28

Wederom zijn de rechercheurs Rizzoli en Frost mijn sportschool binnengevallen en ditmaal hebben ze een keurig geklede, zwarte heer bij zich wiens zachte stem en beschroomde houding aangeven dat hij in tegenstelling tot hen geen politieman is. Mijn klas raakt ontwricht door de onverwachte storing. De leerlingen staan er verloren bij nu hun vechtoefening zo abrupt is onderbroken. Alleen Bella komt in actie. Ze loopt snel langs de leerlingen en komt naast me staan. Ze gedraagt zich als een lijfwacht, ondanks haar geringe lengte van één meter eenenzestig, inclusief haar rechtopstaande haar. Het verbaast mij niet dat de bezoekers zijn gekomen en ik kijk Bella aan met een blik die haar vertelt: Zeg niets. Laat mij dit regelen.

Rechercheur Rizzoli opent het gesprek. Zoals verwacht. Zij draagt haar gezag als een blazoen. ‘Ik heb begrepen dat u een antiek zwaard in uw bezit hebt, mevrouw Fang,’ zegt ze. ‘Ik verzoek u dat zwaard aan mij over te dragen.’

Ik richt mijn blik op rechercheur Frost. Het is een kille, beschuldigende blik en op zijn wangen verschijnt een blos van schaamte. Op de avond dat we samen hebben gegeten, de avond dat er een vriendschap tussen ons begon te ontluiken, heb ik hem toegestaan Zheng Yi vast te houden en hem de geschiedenis van het zwaard verteld. Die avond zag ik goedheid op zijn gezicht. Nu trekt dat gezicht strak tot een masker dat niets loslaat over onze eerdere toenadering. Het is duidelijk dat hij vóór alles een politieagent is, wat elke kans op vriendschap tussen ons bederft.

‘We hebben een huiszoekingsbevel,’ zegt rechercheur Rizzoli, ‘voor het geval u verkiest het wapen niet vrijwillig aan ons te overhandigen.’

‘Als ik u mijn zwaard geef, wat gaat u er dan mee doen?’ vraag ik.

‘Het onderzoeken.’

‘Waarom?’

‘Om vast te stellen of het gebruikt is bij het plegen van een misdaad.’

‘Zal het onbeschadigd aan me worden geretourneerd?’

‘Mevrouw Fang, we zijn hier niet om te onderhandelen. Waar is het zwaard?’

Bella doet een stap naar voren. Woede zindert om haar heen als het zacht zoemende geluid van een hoogspanningskabel. ‘U kunt het niet zomaar confisqueren!’

‘Jawel. Daar heb ik het volste recht toe.’

‘Zheng Yi bevindt zich al vele generaties in mijn familie,’ zeg ik. ‘Ik heb het nog nooit afgestaan.’

Rechercheur Rizzoli fronst haar wenkbrauwen. ‘Wat is Zheng Yi?’

‘De naam die het zwaard heeft gekregen toen het is gesmeed. Het betekent “gerechtigheid”.’

‘Het zwaard heeft een naam?’

‘Waarom verbaast dat u? Is er in uw westerse cultuur geen legende over een zwaard met de naam Excalibur?’

‘Mevrouw Fang,’ zegt de zwarte man op een beleefde toon. ‘Het laatste wat ik zou willen, is dat het zwaard op enigerlei wijze wordt beschadigd. Ik weet hoe waardevol het is en beloof u dat ik er zorgvuldig mee zal omgaan.’

‘Waarom zou ik u geloven?’ vraag ik.

‘Omdat het mijn werk is dergelijke wapens te beschermen en te behouden. Ik ben doctor Calvin Cherry van het Arthur Sackler Museum en ik heb al veel antieke zwaarden onderzocht. Ik ken hun geschiedenis. Ik weet aan welke oorlogen ze hebben deelgenomen.’ Hij buigt zijn hoofd. Het is een respectvol gebaar dat indruk op me maakt. ‘Het zou me een eer zijn als u me toestond Zheng Yi te bekijken,’ zegt hij rustig.

Ik kijk hem aan en zie in zijn vriendelijke, bruine ogen een oprechtheid die ik niet had verwacht. Hij spreekt de naam perfect uit, waardoor ik weet dat hij het Mandarijn beheerst. Nog belangrijker is dat hij weet dat een goed wapen gerespecteerd dient te worden uit eerbied voor het talent van de maker en alle eeuwen die het heeft overleefd.

‘Komt u mee,’ zeg ik. ‘Bella, neem de klas van me over.’

Ik ga de bezoekers voor naar mijn kantoor en doe de deur dicht. Dan haal ik een sleutel uit mijn zak en ontsluit de kast waarin de in zijde gewikkelde bundel op de plank ligt. Ik bied hem met beide handen aan doctor Cherry aan.

Hij maakt een lichte buiging, neemt hem van me over en legt hem voorzichtig op mijn bureau. Rechercheurs Rizzoli en Frost kijken toe als hij de rode zijde lap openvouwt en het in de schede gestoken wapen zichtbaar wordt. Hij neemt een ogenblik de tijd om de schede te bekijken, die is vervaardigd van gelakt hout met bronzen decoraties. Het handvat is eveneens van gelakt hout, maar overtrokken met de groen geverfde huid van een pijlstaartrog. Als hij het zwaard uit de schede trekt, maakt de kling een muzikaal geluid dat me een rilling van genot bezorgt.

