24 De zoemer zoemde nog steeds. Karl lag dood op de grond.

‘Neem dat ding op.’ Wayne liep op zijn gemak om de bank heen en ging naast Scout zitten.

Bruce protesteerde dat hij zeker wist dat het Farrah was, zijn vrouw. Hij zei dat Wayne met hem mocht doen wat hij wilde, maar dat hij niet van plan was om iemand anders binnen te laten zodat Wayne hem of haar kon vermoorden.

Wayne haalde zijn schouders op. ‘Dan zeg je maar dat ze weg moet gaan. Maar doe het wel goed, want als ze terugkomt met politie steken we met zijn allen de Jordaan over.’

De zoemer ging weer. Bruce probeerde zijn gedachten te ordenen. Wat voor excuus kon hij gebruiken om Farrah weg te sturen? Hij kon zich moeilijk concentreren; zijn hoofd was nog gevuld met het geluid van het schot dat Karl gedood had. Het onophoudelijke lawaai van de zoemer leek de herinnering nog te versterken, alsof het schot nog steeds afgevuurd werd en Karl nog altijd stervende was.

Bruce keek naar het lijk van zijn vermoorde vriend.

‘Waarom?’ vroeg hij aan Wayne. ‘We hadden hem heus wel weg kunnen sturen.’

‘Waarom? Waarom?’ Waynes emotionele barometer schoot nog een keer door van nonchalante onverschilligheid naar blinde woede. ‘Omdat hij mijn favoriete vriendin een maf, mager kreng genoemd heeft, Bruce. Daarom, verdomme. Wat zou jij verdomme gedaan hebben? Wat zou mister Peng Peng gedaan hebben?’ Mister Peng Peng? Wie was mister Peng Peng? Bruce herinnerde zich zijn andere leven, dat leven dat nu definitief voorbij was. Hij herinnerde zich mister Peng Peng. Hoe kon hij hem vergeten? De beeltenis van mister Peng Peng prijkte op een miljoen T-shirts en lunchtrommeltjes.

Wat zou mister Peng Peng gedaan hebben?

‘Mister Peng Peng is een denkbeeldige figuur, ik heb hem verzonnen. Dus hij zou helemaal niks doen, want hij bestaat niet, krankzinnige klootzak!’

Bruces belediging aan het adres van Wayne kwam niet voort uit moed, maar uit angst en afkeer. Hij verkeerde in een shocktoestand.

De zoemer klonk nogmaals, dit keer zelfs harder en langer. Wayne keek Bruce indringend aan. De houding van Bruce stond hem niet aan; hij had het gevoel dat hij nogal minzaam behandeld werd. ‘Ik weet heus wel dat mister Peng Peng een fictieve figuur is, Bruce. Maar dat wil niet zeggen dat hij niet bestaat, of wel soms? Of wou je me soms vertellen dat Mickey Mouse ook niet bestaat? Nou? Fictieve figuren hebben een leven binnen de fictie, en wat ik jou nu vraag is wat mister Peng Peng zou doen met zo’n klootzak die zijn meisje beledigde en uitschold? Je weet net zo goed als ik dat mister Peng Peng die klootzak zó peng-peng overhoop zou knallen, en dat heb ik nu ook gedaan. Wring jezelf niet langer in allerlei bochten om de lui uit te hangen en neem dat rotding op.’ Bruce deed weer zijn uiterste best om zijn paniek te overwinnen. Hij moest kalm blijven. Jezus, hoe kon hij kalm blijven? Hij nam de hoorn van de muur, wist zijn trillende stem te bedwingen en probeerde zijn toekomstige ex-vrouw weg te sturen.

Hij zei dat ze te vroeg was. Dat hij haar niet kon ontvangen. Dat er een vrouw bij hem was. ‘Ik ben hier verdomme een feestje aan het bouwen. Ik heb net een Oscar gekregen.’

Als koning Knut dacht dat hij problemen had, dan had hij nog nooit geprobeerd een Beverly Hills-echtgenote weg te sturen die erop stond de alimentatie te bespreken.

Bruce legde de hoorn neer; alle leven trok uit zijn gezicht. ‘Ze komt eraan. Ze heeft een sleutel.’

Wayne haalde zijn schouders op, weer onverschillig. Het kon hem niet schelen of ze nu wel of niet kwam. Hij stond op en begon het lijk van Karl naar de deur te slepen.

‘Dan moet ik die goeie ouwe Karl maar even verplaatsen. De discussie over de vraag wie de huwelijkscadeaus en de cd’s krijgt voeren jullie natuurlijk liever niet boven een lijk.’

‘Ik zorg wel dat ze weggaat,’ gilde Bruce. ‘Zeg me dat je haar laat gaan, zeg dat je haar niet zult vermoorden.’

