22 In de deuropening naar Bruces zitkamer stonden Wayne en Karl Brezner, de impresario. Karl was een keiharde, verbeten New-Yorker. Hij zat al dertig jaar in het vak, maar aan zijn gedrag te zien was hij daar niet gelukkig van geworden.

‘Hier heb je hem, Bruce,’ zei Wayne.

Karl wierp Bruce een vragende blik toe. Zoals begrijpelijk vroeg hij zich af wie die schooier zou kunnen zijn.

‘Ha, Bruce. Sorry dat ik zo vroeg langskom,’ zei hij. ‘’n Paar erg belangrijke dingen. Geef je een feestje?’

Karl keek de kamer rond. Brooke zat nog op haar knieën op het kleed voor Scout. Wayne nam het tafereel ook in zich op. Zowel hij als Karl was verbaasd bij de aanblik van de twee vrouwen in die positie.

Brooke stond op van het tapijt met alle waardigheid die ze bijeen kon rapen en liep terug naar haar plekje op de bank.

‘Ja, een soort feestje,’ zei Bruce. ‘Dit is Brooke Daniels.’

Karl had al bewonderend naar Brooke gekeken toen ze de kamer door liep. Hij had wel van steen moeten zijn om dat niet te doen. Ze was altijd al ontzettend mooi, maar nu was ze zo mogelijk nog onweerstaanbaarder; ze zag er triest en kwetsbaar uit in haar steeds belachelijker wordende avondjurk.

‘Brooke Daniels!’ zei Karl verrukt. ‘Tjonge jonge, Miss Februari, ik herkende je niet met je kleren aan. Geweldige foto’s, trouwens. Dat uiteinde van die benzinepompslang was zeker wel koud, hè? Wie zijn deze twee hier, Bruce?’

Karl sprak alsof Wayne en Scout niet bestonden. Hij was niet echt zo lomp als hij overkwam, maar hij kwam uit een bruuske cultuur waarin goede manieren over het algemeen gezien werden als flauwekul en draaierij. Zijn stijl zou niet zo goed gevallen zijn in Japan of bij de thee in Buckingham Palace, maar in New-Yorkse showbizzkringen was hij er een heel eind mee gekomen.

Bruce zocht verwoed naar een antwoord op zijn vraag.

‘Een paar… acteurs. Ik zag ze op zo’n improvisatieavond in Malibu… wou weleens met ze praten. Misschien is het wat voor Killer Angels.’

Killer Angels was het project waar Bruce en Karl mee bezig waren. Het zou weer gaan over mensen die onbekenden vermoordden, maar dit keer hadden ze een reden: anti-abortus, het milieu, uitschakeling van een sportrivaal of wat dan ook; het idee was om aan te tonen dat moord in feite altijd iets willekeurigs is. Of zoiets. De film was bedoeld om het enorme succes van Ordinary Americans te evenaren.

‘Een afspraak met acteurs op de ochtend na de Oscaruitreiking? Wat een toewijding.’ Karl wendde zich tot Wayne en Scout. ‘Ik wil niet lullig doen, hoor, maar zo’n gesprek met acteurs is voor mij maar net iets minder erg dan een bezoekje aan de tandarts.’ Zoals voor de meeste regisseurs geldt, was grof doen over acteurs Karls favoriete grapje. Hij deed achter hun rug neerbuigend over hen, noemde hen kinderachtig en gestoord. Hij was uiteraard gewoon jaloers. Hoe rijk en machtig een impresario ook kan worden, hij wordt niet snel voorgelaten in de rij wachtenden bij een restaurant.

Bruce vervolgde zijn haastige improvisatie in de hoop dat die door de toevoeging van details geloofwaardiger zou worden. ‘Ik vond gewoon dat ze… nou ja, misschien zagen ze er precies goed uit.’

