28 Wayne en Bruce stonden samen bij het raam en staarden naar de stad die onder hen uit de grond gestampt was. Er waren honderd geweren op Wayne gericht, maar er zou geen bevel worden gegeven om te schieten zolang de politie er niet zeker van was dat Scout ook geraakt zou worden. ‘Iemand die de schuld op zich neemt?’ vroeg Bruce. ‘Wat bedoel je daar in godsnaam mee, iemand die de schuld op zich neemt? Een of andere goochelaar die kan uitleggen dat het allemaal gezichtsbedrog was, dat in werkelijkheid iemand anders al die mensen neergeschoten heeft?’

Bruce veinsde verbazing, maar ergens in zijn achterhoofd was een vreselijk vermoeden gerezen.

Op de grond, bij de drankkast, hoestte Brooke. Misschien probeerde ze iets te zeggen, misschien hoestte ze alleen maar.

‘Die vrouw heeft een dokter nodig,’ smeekte Velvet. ‘Je moet een dokter bij haar laten.’

Wayne zwaaide zijn geweer in de richting van Velvet, opeens weer kwaad. ‘Nou moet je eens goed luisteren, ik heb die trut niet gevraagd mijn meisje te bedreigen, oké? Deze benarde situatie is haar eigen keuze, vanwege het feit dat ze mijn meisje met een blaffer bedreigd heeft. Dus hou verdomme je bek, want Bruce en ik waren in gesprek. Of moet ik je soms het zwijgen opleggen?’ Hij deed een stap in de richting van het meisje en hief zijn vuist. Velvet barstte in tranen uit.

‘Als je haar iets aandoet,’ zei Bruce, ‘dan zweer ik je dat je nooit meer iets van me gedaan krijgt.’

‘Je doet verdomme wat ik zeg, of ik dat kreng voor haar kop knal of niet.’ De stemmingswisselingen van Wayne waren absoluut alarmerend.

‘Doe me alsjeblieft geen pijn,’ snikte Velvet.

‘Het is nergens voor nodig om kleine meisjes in elkaar te slaan, Wayne,’ merkte Scout op. ‘Dat is beneden je waardigheid.’

‘Dit is geen klein meisje, boterkoekje. In Hollywood worden kinderen oud geboren. Die kleine slet hier heeft in die paar jaar van haar leven vast meer geld uitgegeven dan jouw lieve moedertje in vijftien levens had kunnen verdienen. Ze verdient een paar flinke klappen.’

‘Ik heb het je gezegd,’ zei Bruce, ‘je krijgt niks van me als je haar iets aandoet.’

Wayne liet zijn vuist langzaam zakken. ‘Je moet goed beseffen, Bruce, dat ik nu rekening houd met de wens van mijn meisje, niet met die van jou. Want ik kan je verzekeren dat jij doet wat ik je opdraag, of ik je dochtertje nu pijn doe of niet.’

Bruce haakte er gretig op in. ‘En wat is dat dan, wat moet ik doen?’ Hij smeekte bijna. Hij wilde het ergste weten, hoe vreselijk bang hij daar ook voor was. Bang, omdat hij het diep in zijn hart al geraden had.

‘Ik wil dat je ons verdedigt. Je moet een goed woordje voor ons doen en zorgen dat we niet op de elektrische stoel terechtkomen.’

‘Jullie verdedigen? Je bent nog gekker dan ik dacht. Denk je nu echt dat mijn woord ervoor kan zorgen dat jullie je verdiende straf ontlopen? Je bent zo schuldig als Hitler.’

‘Natuurlijk zijn we schuldig, als je daarmee bedoelt dat we de dingen gedaan hebben waarvan ze zeggen dat we ze gedaan hebben, maar daar gaat het niet om, hè? Tegenwoordig niet. Tegenwoordig kun je, hoe schuldig je ook bent, toch onschuldig zijn.’

Dat konden ze niet volgen. Ze staarden hem allemaal aan, behalve Scout, die een van haar voeten vasthield en haar teennagels inspecteerde.

