11 Er stonden nu een heleboel mensen om Bruce heen, die allemaal schandaal roken. Een of andere criticus stond vlak voor hem, zo’n grote jongen, kunstredacteur van LA Times, of misschien wel redacteur van de tuinbijlage, in ieder geval iets waar hij erg trots op was. Alle tieten, wat een opgeblazen pikkie.

‘Ik moet zeggen,’ zei het pikkie, ‘dat ik Ordinary Americans een verrukkelijk, bekoorlijk stukje filmvermaak vond.’

‘Filmvermaak’. Wat een woord! Niet ‘kunstwerk’, niet ‘cultureel referentiepunt’, niet ‘de verfilmde reflectie van onze tijdgeest’ maar ‘filmvermaak’. Alsof Bruce een soapserie of iets dergelijks had gemaakt.

Bruce vond dat hij helemaal niet verwaand deed over zijn werk. Hij was de eerste om toe te geven dat het popcorn was - maar alleen als andere populaire, banale werken als Romeo en Julia en de Vijfde van Beethoven ook popcorn waren.

‘En ik zal echt alles doen,’ ging het pikkie verder, terwijl Bruce een waas voor zijn ogen kreeg, ‘om je recht te verdedigen om in je films zoveel mensen te vermoorden als je zelf wilt. De enige vraag die ik wil stellen is - dat eeuwenoude spookbeeld - is het wel kunst?’

‘Of het kunst is?’ zei Bruce. ‘Eens even kijken. Dat is lastig. Een hoop mensen neerknallen in een film, is dat kunst? Ik denk dat ik die vraag het beste kan beantwoorden door jou te vragen je niet te gedragen als een onvoorstelbare hufter.’ Misschien niet briljant, maar het pikkie ging er in elk geval vandoor.

Het bracht Bruce echter geen verlichting. De ene hufter werd vervangen door de volgende. Deze keer was het gelukkig een lieftallige jonge actrice. Lieftallig om te zien, niet om naar te luisteren. Ze was een zeur, een verwend kreng. Haar conversatie was op een banale manier zelfverzekerd, als gevolg van het feit dat ze zelden tegengesproken werd, omdat ze zelden met iemand praatte die haar niet in bed probeerde te krijgen. Bruce wilde niet met haar naar bed en daarom luisterde hij iets minder toegeeflijk naar het geklets van de jongedame dan ze gewend was.

‘Nee, eerlijk gezegd denk ik niet dat ik als kind emotioneel misbruikt ben,’ zei hij tandenknarsend. ‘Dat zou ik zelf toch wel weten, denk je niet?’

‘Echt waar? Is dat zo?’

Volgens de actrice hoefde iemand zelf helemaal niet te beseffen dat hij ooit emotioneel misbruikt was. Zelf was ze zich zalig onbewust geweest van de weerzinwekkende waarheid totdat deze met behulp van hypnotherapie aan het licht gekomen was.


‘En wat zei hij daarop?’

Het was de volgende ochtend en het meisje (dat Dove heette) deed bij Oliver en Dale in Coffee Time USA verslag van haar ontmoeting met Bruce. Door de gebeurtenissen in de nacht na de Oscaruitreiking was iedereen die de afgelopen vierentwintig uur contact met Bruce had gehad een belangrijke karaktergetuige en een veelgevraagde beroemdheid geworden. Overal op de radio en op televisie gaven garderobemeisjes en kelners hun mening over de gemoedstoestand van Bruce gedurende de vijf of zes seconden die ze ‘apart’ met hem doorgebracht hadden.

‘Hij zei dat ik vast wel erg opgelucht zou zijn,’ antwoordde Dove, en ze zag er prachtig ernstig en afgetobt uit.

‘Wacht even, begrijp ik het nu goed?’ zei Oliver terwijl hij zijn bril opzette. Oliver had gewoon vensterglas in zijn bril, want anders zou zijn autocue erin weerspiegeld worden. Toch hield hij hem altijd bij de hand en zette hem op wanneer hij het gevoel had dat duidelijk moest blijken dat hij enorm meeleefde en zich zeer betrokken voelde.

