23

‘Met luminol zal de hele tent oplichten als een kerstboom,’ zei Jane. ‘De makelaar zei dat ze na de schietpartij de muren en de vloer alleen maar gewoon hebben gesopt. Ze hebben zelfs het linoleum niet vervangen. Ik snap dus niet goed wat je hoopt te vinden.’

‘Maar als we het niet proberen, zullen we het nooit weten,’ zei Maura.

Ze stonden voor de deur van de voormalige Red Phoenix te wachten op de ploeg van de technische recherche. Het moest helemaal donker zijn om het interieur met luminol te kunnen onderzoeken en dit was het uur waarop de schemering langzaam overging in de nacht. De naderende duisternis bracht een vochtige kou met zich mee waardoor Maura er spijt van had dat ze haar regenjas had aangetrokken en niks warmers bij zich had. Aan het begin van Knapp Street brandde een straatlantaarn, maar in het deel van de straat waar ze stonden was het donker. Het gebouw met de getraliede ramen en het metalen hek voor de voordeur zag eruit als een gevangenis waarin geesten hermetisch waren opgesloten.

Jane gluurde door het raam van het restaurant en huiverde zichtbaar. ‘Wij zijn er laatst binnen geweest. Het is er doodeng en het stikt er vermoedelijk van de kakkerlakken. Het staat trouwens helemaal leeg. Veel valt er niet te zien.’

‘Het bloed is er nog,’ zei Maura. Met zeepsop en borstels kon alleen verwijderd worden wat je met het blote oog kon zien; de chemische afdruk van bloed op vloeren en muren was echter onuitwisbaar. Met luminol kon je oude vlekken en voetafdrukken ontdekken die bij eerdere onderzoeken over het hoofd waren gezien.

Ze draaide zich om en kneep haar ogen half dicht tegen het felle licht van de koplampen van een auto die de hoek om kwam, langzaam naar hen toe reed en stopte. Frost en Tam stapten uit.

‘Hebben jullie de sleutel gekregen?’ vroeg Jane.

Frost haalde hem uit zijn zak. ‘Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad voordat Kwan bereid was hem af te geven.’

‘Waarom doet hij daar zo moeilijk over? Het is niet zo dat hier iets valt te stelen.’

‘Als we iets beschadigen, zei hij, zakt de waarde van het pand.’

Jane snoof. ‘Zelfs een staaf dynamiet zal de waarde van het pand alleen maar opkrikken.’

Frost ontsloot de deur en draaide de lichtschakelaar om. Er gebeurde niets. ‘O, is deze lamp nu ook doorgebrand?’ zei hij.

In het donkere interieur bewoog zich iets, opgeschrikt door de onverwachte invasie. Maura knipte haar zaklantaarn aan en zag een paar kakkerlakken voor het licht vluchten en onder de bar verdwijnen.

‘Getver,’ zei Frost. ‘Het krioelt onder die bar natuurlijk van die beesten.’

‘Leuk ben jij,’ mompelde Jane. ‘Nu krijg ik dat beeld niet meer uit mijn hoofd.’

De lichtbundels van hun zaklantaarns gingen heen en weer, elkaar kruisend in het donker. Zoals Jane had gezegd, was het restaurant helemaal leeg, maar terwijl ze om zich heen keken zag Maura in gedachten wat ze op de foto’s uit het politiedossier had gezien. Joey Gilmore op de grond voor de bar. James Fang erachter. Ze draaide zich om naar de hoek waar meneer en mevrouw Mallory vermoord waren en zag wat ze op de foto’s had gezien. Arthur die voorover op de tafel was gevallen. Dina languit op de vloer.

‘Volk!’ riep iemand. ‘Rechercheur Rizzoli?’

‘Ja, kom maar binnen,’ zei Jane.

Een paar duellerende lichtbundels voegde zich bij die van hen toen twee mannen van de technische recherche binnenkwamen. ‘Mooi donker hier,’ zei een van hen. ‘En zonder meubels gaat het lekker snel.’ Hij zakte op zijn hurken om naar de vloer te kijken. ‘Is dit het linoleum van toen?’

‘Dat is ons verteld,’ zei Tam.

‘Het ziet er wel naar uit. Het is helemaal platgelopen en zit vol krassen en groeven. Het zal mooi oplichten.’ Hij had een buik alsof hij acht maanden zwanger was en kreunde toen hij weer overeind kwam.

Zijn magere collega, die boven hem uit torende, vroeg: ‘Wat hoopt u te vinden?’

‘Dat weten we niet precies,’ zei Jane.

‘U moet een reden hebben om hier na negentien jaar opnieuw te gaan zoeken.’