‘Een voorbeeldje,’ zei Wayne. ‘Neem nou die Mexicaanse meid die de pik van haar vriend er afgesneden had. Ze was hartstikke schuldig, dat heeft ze nooit ontkend. Ze sneed de mannelijkheid van die kerel eraf en gooide hem uit het raampje van de auto. Zit dat kreng in de gevangenis? Nou? Staat ze stenen te hakken in de brandende zon? Nee, ik dacht het niet, want hoewel ze schuldig was, was ze ook onschuldig. In Amerika kan dat tegelijkertijd.’ Scout keek op van haar teennagels. ‘Inderdaad, ze had het gedaan, maar ze was onschuldig en daar ben ik het mee eens. Die klootzak had haar in elkaar geslagen en ook nog eens verkracht. Hij heeft zijn verdiende loon gekregen, en ik hoop dat ze een roestig mes gebruikt heeft.’

Wayne huiverde. ‘Scout, je weet dat jij en ik verschillend over deze kwestie denken. Persoonlijk zie ik niet in hoe een vrouw door haar echtgenoot verkracht kan worden, gezien het feit dat hij gewoon pakt wat hem toch al toekomt. Bovendien vind ik dat iedere Mexicaanse trut die de lui afsnijdt van een Amerikaanse ex-marinier die zijn vaderland gediend heeft, in een kleine cel zou moeten wegrotten.’

‘Ze werd misbruikt.’

‘Als je vindt dat een man je misbruikt, schat, dan ga je bij hem weg. Dan snij je zijn lui er niet af.’

‘Het gerecht heeft haar gelijk gegeven.’

‘Die rechtszaal zat vol lesbiennes en nichten.’

Scout trok een pruilerig gezicht en keerde terug naar haar teennagels.

‘Nou ja, hoe dan ook,’ zei Wayne, ‘we dwalen af. Wat ik wil zeggen is, of het nu terecht is of niet, die buitenlandse trut heeft geen straf gekregen. Ze had het gedaan, ze zei dat ze het gedaan had, maar ze kreeg geen straf. Schuldig maar toch onschuldig, snap je? Je kunt het allebei zijn in het Land der Vrijheid, aangenomen natuurlijk dat je een goed excuus hebt.’

‘Bedoel je soms’ - Bruce probeerde standvastig en intelligent te klinken - ‘dat er een excuus te bedenken is voor massamoord?’

‘Bruce, in Amerika is voor alles wat je maar verzint een excuus te bedenken. Wat dacht je van die smerissen die die neger in elkaar geslagen hebben en een hele rel veroorzaakten? Dat stond op video! Zie jij die twee in de gevangenis zitten? Nee meneertje, mooi niet. En weet je nog, van O.J.? Ze zeiden dat hij zijn vrouw vermoord had. Toen bleek dat ze het verkeerde slachtoffer in gedachten hadden. Die dode meid was helemaal niet het slachtoffer. Helemaal niet, O.J. was het slachtoffer. Hij was het slachtoffer van een racistische politieagent, die deze keer trouwens ook vrijuit gegaan is. In ons land krijgt niemand ergens de schuld van, niemand kan ergens iets aan doen. Dus waarom zouden wij in godsnaam moeten opdraaien voor wat we gedaan hebben? Nou?’ Plotseling zag Bruce in gedachten weer die mooie idiote voor zich die hij op het Borstenbal zo heftig toegesproken had. Wanneer was dat geweest? De vorige avond? Eerder zijn vorige leven. Bruce hoorde nog een keer zijn eigen stem boven de banaliteit en hypocrisie die hij om zich heen dacht te horen: ‘Niemand kan ergens iets aan doen.’

Hij had het zelf gezegd.

Was het mogelijk dat Wayne inderdaad gelijk had? Kon die klootzak dit ongestraft flikken?

‘Wayne, even serieus. Je hebt zoveel mensen vermoord - daar is toch geen excuus voor te bedenken?’