Karl wierp een twijfelachtige blik op Wayne en Scout. ‘Ik ben natuurlijk niet meer dan de lui die het geld telt, maar deze twee lijken net zo veel op psychopaten als mijn grootje, God hebbe haar ziel.’

Bruce was blij met dat antwoord. Hoe minder belangstelling Karl had voor Wayne en Scout, hoe beter.

‘Wilt u een borrel, meneer Brezner?’ vroeg Wayne.

Dat luchtte Bruce nog meer op. Wayne leek bereid het spelletje mee te spelen.

‘Ben je belazerd?’ zei Karl. ‘Een borrel, om kwart over zeven ’s morgens? Heb je enig idee wat mijn huidige lever me gekost heeft? Lichaamsdelen zijn niet goedkoop, vriend, vooral als de donor er maar eentje van heeft en er niet graag afstand van doet… Grapje, hoor. Als we toch wat te vieren hebben, lust ik wel een scotch, jongen.’

Karl ging naast Brooke op de bank zitten, en hij maakte van de gelegenheid gebruik om zijn ogen goedkeurend langs de voorkant van haar jurk te laten dwalen.

Doordat Karl over de tijd begon, herinnerde Bruce zich dat Karl hier eigenlijk niets te zoeken had. ‘Inderdaad, Karl, het is pas kwart over zeven. Wat kom je doen?’

‘Geef me eerst die borrel maar, dan praten we verder in de snookerkamer.’

‘We kunnen hier praten, ik heb het druk.’ Het was niet Bruces bedoeling geweest om te snauwen. Het laatste wat hij wilde was dat Karl zou vermoeden dat er iets mis was. Wayne merkte de verkeerde toon ook op en wierp Bruce een waarschuwende blik toe vanaf zijn plekje bij de drankkast. Als er op dit punt een muzikale prikkeling geweest was, zou die hebben aangegeven dat Bruce maar beter verdomd goed kon uitkijken.

‘O, neem me vooral niet kwalijk, zeg,’ zei Karl. Zelfs keiharde New-Yorkse impresario’s met een huid die dikker is dan een broodje olifant kunnen zich beledigd voelen. ‘Ik was heel even vergeten dat je zojuist een Oscar gewonnen hebt en daarom beroepshalve verplicht bent minachtend te doen tegen degenen die je vroeger beminde en respecteerde.’

Bruce wist dat hij heel rustig moest blijven. Als Karl ook maar de minste argwaan zou krijgen zou hij nooit meer levend de deur uitgaan. ‘Karl, ik heb nog niet geslapen.’ Hij probeerde een vermoeide, zakelijke toon aan te slaan. ‘Kan dit een andere keer?’

‘Een andere keer? Heb je de kranten soms nog niet gezien?’

‘Natuurlijk heb ik de kranten niet gezien, het is kwart over zeven.’ Karl pakte zijn drankje aan van Wayne zonder naar hem te kijken, laat staan dat hij hem bedankte.

‘Ik wil niet degene zijn die het klotenieuws moet komen vertellen, Bruce, maar je bent geen populaire keuze voor de Oscar. Ik denk eerlijk gezegd dat het commentaar nog positiever zou zijn geweest als ze hem met terugwerkende kracht aan Attack of the Large-Breasted Women hadden gegeven.’

Bruce haalde zijn schouders op en hij meende het nog ook. ‘Wie geeft er nou één reet om wat die parasieten ervan vinden?’

Slechts een paar uur eerder zou hij geobsedeerd zijn geweest door hun mening, maar dat was een paar uur eerder. De zaken lagen nu anders. Voorgoed anders. Maar Karl leefde uiteraard nog in de oude wereld.

Althans, dat dacht hij.

‘Het kan ons wel een reet schelen, Bruce,’ zei hij. ‘Het gaat over het geweld. Dat is het heetste hangijzer van dit moment en het begint menens te worden. Die eikels hebben het over Ordinary Americans alsof het een of andere handleiding voor psychopaten is. Newt Gingrich zat vanmorgen in de Today Show en –’

‘Die politici, dat is uitschot,’ merkte Wayne op. ‘Ordinary Americans is verdomme een meesterwerk.’

