Ff schrikken
Als ouder kun je niet erger schrikken dan wanneer je te horen krijgt dat er iets met je kind is. Ik ben me gister kapot geschrokken, maar gelukkig is alles goed gekomen.
Gisterochtend heeft Tim zijn derde prikje gehad. Na zijn bezoek aan het consultatiebureau ging Tim naar zijn vriendjes en vriendinnetjes op het dagverblijf. De juffen waren op de hoogte gebracht van de prikjes die Tim gehad had, en dat hij dus wat huileriger kon zijn dan anders.
‘s Middags liep ik even door de Albert Heijn, gauw nog wat boodschappen doen. Mijn telefoon ging. Op het schermpje stond: “Kinderworld belt”. Shit, wasdanou? schoot er door mijn hoofd. “Dag Erica, Tim heeft een ondertemperatuur van 34,9, het lijkt ons beter als je hem komt halen en het is misschien slim om even langs de dokter te gaan”. God, nee, m’n kind! Met een paar dingetjes in mijn boodschappenmandje liep ik gauw naar de kassa toe. Ik vertelde mezelf rustig te blijven, er was immers nog niets aan de hand. Voor mij stond een dame die kennelijk niet genoeg geld bij zich had: sommige boodschappen moesten achter blijven. Verdorie, ik sta ook altijd in de verkeerde rij! Nogmaals prentte ik mezelf in dat er nog niets ernstigs aan de hand was. Tegelijkertijd schoten de meest vreselijke scenario’s door mijn hoofd en zag ik mezelf met een slap kind in mijn armen staan. Prettig, als je kop zo lekker meewerkt.
Ik heb gauw mijn parkeerkaart betaald en ben met een zak
sinaasappels, een tros bananen en een zakje kiwi’s in mijn armen
naar mijn auto gehold. Manlief was niet lekker dus besloot moeders
eens flink wat vitamines in te slaan. Verder dan deze boodschappen
ben ik niet gekomen, want bij de afdeling vleeswaren ging mijn
telefoon dus.
Normaal gesproken rijd ik in de stad netjes en rustig, altijd
bedacht op een overstekende fietser of kakelende, winkelende dames
die geen oog hebben voor het verkeer. Nu kon het me geen bal
schelen wie er tussen mijn wielen belandde: ik wilde naar mijn kind
en wel heel erg snel!
Weer ging mijn fantasie er met mijn verstand vandoor. Nu zag ik
mezelf al huilend naast een bed op de intensive care staan, met
Timmie helemaal onder de slangetjes. Ik werd kwaad op mezelf en zei
hardop dat ik me verdomme niet zo aan moest stellen. Dat hielp, de
gedachten waren weg en ik was nu geen scenarioschrijver van
ziekenhuisseries meer, alleen nog maar een moeder met flinke
haast.
Bij Kinderworld aangekomen gauw mijn auto voor de deur gegooid
en hup, het lokaaltje in. Ik zag Tim gelijk zitten. Hij zat in een
soort schommeltje. Normaal gesproken is mijn kind druk op onderzoek
uit naar hoe speelgoed in elkaar zit, of zit hij vrolijk en
enthousiast aan één of ander kind te plukken, in afwachting van een
reactie. Nu zat daar een sloom, ziek kindje met een afgetrokken,
wit snoetje. Dit was helemaal niet mijn Tim. Ik kreeg een naar
gevoel in mijn onderbuik. Kan niet beschrijven wat het was, maar
het was een gevoel dat er iets niet goed was. Tims handjes leken
wel ijsklompjes en zijn witte wangetjes waren ook steenkoud. Bij
mij liepen, heel solidair, meteen de rillingen over mijn rug.
Ik heb in de auto gauw gebeld naar de huisarts, of ik misschien
even tussendoor kon komen met een ziek kind van negen maanden oud.
Gelukkig hoorde de assistente aan mijn serieuze stem dat er echt
iets aan de hand was. Ik kon direct langskomen. In de auto op weg
naar de dokter hoorde ik al een paar herkenbare geluidjes vanaf de
achterbank. Tim is een ontzettend vrolijk, tevreden ventje dat veel
lacht en leuke geluidjes maakt. Een paar van die geluidjes kwamen
nu langzaam maar zeker weer zijn mondje uit. Pfoe, dat klonk
goed!