Wayne stond even stil bij de deur. Hij had het lijk van Karl onder de armen vast. Het dode gezicht van de ex-impresario keek recht in Waynes neus.

‘Misschien. Als ze ons maar niet beledigt. Ik zal die ouwe zaagselkop maar naar de keuken brengen, hè? Ik ruim hem gewoon netjes op, zullen we maar zeggen. Scout, jij hebt nu de leiding.’ Hij vertrok, met medeneming van het lijk.

Scout keek nu op naar Brooke. ‘Het spijt me dat ik tegen je schreeuwde, Brooke. ’ Ze was berouwvol. ‘Ik bedoelde er niks mee, het kwam gewoon doordat je aan mijn haar trok.’

Brooke wist dat ze maar een paar minuten de tijd had om te proberen af te maken waar ze aan begonnen was toen Wayne de vorige keer de kamer uitgegaan was. Scouts houding was in elk geval bemoedigend. Ze vond het schijnbaar belangrijk wat Brooke van haar dacht, en dat was de beste start die Brooke zich kon wensen. Ze knielde neer naast Scout.

‘Scout, luister. Dit kan zo niet doorgaan. Eerder vroeg dan laat worden jullie gepakt, en hoe meer problemen jullie veroorzaken, hoe erger dat wordt.’

Scouts starende blik kwam weer terecht op het vertrouwde kussen in haar schoot, waar ze haar geweer onder verborg.

‘We weten dat we in de nesten zitten, Brooke. Vreselijk in de nesten. Maar Wayne heeft een plan.’

‘Wat voor plan kan hij nu hebben?’

‘Kweenie, Brooke, maar hij heeft er wel een. “Ik heb een plan bedacht, schat,” zegt hij, “en alles komt op zijn pootjes terecht.” Dat heeft hij gezegd. Hij heeft een plan voor onze redding.’ Brooke had geen tijd voor een voorzichtige aanpak. ‘Zijn plan is om jullie allebei de dood in te jagen, dat is zijn plan, en dat gaat ook gebeuren. De politie komt straks. Dan vecht Wayne terug en dan schieten ze jullie aan flarden. Ons ook.’

‘Hij heeft een plan.’

‘Om jullie de dood in te jagen.’

‘Nou ja, als dat het plan is, vind ik het prima. Dan vertrekken we samen, in een stortvloed van bloed, liefde en roem.’

Brooke dacht razendsnel na. Ze had maar een paar minuten - of misschien niet eens - om aansluiting te krijgen. Wat kon ze zeggen? Op welk punt was Scout kwetsbaar?

‘Liefde en roem,’ herhaalde Scout. ‘Dat laten Wayne en ik nog eens op ons lijf tatoeëren. Het is ons motto.’

Brooke dook er bovenop. ‘En je houdt echt van hem, hè Scout? Je houdt heel veel van hem.’

Ze had aansluiting. Dit was een onderwerp waarover Scout uren kon praten.

‘Meer dan van mijn eigen leven, Brooke. Als ik een ster van de hemel kon plukken en aan hem kon geven, dan deed ik dat. Als ik een diamant had zo groot als een tv, dan legde ik die aan zijn voeten. Mijn gevoelens zijn groter dan de oceaan, Brooke, dieper dan het graf.’

Het was nu of nooit. ‘Wayne heeft hulp nodig, Scout. Als je van hem houdt, laat je hem niet doodgaan. Als je van hem houdt, moet je ons je vrienden laten worden, Scout; dan moet je ons zijn vrienden laten worden.’

Brooke pakte Scouts vrije hand. Scout verstarde een beetje maar liet zich wel vastpakken.

‘Wil je ons helpen zijn vrienden te worden?’

‘Als ze hem pakken, krijgt hij de elektrische stoel,’ fluisterde Scout. ‘Dan smelten zijn ogen. Dat gebeurt in de elektrische stoel. Dat heb ik gelezen.’ Een traan zocht zijn weg over haar wangen. ‘Maar zo hoeft het niet te gaan,’ zei Brooke, en ze kneep zachtjes in het kleine handje dat ze vasthield. ‘Als we hem rustig aangeven sturen ze hem misschien naar een ziekenhuis. Dan gaan ze uitzoeken waarom hij zo kwaad is. Bruce is een vooraanstaand man in deze staat, Scout. Hij kan wel helpen.’

Bruce keek gefascineerd toe. Zou Brooke het voor elkaar krijgen? Er was vast nog maar heel weinig tijd over. Ze was er dichtbij, heel dichtbij. Vraag haar om haar geweer! Hij wilde het uitschreeuwen. Iedere zenuw in zijn lijf stond strakgespannen, als de riem van een ongeduldige hond. Steek je hand onder dat kussen en pak die revolver.