Weer negeerde Karl hem. ‘Hij noemde je een pornograaf en zei dat je geen onderscheiding had mogen krijgen voor het ophemelen van moord.’

Scout verveelde zich. Ze mocht Karl niet en de mening van Newt Gingrich interesseerde haar niet. Ze had een veel interessanter gesprek gevoerd voordat Karl kwam. Ze wendde zich weer tot Brooke.

‘Brooke, wil je mijn haar opsteken, zoals je beloofd hebt?’ Brooke knikte nogal zenuwachtig, pakte haar handtas, liep naar de plaats waar Scout zat en begon haar haar te doen. Karl stond er nogal van te kijken dat hij op die manier door een stelletje werkloze acteurs in de rede werd gevallen, maar hij liet het maar voorbijgaan. Moest hij zich druk maken omdat dit onderkruipseltje geen respect voor hem opbracht? In zijn leven bestond ze niet eens.

‘Ik denk dat de Republikeinen het willen gebruiken in hun verkiezingsstrijd. We moeten een plan opstellen.’

Scout kwam er nogmaals tussen met haar eigen gespreksonderwerp. ‘Weet je wat ik zo geweldig vind? Ik vind het geweldig om te zien hoe haarmousse uit die spuitbus komt. Ik bedoel maar, hoe krijgen ze het er allemaal in?’

‘Het zet uit, schat,’ zei Wayne.

‘Ik weet wel dat het uitzet, domkop. Want het is groter als het eruit komt. Maar ik weet niet hoe dat kan. Het is hetzelfde als bij zo’n spuitbus met slagroom. Hoe doen ze dat toch? Ik bedoel, slagroom is slagroom - je kunt het niet samenpersen.’

Karl keek haar aan, verbijsterd. Hij was in geen vijfentwintig jaar zo genegeerd.

‘Pardon,’ zei hij, ‘ben ik soms onzichtbaar geworden? Ik zei iets.’ Scout leek voldoende gewaarschuwd. ‘Neem me niet kwalijk,’ zei ze.

‘Ik neem het je wél kwalijk,’ antwoordde Karl onvriendelijk, voordat hij zich weer tot Bruce wendde. ‘Ze denken erover om hem alsnog in de categorie “boven de achttien” te stoppen. Dan gaat in één klap de helft van de kaartjesverkoop verloren, om maar te zwijgen van een echte boycot, vooral in het zuiden. Ik denk achteraf dat we die kruisigingsscène niet hadden moeten doen.’

‘Gave scène, man,’ zei Wayne.

Weer negeerde Karl de onderbreking. ‘Het komt door die verdomde Mall Murderers, Bruce. Die twee relschoppertjes brengen onze film in gevaar, Oscar of geen Oscar. Weet je dat ze nu weer een 7-11 overhoop geschoten hebben? Jezus, wat zijn dat toch voor doelloze gekken?’

Brooke en Bruce verstijfden. Karls conversatie had plotseling een onvoorstelbaar gevaarlijke wending genomen.

‘Ach, weet je,’ zei Brooke losjes, terwijl ze Scouts haar toupeerde, ‘je moet proberen een beetje begrip te tonen en de zaak van hun kant te bekijken.’

Karl was niet zo’n begrijpend type. ‘Hoe bedoel je, door de ogen van zo’n asociale niksnut? Alsjeblieft, zeg.’

‘Ik vind echt dat je ze niet zomaar kunt afwijzen.’ Brooke deed haar best, maar het was een hopeloze opgave.

