Single zijn…niet altijd even gemakkelijk


Een vriendin van mij is sinds kort weer alleen. Na 14 jaar huwelijk. Hoewel het natuurlijk nog veel te vroeg is voor een nieuwe relatie, hebben we laatst wel met zijn tweeën lekker zitten kletsen over hoe het voor haar is om weer met onbekende mannen te zijn.
Ik graaide daarbij in de herinneringen in mijn hoofd… pfoe, wat een zooitje daar. In mijn vrijgezellentijd heb ik de eerste twee maanden als een kneusje op de bank gelegen met veel chocola en kopjes thee en een warme kruik en een doos Kleenex en veel telefoontjes en bezoekjes van lieve vriendinnen. Daarna besloot ik eens de andere kant van mijn vrijgezellenleven in te duiken. Asjemenou, wat heb ik gefeest zeg. Heerlijk met vriendinnen wezen stappen, dansen, drinken, eten en zo hier en daar eens een leuke vent tegenkomen die het waard was om mee te zoenen. Of meer.

Ja, en dan kwam je wel eens bij iemand thuis. En hoewel ik het absoluut nodig had, die aandacht, en er nooit spijt van heb gehad, voelde ik me vaak erg ongemakkelijk. Heerlijk spannend hoor, zo’n nieuweling, en reuze interessant, zo’n lichamelijke ontdekkingstocht, maar er kleven toch ook nadelen aan een nieuw iemand.

Bijvoorbeeld als je moet poepen. Ja, ik weet het. Mannen weten liever niet dat vrouwen ook poepen en dat het dan stinkt. De meeste mannen proberen de illusie hoog te houden dat vrouwen dat niet doen, en daar wil ik best aan meewerken, hoor. Voor eventjes dan. Dus als ik dan bij iemand thuis was, of iemand bij mij, en ik voelde daaronder iets aankomen zeg maar, dan hield ik het eerst zo lang mogelijk op. En dan je stinkende best doen om maar geen windje te laten want stel je voor dat hij iets ruikt, dan kun je moeilijk zeggen dat het iemand anders geweest is, toch? Kan me dat opgelaten, opgeblazen gevoel nog herinneren als de dag van gister. En dan uit-ein-de-lijk toch maar naar het toilet… soms moet je gewoon wel. Zat ik daar voor mijn gevoel uren op de pot om maar in Godsnaam geen geluidje mee te laten komen, want zoals we allemaal weten, klinkt het in een toiletruimte vaak nogal hol. En dan hard hoesten of heel veel papier in de wc leggen (de meeste wc’s hebben niet zo’n tafeltje waar de lading eerst op valt, nee, er is een groot gapend gat gevuld met water) zodat je niet keihard PLONS hoort zodra de boel los is. En meteen doortrekken natuurlijk zodra Nelson Mandela te water is gelaten, want dan kan het ook niet gaan ruiken. Tjongejonge, wat een gedoe om een simpel drolletje.

Of ’s morgens (’s middags) bij het wakker worden. Nadat ik mijn ogen überhaupt van elkaar kreeg (make-up haal je er ’s avonds bij een eerste keer NIET af, stel je voor dat hij erachter komt dat je wimpers in werkelijkheid toch niet zo leuk gekruld zijn en je zonder hulp eigenlijk best een kaal gezicht hebt… dat is gewoon not done), en eens rondkeek in de vreemde kamer, besloot ik dat mijn mond niet lekker smaakte. De combinatie drank en sigaretten van de avond tevoren had ervoor gezorgd dat ik naar asbak gevuld met bier smaakte. Vlug, vlug de badkamer inschieten en een klodder tandpasta in mijn mond proppen, slokje water d’r bij, spoelen en dat probleem was opgelost. Ik ruik nooit uit mijn mond als ik wakker word. Ik ruik altijd naar kauwgom of tandpasta. Het is maar dat je dat weet, meneer.
Tja, en dan hangt er vaak een spiegel boven de wastafel… Godallemachtig, wat ben ik me soms kapot geschrokken... Een klitterige suikerspin op mijn kop, mascara die overal zat behalve op mijn wimpers, een rode kin van al het zoenen (mannen zijn ’s nachts toch vaak wat stoppeliger dan overdag), rode bloeddoorlopen ogen met prachtige puffy oogleden (hee, Nemo!) en een gezicht vol kreukels en vouwen waar je het liefst een strijkijzer overheen zou willen halen…. Hmm, nee, dan was ik de avond ervoor toch echt snoeziger om te zien. Sta je daar in je blote nakie in een vreemde badkamer zonder reddingstools de boel een beetje op te kalefateren…

Wat was ik altijd blij en opgelucht als ik dan weer naar huis ging. Of het vreemde manspersoon mijn huisje verlaten had. Kon ik weer gewoon lekker naar het toilet wanneer ik moest zonder halve toiletrollen te verspillen. Ik vond het vooral heel erg vermoeiend, mijn vrijgezellentijd. Uiteraard heb ik ervan genoten, maar als ik eraan terugdenk, krijg ik spontaan buikpijn.

Hoe heerlijk als je dan een tijdje samen bent en je helemaal jezelf mag en kunt zijn bij en van elkaar. Dat is sowieso bij Dennis iets, wat ik nog nooit bij een ander zo fijn kon: mezelf zijn. Wat een heerlijkheid. Elkaar van binnen en van buiten kennen en niets is stom of gek of gênant. Dat je niet meer al die moeite hoeft te doen om een man in de waan te laten dat je als vrouw nooit een grote boodschap doet en altijd fris en fruitig en schitterend wakker word, dat vind ik toch wel erg prettig. En mijn buik is het met me eens.