Humeurig en verdrietig

 

 

 

Het speciale spelletje ging door en ik speelde het met papa wanneer hij maar wilde. Als hij er blij van werd, was ik ook blij. Ik vond het niet echt leuk, maar de witte chocopasta maakte het draaglijker en hij deed me geen pijn. Papa maakte gewoon plezier met mij, dus ik was de bofkont van de familie. Ik kreeg meer liefde en aandacht van hem dan alle anderen in huis. De tijd die we samen doorbrachten was een adempauze tussen alle andere problemen in. School was nog steeds ellendig en als hij en mijn moeder geen ruzie hadden, bleven ze wel zo veel mogelijk bij elkaar uit de buurt. Soms konden ze weer even met elkaar opschieten, maar we wisten nooit van tevoren hoe het zou uitpakken. De ups en downs in ons huis in Alhambra waren erg onvoorspelbaar.

Ik wilde dat alles goed was. Ik dacht dat het normaal was om tot drie uur ’s nachts bij papa op schoot te zitten en tv te kijken en te praten over mijn leven op school. Ik hoorde hem zo graag praten, het maakte niet eens uit wat hij zei. Hij knuffelde me en hield me vast en meer had ik niet nodig. Als we zo bij elkaar zaten kon ik net doen alsof ons gezin zo gelukkig was als het volgens mij moest zijn.

Mijn moeder joeg haar eigen geluk na. Ze wilde werken. Zolang hij de enige kostwinner was, voelde ze zich zwak en machteloos, zei ze. Hij was er niet blij mee, maar hij hield haar niet tegen. Ondanks alle ruzies hield hij nog steeds van haar en hij wilde haar graag gelukkig zien. Hij wist alleen niet hoe hij haar gelukkig moest maken, of hij kon het gewoon niet. Dus ze besloot een opleiding te gaan volgen aan het plaatselijke college, de Southern Illinois University in Edwardsville. Ze had zichzelf nooit intelligent gevonden, maar ze deed een fulltime secretaresseopleiding. Als we op school zaten was ze weg en als we thuiskwamen was ze er soms nog steeds niet. Ze zorgde wel dat we ons huiswerk deden en dat we gezond aten, maar voor de rest lagen haar prioriteiten elders. Ze had het drukker dan ooit tevoren.

Ze wilde niet alleen werken, ze móést ook. We hadden niet veel geld in Alhambra. Mijn klasgenootjes deden net alsof we rijkelui uit de grote stad waren, maar in feite leefden we daar net als iedereen, sappelend van salarisstorting naar salarisstorting. Mijn vader was partner op een actuarissenkantoor en ik geloof niet dat de zaken daar erg goed liepen. Nog een reden waarom mijn moeder iets wilde bijdragen. Ze was het zat dat oma Lannert altijd kleren en speelgoed voor haar dochters moest kopen.

Ik wist niets van onze financiële problemen. Die raakten Christy en mij niet, omdat we alles kregen wat we nodig hadden. Oma Lannert kocht alles voor ons wat we maar wilden. Maar dat was niet de reden dat ik zo veel van haar hield. Ze was echt een bijzonder iemand in mijn leven. Ik was zelden zo gelukkig als tijdens logeerpartijen in haar huis; elke zomer gingen we er een week of twee naartoe. Soms gingen we ook weekendjes bij haar langs, vooral in tijden dat we wat dichterbij woonden. Ze nam ons heel chic mee uit lunchen, wat ons een volwassen gevoel gaf. Maar bij haar mochten we ook gewoon kinderen zijn, kinderen zonder ruzies en problemen aan hun hoofd. In haar huis mochten we rondrennen en gillen en suiker eten. De kelder en de zolder lagen vol kleren en sjaals van haar en die mochten we gebruiken als verkleedkleren. Het was een fijne, voorspelbare plek en het mooiste was dat niemand ooit zijn stem verhief in oma’s huis.

In haar huis gebeurde nooit iets akeligs.

 

*

 

Thuis kenden we trouwens ook wel eens betere tijden, verrassend genoeg. Barbecueën op zaterdag was het fijnste wat er was. Mijn vader leefde er de hele week naartoe met uitspraken als: ‘Drie keer raden wat we zaterdag gaan doen.’ Hij keek er zo ontzettend naar uit, bijna als een kind.

De avond van tevoren legde hij karbonaadjes en kip klaar voor zichzelf en mama en kippenpoten voor Christy en mij. Mijn moeder ging met haar boodschappenlijstje naar de winkel, meestal met ons op sleeptouw. Op de dag van de barbecue stond hij vroeg op om zijn speciale barbecuesaus te maken met geheime ingrediënten, zoals bier en kruiden. Dan zette hij de barbecue klaar, met laagjes houtskoolbriketten en stukken hickoryhout, die er de smaak aan gaven die hij wilde. Als hij het gevoel had dat hij de perfecte brandstapel had opgebouwd, stak hij zijn creatie in de fik met aanstekerbenzine. Christy en ik riepen ooooh en aaaah bij het zien van de hoge vlammen.

Mijn moeder stond in de keuken aardappelsalade, witte bonen en maïskolven klaar te maken. Wij ‘hielpen’ haar, tot ze ons naar buiten stuurde om ‘het vlees te controleren’. Als alles klaar was, gingen we als een heus gezin aan tafel. We aten tot de barbecuesaus van onze monden droop. Hoe destructief ons gezin ook werd, die barbecues trokken de banden weer aan. Ze gaven ons een gevoel van saamhorigheid en brachten de verhitte gemoederen tot bedaren. Dan wisten we weer even hoeveel we van elkaar hielden. Hoe erg het soms ook werd, we hadden alleen elkaar om ons erdoorheen te slaan.