‘Het spijt me als ik onbeleefd overkom, juffie, maar het interesseert me geen ruk wat jij ervan vindt. Wayne Hudson en dat maffe, magere kreng dat hij op sleeptouw heeft, zijn een stel doorgedraaide niksnutten uit een of ander trailerpark, met aardappelpuree in hun kop in plaats van hersenen. Hoe eerder ze op de elektrische stoel zitten, geëlektrokuteerd, onthoofd, gecastreerd, van hun hersenkwabben ontdaan, fijngehakt of gewoon goed gepakt worden, hoe beter. Ik zou dat tuig met alle plezier zelf met een houten hamer te lijf gaan.’

Bruce en Brooke zetten zich schrap. Nu zou de ellende ongetwijfeld beginnen. Wayne stond inmiddels achter de bank waar Scout zat. Hij hoefde zijn hand maar uit te strekken naar de kussens achter haar rug om een machinegeweer tevoorschijn te halen, en deze ontstellend provocerende man zou er geweest zijn. Scout zelf hoefde alleen maar het kussen van haar schoot te schuiven. Het was toch duidelijk voorbij voor Karl?

‘Je hebt een grote mond, Karl, maar je zou het nooit doen.’ Het lachje van Bruce klonk zo houterig als een goedkope soapserie. ‘Jij kiest altijd partij voor de underdog.’

‘Underdog? Dat gajes?’ antwoordde Karl.

Bruce was er nu van overtuigd dat Karl leed aan zelfvernietigingsdrang.

‘Denk je dat ik mijn tranen zou verspillen aan dat soort syfilitische onderkruipsels? Ik zou kotsen op hun graven en die van hun moeders, die ongetwijfeld hoer zijn geweest.’

Hou je kop! Iedere vezel in Bruces wezen wenste dat deze luidruchtige lomperik zijn kop zou houden. Ook Brooke deed een wanhopige poging om op de een of andere manier zijn geest binnen te dringen en te voorkomen dat deze idioot een graf voor hen allemaal zou graven met zijn heftige taalgebruik.

Hoe vaak had Brooke in het verleden niet gesproken over aura’s en derde ogen? Ze was misschien nog geen fervente aanhanger van de New Age-beweging, maar ze had altijd beweerd dat ze wel degelijk iets had met het mystieke. Ze was ervan overtuigd dat je gedachten kon overbrengen. Nu kreeg ze een pijnlijke spoedcursus in de Old Age-realiteit.

De stem van Wayne klonk koud, maar vergeleken met zijn ogen was zijn stem beslist mild. ‘Dus u vindt de Mall Murderers een stel doorgedraaide niksnutten, meneer Brezner?’

‘Dat vindt hij helemaal niet!’ schreeuwde Bruce bijna.

‘Je kunt ze niet zomaar afwijzen,’ pleitte Brooke wanhopig.

Een maf, mager kreng? zei Scout in zichzelf, met een afwezige blik in haar ogen. Dat maffe, magere kreng dat hij op sleeptouw heeft? ‘Dat meende Karl niet!’ Bruce dwong zichzelf opnieuw tot een lachje; het klonk als een scheermes dat door een blikje sneed. ‘Je zou hem eens over zijn eigen vrouw moeten horen.’

Karl, die zich niet bewust was van de vreselijke gebeurtenissen die om hem heen kolkten, begreep niets van Bruces houding. ‘Pardon? Wat moet dit voorstellen? Oprah? Gaan we soms discussiëren over die smerige schooiers? Natuurlijk zijn het doorgedraaide niksnutten, wat anders? Ik zou die doelloze, laffe, hersenloze sukkels zonder ballen, die beledigingen voor het verstandelijk vermogen van iedere natte scheet maar al te graag –’

‘Karl! Wat wil je nu eigenlijk?’ Bruce sprong op. ‘Ik heb het druk. Ik moet nog van alles doen en je loopt nogal in de weg.’

Hij had Karl liever niet zo bot aangepakt. Als hij zich al te vreemd gedroeg, zou Wayne beseffen dat Karl ongetwijfeld argwaan zou krijgen. Maar aan de andere kant moest hij zorgen dat Karl zijn mond hield en hem de deur uit werken voordat hij hen allemaal de dood in praatte.

