31

‘Ik ben hier al in geen jaren geweest,’ merkte mevrouw Burrows op toen ze samen met Drake onder de metalen poort bij de ingang van het park van Highfield door liep.

De poort, een recente toevoeging aan het park, was pijnlijk modern – een regenboogvormige boog van gepolijste, roestvrijstalen buizen waar klimop overheen was geleid. De combinatie van klimop en staal werkte tot op zekere hoogte, hoewel het effect danig werd verpest door de talloze paren versleten sportschoenen die met de veters aan elkaar gebonden over het hoogste punt waren geslingerd. De onderbroeken die naast de sportschoenen in de wind wapperden, benadrukten de vervallen indruk nog eens extra.

Dit alles ontging mevrouw Burrows echter volledig, want zij was door een oude herinnering die zich had aangediend heel ergens anders met haar gedachten. ‘Vroeger, toen mijn kinderen nog klein waren, nam ik hen vaak mee hiernaartoe in de kinderwagen,’ zei ze. Opeens bedacht ze iets; ze hief met een ruk haar hoofd op en staarde Drake aan. ‘Ik reed hier vroeger een jonge Styx rond. Nee, erger nog, twéé. EN IK HAD HELEMAAL NIETS IN DE GATEN!’ riep ze uit.

‘Rustig, Celia,’ waarschuwde Drake haar. ‘We willen niet opvallen.’ Hij wees naar een grindpad voor hen dat naar de top van de heuvel liep en ze wandelden in een kalm tempo naar boven, langs een paar jonge jongens die de touwen van hun vlieger probeerden te ontwarren. ‘Daar waait het niet hard genoeg voor,’ merkte Drake op. Mevrouw Burrows en hij tuurden automatisch naar boven, waar de wolken wel leken vastgeplakt tegen de helderblauwe lucht.

‘Grappig dat je bepaalde dingen pas echt leert waarderen,’ zei mevrouw Burrows, die haar blik losmaakte van de lucht en de aanblik van het weelderig groeiende gras en de bomen gretig in zich opnam, ‘wanneer je denkt dat je ze zult kwijtraken.’ Ze staarde in de richting van Broadlands Avenue, waar de daken van de huizen nog net zichtbaar waren achter de top van de heuvel en de bomen die tussen hen in stonden. ‘Of wanneer je ze eigenlijk al bént kwijtgeraakt.’

Boven op de heuvel lag een verwaarloosd geasfalteerd terrein met precies in het midden ervan een victoriaanse granieten drinkfontein. Drake liep ernaartoe en drukte op de doffe koperen knop waarmee ooit uit de tuit midden in de verzonken bak een straal glinsterend water kon worden opgeroepen. Er gebeurde niets; er stroomde geen water in de bak, waarin alleen een donkere laag rottende bladeren en een ingedeukt colablikje lagen.

‘Morgen rond deze tijd sta ik hier dus op de Styx te wachten,’ zei mevrouw Burrows met een blik op haar horloge. Met een diepe rimpel in haar voorhoofd liet ze haar ogen over het gebied aan de voet van de heuvel glijden. ‘Is het hier op dit moment eigenlijk wel veilig? Misschien houden ze ons wel in de gaten en besluiten ze ons gevangen te nemen of iets dergelijks?’

‘Niet echt waarschijnlijk,’ zei Drake. ‘Te veel getuigen.’

‘Ja maar…’ sputterde mevrouw Burrows.

‘Rustig nou maar. Ze weten heus wel dat we niet zo dom zijn dat we de flesjes nu bij ons hebben, dus zullen ze echt niets uithalen. Niet vandaag, in elk geval. Het is belangrijk dat u het terrein kent, zodat u goed bent voorbereid.’ Hij sloeg zijn armen over elkaar en leunde tegen het drinkfonteintje. ‘Niet kijken, hoor, maar Leatherman heeft zijn mannen al verdekt opgesteld. Ze zitten in de bosjes aan de voet van deze heuvel.’

‘Echt?’ zei mevrouw Burrows weifelend.

‘Jazeker, tien man sterk,’ zei Drake bevestigend.

Mevrouw Burrows wierp achteloos een blik op de struiken. ‘Zitten dáár mannen? Nu? Hoe kan dan nou? Ik zie helemaal niemand.’

‘Ze liggen in kuilen en hebben waarschijnlijk op dit moment hun verkijkers op ons gericht. We zullen nog meer mensen op strategische plekken rond de heuvel plaatsen. Ik wil dat u weet dat we alles doen wat we kunnen om u te beschermen.’

‘Mag ik je een nogal voor de hand liggende vraag stellen?’ vroeg ze.

‘Ga uw gang,’ antwoordde hij.

‘Hebben de Styx hieronder ook tunnels gegraven? Uit wat je me hebt verteld maak ik op dat ze een uitgestrekt netwerk hebben.’

‘We hebben een geofysisch onderzoek laten uitvoeren en enkele vage schaduwen ontdekt. Dat betekent vermoedelijk dat er ooit een paar ondergrondse kamers hebben gezeten, maar dat die nu zijn ingestort of volgegooid.’

Mevrouw Burrows glimlachte. ‘Net iets uit dat archeologische tv-programma Time Team,’ zei ze.

Drake zette zich af tegen het fonteintje en ze wandelden al pratend de heuvel weer af. ‘Luister, zelfs als de Styx vuil spel willen spelen, zijn we daarop voorbereid,’ zei Drake geruststellend tegen haar en hij wreef in zijn handen alsof hij genoot van het vooruitzicht. ‘Nee, zodra we de rollen hebben omgedraaid en we degenen die naar de afspraak komen in de kraag hebben gegrepen, wordt het pas echt leuk.’

‘Je verwacht toch niet echt dat hun grote baas zélf komt?’ vroeg mevrouw Burrows.

‘Ik ken hem niet goed genoeg om hem te herkennen, zelfs als hij zich verwaardigt zelf te komen. We ondervragen degene die ze sturen. Die zal ongetwijfeld iets kunnen toevoegen aan onze kennis over hun manier van werken. Maar daar gaat het helemaal niet om – het feit dat ze hebben ingestemd met een ontmoeting vertelt ons al wat we wilden weten – namelijk dat ze het virus niet hebben.’

Mevrouw Burrows haalde haar schouder op. ‘Misschien is dat wel gewoon bluf van hun kant. Misschien hebben ze het virus allang in handen en willen ze alleen maar uitvinden hoeveel wij weten of ons het zwijgen opleggen.’

Ze waren onder aan de heuvel aanbeland en Drake gaf geen antwoord.