‘Dus Bruce Delamitri zei dat je vast wel opgelucht was toen je verborgen herinneringen aan emotioneel misbruik aan het licht kwamen?’

‘Inderdaad.’

‘Het is toch niet te geloven!’

‘Hij zei dat het betekende dat niemand me nog iets kon aanrekenen. Dat ik kon doen waar ik zin in had - drugs gebruiken, met Jan en alleman in bed duiken, stelen en een complete niksnut zijn - zonder dat het mijn fout was, omdat een of andere hypnotherapeut me de slachtofferstatus had verleend. Kun je je voorstellen dat iemand zoiets tegen je zegt? Ik heb de hele nacht gehuild.’

Bij deze pijnlijke herinnering vlocht Dove vol smart een zakdoekje door haar bevallige vingers.

‘Camera vier.’ Achter in de regiekamer deelde de editor zijn instructies uit. ‘Vette close-up van Doves handen.’

Dale zag het beeld op haar monitor verschijnen en legde haar hand op die van Dove.

‘Bedoel je dat Delamitri dacht dat die vreselijke pijn van je niet meer dan een truc was?’

‘Inderdaad. Hij vroeg wat ik voor die hypnotherapeut betaald had en toen ik hem vertelde dat hij drieduizend dollar had gekost, zei hij dat dat een schijntje was.’

‘Een schijntje? Drieduizend dollar?’ zei Oliver, die acht miljoen dollar per jaar verdiende. ‘Ach ja, die Hollywood-figuren hebben nooit de schijn opgehouden in dezelfde wereld te leven als wij, de gewone mensen.’

‘Hij zei dat honderdduizend dollar nog goedkoop zou zijn geweest. Hij vroeg zich af wat dat mocht kosten, een excuus om een puinhoop van je leven te maken.’

‘Die kerels denken echt dat de normale regels voor goed fatsoen en behoorlijke manieren voor hen niet gelden, hè?’

‘Waarschijnlijk wel.’

‘En wat zei je toen?’

‘Ik vertelde hem dat ik een diepe, pijnlijke wond had blootgelegd.’

‘Goed gedaan, Dove. Het is toch wat,’ zei Oliver. ‘We horen meer over Doves diepe, pijnlijke wond en de koude ongevoeligheid van miljonair Delamitri na de volgende mededelingen.’

‘Winderigheid kan uw leven verpesten,’ zei het lieve oude dametje dat met haar honden in het park stond.


‘Ik heb een diepe, pijnlijke wond blootgelegd,’ zei Dove, die haar best deed om zich niet in een hoekje te laten duwen maar er een pruilerige, nukkige knoeiboel van maakte. Ze voelde zich kwetsbaar en het ging haar allemaal een beetje boven de pet. Ze wist niet goed hoe ze mannen moest aanpakken die niet probeerden haar tussen de lakens te krijgen. Bruce lachte alleen maar. Er luisterden nu mensen mee, maar dat kon hem niks schelen. Hij had eerder die avond hoogstpersoonlijk een hoop gelul over een miljard mensen uitgestort en was niet van plan dat nu van een ander te pikken.

‘Goh, zeg,’ zei hij. ‘Een diepe, pijnlijke wond. Maar toch ook niet zo diep en pijnlijk dat je hem opmerkte voordat je een of andere kerel drieduizend dollar had betaald om hem aan te wijzen.’


‘Nee, dat kan hij niet gezegd hebben!’ zei Dale toen Dove de volgende ochtend haar vreselijke ervaring opnieuw beleefde.

‘Dat zei hij echt,’ protesteerde Dove. ‘Iedereen heeft het gehoord.’

