Zuur


“Eer, Erica... hoor je me? Hier ben ik”. Langzaam kwam ik bij... ik knipperde met mijn ogen, oef, wat voelden die zwaar. Een grijze mist hing om me heen, maar langzaam drongen de contouren van de kamer waarin ik lag tot me door. Jasses, wat draaide alles. Ik kon me niet herinneren dat ik door drank ooit zo tollend in bed had gelegen. Dit was erger dan een nacht zwaar stappen! “Erica, hoor je me?”, zei iemand vlak naast me. Wat heerlijk, de stem van Dennis... Ik probeerde te knikken, met als resultaat dat mijn hoofd wat op mijn romp zwabberde. Ik probeerde te praten, maar kreeg mijn lippen nauwelijks van elkaar. Na nog een poging was daar toch, hoewel dunnetjes, mijn stem: “Bensoduiselig”. “Veel water drinken, dan gaat de duizeligheid vanzelf weg”, hoorde ik de zuster zeggen.
Niet veel later lag er een kartonnen spuugbakje onder mijn kin. Het speeksel liep mijn mond in en bleef maar komen. Ik probeerde het weg te slikken maar het werd alleen maar erger. Zweet prikte op mijn slapen en mijn handen begonnen te tintelen. Ik voel een braakbui altijd erg duidelijk aankomen. Ik probeerde nog diep adem te halen, in de hoop dat ik de misselijkheid weg kon zuchten. Maar daardoor snoof ik alleen maar de zure kartonnen lucht van het kotsbakje op dat op mijn borst lag. Met een ruk kwam ik overeind en braakte een imposante golf water in het bakje. En nog één. “Bakjuh, bakjuh”, brabbelde ik tussen het kotsen door naar Dennis. De volgende golf was het bakje absoluut één teveel, en dus belandde het warme spul over mij heen, maar ook in bed. Gelukkig was het voornamelijk water, dus echt veel schade had ik niet aangericht. Maar wat voelde ik me ellendig dat ik niet eens kon spugen zonder te knoeien...”Een bed onderkotsen doen alleen maar kinderen of ernstig zieken”, klonk het streng in mijn hoofd.
 

Korte tijd geleden lag ik na een kleine ingreep (niets ernstigs) op bovenbeschreven manier bij te komen in een ziekenhuisbed. Ik heb wel duizend keer sorry gezegd tegen de verpleegster, voor de puinhoop die ik van het bed gemaakt had. Ze bleef maar vriendelijk glimlachen en zei dat het geen probleem was, dat dit wel vaker gebeurde en dat ik me niet schuldig moest voelen. Maar ik hoorde in mijn hoofd wat ik altijd dacht als iemand aan boord zijn maaginhoud ergens buiten het toilet of kotszakje had neergekwakt: “Je kunt verdorie toch wel in een zakje kotsen!”. 

Ik ben in mijn tienjarige stewardessencarrière meerdere malen ondergekotst. En dat is in figuurlijke zin best naar. Maar weet je wat echt zuur is? Als het ook letterlijk wordt. 

Ik kan me de keer herinneren dat we nog met instappen bezig waren op Lagos. Ik stond in de cabine leukjes de passagiers te verwelkomen toen er een man op me afkwam. Op het moment dat ik dacht: “Wat ziet die meneer wit”, braakte de man een golf zurigheid uit. OVER MIJ HEEN! Het was de enige keer dat ik hardop heb staan vloeken in de cabine. Druipend ben ik naar de galley gelopen. Gelukkig zat het spul niet in mijn gezicht of haar, maar waren slechts mijn jasje, rok, benen, voeten en schoenen de lul. Ik ben door wat lieve collega’s gepoetst en geboend, met geurige doekjes en zeep en zelfs wodka, om de viezigheid van me af te halen. Ik heb me zelden zo zielig gevoeld. Ik leek wel een zure bom! De passagier is door de purser van boord gehaald en mocht zijn roes uitslapen op het vliegveld van Lagos. Kon hij de volgende dag mee, mits hij nuchter was, werd met hem afgesproken. 

En ik weet me ook nog te herinneren dat ik op Singapore, weer tijdens het instappen, een vrouw naar me zag zwaaien. Ze stond bij haar stoel en had kennelijk mijn hulp nodig. Het was een wat ouder vrouwtje, dus dacht ik dat ze hulp nodig had met haar bagage. Maar nee: “Could you help me to the washroom, I’m not feeling very well”, kon het ouwe besje nog net uitbrengen, voordat ze liet zien hoe not well ze zich voelde. Het spul lag keurig op mijn voeten. Mijn oog viel op het kotszakje dat op haar stoel lag. Ik heb haar, na haar en mijzelf schoongemaakt te hebben, maar even wat meer zakjes gegeven en uitgelegd dat het spul de volgende keer ook best wel daarin mocht. 

Er zijn meerdere keren geweest dat iemand in mijn aanwezigheid spontaan begon te braken aan boord, en meerdere keren heb ik de troep opgeruimd. Het lukt me vrij goed om mijn verstand op nul te zetten en zulke viezigheid op te ruimen, maar ik kan het niet helpen dat ik op een gegeven moment denk: “Je kunt verdorie toch wel in een zakje kotsen!”.
En dat dacht zij, terwijl ze haar maag leegde in het bed in plaats van in het bakje... Met de vlekken in mijn shirt en broek en met toch een licht gevoel van schaamte vertrok ik uit het ziekenhuis. En ik voelde me best een beetje zuur.