Wayne glimlachte, pakte de telefoon en toetste een nummer in. ‘Bruce, je hebt zojuist een Oscar voor de beste regisseur gekregen. Het is heus geen vleierij als ik zeg dat je op dit moment de meest gevierde filmmaker ter wereld bent. Het is niet meer dan je verdiend hebt. Je hebt er hard voor gewerkt en nu mag je de beloning oogsten… Ogenblikje.’ Hij wendde zich tot de telefoon.

Aan de andere kant van de lijn pakten Cornell en Murray hun respectieve telefoonhoorns en begonnen tegelijkertijd aan hun introductie.

‘Kop dicht en luisteren,’ hoorden ze Wayne zeggen. ‘We gaan een verklaring afleggen, hoor je me? We zeggen wat we willen en waar het op staat, oké? We willen het volgende: er moet een klein ENG-team komen, zo snel als jullie dat kunnen regelen.’

‘Ja, ja, een Electronic News Gathering-team, prima,’ zei het hoofd van NBC, blij dat hij de vragende blik van de hoofdcommissaris kon beantwoorden.

’Ik weet wat ENG is, anders zou ik er niet om vragen!’ schreeuwde Wayne door de telefoon.

‘Jawel, ik legde het alleen even uit aan –’

‘Hou verdomme je bek! Ik ben aan het woord. Nog één onderbreking en het is gedaan, dan praten we verder met onze wapens, oké? Goed, dat team moet in verbinding staan met alle andere stations, begrepen? Ook de kabelnetten. Niks geen exclusief gedoe, iedereen krijgt het verhaal. Nog één ding. De beeld- en geluidstechnicus moet in directe verbinding staan met de kijkcijfer-computer. Ik wil weten hoe populair ik als tv-ster ben, minuut voor minuut. Als jullie dat doen geef ik jullie als vrijgeboren Amerikaan mijn woord dat ik, wie ik verder ook besluit te vermoorden, de mensen van de tv vrije doorgang zal verlenen. Ik garandeer dat hen niks overkomt, want jullie zijn toeschouwers, man, en wij zijn de actie.’

Met die woorden legde Wayne de telefoon neer en hij wendde zich tot zijn gijzelaars. ‘En nu maar afwachten,’ zei hij. ‘Wat zouden jullie ervan zeggen als we allemaal een drankje namen?’

‘Zo te horen weet je heel veel van tv-werk,’ zei Bruce, en één krankzinnig ogenblik schoot de gedachte door zijn hoofd dat dit hele gedoe op de een of andere maffe manier misschien wel in scène gezet was. Misschien waren Wayne en Scout niet wat ze leken, helemaal geen massamoordenaars maar journalisten of studenten of zoiets, die eropuit waren hun gelijk te halen. Was het allemaal een illusie? Brooke had hem er al eerder een kunstje geflikt. Misschien was ze niet echt neergeschoten. Misschien was dit allemaal zo beraamd…?

Het was een zielige, hopeloze gedachte die ongeveer een kwart seconde duurde. Het bloed en de stukjes weefsel van zijn impresario kleefden nog aan de ingelijste poster waar de kogel van Wayne ze tegenaan geslingerd had. Verse, dikke bloedklonten welden op in Brookes keel, waardoor ze dreigde te stikken voordat ze doodbloedde. Bruce rook het opengereten, losgerukte vlees. Er was zoveel grimmige, gruwelijke realiteit in de kamer dat het een wonder mocht heten dat er plaats overbleef voor de meubels.

‘Hoe het komt dat ik zoveel van tv weet?’ zei Wayne. ‘Hé, Bruce, tegenwoordig weet iedereen alles. Vooral over tv. Ga maar na: programma’s met homevideo’s, al die kabeltelevisie; dat is het ware leven. Er wordt niks nagebootst, het is allemaal echt beeldmateriaal. We maken er allemaal deel van uit. Het is een elektronische democratie. “Jij” en “wij” bestaan niet meer, want “wij” verschijnt elke dag voor je neus. In die spelletjesprogramma’s. Opgenomen op video terwijl je een bank berooft. We biechten onze zonden op bij Oprah en op een andere zender worden ze ons vergeven. De mensen zijn televisie, man, en jij vraagt mij hoe ik weet hoe je daarmee omgaat? Nou, het is echt niet zo moeilijk om daar achter te komen. Weet je, voor zo’n slimme vent ben je behoorlijk dom. Sorry, ik moet nu de politie te woord staan.’ Beneden in het gepantserde commandovoertuig van de politie huiverde commissaris Cornell haast van opwinding. Wayne Hudson speelde hem precies in de kaart.