‘Wacht even, begrijp ik het nu goed?’ Oliver zette zijn bril recht en tuurde naar de denkbeeldige aantekeningen die hij had gemaakt. ‘Hij zei dus dat het vreselijke emotionele misbruik waar jij zo onder geleden hebt, helemaal niet bestond? Beschuldigde hij je ervan dat je het verzonnen had?’

‘Inderdaad, Oliver.’

‘Mag dat zomaar? Ik vraag me af of dat juridisch gezien zomaar mag.’ Oliver keek wat in het rond. Hij gaf graag de indruk dat achter de camera een team van eersteklas advocaten en onderzoekers klaarstond om onmiddellijk in actie te komen bij het kleinste knikje van de grote man. In werkelijkheid stonden achter de camera een vrouw met een poederkwast en een vrouw met een plastic bekertje met water.

‘Wat deed je toen?’ vroeg Dale. ‘Wat zei je toen?’

‘Ik zei: “Meneer Delamitri, dat u een hoop geld verdiend hebt met de uitbuiting van de pijn en ellende van anderen, geeft u nog niet het recht om ook die van mij uit te buiten.”’

‘Goed gedaan, meid,’ zei Dale.

‘Perfect,’ zei Oliver. ‘We komen zo bij u terug.’

‘Als vrouw hebt u recht op stevige, vooruitstekende borsten, wat uw leeftijd ook mag zijn.’

Dove had gelogen bij Coffee Time. In werkelijkheid was ze niet zo moedig geweest. Ze had daar maar wat gestaan, tranen van verwarring in haar ogen, en ze had zich afgevraagd waarom deze man toch zo gemeen deed.

‘En trouwens, wat is nu een beetje pijn?’ zei Bruce. ‘Ik bedoel maar, wat zou er van je overblijven zonder die pijn?’

‘Pardon?’ snufte Dove.

‘Dat zal ik je vertellen. Dan zou je diezelfde doelloze, genotzuchtige idioot zijn die God van je gemaakt heeft, maar dan zou je niemand de schuld kunnen geven.’

Dove vocht nu tegen haar tranen. Wat was er misgegaan? De mensen hoorden meevoelende geluidjes te maken als je vertelde dat je emotioneel misbruikt was; het was niet de bedoeling dat ze je zelf emotioneel gingen misbruiken.

‘Rustig aan, Bruce. Je hebt nogal wat gedronken.’ Een oude vriend van Bruce probeerde hem daar weg te halen, want hij had bedacht dat zowel Bruce als het bedrijf dat zijn films distribueerde de volgende dag niet zo blij zouden zijn met dit gedrag.

‘Ik zal je eens vertellen waarom ik nogal wat gedronken heb,’ antwoordde Bruce triomfantelijk. ‘Omdat ik de neiging heb om erg snel verslaafd te raken, daarom. En weet je hoe ik dat weet? Dat hebben ze me in de rechtszaal verteld. Jazeker, dat is me verteld, ik was toen opgepakt wegens rijden onder invloed. Zo heb ik me verdedigd. Dat zei ik toen. Niet: “Het spijt me, Edelachtbare, ik ben een hufter zonder verantwoordelijkheidsgevoel,” maar: “Ik kan er niks aan doen, ik heb de neiging om erg snel verslaafd te raken.” Ik dronk, ik kroop achter het stuur, maar ik kon er niks aan doen. Ik had een probleem, begrijp je wel, en dat bespaarde me gevangenisstraf… Hé, Michael!’

Een wereldberoemde filmster liep langs. Hij draaide zich om toen Bruce hem riep, verrukt omdat hij werd begroet door iemand die net zo beroemd was als hij.

‘Heb je momenteel nog iets lekkers?’ informeerde Bruce.

Het was een rotopmerking; Bruce raakte een gevoelige snaar. De pers had nog niet zo lang geleden onthuld dat de ster aan de lopende band vreemdging. Hij liep weg zonder Bruce nog een blik waardig te gunnen.

