Sprookjes


Ik moet zeven jaar geweest zijn. Al mijn creativiteit had ik in die tekening gegooid. Een tekening voor Sinterklaas. “Ik wil marsupijn heben”, of iets in die strekking, moet erop hebben gestaan. Met een bak water voor het dorstige schimmeltje naast mijn schoen, lag de tekening te wachten tot hij door de Sint werd opgehaald. Dacht ik. Toen Klaas al lang en breed terug was in Spanje, vond ik mijn tekening terug. Bovenop de kast in de woonkamer. Tussen alle andere tekeningen die voor Sint en Piet bedoeld waren. Wat moet ik verbaasd hebben gekeken... Kennelijk wist ik meteen wel dat er iets niet in de haak was, want ik ben naar mijn moeder gelopen en zij heeft me uiteindelijk verteld dat Sinterklaas niet bestond. Ik kan me, serieus, de desillusie nog herinneren. Het verdriet. De teleurstelling. Ik had al die tijd in een sprookje geloofd... 

Later leerde ik dat het hele leven uit sprookjes bleek te bestaan: 

In mijn puberteit had ik een paar leuke vriendinnen. Het was lachen, gieren, brullen en we deelden elkaars diepste geheimen. “Vriendinnen voor het leven!”, dacht ik... Tot ik erachter kwam dat één van die meiden de rest opstookte tegen mij, met een hoop nare verhalen en vervelende roddels. Later bleek dat ze al die tijd stikte van jaloezie. Ik woonde in een groot huis, mijn vader had een interessante baan en het allerergste: de leukste jongen van de klas had een oogje op mij. Ik stiekem ook op hem want op een feestje hebben we in een donker hoekje staan zoenen... Helaas werden mijn vlinders al snel verjaagd door de breuk met mijn vriendinnenclubje. Ik voelde me verraden en belazerd. Vriendschap... het was gewoon een sprookje. 

Ik was 17 toen ik mijn eerste echte verkering had. Ach, wat was ik verliefd... Ik kon hele dagen op mijn kamertje zitten zwijmelen bij mooie rock-ballads. We zouden samen oud worden, hij en ik. We zouden gaan trouwen en kinderen krijgen en in een mooi huis gaan wonen. En toen vertelde hij me op een dag dat het uit was. Een meisje van de hockeyclub bleek tijdelijk leuker te zijn (en werd even later ook weer ingeruild, zo gaat dat nou eenmaal). Ik ben weken kapot geweest van verdriet. Mijn droom in duigen, het sprookje was uit. 

Toen ik wat ouder werd en bruiloften bezocht van familie en vrienden, kwam ik erachter dat dat misschien wel het grootste sprookje van het leven was: het huwelijk. Zo’n dag zelf was, geestig genoeg, al een sprookje op zich: een bruid die eruitzag als een prinses, een bruidegom, trots en knap als een prins, een koets, een mooie kerk...De bruid en bruidegom beloofden elkaar eeuwige liefde en trouw, maar ik heb vele van die huwelijken in nachtmerries zien veranderen. De woorden die tijdens de huwelijksvoltrekking werden uitgesproken, bleken niets meer dan loze beloftes. Eeuwige liefde en trouw, haha, laat me niet lachen! “En ze leefden nog lang en gelukkig”, yeah, dream on... 

Nou is het niet erg om in sprookjes te geloven. Zolang dat sprookje voortduurt, is er niets aan de hand. Sprookjes kleuren je leven, leuken de werkelijkheid wat op. Het is alleen zo verdomde klote als zo’n zeepbel uit elkaar spat. Kon ik mijn zoon maar behoeden voor die desillusie, die teleurstelling en dat verdriet dat hem nog te wachten staat... 

Sinterklaas 2008. Tim propt een oude boterham in zijn schoen. “Ppppppttt-pppppptttt” doet hij, en ik begrijp dat zijn boterham voor het paard is. “Zo Tim, en nou doen we je mooie tekening in je schoen, dan is die voor Sinterklaas. Daar is hij vast heel blij mee!”. De tekening zit inmiddels in een tas met creaties van Tim. De tas staat veilig achter de knieschotten op zolder. Voor later. 

Mijn zoon gelooft in sprookjes. En ik doe mijn best om dat zo lang mogelijk zo te houden.