‘Liuye dao,’ zegt hij zachtjes.

Ik knik. ‘Een wilgenbladzwaard.’

‘En u zegt dat het eigendom is van uw familie?’

‘Het was van mijn moeder. En voorheen was het van háár moeder.’

‘Hoeveel generaties is het al in het bezit van uw familie?’

‘Sinds generaal Washi.’

Hij kijkt verrast op. ‘Echt waar?’

‘Het is onze stamboom.’

Rechercheur Rizzoli vraagt. ‘Die generaal. Wie was hij precies?’

‘Dit stukje geschiedenis interesseert u vast, rechercheur Rizolli,’ zegt doctor Cherry. ‘Generaal Washi was een vrouw en ze was de beroemdste dubbele dao-master aller tijden. Een krijger die vocht met twee zwaarden, één in elke hand. Ze had in de tijd van de Mingdynastie het bevel over duizenden soldaten. Ze voerde hen aan bij aanvallen tegen die Japanse piraten waar ik u over heb verteld.’ Hij bekijkt me verwonderd. ‘En u stamt van haar af.’

Ik glimlach en knik. ‘Het doet me plezier dat zij u bekend is.’

‘Dit is ongelooflijk! Het idee dat…’

‘Doctor Cherry,’ komt rechercheur Rizzoli tussenbeiden. ‘U zou het zwaard bekijken.’

‘O ja. Natuurlijk.’ Hij haalt een bril uit zijn zak en zet hem op. Achter de brillenglazen knijpt hij zijn bruine ogen geconcentreerd tot spleetjes. ‘Het heeft de bekende kromming van een wilgenbladzwaard. Het is een erg oud ontwerp,’ legt hij aan de twee rechercheurs uit. ‘Het is iets korter dan de meeste zwaarden, maar dat is logisch als het speciaal voor een vrouwenhand is ontworpen. De bloedgroeven zijn ook typerend. Die hebben tot doel de kling iets lichter in gewicht te maken. Kijk die etsen in het staal toch eens! Het is niet te geloven hoe diep ze nog zijn! En het handvat, je zou denken dat dit het originele handvat was, als je niet wist dat dit zwaard minstens vijfhonderd jaar…’ Hij zwijgt. Boven zijn bril zie ik de frons dieper worden. Een paar ogenblikken zegt hij helemaal niets. Hij brengt de dao dicht bij zijn bril en bestudeert het snijvlak van de kling. Hij test de buigzaamheid. Tot slot haalt hij een vergrootglas uit zijn zak om de geëtste vlakken te bekijken.

Uiteindelijk richt hij zich op en kijkt me aan. Ik zie een eigenaardige droefenis in zijn ogen. Een bijna spijtige blik. Zwijgend steekt hij de dao terug in de schede en houdt die aan me voor. ‘Mevrouw Fang,’ zegt hij. ‘Dank u dat u me hebt toegestaan Zheng Yi te bekijken.’

‘Bent u ermee klaar?’ vraag ik.

‘Het blijkt uiteindelijk niet nodig te zijn hem mee te nemen.’

Rechercheur Rizzoli protesteert. ‘Doctor Cherry, het zwaard moet op het forensisch laboratorium onderzocht worden.’

‘Ik verzeker u dat dit niet het wapen is dat u zoekt.’

Rizzoli kijkt naar Frost. ‘Is dit niet het zwaard dat jij hebt gezien?’

Frost kijkt verward. Zijn blik gaat op en neer tussen mijn gezicht en het zwaard dat nog op mijn handpalmen rust. Zijn gezicht wordt vuurrood als hij beseft dat hij zich misschien heeft vergist.

‘Ja of nee?’ vraagt ze ongeduldig.

Frost schudt zijn hoofd. ‘Ik weet het niet zeker. Ik heb het toen maar heel eventjes gezien.’

‘Rechercheur Frost,’ zeg ik kil. ‘Ik hoop dat u bij uw volgende bezoek zo beleefd zult zijn me te vertellen wat u in werkelijkheid van me wilt.’

Mijn stekelige opmerking treft doel. Hij krimpt ineen alsof hij is geslagen.

Rechercheur Rizzoli zucht. ‘Mevrouw Fang, ongeacht wat doctor Cherry zegt, moeten we het zwaard meenemen om het te laten onderzoeken.’ Ze steekt haar handen uit en wacht tot ik het kostbare voorwerp zal afstaan.

Na een korte pauze leg ik het in haar handen. ‘Ik verwacht het onbeschadigd terug te krijgen.’

Als de bezoekers vertrekken zie ik rechercheur Frost met een blik vol spijt omkijken, maar ik draag mijn minachting als een schild waar verontschuldigingen op afketsen. Met een verslagen houding loopt hij de kamer uit.

‘Sifu?’ zegt Bella zachtjes als ze mijn kantoor betreedt.

In de zaal blijven de leerlingen sparren en schoppen, grommen en zweten. Bella doet de deur dicht opdat zij de voldane blik niet zullen zien waarmee we elkaar aankijken.

Zet, tegenzet. Het schaakspel duurt voort en de politie staat nog steeds een zet achter.