Bij de dokter mochten we vrijwel gelijk naar binnen. Gek genoeg,
en dat zul je altijd zien als je eenmaal bij de dokter bent, kwam
het bloed weer langzaam terug in zijn gezichtje. Tims wangetjes
werden rustig aan wat roziger, en ook zijn handjes begonnen te
ontdooien. De huisarts wilde eerst wat dingen weten, dus werd er
een aantal vragen gesteld. Nee, Tim heeft dit nooit eerder gehad.
Ja, Tim had wel gedronken, maar nee, geen eetlust. Nee, Tim is
normaal gesproken geen rustig kindje (kan ook niet veel anders met
zo’n moeder) en ja, hij had wel al een zetpilletje gehad tegen de
pijn van de prikjes.
Voor de zekerheid wilde de dokter mijn kind nog even onderzoeken.
Nu was Tim eindelijk wat aan het opwarmen, moesten zijn kleertjes
weer uit. Tja, dat kon natuurlijk niet anders. De arts luisterde
naar Tims hartje. Ik zag dat ze haar ogen sloot toen ze luisterde
en dat ze rustig de tijd nam. Tim onderging alles kalm, normaal
gesproken vindt hij al die doktersdingen geweldig speelgoed en moet
je met zijn tweeën mijn kind plathouden op de onderzoekstafel. Nu
dus niet.
Pfffffft, zijn hartje klonk helemaal gezond. Nu zijn longetjes. Ook
die klonken oké, al was er veel loszittend slijm te horen in zijn
luchtpijpje. Dat was al bekend, want Tim rochelt als een vieze ouwe
man, hij is al drie weken snotverkouden. Allemaal niets ernstigs en
vrij normaal aan het einde van de winter en bij het doorbreken van
tandjes en kiezen: gewoon een verminderde weerstand.
Zijn fontanel werd nog gevoeld en er werd in zijn vingertopjes
gedrukt om te kijken of de doorbloeding oké was, en toen mocht ik
Tim weer aankleden. Alsof hij wist dat alles goed was, ging hij
zich ook zo gedragen: hij draaide zich ineens op zijn buik en pakte
de speeltjes die aan de muur hingen (bloeddrukmeter,
ooronderzoekding) en begon eraan te trekken. Ik sloeg automatisch
een zucht van verlichting en daarop legde de huisarts haar hand op
mijn schouder. Fijn gevoel als zelfs een arts je zorgen er- en
herkent! De dokter kon de temperatuurdip van Tim niet anders
verklaren dan dat dit een reactie was op de prikjes, misschien in
combinatie met de zetpil. Ik moest Tim in de gaten houden en af en
toe zijn temperatuur checken, en bij een volgende keer prikjes
halen ook weer een oogje in het zeil houden. Toen mochten we
gaan.
Bij thuiskomst gauw Tims temperatuur gecheckt: 37,2. Joepie!! Hij
had inmiddels zijn ouwe kleurtje terug en keek me lachend aan. Wat
heerlijk, als je kind gezond is!
’s Avonds kon ik het niet laten om nog heel even in mijn hoofd
terug te gaan naar dat ziekenhuis dat ik eerder die dag in mijn
rampenscenario bezocht had. Maar nu omdat ik stilstond bij al die
ouders die echt een ernstig ziek kind hebben. Dat van Tim was even
gauw schrikken, maar er bleek niets aan de hand. En toch sjeesde de
onderdrukte paniek al door mijn lijf. Moet je nagaan wat al die
ouders mee moeten maken die een kindje hebben met kanker of een
andere vreselijke, ongeneeslijke ziekte….
Het is goed om af en toe eens stil te staan bij het goede leven dat
je hebt, en te beseffen dat het ook heel anders kan zijn. Dus zit
hier nu een dankbare, gelukkige moeder te tikken, met op de
verdieping onder haar een heerlijk warm kindje in bed.