‘Bezorg me de apparatuur waar hij om vraagt,’ blafte de hoofdcommissaris tegen Murray. ‘Dat nieuwsploegje wordt samengesteld uit bewapende agenten van speciale eenheden. We sturen een undercover overvalcommando naar binnen. Twee seconden nadat mijn mannen daar naar binnen zijn gegaan, hebben ze die maniak uitgeschakeld, plus die verdomde duivelin die hij bij zich heeft.’ De hoofdcommissaris dacht al zelfvoldaan aan de persconferentie die op zijn heldhaftige operatie zou volgen.

De telefoon ging weer. Beide mannen grepen ernaar.

‘Wat dachten jullie nou, jongens?’ hoorden ze Wayne zeggen. ‘Jullie dachten een stelletje commando’s op me af te sturen, hè? Vergeet het maar. Het team dat jullie sturen kan maar beter zo klein mogelijk zijn. En dan bedoel ik een cameraman en een technicus. Dat zijn er twee, begrepen? Twee. T-w-e-e. Bovendien moeten ze op blote voeten komen, met niets anders dan hun ondergoed aan. Horen jullie me? Ondergoed, dat is alles, en dan bedoel ik niet van die lange, wijde onderbroeken of grote oudedamesonderbroeken. Ik bedoel goddomme de kleinste, strakste niemendalletjes die iemand kan dragen zonder zijn eerbaarheid te verliezen. Ik kijk iedere centimeter van die mensen na, en hun apparatuur, en als ik ook maar het gevoel krijg dat er binnen een straal van vijftig meter van die kloothommels een blaffer, traangas of zelfs maar een zakmes te vinden is, schreeuw ik naar Scout dat ze iedere gijzelaar die we hebben vol kogels moet knallen, en jullie weten dat ze dat echt doet, want ze houdt van me en doet precies wat ik wil. Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat als je me probeert te naaien, smeris, er binnen de kortste keren nog vier onschuldige mensen hartstikke dood zullen zijn, en dat is dan jouw schuld, en ieder televisiestation in Amerika krijgt het te zien. Nou, daag.’

De lijn was weer dood.

Dit keer was de man van het nieuws aan de beurt om te huiveren van opwinding. De ramp was afgewend. Commissaris Cornell had, met zijn botte, macho geestdrift, op het punt gestaan dit mediaspektakel, dat zonder enige twijfel tot een catharsis zou leiden, voor zijn neus weg te kapen en er een politiezaak van te maken. Bijna was de televisie de kans ontnomen haar rechtmatige positie in te nemen in het hart van het drama, waar zij het verhaal niet alleen zou verslaan maar er deel van uit zou maken. Want, zo vond het hoofd Nieuws en Actualiteiten, daar was de afdeling Nieuws en Actualiteiten immers voor in het leven geroepen. Om camera’s en, indien mogelijk, tv-persoonlijkheden diep tot de gebeurtenissen te laten binnendringen en ze vorm te geven, te modelleren, zelf het nieuws te zijn, terwijl de oude autoriteiten - politie, politici, stadsbestuur - vanaf de zijlijn machteloos moesten toezien.

Het was op het nippertje geweest, hij had bijna verloren. Heel even had het ernaar uitgezien dat die agent alle eer naar zich toe zou trekken. Maar dankzij het feit dat de schurk in hoogsteigen persoon gevoel had voor verhoudingen en de natuurlijke pikorde van de maatschappij, zouden de media precies in het voetlicht staan, zoals het hoorde.