19

Je kan maar beter juffrouw blijven

“Missssss,” zegt de secretaresse van Lomcebo Dlamini pinnig, als ik naar Mrs Dlamini vraag. In Nederland willen vrouwen liefst allemaal mevrouw genoemd worden, ik zie me daar al aankomen met ‘juffrouw’. Wat kan mij haar echtelijke staat schelen. Maar ik wil graag een afspraak maken met Miss Dlamini, dus ik voeg me snel.

Haar ongetrouwde status is blijkbaar een opvallend detail. Toen de hoofdredacteur van de Nation me over Lomcebo Dlamini vertelde, zei hij er meteen bij dat ze niet getrouwd was, veel te hard werkte en eigenlijk geen leven had. “We often tell her she has no life…”

Een paar dagen later zit ik aan haar overvolle bureau. Lomcebo—ik hoef haar gelukkig geen juffrouw te noemen—heeft dezelfde achternaam als de koning. Ze is dus deel van zijn familie, zoals tienduizenden andere Swazi’s. Dat zegt overigens niet veel. Niet alle Dlamini’s zijn gefortuneerd of geprivilegieerd. Onze tuinman is ook een Dlamini.

Lomcebo Dlamini heeft het beter voor elkaar, ze is advocaat. Ze heeft de koning al verschillende keren ontmoet. Hij is heel galant en sympathiek, zegt ze. Als ik meer wil weten moet ik even mijn pen wegleggen. Lomcebo is heel openhartig maar zodra het over de koning gaat, is alle informatie ‘off the record’.

De juriste is de regio-coördinator van Women and Law, een internationale organisatie die zich bezighoudt met vrouwenrechten. Lomcebo’s werkterrein omvat meer dan alleen vrouwenrechten. Ze heeft ook vingers in de pap als het gaat om de nieuwe grondwet van Swaziland en de komende verkiezingen.

Ik ben met de advocate gaan praten omdat ik wil horen hoe Swaziland met zijn vrouwen omgaat. In de krant lees ik de vreselijkste dingen: een weduwe van wie alle koeien zijn afgepakt omdat haar dochter geen traditionele dracht wilde aandoen. De verkrachting van een elfjarig meisje wordt onder het tapijt gemoffeld om het leven in het dorpje waar ze woont niet te verstoren. Vrouwen worden geslagen, uit huis gegooid en van hekserij beschuldigd.

Een collega van Lomcebo vertelde me dat ze laatst op werkbezoek was in Oeganda. Een man in het gezelschap moest op stel en sprong terugkeren naar Swaziland. Zijn vrouw was namelijk ziek geworden en had een spoedoperatie nodig. De echtgenoot moest toestemming geven voor de ingreep, geen dokter die haar anders mocht opereren.

Hoe zit dat eigenlijk met de rechten van Swazi-vrouwen, vraag ik Lomcebo. Ze vertelt me dat het belangrijkste probleem van Swaziland is dat het land twee parallelle rechtssystemen heeft waardoor er veel onduidelijke situaties bestaan. Je hebt het gewone rechtssysteem met rechtbanken, advocaten en hoger beroep. Daarnaast bestaat ook nog het traditionele recht dat door de lokale chiefs wordt toegepast, onder toezicht van de koning.

Zodra de zaak over traditionele huwelijken, kinderen, erfrecht, land, tradities, koning of chief gaat, is de reguliere rechtspraak niet van toepassing. Een mens kan wel zijn gelijk halen bij een reguliere rechtbank maar de vraag is of de uitvoering van het vonnis kan worden afgedwongen. De politie kan weinig doen als de tegenpartij met een uitspraak van de chief of de koning wappert dat haaks op het rechtbankvonnis staat.

Vooral vrouwen zijn slachtoffer van het Swazi-recht. Vrouwen hebben altijd de status van een minderjarige. Ze kunnen geen land bezitten, hebben geen rechten op hun kinderen en mogen niet voor zichzelf beslissen. Die onvrijheid geldt voor hoog en laag. Het gaat niet alleen om bezit maar ook om hele intieme dingen als kleding of rouwtijd.

De schoonfamilie mag bepalen hoe lang de vrouw in rouw moet zijn, als de echtgenoot overlijdt. Een weduwe die de voorouders van de schoonfamilie tart door niet netjes in het zwart te lopen en zich niet te verstoppen, benadeelt de samenleving. Ze vervloekt de gemeenschap en de overledene. Daarom wordt ze gedwongen om de benodigde tranen te plengen, voor het zielenheil van haar man, zelfs al sloeg die haar elke dag bont en blauw.