In de daaropvolgende stilte voelde Maura dat ze een kleur kreeg. Ze vroeg zich af of de verantwoordelijkheid voor deze onderneming geheel en al op haar schouders zou komen te rusten. Toen zei Jane: ‘We hebben redenen om aan te nemen dat het geen geval van moord en zelfmoord was.’

‘Met andere woorden, we zoeken naar voetafdrukken op vreemde plaatsen? Sporen van een indringer?’

‘Zoiets.’

Zijn dikke collega zuchtte. ‘Als u het zegt. Dan moeten we dus de hele tent onder de loep nemen.’

‘Ik help u wel even de spullen uit de auto te halen,’ zei Tam.

De mannen brachten belichtingsapparatuur, videocamera’s, verlengsnoeren en chemicaliën naar binnen. De lampen van het restaurant waren allemaal doorgebrand, maar de elektriciteit was nog aangesloten en toen ze de stekker van een meegebrachte lamp in een stopcontact staken, leek het licht zo fel als de zon. Een van de technici begon het zaaltje te filmen, terwijl zijn collega dozen met chemicaliën uit een koelbox haalde. Nu pas, in het licht, herkende Maura de mannen. Het waren de technici die de plaats delict op het dak ook hadden onderzocht.

De man met de videocamera draaide langzaam rond om het hele vertrek te filmen. ‘Oké, Ed. Zullen we beginnen?’

‘Zodra iedereen een masker en een bril heeft opgezet,’ antwoordde Ed. ‘In die doos daar liggen mondmaskers. Volgens mij zijn er genoeg voor iedereen.’

Tam reikte Maura een stofbril en een mondmasker aan ter bescherming tegen de luminoldampen. Ze trok de elastiekjes over haar hoofd. Pas toen iedereen een bril en masker op had, begon Ed – ze wist nu tenminste hoe de lange man heette – de chemicaliën te mengen. Hij liet de vloeistof ronddraaien in een mengbeker en goot de inhoud toen in een spuitfles. ‘Wie wil de zorg voor het licht op zich nemen?’

‘Dat doe ik wel,’ zei Frost.

‘Zo dadelijk zie je geen hand voor ogen. Blijf dus bij de lamp, anders kunt u straks de schakelaar niet vinden.’ Ed keek om zich heen. ‘Waar wilt u dat ik begin?’

‘Hier.’ Jane wees naar de vloer voor de bar.

Ed nam zijn positie in en zei tegen Frost. ‘Licht uit.’

Op slag was het aardedonker. De duisternis leek het geluid van Maura’s ademhaling achter het masker te versterken, waardoor het sissen van de spuitfles waarmee Ed een mist van luminol liet vrijkomen, in haar oren heel zwak klonk. Een blauwgroen geometrisch patroon verscheen op de vloer toen de luminol reageerde met sporen van oude hemoglobine. Elke keer dat er bloed op een vloer druppelt, spat of vloeit, laat het een echo van zijn aanwezigheid achter. Het bloed dat negentien jaar geleden in dit linoleum was gedrongen, had zich zo diep in de krassen en kloven vastgezet dat je het er nooit meer uit kon verwijderen, ongeacht hoe hard je schrobde.

‘Licht aan.’

Frost drukte op het knopje. Ze knipperden tegen het felle licht. De blauwgroene gloed was meteen verdwenen en de vloer zag er weer net zo uit als daarstraks.

Tam keek op van zijn laptop, waarop hij de foto’s had gedownload die de politie indertijd op de plaats delict had genomen. ‘Alles komt precies overeen met wat ik hier zie,’ zei hij. ‘Geen verrassingen. Dat is de plek waar Joey Gilmore lag.’

De technici verplaatsten het statief met de camera naar de smalle ruimte achter de bar en namen hun posities in. Frost deed het licht uit. Weer hoorden ze het sissen van de spuitfles en weer verscheen er op de vloer een gekleurd patroon. Dit was de plek waar James Fang was gestorven. De muur lichtte ook op, blauwgroene vlekjes die aangaven waar het bloed van de kelner ertegenaan was gespat, als zwakke echo’s van een doodskreet.

In dit pand wachtten hun nog veel meer van die kreten.

Ze verplaatsten de apparatuur naar de hoek waar de Mallory’s waren gestorven. Twee lijken, dus tweemaal zoveel bloed, en de doodskreten waren hier oorverdovend, een horrorshow van vlekken en vegen die in de duisternis oplichtten.

Frost deed het licht weer aan. Zwijgend bleef de groep staan kijken naar het kale stukje vloer dat zojuist zo fel was opgelicht. Tot nu toe waren ze geen verrassingen tegengekomen, maar wat ze hadden gezien, was erg genoeg.

