19 ‘Heb je die film Ordinary Americans gezien?’ informeerde de rechercheur, die Crawford heette, door een wolk cakekruimels.
‘Eet alsjeblieft met je mond dicht,’ antwoordde zijn partner, rechercheur Jay. ‘Ik word er gewoon misselijk van.’
‘Laat me niet lachen, Frank. Je ziet bijna elke dag de ingewanden van een dooie, of een junk die gestikt is in zijn eigen kots, en toch erger je je aan mijn spuug.’
‘Dat we toevallig in een varkensstal werken, wil nog niet zeggen dat je je ook als een varken moet gedragen.’
‘Heb je die film nou gezien of niet?’ Nog een lading cakekruimels. ‘Ja, die heb ik gezien.’
‘En?’
‘En als ze mij uiteindelijk ook aan flarden schieten, hoop ik dat ik er half zo goed uitzie. Moet je horen, die film interesseert me nu niet. Ik denk na, oké? Ik werk. Werk, weet je wel? Of denk je dat de stad je betaalt voor het herverdelen van voedsel?’
‘Goh, wat grappig zeg. Ik kan bijna niet wachten tot ik kleinkinderen heb, zodat ik ze kan vertellen hoe grappig jij bent.’ Rechercheur Jay negeerde zijn partner. ‘Die twee gestoorden zijn in LA, weet je dat?’ Hij keek naar de kaart die hij getekend had, met de meest recente gruweldaden van Wayne en Scout, en stippelde hun route uit. ‘Kijk, ze hebben precies de snelweg gevolgd. Ze zijn er natuurlijk vanaf gegaan na die motelmoorden, maar als je een lijn trekt tussen het trailerpark en de 7-11 zie je duidelijk dat ze naar de stad gaan.’
‘Misschien zijn ze omgedraaid.’
‘Tuurlijk, joh. Ze zijn in LA, zeker weten.’
‘Alsof we verdomme nog niet genoeg gekken hebben in LA,’ zei Crawford. ‘Denk je dat ze van plan zijn om onder te duiken?’
‘Dat betwijfel ik. Die idioten zijn aandachtstrekkers. Serie-op-scheppers. Ik bedoel, in jezusnaam, een potje staan vrijen tegen een Slush Puppy-apparaat, naast een hoop met kogels doorzeefde klanten! Ze denken dat ze een soort Bonny en Clyde van de 21ste eeuw zijn. Ik denk niet dat ze verloren willen gaan in een grote stad.’
‘Misschien gaan ze op familiebezoek.’
Rechercheur Jay keek nog eens naar het verslag van Waynes poging tot moord op de oude winkelier.
‘Bourbon, sigaretten, zoutjes… en een plattegrond met de huizen van filmsterren.’
Op het bureau vóór hem lag de LA Times, met op de voorpagina een foto van Bruce met zijn Oscar, naast een foto van een 7-11 vol lijken en het verplichte stukje over de invloed van geweld op de jeugd en op copy-killers.
‘De huizen van filmsterren,’ herhaalde rechercheur Jay. ‘Hé Joe, die film, Ordinary Americans, wie spelen daarin de hoofdrol?’
‘Kurt Kidman en Susan Schaefer, hoewel ook veel andere beroemdheden even hun gezicht laten zien. Maar ik dacht dat je niks om films gaf.’
‘Ik ben van gedachten veranderd.’