‘Verslaafd aan seks,’ legde Bruce uit aan Dove. ‘Heb je dat gelezen? Dat vertelde hij Vanity Fair nadat hij in bed was betrapt met diverse dames met wie hij niet getrouwd was. Hij zei dat hij verslaafd was aan seks. Let goed op, hij was geen laffe, overspelige smeerlap, o nee. Een seksverslaafde. Hij had een probleem, dus hij kon er niks aan doen.’’

Er had zich nu een behoorlijk aantal mensen verzameld, tot grote opluchting van Dove. Ze was buitengewoon blij dat ze niet langer het enige doelwit van zijn woede was.

‘Niemand kan ergens iets aan doen. We doen niks verkeerd, we hebben een probleem. We zijn slachtoffers, alcoholisten, seksverslaafden. Wist je dat je ook al verslaafd kunt raken aan winkelen? Ja, hoor. De mensen zijn niet langer hebberig, welnee. Ze zijn verslaafd aan winkelen, slachtoffers van het commercialisme. Slachtoffers! Mensen falen niet meer; ze ondervinden negatief succes. We kweken een cultuur van laffe, karakterloze, zeurende huilebalken die overal een excuus voor hebben en nergens de verantwoordelijkheid voor nemen…’


‘Hij had het over winkelverslaafden?’ vroeg Oliver de volgende ochtend. ‘Denk je dat hij misschien, op een of andere vreemde, onvoorstelbare manier, onbewust verband legde met de winkelcentrum-moordenaars? Want waar stikt het van, in een winkelcentrum? Van winkels, of niet soms?’

‘Inderdaad,’ zei Dove, toch een beetje aarzelend.

‘En waar stikt het van, in die winkels? Van winkelverslaafden!’

‘En moordenaars,’ zei Dale behulpzaam.

‘Precies,’ zei Oliver. ‘Misschien wist Bruce Delamitri op een of andere vreemde, onvoorstelbare manier onbewust wat er zou gaan gebeuren.’


‘Ik voel me bedreigd door je houding,’ zei Dove.

Ze had niets ergers kunnen zeggen.

‘Bedreigd? Mijn god! Nou én? Ik krijg er tranen van in mijn ogen. We voelen ons allemaal bedreigd, schat. Je zou eens bedreigd moeten worden met een honkbalknuppel, dan zou je de zaken misschien een keer in het juiste perspectief zien. Als iemand vroeger iets zei wat je niet aanstond, dan zei je dat hij moest oprotten. Nu stap je naar de rechter en zeg je dat je conversationeel aangevallen bent.’

‘Bruce, toe nou.’ Zijn vriend probeerde hem nog steeds te kalmeren, maar Bruce praatte niet tegen hem, of tegen Dove. Hij had het tegen professor Chambers en Dale en Oliver en de MAD-moeders en die twee gestoorde idioten die ergens rondliepen en zijn plots jatten.

‘Slachtoffers! Tegenwoordig is godverdomme iedereen een slachtoffer, en we hebben allemaal slachtofferhulp. Zwart, blank, oud, jong, mannen, vrouwen, homo’s, hetero’s. Iedereen zoekt een excuus om te kunnen falen. We gaan er allemaal aan, dat zul je zien. Een samenleving die haar groeperingen kenmerkt aan de hand van hun zwakheden, sterft af. We verliezen elk jaar meer kids aan geweld dan in de hele Vietnamoorlog. Maar geven we de geweldplegers de schuld? Nee hoor, mijn films hebben het verdomme gedaan!’

‘Ga naar huis, Bruce,’ zei zijn vriend.

Er liepen al mensen weg. Dove was vol walging weggelopen. Zijn vriend had gelijk. Het was Bruce Delamitri’s avond, maar hij had het zelf verpest. Hij was verveeld en vervelend. Hij besloot dat het tijd werd om te gaan.

Toen zag hij Brooke.