‘Nu de keuken,’ zei Jane.

Ze liepen in ganzenpas de keuken in. Daar leek het een stuk kouder te zijn, zo koud dat Maura er kippenvel van kreeg. Ze keek om zich heen en zag een koelkast, een oude afzuigkap en een fornuis. De vloer was hier van beton, om het schoonmaken van de onvermijdelijke vetspatten en gemorste vloeistoffen, ook bloed, te vergemakkelijken. Maura ging huiverend bij de kelderdeur staan terwijl de mannen de lamp, het statief met de camera en de chemicaliën binnenbrachten. In het harde licht van de lamp keken Ed en zijn partner fronsend om zich heen.

‘Er staat hier nogal wat half verroeste apparatuur,’ zei Ed. ‘Roest reageert met luminol.’

‘Het gaat ons om de vloer,’ zei Maura. ‘In het bijzonder om deze plek hier, waar ik sta, want daar lag de dode kok.’

‘Dan zullen we daar een hoop bloedsporen vinden. Surprise surprise,’ zei Ed op een onmiskenbaar sarcastische toon.

‘Als u vindt dat u hier uw tijd verdoet, geeft u mij die spuitfles maar, dan doe ik het zelf wel,’ zei Maura bits.

Er viel een doodse stilte. De technici keken elkaar aan. Toen zei Ed: ‘Zou u ons willen vertellen wat u zoekt, dokter Isles? Zodat wij ook de logica hiervan kunnen inzien?’

‘Dat weet ik zelf pas als ik het zie. Laten we beginnen met de deur naar het restaurant.’

Ed knikte naar Frost. ‘Licht uit.’

De plotselinge duisternis in de keuken was zo volkomen dat Maura bijna haar evenwicht verloor, duizelig door het gebrek aan zichtbaar houvast en omdat ze opeens niet meer wist wie of wat zich om haar heen bevond. In deze duisternis zou er iemand naast haar kunnen komen staan zonder dat ze daar erg in had. De spuitbus siste. Toen er, als bij toverslag, blauwgroene strepen oplichtten op de vloer, kreeg ze kippenvel, alsof er een geest vlak langs haar heen zweefde. De geesten zijn hier nog, dacht ze, de geesten van het vergoten bloed dat voor eeuwig in de vloer zit. Weer hoorde ze gesis, en er verschenen nieuwe patronen.

‘Ik zie hier voetafdrukken,’ zei Ed. ‘Mogelijk van een vrouwenschoen, maat 35 of 36.’

‘Die staan ook op de foto’s uit het dossier,’ zei Tam. ‘De vrouw van de kok was de eerste die hiernaartoe was gekomen. Het gezin woonde in een van de flats boven het restaurant. Toen ze het schot hoorde, is ze via de achterdeur naar binnen gegaan en heeft ze hier haar man gevonden. Ze is met zijn bloed aan haar schoenen doorgelopen naar het restaurant, waar ze de andere slachtoffers zag.’

‘Dat is inderdaad wat ik hier zie. Afdrukken van schoenzolen die in de richting van het restaurant lopen.’

‘De kok lag hier,’ zei Maura. ‘We kunnen beter deze plek onder de loep nemen.’

‘Zo dadelijk,’ zei Ed. Maura vond hem geïrriteerd klinken. ‘We komen daar heus nog wel aan toe.’

‘Oké, Ed, ik heb dit stukje op film.’

‘Mooi, dan kunnen we verder.’

Maura hoorde gesis en meteen verschenen er nog meer voetafdrukken, een lichtgevend spoor dat liet zien wat de vrouw van de kok had gedaan. De technici volgden het spoor nu in omgekeerde richting tot er een grote vlek oplichtte. Daar had de plas bloed gelegen die uit de wond aan Wu Weimins slaap was gestroomd. Maura had het autopsierapport gelezen en de close-upfoto gezien van het bedriegelijk kleine gaatje in de huid en het schedelbot, dat geen enkele indicatie gaf over de enorme schade aan de hersenen. Het hart van de kok was nog een paar ogenblikken blijven kloppen en het bloed dat daardoor naar buiten was gestuwd, had een snel stollend aureool rond zijn hoofd gevormd. Dit was de plek waar zijn vrouw naast hem was gehurkt, met haar schoenen in zijn bloed. Zijn lichaam moest nog warm zijn geweest.

‘Licht aan.’

Maura keek met knipperende ogen naar de vloer die er nu weer uitzag als kaal beton. Terwijl Ed de fles bijvulde bleef zij de plas bloed en de sporen van de aanwezigheid van de vrouw zien.