In tijden van hiv-aids komt deze rechtsongelijkheid extra sterk naar voren. Er wordt nogal wat afgestorven in Swaziland en dit gebeurt vooral in de levensfase dat er nog opgroeiende kinderen in het spel zijn. Wanneer een vrouw weduwe wordt en als haar zonen nog minderjarig zijn, wordt ze in principe van haar land gegooid. Dat land is nu van de schoonfamilie.

De weduwe blijft arm en bezitloos achter. Vroeger moest ze bovendien haar kinderen achterlaten bij de schoonfamilie omdat de kinderen daartoe behoorden. Nu elke familie met een overvloed aan wezen zit, moet de moeder zelf maar voor haar kinderen zorgen. Op zich fijn voor de moeder (wie staat nu graag zijn kinderen af) maar het veroordeelt het gezin wel tot armoede. Bovendien maakt het haar kansen om opnieuw te trouwen erg klein, want haar nieuwe man zal de kinderen uit haar vorige huwelijk op moeten nemen.

Vroeger waren die dingen helder geregeld. De zwager nam de weduwe op als zoveelste vrouw waardoor zij bij haar kinderen kon blijven. Maar niet alle vrouwen willen dit tegenwoordig nog. Ook de zwagers staan niet meer te trappelen de zorg voor een extra vrouw op zich te nemen. Eén ding is zeker: je kunt wel een traditioneel systeem willen koesteren, maar de vraag is of dit verstandig is onder andere sociale omstandigheden.

Traditioneel is het land in Swaziland van alle Swazi’s. Land kan niet verkocht of gekocht worden. Land wordt je toegewezen door de chief. Als je niet origineel tot het chiefdom behoort, word je geballoteerd door de gemeenschap. Dan betaal je een koe of een symbolisch geldbedrag en dan mag je er een huis bouwen. Maar aan vrouwen wordt natuurlijk niks toegewezen. De grond is van hun echtgenoot, oom of zoon.

Als vader sterft gaat het huis naar de oudste zoon en die geeft het weer door aan zijn oudste zoon. Daar hoor je schrijnende verhalen over. Een oude gogo (Siswati voor grootmoeder) wordt door haar kleinzoon uit haar huis gezet en kan vervolgens nergens naartoe. Ze kan naar de rechter stappen, maar diens oordeel is niet bindend als haar kleinzoon naar de chief stapt.

Ook de reguliere rechter heeft een blinde vlek voor vrouwenrechten. Vrouwen worden in principe meerderjarig zodra ze eenentwintig jaar worden. Maar zodra de vrouw trouwt, verliest ze zelfbeschikkingsrecht en wordt de echtgenoot haar voogd in veel zaken. De getrouwde vrouw in Swaziland is juridisch een ‘een minderjarige’.

Een man mag zoveel vrouwen trouwen als hij kan kopen (bruidsschat: een kudde koeien), de kinderen zijn van hem, de grond is van hem en het huis is van hem. Zolang alles goed gaat, lijkt het te werken. Zodra iemand sterft of gaat scheiden, gaat het verschrikkelijk mis. Omdat tegenwoordig zoveel mensen jong doodgaan aan aids, wordt duidelijk hoe rampzalig de situatie van vrouwen is. Vroeger waren weduwen vooral oude vrouwen, nu zijn het jonge vrouwen met kleine kinderen.

Mijn Julia ondervond aan den lijve hoe onrechtvaardig de dingen eraan toegaan in Swaziland. Haar man is een paar jaar geleden overleden. Julia bleef achter met haar zonen. De schoonfamilie nam haar alles af. Julia had gelukkig nog een huis dat nog niet afgebouwd was en op naam van haar meerderjarige zoon stond. Ze zegt trots: “Mijn huis is erg klein maar het is in elk geval van mij.”

Laatst kwam Julia in tranen het huis binnen. De kleinzoon van de nieuwe chief—een soldaat op verlof—claimt rechten op haar stukje land. Haar overleden man zou nooit het benodigde geld (ter waarde van een koe) betaald hebben dat nodig is om op dit perceel te mogen wonen. Haar man en de oude chief, die de deal hebben gesloten, zijn allebei dood. Administratie van de landrechten is niet bijgehouden. Haar oudste zoon, die namens de familie moet spreken, zit in Londen. Ze mag niet eens haar eigen zaak verdedigen.