Door de glitterende meute, verderop, helemaal voorbij al die borsten, zag hij haar staan: Brooke Daniels. Was dat toeval? Het moest gewoon zo zijn. Iedereen heeft wel iemand over wie hij fantaseert, een bepaalde popster of acteur die op de eerste plaats komt in het spelletje ‘als je iemand voor één nacht mocht uitkiezen, wie zou je dan nemen?’ dat het zo leuk deed op feestjes. Tot een paar dagen geleden zou Bruce waarschijnlijk gekozen hebben voor Michelle Pfeiffer in haar Batwoman-kostuum, maar toen had hij in het kantoor van zijn impresario toevallig in de Playboy zitten bladeren. Brooke was in één klap boven aan het lijstje van Bruce gekomen. En nu stond ze daar, in levenden lijve, en zonder vouwen en nietjes zag ze er nog beter uit.

‘Ogenblikje,’ zei hij tegen wie het toevallig wilde horen, en hij dook in de menigte en baande zich een weg naar de plek waar de vrouw van enkele van zijn meest recente dromen stond te praten met een klein mannetje in een gehuurde smoking.

‘Hallo, sorry dat ik zomaar tussenbeide kom, maar ik heb de categorie “Beste Film” gewonnen, dus ik kan doen en laten waar ik zin in heb.’ Zijn woedende prikkelbaarheid verdween op slag en maakte plaats voor zijn iets gebruikelijker charme.

‘Geeft niks, meneer Delamitri, en nog gefeliciteerd. Ik ben Brooke Daniels.’ Brooke glimlachte en trok haar schouders nog een miniem stukje verder naar achteren, waardoor haar prachtige lijf nog een extra steuntje kreeg.

‘Ik weet wie je bent, ik heb de fotoreportage in de Playboy gezien -hij was prachtig.’

‘Bedankt. Daar kom ik maar niet van af. Ik acteer ook, hoor.’ Het ventje in de geleende smoking wipte van zijn ene been op het andere; dat was geen al te lange reis.

Brooke kreeg haar manieren terug. ‘Dit is… Ik ben bang dat ik je naam niet gehoord heb.’

‘Kevin.’

‘O ja, natuurlijk. Kevin. Dit is Kevin. Hij komt uit Wales, in Engeland. Dit is Bruce Delamitri, Kevin.’

‘Dat weet ik,’ zei Kevin. ‘Ik heb Ordinary Americans gezien. Sodeju, ik ben blij dat ik er niet met mijn oma naartoe ben gegaan.’ Daar leek geen passende reactie op te bestaan, dus zei Bruce maar niks. Brooke vulde haastig de stilte die daarop volgde; ze had om een of andere reden het gevoel dat zij nu de taak had gastvrouw te spelen.

‘Kevin heeft ook gewonnen, Bruce. “Beste Buitenlandse Korte Tekenfilm”. Hij gaat over een jongen die Dwerg heet –’

‘Dwerk,’ verbeterde Kevin haar.

‘Ja, natuurlijk,’ zei Brooke. ‘En die heeft een tover-Y-slip. Wat is een Y-slip, Kevin?’

‘Een onderbroek. Ze heten Y-slips omdat de gulp eruitziet als een omgekeerde Y, met een opening waar je als man je jongeheer doorheen kunt steken.’ Kevin hoopte dat ze zijn Britse recht-voor-z’n-raapgedrag charmant zou vinden.

‘Aha, op die manier.’ Het zag er niet naar uit.

Bruce besloot dat het tijd werd om de Welshman te dumpen.

‘Wacht eens even, wou je soms zeggen dat jij Kevin bent?’ zei hij, alsof hem opeens iets begon te dagen. ‘Die vent van de korte tekenfilmpjes? Jezus, wat heb jij een mazzel! Sharon Stone loopt je te zoeken… Ja, echt, ze wil over die Dwerk van je praten… Nee, dat is geen geintje… Geen idee, misschien houdt ze van mannen uit Wales. Ze zei dat ze je film gezien heeft en dat haar tepels er hard van werden… dat zei ze letterlijk, dat haar tepels er hard van werden… Ik zou maar eens met haar gaan praten.’