‘Nu alleen dat gedeelte daar nog,’ zei Ed. Hij wees naar de achterdeur die uitkwam op de steeg. ‘Is de vrouw via dezelfde weg vertrokken als ze is binnengekomen?’

‘Nee,’ zei Tam. ‘Volgens het rapport van Ingersoll is ze via de voordeur naar buiten gerend en door Knapp Street naar Beach Street gehold om hulp te halen.’

‘Dan zouden we hier dus geen bloed moeten zien.’

Tam keek naar zijn laptop. ‘Ik zie ook geen bloed op deze foto.’

Maura zag Ed op zijn horloge kijken. Ze wist dat het al laat was. Alles wat ze tot nu toe hadden gefilmd kwam overeen met wat ze hadden verwacht te zullen vinden. Ze wist nu al wat deze twee straks tegen elkaar zouden zeggen en wat het hele Boston PD later te horen zou krijgen. Dokter Isles heeft ons voor niks laten opdraven.

Had ik dit niet moeten doen? dacht ze. Heb ik voor al deze mensen hun avond verpest, enkel en alleen omdat ik heb geluisterd naar de twijfels van een zestienjarige jongen? Maar ze had Rats twijfels gedeeld. Nadat hij weer naar zijn school was teruggekeerd en zij in haar eentje was achtergebleven in een huis waar het akelig stil was, had ze zich urenlang gebogen over de rapporten en foto’s van het Red Phoenix-dossier. De verwarrende details die de jongen meteen waren opgevallen, waren in haar ogen hoe langer hoe verdachter geworden.

‘Laten we dit even afmaken, dan kunnen we naar huis,’ zei Jane, vermoeid en bijna kribbig.

Weer ging het licht uit. Maura balde haar handen tot vuisten, blij dat de anderen in het donker haar gezicht niet konden zien. Ze hoorde aan het sissen dat er weer een wolk luminol uit de fles werd gespoten.

Toen zei Ed: ‘Zien jullie wat ik zie?’

‘Licht aan!’ zei Jane. Frost drukte op de knop.

In het licht staarden ze allemaal zwijgend naar het beton.

‘Dit staat op geen van de foto’s uit het dossier,’ zei Tam.

Ed fronste zijn wenkbrauwen. ‘Ik zal de film even terugspoelen,’ zei hij. Ze verdrongen zich om de camera toen hij de film terugdraaide en op PLAY drukte. Op het schermpje van de camera zagen ze drie blauwgroene vlekken, die naar de deur van de steeg liepen. Twee waren uitgesmeerd en vervormd, maar de derde was onmiskenbaar een kleine voetafdruk.

‘Misschien heeft dit niets met de schietpartij te maken,’ zei Jane. ‘Deze vlekken kunnen op een ander tijdstip zijn achtergebleven.’

‘Twéé bloederige incidenten in één en dezelfde keuken?’ zei Tam.

‘Maar hoe komt het dat deze voetafdrukken niet te zien zijn op de foto’s in het dossier?’

‘Omdat iemand dit stukje vloer heeft schoongemaakt voordat de politie kwam,’ zei Maura zachtjes. Het bloed had echter zijn sporen onuitwisbaar achtergelaten. Onzichtbaar voor het blote oog, maar niet voor luminol.

Iedereen was verbluft door de ontdekking. Er was een kind in deze keuken geweest, een kind dat dwars door het bloed naar de achterdeur was gelopen.

‘De kelder,’ zei Jane. Ze liep naar de kelderdeur en deed hem open. Maura kwam naast haar staan. Jane richtte haar zaklantaarn op de houten trap. Vanuit de duisternis in de diepte steeg de geur van vochtige stenen en schimmel op. De lichtbundel van Jane’s zaklantaarn priemde in het donker. Maura ving een glimp op van grote tonnen en blikken met kookolie die na twintig jaar vast bedorven was.

‘De kok is hier gestorven. Hij lag voor deze deur,’ zei Jane. Ze draaide zich om naar Ed. ‘Ik wil de bovenste traptreden zien.’

Nu keek niemand meer ongeduldig, niemand zuchtte of keek op zijn horloge. De technici brachten snel het statief in positie en richtten de lens van de camera op de keldertrap. Alle aanwezigen bukten zich naar de deuropening toen Frost het licht uitdeed en Ed voor de laatste keer de spuitfles liet sissen. Toen pas zagen ze dat bloed vanuit de keuken op de bovenste tree was gedropen.

En dat op die tree de afdruk van een kleine schoen te zien was.