Karl bekeek Bruce even aandachtig, maar besloot toen om niet tegen hem in opstand te komen. Karl was tenslotte impresario en Bruce was zijn beste klant.

‘Oké Bruce, oké. Jij bent de kunstenaar. Ik onderhandel alleen over de onfatsoenlijke, walgelijke hoeveelheden geld die ze je betalen. Zoals ik al zei geloof ik echt dat we nu een probleem hebben. Dit is een belangrijke morele kwestie en daar mogen we ons niet aan onttrekken. We moeten op verantwoorde wijze reageren. We moeten zo snel mogelijk ons gezicht laten zien, zeggen dat ze allemaal dood kunnen vallen en een vervolg op Ordinary Americans aankondigen.’

‘Iedereen is doodgegaan aan het eind van Ordinary Americans‚’ wierp Bruce tegen.

‘Bruce, jouw publiek is niet zo betweterig. Luister, je moet hier boven staan. Begin vandaag meteen met die praatprogramma’s. Je was gisteren hartstikke goed bij Coffee Time. Zeg tegen de wereld dat die moordenaars niet jouw verantwoordelijkheid zijn en –’

Wayne liep de kamer door en rukte Karls whiskyglas uit zijn hand. ‘Oké, Bruce, ik ben die kerel zat. We hebben nog wat te bespreken. Zorg dat hij ophoepelt.’

Bruce was zo gretig dat hij meteen uit zijn stoel sprong. ‘Goed, prima, oké. Karl, ik stel het op prijs dat je langsgekomen bent en ik zal nadenken over wat je gezegd hebt, maar ik ben nu bezig, oké, dus…’

Karl was stomverbaasd. Hij kende Bruce al jaren. Ze waren vrienden. ‘Wil je dat ik ga?’

‘Ja, inderdaad.’

‘Omdat je met deze mensen bezig bent?’

‘Ja.’

Karl keek van Wayne naar Scout en deed geen moeite om zijn afkeer te verbergen. Hij maakte zich erg ongerust. Deze types deugden duidelijk niet. Er was iets mis. Hij had er geen benul van hoe vreselijk mis het was, en wat er precies aan de hand was.

‘Luister, Bruce’ - Karl begon zachter te praten - ‘als je iets ruigs zoekt om een beetje mee te rommelen, moet je bij mij zijn. Ik regel wel wat voor je. Dit is gevaarlijk. Straks chanteren ze je nog.’

‘Karl, wegwezen,’ antwoordde Bruce. ‘Nu meteen.’

Karl draaide zich om. Meer kon hij niet doen. ‘Oké, tot kijk.’


WAYNE

Tot kijk.


Totaalshot van de hele kamer. Karl loopt naar de deur. Wayne graait achter Scout en haalt een geweer tevoorschijn.


BRUCE

(schreeuwend)

Nee!


Bijna op hetzelfde moment, nog voordat Karl de tijd heeft gehad om te beseffen dat er iets aan de hand is, heeft Wayne hem in de rug geschoten. Karl begint voorover te vallen, dood.

Two-shot: Brooke staat bij Scout en zit aan haar haar. Brooke gilt.


SCOUT

Au! Je trok aan mijn haar!


BROOKE

Sorry.


Totaalshot. Alles gebeurt nu tegelijkertijd. Karl valt nog steeds voorover. Slow motion. Een expulsie van bloed en ingewanden vliegt uit de voorkant van het vallende lichaam als de kogel erdoorheen knalt.

Close-up. Op de muur voor het vallende lijk van Karl hangt een ingelijste afbeelding: een poster van Ordinary Americans. Karls levenssappen vliegen met een bloederige klets tegen de poster. Er klinkt een zoemend geluid.

De camera zwaait van de bloedvlek op de poster via de muur naar een close-up van de intercom aan de muur, die weer zoemt.