Rrrrraaaaaarrrr....
Ik weet niet hoe het komt, maar ik trek altijd rare mensen aan. Misschien zien ze in mij een verwante ziel of misschien denken ze bij mij dat ik een aardig mens ben, dat niet naar doet als je er iets tegen zegt, of misschien zie ik er wel gewoon raar uit. Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat rare mensen mij altijd op weten te sporen.
Zo zat ik afgelopen april in de trein van Almere naar Schiphol.
Op station Weesp zag ik een aparte jongen binnen komen lopen. Hij
mompelde en lachte wat in zichzelf. “Nee, niet naar mij toekomen
alsjeblieft, kies in Godsnaam iemand anders uit”, hoopte ik
stiekem. Maar ja hoor, de dorpsgek van Weesp kwam knus naast me
zitten. “Doorlezen, Eer, niet opkijken”, dacht ik, maar hij deed
zijn mond al open en begon te kletsen. Hij vertelde vrolijk dat hij
de dag ervoor naar de kapper was geweest en dat het zulk heerlijk
weer was en dat het dus tijd was voor een nieuw kapsel. Ik kan dan
zo iemand niet negeren. Ik zei hem dus dat z’n haar hartstikke leuk
zat en dat het inderdaad lekker weer was.
De andere mensen in de trein wierpen me meewarige blikken toe. Die
waren natuurlijk blij dat zij niet de lul waren. Terwijl ik
vriendelijk op zijn verhalen bleef reageren, hoopte ik dat de
rrrraaarrrre jongen snel uitgepraat zou zijn. Geen idee hoe je
zoiets het beste aanpakt. Ik heb gauw medelijden met andere mensen,
dus ik kan niet snoeihard tegen zo’n knul zeggen dat-ie op moet
rotten. Totaal negeren kan ik ook niet, dus wat anders restte mij
dan geduldig het gezwets aan te aanhoren?
Dan die keer dat ik op het station van Haarlem op mijn trein
stond te wachten. Komt er een rrrraaaaarrrrre dronken zwerver naast
me staan en gaat me aan staan staren…Tjonge, waarom IK nou weer? En
wat moet je met zo iemand? Ik begon een beetje te lachen, want wist
me totaal geen houding te geven. Ja, als ik met anderen ben, ben ik
veel flinker en gevatter. Dan weet ik me met de meeste situaties
wel raad. Maar wat doe je nou als je helemaal in je uppie bent? Ik
zag de mensen om me heen naar me kijken. Pffff… ik kreeg het er
warm van. “Nou, hou es op!”, wist ik er een beetje kattig uit te
krijgen. Maar de rrraarrre kerel hield niet op. Ik wilde niet
weglopen, want ik wist wat er dan zou gebeuren: die gek zou
natuurlijk achter me aan komen. Wat is dat shit zeg, als een
vreemdeling je zomaar aan gaat staan gapen. Ik voelde me met de
minuut ongemakkelijker. Net op het moment dat ik de ingeving kreeg
om mijn mobieltje te pakken en zogenaamd te gaan bellen, draaide
die vent zich om en kotste het perron vol.
Is dat nou niet rrrrraaarrr? Iemand die je minutenlang aan staat te
staren en vervolgens het perron onderkotst... Ik vind dat raar.
Vanmiddag gebeurde me ook weer zoiets rrrraaaaarrrrs. Ik liep
met Tim in het wagentje naar de supermarkt, toen ik in de verte
geschreeuw hoorde. Een meneer van rond de vijftig liep hardop te
vloeken en te tieren op zijn leven. “Alstublieft, kom niet onze
kant op, ah please, please, please, laat me met rust”, fluisterde
ik. Helaas. De man besloot toch echt onze richting uit te lopen.
Terwijl hij dichterbij kwam en schold op alles en iedereen in zijn
leven, zag ik dat hij een paar tanden miste. Niet vreemd,
natuurlijk. Als je zo vloekend over straat loopt, zullen er
ongetwijfeld mensen zijn die er genoeg van hebben en je een knal
voor je harses geven. Had ik plotseling ook best veel zin in. Tim
lag net te slapen, verdorie. Ik was al van plan met m’n wandelwagen
knoertehard weg te rennen, toen de rare meneer ineens zijn
tandeloze mond hield en een glimlach tevoorschijn toverde. Hij was
nog steeds foeilelijk met zijn gehavende gebit, maar een glimlach
doet zelfs bij de grootste lelijkerd wonderen. Hij liep naar me toe
en keek in de wandelwagen. Ik dacht nog: “Eén vinger naar Tim en ik
begin te gillen”, maar dat hoefde niet. “Wat een sssschattig
babietje”, lispelde de meneer, “zzzzorg maar goed voor hem, het
leven issss zzzo hard”. En weg liep hij. Een aantal meters verder
pakte hij zijn tirade weer op.
Dat is toch rrrraaaarrrr?
Zoiets moet mij weer over-komen. Ik heb een keer een aflevering gezien van Jiskefet, waarin twee acteurs bij een heel vreemde toneelvoorstelling zaten. Ze zaten middenin het publiek en de ene vond het toneelstuk zo idioot, dat hij steeds heel hard “RRRAAARRR!!!!” riep. De ander begon dan heel hard te lachen. De volgende keer dat ik door een raar iemand benaderd word, ga ik eens heel hard schreeuwen. Kijken hoe dat werkt…