Thuis in een pub zou Kevin misschien doorzien hebben dat hij het slachtoffer was van een tamelijk simpele grap, maar op het Governor’s feest? In een gesprek met Bruce Delamitri? Hij had tenslotte ook een Oscar gewonnen, dus alles was mogelijk, zelfs het idee dat het werk van het Cartoon Collectief Wales (in samenwerking met de Britse Kunstraad, Channel Four Wales en de Jeugd Initiatiefgroep van een grote bank) de tepels van Sharon Stone hard zou kunnen maken. Hij bedankte Bruce voor de tip en dribbelde weg.

‘Dat was wel een beetje wreed, hè?’ informeerde Brooke.

‘Welnee. Hoeveel mannen mogen vijf minuten van hun leven doorbrengen in de veronderstelling dat Sharon Stone in hen geïnteresseerd is?’

Bruce voelde zich al een stuk beter. ‘Geweldige jurk,’ zei hij ongevraagd, en uiteraard bedoelde hij dat ze een geweldig figuur had; de jurk was niet meer dan een soort garnering, leuk voor de aankleding.

‘Dank je. Nogal schaamteloos, dat geef ik toe, maar het valt tegenwoordig niet mee om nog indruk te maken. Heb je de Baywatch babes zien binnenkomen? Dat leek wel Silicon Valley tijdens een aardbeving. Het is bijna zover dat alleen de getatoeëerde lesbiennes uit Nieuw-Zeeland opgemerkt worden.’

Even later dansten ze samen. Dat veroorzaakte nogal wat opschudding, omdat Bruce bijna aan het eind van een zeer publieke scheiding was.

‘Mag ik iets heel gênants zeggen?’ vroeg Brooke.

‘Tuurlijk.’ Bruce hoopte vurig dat ze niets zou gaan zeggen over het feit dat hij al vijf minuten zijn erectie tegen haar buik stond te duwen.

‘Ik heb je film niet gezien. Die film waar je een Oscar voor gekregen hebt, Ordinary Americans.’’

Om een of andere reden vond Bruce dat een prettig idee. ‘Dat geeft niks, van mij hoeft het niet. Misschien is het wel beter zo, anders was je waarschijnlijk naar een winkelcentrum gegaan om de boel overhoop te schieten.’

Heel even drong de bittere herinnering aan zijn toespraak zijn ontluikende versierpoging binnen. Hij verdrong die onplezierige gedachte meteen weer en concentreerde zich op het buitengewone lichaam dat hij in zijn armen hield.

Brooke leek op haar beurt het gevoel te hebben dat ze zich moest verontschuldigen. ‘Ik snap niet hoe ik hem gemist kan hebben.’

‘Ik denk dat je gewoon nooit naar een bioscoop bent gegaan op het moment dat hij draaide…’

Ze dansten even in stilte. Bruce kreeg een idee. Het was zo lang geleden dat hij een vrouw had gevraagd samen met hem het feestje te verlaten, dat hij zich afgevraagd had hoe hij erover moest beginnen. Nu had Brooke hem het perfecte aanknopingspunt gegeven.

‘Zou je hem nu misschien willen zien?’

‘Nu?’

‘Ja. Ik heb een exemplaar in de studio. We zouden een pilsje kunnen pakken en van die stomme toastjes met klodders kaviaar, en dan bekijken we hem op mijn montageapparaat.’

‘Mijn god, ik ben al vaker gevraagd voor een bioscoopje, maar dit is de eerste keer dat de man met de Oscar me een privé-voorstelling aanbiedt. Wat een afspraakje.’

‘Dus je gaat mee?’

‘Nee, ik moet naar korfbal. Natuurlijk ga ik mee, idioot.’

‘Perfect. Je vindt het vast een leuke film. Ik moet je alleen wel even waarschuwen: er zitten gewelddadige scènes in.’