Scout tilde haar hoofd op en keek naar Brooke, haar ogen zo groot als vuisten. ‘Weet je wat ik denk, Brooke?’

‘Wat dan, Scout, liefje?’

‘Ik denk dat je me dom vindt.’ Het klonk eerder bezorgd dan kwaad, alsof ze wanhopig wenste dat het niet zo was.

Brooke haastte zich om haar gerust te stellen. ‘Nee! Nee, dat is niet waar. Ik vind je niet dom, Scout. Ik vind je aardig en slim, en je moet nu verstandig zijn. Je wilt niet dood, en je wilt ook niet dat wij doodgaan. En boven alles wil je niet dat Wayne doodgaat. Op een dag zul je diamanten aan zijn voeten leggen. Geef me je revolver, Scout.’

Scout zuchtte. Het klonk bijna melancholiek, alsof ze dagdroomde. ‘Wil je dat ik mijn revolver afgeef?’

‘Dat is het beste voor ons allemaal, Scout. Ook voor Wayne. ’ Bruce realiseerde zich dat hij zijn adem inhield. Hij hield hem al een hele tijd in. Hij probeerde langzaam uit te ademen om geen geluid te maken. Als hij het moment verstoorde kon dat rampzalige gevolgen hebben. Scout dagdroomde nog steeds voor Brookes neus.

‘Als ik hem aan je geef, word je dan mijn beste vriendin?’

‘Dat heb ik je toch gezegd, of niet soms, Scout?’ antwoordde Brooke. ‘En ik hou me aan mijn woord. Geef me je revolver.’

Dat was het. Brooke keek naar het kussen dat Scouts hand verborg. Bewoog haar hand? Zou ze haar revolver tevoorschijn halen? Haar hand bewoog.

Scouts stem klonk zacht en bang. ‘Oké,’ zei ze, de heerlijkste drie letters die Bruce ooit gehoord had.


Close-up van Scouts hand die onder het kussen vandaan komt met een revolver.

Close-up van Scouts gezicht, dat compleet veranderd is. Niet langer gedwee en betraand, maar plotseling vol onverholen haat en woede.

Two-shot vanaf de zijkant. Scout op de bank, Brooke op haar knieën voor haar. Met één extreem snelle, uiterst onverwachte beweging trekt Scout haar revolver terug en ramt ze de kolf van het geweer in Brookes mond. Er klinkt een onaangenaam, knarsend geluid wanneer het metaal tandvlees, bot en tanden raakt. Brooke vliegt achteruit het beeld uit terwijl Scout opstaat.

Uitzoomen om Scout helemaal in beeld te krijgen. Ze staat over Brooke gebogen, haar hand klaar om nogmaals toe te slaan. Brooke bloedt hevig uit haar mond.


SCOUT

Heb je nou je zin, kreng? Ben je nu mijn vriendin? Nou? Je houdt je toch altijd aan je woord? Dan ben je nu dus mijn vriendin, hè?


Overgang naar Brookes POV van Scouts gezicht dat, verwrongen van woede, op haar neerkijkt.


SCOUT

Zeg op!


Overgang naar Scouts POV van Brooke, die op haar rug op het kleed ligt, bloedend, en haar best doet om antwoord te geven.


BROOKE

Ik ben je vriendin.


SCOUT

Nou, ik hoef jouw vriendschap niet, hoer!

Want je probeert me tegen mijn man op te zetten en dat is onvergeeflijk!

Misschien wil je hem zelf wel. Is dat het?

Probeer je mijn Wayne te versieren?

Als je dat probeert, kreng, vermoord ik je.


Terwijl Scout zichzelf opjutte met het onwaarschijnlijke idee dat Brooke misschien ooit zou proberen Wayne te versieren, dachten de rechercheurs Jay en Crawford, nadat ze Susan Schaefer alleen gelaten hadden met haar ontbijt, na over hun volgende zet.

‘Ik geloof dat we bot gevangen hebben, hè?’ zei Crawford meevoelend, want hij wist hoe serieus Jay zijn werk nam. ‘Maar trek het je niet aan, hoor. Het was best een leuk idee. Ik bedoel, de kranten brengen onze moordenaars al weken in verband met die film.’

‘We moeten nog één bezoekje afleggen,’ zei Jay. ‘Die vent van de Oscar.’

‘Delamitri?’

‘Ja. Nu ik erover nadenk, hadden we hem eerst moeten proberen. Ik bedoel maar, regisseurs zijn tegenwoordig verdomme de sterren, of niet dan? Ze worden nog beroemder dan de acteurs.’

‘Dat is waar. Heb je Delamitri gezien bij de uitreiking? Hij hield een prachtige toespraak. Je kon zien dat hij het echt meende, het was alsof hij er echt over nagedacht had. Mijn vrouw moest er bijna van huilen.’