur geweest, in de achterbak van een pick-up, onder de sterren.

Ze vroeg zich af of de schuur nog steeds door leerlingen werd bezocht. Er waren nog genoeg elkaar overlappende bandensporen te zien, die naar de achterzijde liepen. Bovendien zag ze overal lege bierflesjes in het veld liggen. Als ze goed keek, zou ze waarschijnlijk ook nog gebruikte condooms vinden.

Heather keek Lissa nog eens aan. 'En je mag ook niets oprapen.'

Lissa keek een beetje teleurgesteld. 'Nou, dat is helemaal niet leuk.'

Heather gaf een beetje toe. 'Je mag stokken en stenen oprapen, maar geen dingen van mensen, oké? Als je niet weet wat het is, mag je het niet aanraken.'

Lissa haalde haar schouders op. 'Oké.'

Moeder en dochter zochten beiden hun eigen weg. Heather hield Lissa in de gaten, toen die in de bosjes verdween. Tevreden dat haar dochter oké was, begon Heather de juiste plek voor haar foto te zoeken. Ze liep door het terrein om een hoek te vinden die volgens haar goed was. Toen ze de juiste plek had gevonden en haar spullen begon op te zetten, zag ze Lissa achter de schuur verdwijnen.

'Wees voorzichtig daar,' schreeuwde Heather. Lissa riep iets terug, maar dat verstond Heather niet.

Ze knielde en keek door de zoeker van de camera en zag het beeld in het frame duidelijker worden. Achter haar bereikte de zon de toppen van de hoogste bomen. Heather voelde zich opgewonden worden en haar vingers begonnen te trillen. Dat gebeurde altijd als ze wist dat ze precies had gevonden wat ze zocht. Ze nam enige ogenblikken de tijd om steeds weer opnieuw de lichtsterkte te meten en het beeld scherper in te stellen. Toen ze eindelijk klaar was, drukte ze de sluiter in, en toen weer, en weer. En elke keer hoorde ze het zoemen van de film als hij weer een beetje doorschoof.

'Mama!' schreeuwde Lissa vanachter de schuur. 'Kom eens kijken!'

'Ik kom zo, lieverd,' riep Heather terug.

'Kijk, kijk, kijk,' riep Lissa. Ze kwam hardlopend achter de schuur vandaan.

'Lissa, mama heeft het nu druk, wat is er?'

'Kijk eens wat ik gevonden heb. Is dat niet mooi?'

Heather liet de camera lang genoeg met rust om te zien dat Lissa een gouden armband in haar handen hield. 'Waar heb je die gevonden, schat?'

'Achter de schuur.'

Heather keek een beetje boos. 'Heb ik je niet gezegd dat je niets mocht oprapen? Dingen van mensen?' 'Ja, maar dit is anders,' drong Lissa aan.

'Hoe anders?'

'Het is niet gevaarlijk of zo, het is gewoon een armband.'

'Ja, en het is een armband die van iemand anders is. En die zal waarschijnlijk wei terugkomen om ernaar te zoeken,' zei Heather. 'Nou, leg hem terug op de plek waar je hem gevonden hebt.'

'Bedoelt u, dat ik hem niet mag houden?'

Heather zuchtte. Het was altijd hetzelfde met Lissa en sieraden. 'Nee, je mag hem niet houden. Hij is van iemand anders. Leg hem nu terug.'

'Volgens mij willen ze hem niet meer,' mopperde Lissa. 'Hij is helemaal smerig.'

'Waarom zou jij hem dan willen hebben?'

Lissa was niet in staat om deze vraag onmiddellijk te beantwoorden. Ze dacht even na. 'Ik zou hem schoon kunnen maken,' zei ze.

'En dat geldt ook voor de persoon van wie die armband is. Nu geen tegenspraak meer. Leg hem terug.'

Lissa gaf het op en liep met een ongelukkig gezicht terug, naar de achterzijde van de schuur. Opgelucht wijdde Heather haar aandacht weer aan haar camera. Opnieuw keek ze door de zoeker.

Perfect.

Achter de schuur legde Lissa met tegenzin de armband op de plek waar ze hem gevonden had. Dat was op een modderig stuk, aan de rand van het terrein. Maar eigenlijk was het niet erg eerlijk. Zij geloofde niet dat er iemand terug zou komen om ernaar te zoeken.

'Maar mama denkt van wel,' mompelde Lissa zachtjes.

Nadat ze hem had teruggelegd, ging Lissa verder met haar speurtocht. Ze had al een succesvolle verzameling aangelegd, waaronder verscheidene interessante stenen en verscheidene mooie, blauwe bloemen, die ze allemaal in haar jaszakken had gestopt. Ze was zich niet bewust van het feit dat de tijd verstreek. In haar ogen was het slechts een ogenblik later, toen ze opkeek en zag dat de zon achter de bomen verdwenen was.

Op datzelfde moment hoorde ze haar moeder roepen: 'Lissa, kom, het is tijd om weg te gaan!'

Voor deze ene keer hoefde ze geen tweede keer geroepen te worden. Ze rende het terrein af in de richting van de schuur. Maar terwijl ze dat deed, liep ze vlak langs de modderplas waarin de armband lag.

'Lissa!' riep haar moeder opnieuw.

Lissa dacht even na. Ze wilde heel graag die armband hebben, en het was wel erg slordig van de eigenaar om hem hier achter te laten. Trouwens, ze kon hem gewoon houden en schoonmaken en ze zou hem veilig bewaren tot de eigenaar hem terug wilde hebben. Maar ze dacht nog steeds dat die persoon hem misschien gewoon had weggegooid.

Mama begreep het gewoon niet. Die hield trouwens helemaal niet van sieraden.

Vlug bukte Lissa zich, greep de armband en stak hem diep in haar jaszak. 'Ik kom,' riep ze en rende naar de voorzijde van de schuur.