38 ‘Oké, gaan,’ zei commissaris Cornell, en de overvalcommando’s betraden zachtjes, door de deuren, ramen en zelfs via het dak, het huis van Bruce.

In de kamer met de gijzelaars galmde het schot nog na. ‘Klootzak! Wanneer houdt dit een keer op?’ Bruce was toegesneld en hield Velvet in zijn armen die, hysterisch snikkend, nog altijd aan de voet van de lamp geketend was, naast haar dode moeder. ‘Je hebt de kijkcijfers gezien, man. Ze gingen omhoog. Geef die zoutzakken die thuis op de bank zitten maar de schuld.’

‘Hypocriete schoft!’ schreeuwde Bruce. ‘Jij hebt haar vermoord -niemand anders! Wat wil je nou zeggen? Dat de media en het publiek verantwoordelijk zijn voor het feit dat jij een krankzinnige moordenaar bent?’

‘Ik zeg alleen dat ik haar niet vermoord zou hebben als de mensen niet overgeschakeld waren naar The Simpsons.’

‘Jij bent hier verantwoordelijk voor!’

‘Ik ben verantwoordelijk voor mij, maar jij bent verantwoordelijk voor jou, en zij zijn verantwoordelijk voor hen. Ik zie niet in wat iemand daaraan kan veranderen. Ik heb een excuus, ik ben gestoord. Wat voor smoes heb jij?’

Kirsten kreeg een bericht door van haar producer. Ze wendde zich tot Bill. ‘Liggen! Er komt een overvalcommando aan!’

‘Nee!’ schreeuwde Wayne tegen de camera.

Ze hoorden hoe boven hun hoofden een gat in het dak gemaakt werd. Wayne nam Scout bij de hand en richtte zich tot de camera. ‘Wacht even. Stop, ik geef me over, en Scout ook, dat zweer ik. Hou de aanval tegen. De camera’s moeten blijven lopen, we geven ons over.’

Buiten gaf commissaris Cornell het teken dat zijn mannen even moesten stoppen. Was er een mogelijkheid om zonder verder bloedvergieten aan deze nachtmerrie te ontsnappen?

Wayne schreeuwde nog steeds tegen de camera. ‘Maar we geven ons over aan het volk. Het volk is verantwoordelijk en beslist over ons lot, over het lot van iedereen in deze kamer.’

Hij had nu de kijkcijfercomputer te pakken. ‘Het ligt in jullie handen, in de handen van de mensen thuis… ons leven ligt in jullie handen. We doen het als volgt: als ik uitgepraat ben, moet iedereen de televisie uitzetten. Als dat gebeurt, dan zweer ik dat Scout en ik met onze handen omhoog naar buiten zullen lopen. Maar als jullie blijven kijken, dan gaat iedere klootzak in deze kamer eraan, Scout en ik inbegrepen. Niet slecht, hè? Spannend, hè? En om dat te kunnen zien, hoeven jullie alleen maar een paar tellen te blijven kijken. Nou, het is jullie verantwoordelijkheid. Gaan jullie de televisie uitzetten?’