Julia is een dappere vrouw en stapte naar de politie. Ze had niet voldoende vertrouwen in het beoordelingsvermogen van de chief en de leden van haar gemeenschap. Die zijn allemaal verwanten van de soldaat en zij is slechts een buitenstaander. De politie kwam meteen in actie. Ze zien te vaak dat een ongewenste buurvrouw van hekserij wordt beschuldigd en dat haar buurtgenoten het recht in eigen hand nemen.

Julia moest buiten wachten terwijl de agenten bij de chief naar binnen stapten. Ze bleven er wel een uur praten. Toen ze naar buiten kwamen, zeiden ze Julia slechts dat ze de daaropvolgende week naar het politiebureau moest komen, samen met de jongen die haar grond in wilde pikken. Misschien moest ze iemand meenemen, iemand die haar kon helpen.

Dat weekend was de hele gemeenschap in rep en roer omdat Julia de politie had ingeschakeld. Er werd besloten dat de soldaat zijn excuses aan moest bieden op het politiebureau. Daarna zouden ze er onderling wel uitkomen. Met een koe zou de zaak wel geschikt kunnen worden. Of de hele zaak zou gewoon worden vergeten, zoals in dit geval gebeurde, toen het verlof van de soldaat ten einde liep.

Niet alleen weduwen maar ook jonge meisjes hebben het moeilijk in Swaziland. In de krant stond recent een illustratief verhaal: een elfjarig meisje is verkracht door haar achttienjarige buurjongen. Hij trok haar zo de bosjes in. De grootouders van het meisje trekken de zaak terug als deze voor de rechter komt. Ze vinden het sneu voor de familie van de buurjongen. Die kennen ze goed want zijn ouders zijn hun naaste buren. Bovendien krijgen ze een koe, als goedmakertje.

Het meisje van elf is het er niet mee eens. Zij wil haar buurjongen niet meer tegenkomen. Ze is bang voor hem. Maar haar grootouders hebben haar verkwanseld voor een koe en de rechter wil niet naar haar luisteren. Op zich zou je nog kunnen zeggen dat binnen een klein gemeenschapje de intieme verbanden niet verstoord mogen worden door een gevangenisstraf. De toekomst van het buurtschap staat op het spel. Moet het levensgeluk van een elfjarig meisje daaraan opgeofferd worden? Misschien dat vrouwen en kinderen vroeger beter beschermd werden door de traditie waardoor misdaden nog gemakkelijk intern afgedaan konden worden. Maar verkrachting, kindermisbruik, mishandeling en vrouwenmoord zijn tegenwoordig aan de orde van de dag. Vooral nu zoveel vrouwen en meisjes onbeschermd achterblijven als gevolg van hiv-aids. Achtjarige meisjes worden misbruikt door hun oom, tevens voogd. Het spreekt voor zich dat deze oom geen condoom gebruikt, wat de zaak natuurlijk nog ernstiger maakt.

Dat vrouwen en meisjes op deze manier behandeld kunnen worden, dat ze eigenlijk tweederangsburgers zijn, is weerspiegeld in de wet, zowel in de reguliere wet als in de Swazi-wet. Als je als dorp mag bepalen hoe lang de rouwtijd moet zijn van weduwen, als de vrouwen van het platteland verplicht kunnen worden een rok en hoofddoek te dragen in tijden van traditionele feesten, als je ze mag verjagen van huis en haard, zonder rechten, dan is de stap naar mishandeling maar een kleine.

Cultuur mag geen wapen zijn. In Swaziland worden vrouwen onderdrukt namens traditie en cultuur. Omdat het cultuur is, en origineel Afrikaans, is het heilig, en mag niemand er wat van zeggen. Een publicist noemde dit recent ‘cultureel fascisme’.

De nieuwe grondwet van Swaziland impliceert een kleine verbetering voor vrouwen. Het staat er allemaal heel netjes. Vrouwen hebben dezelfde rechten als mannen en discriminatie is verboden. Maar er staat ook in dat het Swazi-recht mag blijven bestaan en dat de koning (de opperrechter van het Swazi-recht) de baas is.

Nu begrijp ik waarom de secretaresse van Lomcebo Dlamini zo fel dat ‘Miss’ benadrukte toen ik de advocate per ongeluk een getrouwde status toedichtte. Welke vrouw wil er nu getrouwd zijn in Swaziland?